Tag Archief van: Monuments Nationaux

Montmaurin **
Romeinse Villa Rustica

Tussen Toulouse en de Pyreneeën ligt een mooi glooiend en vruchtbaar land waar in de derde en vierde eeuw één van de grootste boerenbedrijven van Frankrijk stond. Of eigenlijk Gallië want Frankrijk bestond toen natuurlijk nog niet.

Deze villa werd aan het einde van de negentiende eeuw ontdekt maar pas vanaf 1946 werd er echt begonnen aan het opgraven hiervan. Dat duurde een zo´n twintig jaar waarna de villa voor de het publiek werd opengesteld. Naast de villa is er in het dorp ook een klein museum met de gebruiksvoorwerpen die in de rond de villa zijn gevonden. Het vernieuwde museum werd op januari 2020 geopend maar zal in het eerste jaar weinig bezoekers hebben gehad.

Voordat Frankrijk bestond, was er Gallië en als je een beetje iets van geschiedenis weet, of Asterix (aanrader!) hebt gelezen, is dit land verovert door de Romein Julius Caesar. Volgens deze Romein was er geen sprake van verovering maar ging hij slecht bondgenoten helpen. Hoe dan ook deze Romeinse bezetting, of hulp, duurde grofweg vanaf het begin van de jaartelling tot de vierde eeuw en wordt in Frankrijk nog altijd tactisch Gallo-Romeins genoemd.

Deze periode heeft een enorme invloed gehad op Frankrijk en er is dan ook nog flink wat te vinden uit de Romeinse tijd. Sommige daarvan zijn zeer indrukwekkend en bovendien ook in een goede conditie. Denk maar aan het theater in Orange, de Pont-du-Gare en de amfitheaters van Arles en Nîmes of het Maison Carrée in de laatste stad.

Montmaurin

Rating:

2 van 5 sterren (?)

Zeker zien:

- Badhuis
- Mozaïek

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps

Romeinse villa’s

Minder dramatisch maar historisch even interessant zijn Romeinse villa’s. Daar zijn er nog al wat van in Frankrijk hoewel ze zijn niet allemaal goed bewaard zijn gebleven. Een bijzonder fraai exemplaar staat even te zuidwesten van Toulouse aan de voet van Pyreneeën in het dorp Montmaurin. Deze villa is gebouwd in de eerste eeuw na Christus en is gebruikt tot in de vijfde eeuw en de opgravingen zijn nu te bezoeken.

Archeologie wordt voor mij pas leuk als ik er iets van af weet, als je het kan plaatsen en tot een zekere hoogte mijn fantasie de gaten kan opvullen. Natuurlijk is een onverwacht bezoek ook leuk maar ik geniet toch het meest van een archeologische opgraving als ik het een beetje kan plaatsen. Anders bestaat het gevaar dat je naar een berg stenen met een half zuiltje staat te kijken en je niets anders ziet dan een bergje stenen met een half zuiltje.

Centre des monuments nationaux

Deze villa is niet alleen behoorlijk groot maar ook redelijk goed bewaard gebleven. Het staat niet voor niets op de lijst van het ‘Centre des monuments nationaux’. Dat is een redelijk exclusieve lijst met de 90 belangrijkste monumenten in Frankrijk en waar bijvoorbeeld ook de Mont-Saint-Michel en Arc de Triomphe opstaan. Een chique clubje dus.

Hoezo is een Romeinse villa dan belangrijk en waarom is juist het exemplaar in Montmaurin interessant? Het korte antwoord is dat villa’s de ruggengraat vormden van de Romeinse economie. Hoewel Rome een tijdje meer dan een miljoen inwoners had was deze stad de uitzondering. De meeste mensen woonde op het platteland en het geld werd dan vooral verdiend met landbouw en dat gebeurde in de villa’s.

De villa in Montmaurin was één van de grootste van de Gallië omvatte naast verschillende gebouwen ook bijna 1000 hectare aan landbouwgrond en er woonde meer dan vijfhonderd mensen.

De eigenaar van deze villa was dan ook een rijk man, zo rijk dat één van de bezitters het tot Keizer heeft geschopt. Helaas voor hem ook weer niet rijk genoeg om dat lang te zijn want de regeerperiode heeft waarschijnlijk maar een paar maanden geduurd.

Villa rustica

Het woord villa schept hier wat verwarring want je denkt al snel aan een luxe onderkomen voor een rijke familie. Dat klopt ook want ook dit soort villa’s hadden de Romeinen maar die noemden ze een villa urbana en, zoals de naam al doet vermoeden, zijn die vooral in een stad te vinden.

De villa rustica stond daarentegen op het platteland. Dit was ook het onderkomen van een rijke familie maar het was veel meer. Het was tevens een agrarisch bedrijf waar naast de eigenaar en zijn familie ook de knechten met hun aanhang woonden. Daarbij beschikte de familie natuurlijk over de nodige slaven die het land bewerkten en voor het vee zorgden. Een villa rustica was eigenlijk een samenleving in het klein die hier meer dan vijfhonderd mensen omvatte. In de middeleeuwen was dit een flink dorp en ook nu nog zijn er dorpen in Frankrijk die minder zielen tellen.

Gallo-Romeins?

De Fransen noemen de Romeinse tijd steevast Gallo-Romeins. Hoewel hier ongetwijfeld ook nationalistische motieven een rol spelen is hier historisch wel wat voor te zeggen. Ten eerste was Gallië helemaal geen eenheid maar een gebied met losse staatjes die een gemeenschappelijke Keltische cultuur deelden. Daarbij moet je de Romeinse bezetting niet zien als bijvoorbeeld de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Nadat een gebied was onderworpen gooiden de Romeinen het liefst op een akkoord met de bestuurlijke elite van de overwonnen stammen. Die bleven dan gewoon zitten en konden onder bepaalde voorwaarden hun gang gaan. Deze oude bestuurslaag werd snel geïntegreerd in het Romeinse Rijk en  de leden kregen vaak snel het Romeins burgerschap. Aan de andere kant gaven de Romeinen de bevolking voldoende ruimte voor hun eigen cultuur zolang die niet botste met de belangen van Rome. Er is dus wel iets te zeggen voor de term Gallo-Romeinse cultuur.

Zelfvoorzienende unit

Een Romeinse villa was voor een groot deel zelfvoorzienend en naast de landbouwactiviteiten waren er ook tal van ambachten te vinden. Er was een een smid, een weverij en een atelier van een steenhouwer om aan de plaatselijke vraag te voldoen. Zeker op de grotere complexen, en de villa in Montmaurin is een hele grote, hadden al deze activiteiten hun eigen gebouwen.

Het surplus dat door het agrarisch bedrijf werd geproduceerd werd opgeslagen in grote schuren om uiteindelijk op de markt te worden verkocht. De villa’s vormden zo de spil van de economie in het westelijk deel van het rijk.

Marmeren zuil van de Romeinse villa bij Montmaurin in het zuiden van Frankrijk

Bij een Romeinse villa hoort een zuil van marmer. Deze is wel bijzonder fraai en waarschijnlijk gemaakt in de vierde eeuw.

Naast de woon- en werkfuncties was er ook ruimte voor cultuur en ontspanning. Elke Romein had wel een huisaltaar waar de huis- en familiegoden werden vereerd. Had je wat meer geld dan werd hiervoor een aparte kamer ingericht. Kon je het echt breed laten hangen dan liet je een apart gebouw maken en dat noemen we een tempel.

Tot slot natuurlijk ook tijd voor ontspanning en ook daar was ruimte voor binnen de muren van de villa. Wie Asterix heeft gelezen ziet dan direct een stel Romeinen in een bad zitten en dat klopt ook. Romeinen waren dol op baden een een beetje villa had een flinke badruimte of zelfs een eigen badhuis.

Als je al deze gebouwen en functies bij elkaar optelt dan krijg je meer een beeld van een dorp. Dat is ook juist want er bestonden betrekkelijk weinig dorpen in het Gallië na het begin van de jaartelling. Natuurlijk waren er wel nederzetting op strategische plekken zoals havens en legerplaatsen maar dorpen als een eenheid met inwoners en alles waren er niet zo veel. En daar is ook wel een reden voor.

De Franse dorpen die wij nu zo mooi op de top van een berg of op een andere goed verdedigbare ontstonden pas nadat het Romeinse Rijk in de westen uit elkaar was gevallen. Je bouwt een dorp namelijk niet voor de lol op een berg. Buiten dat je alle bouwmaterialen naar boven moet sjouwen zonder bestelbusjes is de top van een berg een redelijke onhandige plek als de koeien of schapen in de wei beneden staan. Ook voor de handel is een dorp in een dal veel makkelijker.

Veiligheid van een dorp

Waarom dan een dorp bouwen? De reden is veiligheid. Nadat in de vierde eeuw met het gezag van Rome ook de interne vrede (Pax Romana) verdwijnt wordt het platteland geregeld geteisterd door rovend gespuis. Om zich te kunnen verdedigen tegen dit tuig trekken de inwoners van het platteland zich terug op strategische plekken te verdedigen zijn. De villa’s worden onbewoond achtergelaten omdat die vrijwel allemaal moeilijk te verdedigen zijn. De pittoreske straatjes, de mooie pleintjes en de kleine huizen in die Franse dorpen zijn dus ontstaan als antwoord op grof geweld.

Haut-Garonne

En als je zover hebt gelezen als hier dan weet je voldoende om een bezoek aan de de villa aan de voet van de Pyreneeën extra interessant te maken. De Haut-Garonne is niet echt een toeristische streek. De bergen trekken natuurlijk veel wandelaars en fietsers maar de streek daarvoor zie je eigenlijk nooit toeristen. Wij waren hier dan ook enigszins toevallig beland waarbij het zwembad bij de gîte de een belangrijke rol had.

Bij het bezoek aan de plaatselijke bakker waren mij de bordjes ‘Villa Gallo-Romain’ al snel opgevallen en natuurlijk was mijn nieuwsgierigheid gewekt. Ik weet niet of dit komt doordat ik in mijn jeugd veel Asterix heb gelezen maar ik vind Romeinen erg interessant. Hoewel Grieken misschien nog interessanter zijn gaan we in Frankrijk graag naar Romeinse opgravingen kijken.

Hier dus ook en nadat we hadden ontbeten stonden we om 10 uur voor de poort van de Villa Rustica. Om binnen te komen betaal je een opvallend lage prijs waarbij je ook nog eens hartelijk wordt ontvangen. De reden was duidelijk; er was helemaal niemand op het terrein.

Rijtje zuilen

Wie ooit een Romeinse villa heeft bezocht weet wat je kan verwachten. Een rijtje met zuilen, een paar halve muurtjes en als het even meezit een mozaïekvloer. Hoe je het went of keer dat is hier eigenlijk ook het geval al wil dat niet zeggen dat het niet interessant is.

Verwacht hier geen Romeinse gebouwen met het dak er nog op maar een goed onderhouden opgraving waar je met een beetje kennis en voorstellingsvermogen een aangename middag kan beleven. De muren die er staan geven een goed beeld waar de gebouwen hebben gestaan en de bordjes geven aan welke functie die hadden. Als je een beetje je best doet dat kan je de dynamiek die hier ooit was goed voorstellen.

Daarbij is het complex redelijk groot. Natuurlijk is het geen stad maar het heeft inderdaad de omvang van een dorp. Het had grofweg dezelfde economische en culturele functies maar wel een totaal andere opbouw. De centrale plek was niet een plein met een kerk maar de woning van de eigenaar met daarom heen de gebouwen met verschillende functies.

Badhuis

Daarbij zijn de functies van sommige gebouwen nog altijd goed te zien. De leukste vond ik het bad. Hier zie je goed welke technieken de Romeinen gebruikten om zo comfortabel mogelijk een bad te nemen. Daarbij komt het juist goed uit dat het gebouw een halve ruïne is want je kan goed zien hoe de baden en de ruimtes werden verwarmd. Het is verbluffend hoe modern de techniek is die werd gebruikt voor het nemen van een bad. Iets waar wat we tweeduizend jaar later nog steeds als een luxe ervaren en dat is bijzonder om te zien.

Na een uurtje of wat werd het ons te warm. Daarbij hadden begonnen onze kinderen wel erg te verlangen naar het zwembad bij onze gîte en daar gaven we ze gezien de warme dag helemaal gelijk in. Het bijbehorende museum besloten we later op de dag te bezoeken maar dat kwam er niet van, net als het zwembad trouwens. Onderweg naar de gîte reden we namelijk door de prachtige kloof van de plaatselijke rivier de Save. We besloten daar te gaan picknicken en hebben ons daar de hele dag verder vermaakt.

De Villa Rustica in Montmaurin is een leuk uitje als je in de buurt bent. Hoewel het een aangenaam landschap is om doorheen te rijden zou ik niet aanraden om hiervoor langer dan een uur in de auto te gaan zitten. Of je moet echt een fan zijn van alles wat Romeins is, dan is het wel een must.

Le Cairn de Barnenez – het oudste gebouw ter wereld staat in Bretagne ***

Het oudste gebouw ter wereld is natuurlijk nogal een claim. Bewijs dat maar eens. Hoewel ik geen archeoloog ben weet ik dat dit op verschillende manieren kan waarbij de C-14 methode de meest betrouwbare is. Aan de hand van de halveringstijd van het koolstof 14 isotoop, dat veel voorkomt in organisch materiaal zoals hout, kan precies worden gemeten hoe oud het materiaal is.

De oudste en het grootste

Het oudste deel van de Cairn-de-Barnenez in Bretagne

Het oudste deel met drie ingangen die toegang geven tot drie verschillende ruimtes.

Volgens deze methode is Barnenez het oudste gebouw van de wereld. Het is ruim tweeduizend jaar ouder dan de oudste piramide in Egypte, die van Djoser. Daarbij is het niet zo’n klein gebouw want het is ruim 75 meter lang, 25 meter breed en 8 meter hoog. Het is daarmee bijna anderhalf keer langer dan bijvoorbeeld het Paleis op de Dam dat toen het werd gebouwd in de zeventiende eeuw gold als één van de grootste gebouwen van de wereld. Hiermee is Barnenez niet alleen het oudste gebouw van de wereld, het is ook het grootste uit het neolithicum in Europa.

Best indrukwekkend allemaal en in alle eerlijkheid kwam ik hier pas achter toen ik dit artikel schreef. Sterker nog, ook ons bezoek was redelijk toevallig. Op onze derde dag in Bretagne was het heerlijk weer en we besloten de kust ten oosten van Morlaix te verkennen. Na een uurtje door het prachtige landschap te hebben gereden wilden we er wel even uit en dat was het moment dat mijn oog viel op een bord waarop de archeologische vondst werd aangekondigd.

Je zou denken dat het oudste gebouw van de wereld een joekel van toeristische trekpleister zou zijn. Maar dat valt erg mee. Cairn de Barnenez staat wel op de lijst van het Centre des monuments nationaux maar veel meer erkenning is er niet. Zo staat het bijvoorbeeld niet op het werelderfgoedlijst van de Unesco. Een organisatie met het hoofdkantoor in Parijs en waar Frankrijk duidelijk wel wat invloed heeft aangezien er maar liefst 45 Franse inzending op de lijst. De Mont Saint Michiel, de oevers van de Seine in Parijs en het rechtsgebied van Saint-Émilion; het staat allemaal op de lijst maar het oudste gebouw van de wereld niet. Het is op zijn minst opmerkelijk.

Rustig

Echt veel erkenning is er dus niet en de plek zelf is dan ook een oase van rust en dat is eigenlijk niet erg. Er is een kleine parkeerplaats waar slechts één auto en een toeringcar stonden toen wij arriveerden. De bus stond er blijkbaar niet om een lading toeristen op te halen want op het moment dat wij de auto op slot deden vertrok hij leeg.

Het gebrek aan aandacht wil niet zeggen dat het niet verzorgd is, integendeel. Er is duidelijk een architect bezig geweest om het entreegebouw in stijl te ontwerpen en dat is gelukt. Het gebouw is niet zo heel groot maar modern en netjes en naast een verveelde medewerker en wat toeristische prullaria omvat het een aardige maquette van het oude gebouw zoals het ooit geweest moet zijn.

Mooie plek

Mosselbanken in de baai van Morlaix bij Cairn de Barnenez

Mosselbanken in de Baai van Morlaix.

Na een korte wandeling sta je op een enorm grasveld met in het midden de Cairn de Barnenez. Of je nu geïnteresseerd bent in prehistorie of niet, het ligt daar prachtig in het landschap. Het mausoleum ligt op de hoogste plek boven de baai van Morlaix en dat zorgt voor mooi panorama. Ook ruim 68 eeuwen geleden heeft hier een architect goed nagedacht over de plek van zijn werk.

We hebben ook ruim de tijd genomen om van het landschap te genieten. Vooral het uitzicht op de baai is niet alleen mooi maar ook leuk. Het zijn talrijke details om te ontdekken; er zijn bootjes, eilandjes, kliffen, stranden, mosselvissers, etc.

Niet mooi, wel heel indrukwekkend

De Cairn zelf is groot maar echt mooi kan ik het niet vinden. Indrukkend is het echter wel. Het oudste gedeelte is tussen de vierhonderd en zeshonderd jaar ouder dan het nieuwe deel. Hoewel de vorm misschien niet zo aanspreekt als een piramide is het een geweldige prestatie om een gebouw van deze omvang zo lang geleden neer te zetten. Het vereist toch een goede organisatie, planning en bovendien technologie. Je kunt je afvragen hoeveel gebouwen in het huidige Nederland over een kleine zevenduizend jaar nog staan. Niet veel schat ik en van veel gebouwen hoop je eigenlijk dat ze sneller zullen verdwijnen.

Hoewel er veel vragen zijn over Cairn de Barnenezis is de functie  duidelijk want die is namelijk hetzelfde als die van de piramides en hunnebedden; het is een praalgraf. Voor wie precies is niet duidelijk en daar komen we waarschijnlijk ook nooit achter. Maar het is niet onmogelijk dat het voor meerdere personen is gebouwd aangezien er maar liefst elf kamers zijn.

Het feit dat het complex na eeuwen is uitgebreid en dat er rondom het gebouw allerlei voorwerpen zijn gevonden uit het derde millennium voor Christus wijst erop dat het nog eeuwenlang dienst heeft gedaan. In welke vorm precies en of het continue het geval was, weten we niet maar indrukwekkend is het zeker.

Steengroeve

Steengroeve Cairn-de-Barnenez in Bretagne

In de twintigste eeuw werd de Cairn gebruikt als steengroeve en dat is nog altijd goed te zien.

Het had trouwens niet veel gescheeld of de hele boel was er niet meer geweest. Na eeuwen braaf onder de grond hebben gelegen was het uiteindelijk in twintigste eeuw bijna verdwenen. Je zou denken dat er in de vorige eeuw wel netjes werd omgegaan met zaken uit het verleden maar dat is helemaal niet waar. In West-Europa zijn er met name in de laatste honderd jaar op enorme schaal historische gebouwen verwoest. Veel meer dan alle eeuwen daarvoor.

In dit geval was het niet eens expres. Het terrein was in particuliere handen en het hele gebouw lag onder een laag puin. Toen werd ontdekt dat onder het puin keurige stenen lagen was de steengroeve ‘open for Business’. Zonder dat men het wist werd het oudste gebouw van de wereld in stukjes verkocht als steen.

In de jaren vijftig werden de eerste kamers blootgelegd en kwam het besef dat hier toch iets bijzonders in de grond lag. Niet lang daarna werd de stenenbusiness gesloten om plaats te maken voor de archeologen. Die hebben het gebouw helemaal bloot gelegd en zo is het nu nog steeds.

Het deel dat voor de steenwinning is gebruikt is nog altijd goed te herkennen. Dat is volgens mij een goede zaak want het laat zien hoe kwetsbaar een prehistorisch monument kan zijn en dat je niet religieuze scherpslijpers nodig hebt om historische waardevolle plekken te slopen. En er zit nog een goede kant aan want omdat een deel van het dak is verdwenen kun je nu ook goed zien hoe het gebouw oorspronkelijk is gebouwd.

De naam Cairn is trouwens uitstekend gekozen want het betekent in in het Iers ‘Een berg stenen’. En dat is het feitelijk ook. Maar wel een berg geordende stenen, de oudste met mensen handen gemaakt en dat is meer dan indrukwekkend, ook al lijkt niemand dat wat te schelen. Ga er heen als je er in de buurt bent, nu het er nog rustig is.

Montmajour: inspirerende ruïne van een abdij ****

Moerasgebied

Wie ooit in deze streek is geweest weet dat het landschap tussen Baux en Arles niet heel spectaculair is. Het bestaat hoofdzakelijk uit drooggemalen moerassen met landbouw met hier en daar een boerderij. Het ligt  tegen de Camargue aan dat mij ook beetje deed denken het platte Hollandse landschap zoals thuis.  En op vakantie wil je toch wat anders zien.

Midden in deze voormalige moerassen toornt een grote rots met daarop de  voormalige abdij. De D17 loopt letterlijk naast de indrukwekkende ruïne en we konden het dan ook niet laten om het beter te bekijken; uit de auto dus.

Het kloosterhof van de abdij van Montmajour

Het kloosterhof is vrij klein en heeft een indrukwekkend put. Toch wordt je oog direct getrokken naar de grote toren.Op de parkeerplaats aan de andere kant van de weg stonden twee andere auto’s. Niet heel vreemd want zoals vaak arriveerden wij tijdens de lunch en die is redelijk heilig in Frankrijk, zeker in dit gedeelte van het land. Gelukkig was het wel open en konden we dus naar binnen.

Een kaartje koop je in de kelder en daar is het heerlijk koel. Je hebt het gevoel dat je in de buik van het complex terecht bent gekomen en dat is ook zo. Via een paar nauwe gangetjes loopt zo de crypte van de kerk van het klooster in. Dat is een indrukwekkende en interessante ruimte. Het is prachtig aangelicht en zo kan je de gewelven en de mooie verhoudingen bekijken. Hier is ook goed te zien dat de kerk is gebouwd op een rots en dat de crypte voor een groot deel is uitgehakt.

De kerk zelf heeft maar kleine ramen en dat maakt het allemaal een beetje donker. De kerk is kloek en stoer gebouwd maar het koor heeft dankzij de mooie verhouding toch elegantie.

Kloosterhof

Naast de kerk bevindt zich een prachtig kloostergang die iets later is gebouwd aan het einde van de twaalfde eeuw, iets later dan de kerk dus. Hoewel de kloostergang helemaal compleet is alleen de oostelijk gedeelte nog oorspronkelijk. De kapitelen zijn erg mooi en zijn versierd met historische taferelen.

De kleine binnentuin heeft een eigen sfeer en het is heerlijk om hier even te blijven staan en je in te beelden hoe de monniken hier hebben geleefd. Al hebben de geestelijken hier niet altijd een even christelijk leven gehad. In de lange geschiedenis zorgden succes en rijkdom er voor dat het vrome leven wel eens werd vergeten.

Hoe zit dat precies? Het klooster staat hier niet toevallig. De rots was ooit een eiland in een landschap van moerassen. De bewoners van de streek gebruikten het eiland onder andere als begraafplaats omdat het niet kon overstromen. Daarnaast mediteerden kluizenaars in de aanwezige grotten en die hielden ook een oogje in het zeil bij de begraafplaats.

In de tiende eeuw kwam het eiland in handen van een vrome edelvrouw die besloot dat er een klooster moest komen. Het klooster volgde de regels van Benedictus maar viel wel in tegenstelling tot de meeste benedictijnse abdijen,  direct onder het gezag van de Paus.

Het klooster speelde al snel een regionaal een grote rol. Vanuit Montmajour werden ook andere kloosters gesticht zoals Saint-Antoine-l’Abbaye tussen Valance en Grenoble.

Misschien wel iets te groot. Het klooster kreeg veel giften en werd rijker en rijker. Vroeg of laat stijgt deze weelde naar je hoofd en dat gebeurde dan ook. Hierdoor veranderde de abdij langzaam maar zeker veranderen in een lusthof.

Het ging in de zeventiende eeuw goed mis waarna de Franse koning nieuwe geestelijken aanstelde om de bestaande monniken de les te lezen. Een reorganisatie zouden we vandaag de dag zeggen al trad het management toentertijd doortastender op als tegenwoordig. Geweld werd niet geschuwd en de gemoederen liepen zo hoog op dat een groot deel van het gebouw werd verwoest.

Vincent van Gogh

De ruïne van Montmajour was voor Vincent van Gogh tijdens zijn tijd in Arles één van zijn favoriete plaatsen. Hij ontdekte deze plek al in de eerste weken na zijn aankomst in het zuiden tijdens één van zijn wandeltochten op het platteland. Hij genoot van de kleuren en het uitzicht op het landschap, Arles en de Montmajour. Het inspireerde hem tot het maken van een flink aantal tekeningen en het meesterwerk ‘Zonsondergang bij Montmajour‘.

Hoewel Van Gogh zelf niet tevreden was over dit schilderij zien kenners het nu als één van zijn meest interessante werken omdat je hier goed kan zien dat hij experimenteert met nieuwe ideeën. Ook zijn tekeningen van Montmajour gelden als één van zijn beste in zijn oeuvre. Alleen al omdat Van Gogh hier deze wonderbaarlijk mooie dingen heeft gemaakt is een bezoek aan deze plek waard.

Steengrove

Een eeuw later werd het klooster nog een keer het slachtoffer van vandalisme en deze keer ging het er nog heftiger aan toe. De Franse Revolutie was losgebarsten en de nieuwe machthebbers moesten niets hebben van kerken en kloosters. Montmajour werd verbeurd verklaard en de hele inboedel werd te koop gezet. Daarna werd het gebruikt als steengroeve om de gebouwen in Arles te restaureren en je kan je voorstellen dat deze activiteiten niet bevorderlijk zijn voor het behoud van de gebouwen.

Man knapt een uiltje in het kloosterhof van het klooster van Montmajour

De warmte en de historische indrukken verwerkt iedereen op zijn eigen manier en tempo.

Je zou zeggen dat het een behoorlijk zooitje moet zijn. Natuurlijk is het jammer dat het allemaal gesloopt is en wat zou het prachtig zijn als het klooster helemaal nog in tact zou zijn. Maar dat is niet zo en het volmaakte heeft plaats gemaakt voor het beschadigde. En hoe je het ook wendt of keert; het heeft ook schoonheid.

Donjon

Buiten het kloostergebouw staat het stoere donjon. De kloeke toren verraadt de gewelddadige geschiedenis maar is nu een prachtige uitkijktoren die alleen dient om te genieten van het panorama. Het uitzicht is meer dan de moeite van de klim waard.

Onderaan de toren zijn nog de uitgehakte graven te zien uit de middeleeuwen. En even verder staat de kleine kapel die is gewijd aan Sint Pieter. Het kleine gebouw hoort bij de begraafplaats en is even oud als het klooster zelf.