Polignac ****Dorp met een kasteel dat de fantasie kietelt
Le-Puy-en-Valey ligt een beetje uit de loop van de meeste Nederlanders en dat is best jammer want het is een fraaie stad met een aantal bijzondere en prachtige monumenten. Toch zijn het niet deze monumenten die de aandacht trekken als je voor het eerst de stad bezoekt want het is het landschap die de aandacht opeist.
Vulkanen
Het landschap is gevormd door vulkanen die hier twintig miljoen jaar geleden zijn ontstaan en pas zesduizend jaar geleden zijn gedoofd. Dat is op een geologische tijdschaal heel kort geleden. Het moet hier best een spectaculair geologische feest geweest met vuurspuwende bergen; denk aan een soort Lord of the Rings landschap maar dan op nog geen 15 uur rijden vanaf Amsterdam.
In tegenstelling tot het noordwestelijke deel van het Centraal Massief waar een aantal enorme supervulkanen stonden, waren ze hier opmerkelijk kleiner maar met veel meer. In totaal zo’n slordige 150 kleine vulkanen spuwden hier hun lava. Bij een aantal van deze vulden de schacht zich aan het einde van de actieve periode met lava en dat levert nu bijzonder resultaat op.
De rest van de vulkaan is door erosie langzaam maar zeker verdwenen terwijl het lavasteen in de schacht is blijven staan. Dit levert een aantal spectaculaire steile en hoge bergen die her en der in de omgeving en zelfs in de stad van Le Puy-en-Valey staan. Dit heet een neck in het Frans.
Ook in Polignac staat zo’n berg van basalt. Dit exemplaar is niet aan alle kant extreem stijl en heeft een top die redelijk vlak is en een behoorlijk groot oppervlakte heeft. Een ideale plek om een kasteel te bouwen want het verdedigd makkelijk en je ziet bovendien de vijand goed aankomen.
Toch had het kasteel eerst een hele andere functie. Tijdens de Romeinse tijd, de eerste drie eeuwen van onze jaartelling, was het vrede in Gallië, en was er helemaal geen reden om een kasteel te bouwen. En dus stond hier een grote tempel van Apollo . De berg heeft allerlei grotten en doorgangen en die maakte ook onderdeel uit van het tempelcomplex.
De tempel was door zijn unieke ligging in de hele regio bekend en mogelijk zelfs in het gehele westelijke deel van het Rijk. In één van de kamers bevindt zich een opmerkelijk beeldhouwerk; een uit kalksteen gesneden masker van een man met een grote baard. Hoewel die de naam heeft van Apollo is dit vrijwel zeker dat het niet om een portret gaat van deze god. Hij werd namelijk nooit met een baard afgebeeld en dus moet dit wel een ander zijn. Wie is niet duidelijk.
De grotten in en rondom Polignac zijn al veel langer bewoond. In één grot in de directe omgeving van het dorp zijn resten van menselijke bewoning gevonden van 40.000 jaar geleden. Dat is heel erg lang geleden en het maakt het één van de eerste plekken in Europa waar mensen zich vestigde, al moet je daar niet te veel van voorstellen want onze voorvaderen hadden toen nog geen vast verblijfplaats.
Terecht naar het kasteel want dat is toch dé aandachtstrekker van het hele dorp. Na de Romeinen kwam het in verval en weten we niet wat er toen hier is precies is gebeurd. In de tiende eeuw duikt het kasteel weer op in de schriften als de voornaamste verdediging van de Le Puy dat even verder in de vallei ligt. Het kasteel bestond toen waarschijnlijk uit houten gebouwen en stellingen.
Toch was het lang niet altijd pais en vree in de vallei, in tegendeel. De bisschop van Le Puy runde in de elfde eeuw een goed lopend heiligdom dat veel mensen trok. De kerkbestuurder klaagde steen en been over de heren van Polignac.
In plaats van de bisschop te beschermen waren de kasteelheren naar een lucratievere businessplan overgegaan; het heffen van tol voor de steeds grotere stroom pelgrims. Daarbij bedienden ze zich zo nu en dan van een zeer agressieve incasso methode waarbij pelgrims werden gegijzeld en losgeld werd gevraagd aan de bisschop. Uiteindelijk moest de koning er aan te pas komen om de ruzie te zussen waarbij de kasteelheer door het stof moest.
Dertiende- en viertiende eeuw
De meeste van de huidige gebouwen, of wat daar van over is, werden gebouwd in de dertiende en veertiende eeuw toen de honderd jarige oorlog Frankrijk teisterde. Le-Puy-en-Valey was in dit conflict van strategisch belang waardoor er hier stevig is gevochten. Ook tijdens de godsdienstoorlogen een eeuw later, wordt dit deel van Frankrijk niet gespaard en speelt het kasteel van Polignac een belangrijke rol.
Net als ieder ander kasteel verloor ook Polignac in de zeventiende eeuw, door het gebruik van steeds betere kanonnen, zijn militaire betekenis en werd het een eeuw later verlaten. Tijdens de Franse revolutie had het nog een bescheiden rol in de geschiedenis toen de gouvernante van de kinderen koning zich hier schuil hielden.
Steengroeve
In de negentiende eeuw diende het complex als steenhoeve waarbij de grootste schade werd aangericht. Het is altijd een beetje jammer als je door een ruïne loopt als je weet dat de staat waarin het verkeerd vooral te danken is aan de plaatselijke aannemers maar het is niet anders.
Aan het einde van de negentiende eeuw werd dit een plek waar Romantici wegkwijnden en hun fantasie hun vrije loop lieten. Roofridders, jonkvrouwen en mannen op witte paarden werden in gedachte geprojecteerd in het kasteel. Het bood de geest een veilige haven in een wereld van opkomende fabrieken en stoomtreinen waarbij werd verlangd naar een fictieve middeleeuwen waar de mensen nog eerlijk en puur waren.
En laten we eerlijk zijn, deze gevoelens zijn ons als eenentwintigste-eeuwers helemaal niet vreemd. De geschiedenis is leuk maar alles wat je tot nu toe in de artikel hebt gelezen is waarschijnlijk niet de echte reden om een bezoek naar jezelf toe te rechtvaardigen.
Natuurlijk zoeken wij plekken zoals deze op om het verleden te ontdekken en aan onze kinderen te laten zien hoe het vroeger was. Maar al we er eenmaal zijn is het veel leuker om de plek te aanschouwen, te bekijken, te voelen en je fantasie de vrije loop te laten. De ridders, bisschoppen en edelvrouwen te projecteren op kale muren.
En het kasteel van Polignac is hier uitstekend geschikt voor. Er staat precies nog genoeg om de geest te kietelen, de entree loopt door grotten en het uitzicht over het dal is fenomenaal.
Gaan dus!
Video van Polignac
Beelden van Polignac
E-Magazine
In bezit een ereader of tablet? Download dan één van de E-Magazine. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.
Kaart van Polignac en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Polignac
Blesle: prachtige kerk in een vulkanische vallei ***
Het was de tweede helft van juli en het landschap was langzaam aan het bijkomen van de hitte die de hele dag had geregeerd. Wij parkeerden de auto aan het begin van het dorp waar voldoende parkeerplaatsen zijn. De airco van onze donkerblauwe Opel deed het de hele vakantie al niet en op een namiddag als deze gaf dat een extra dimensie het humor aan de net puberende achterban.
Na een wat aandringen liepen we het dorp in waar het in de schaduw van de huizen een aangenaam koel was. De hoofdstraat van Blesle is niet echt wat je noemt een drukke winkelstraat maar dat wil je ook niet in zo’n dorp. Het staat er wel lekker vol met mooie huizen en er hing een heerlijke slome sfeer waardoor je vanzelf langzamer gaat lopen.
Hutjes uit de ijzertijd
Het dorp is ooit ontstaan rondom een Benedictijnse abdij die is gesticht aan het einde van negende eeuw maar deze plek wordt al veel langer bewoond. Even ten noorden van Blesle, bij Chadecol, staan op een heuvel een aantal hutjes die zijn gebouwd zoals dat in de bronstijd normaal was. Dat is ongeveer 4.000 jaar geleden en hoewel ze lijken op de huisjes die ook in bij Gordes staan maar onderzoek heeft uitgewezen dat deze bouwsels uit de ijzertijd afkomstig zijn en dat maakt ze toch zeker de helft minder oud. Het is echter niet onwaarschijnlijk dat deze plek al veel langer werd bewoond.
Romeinen
Duidelijk is wel dat de huisjes na de komst van de Romeinen zijn verlaten. Het onderwerpen van Gallië was dan wel een gewelddadig klusje maar in de periode daarna heerste lang een interne vrede. Voor de inwoners van de nederzetting nabij Blesle was het daarom niet meer nodig om te wonen op een goed verdedigbare heuvel waar je de dagelijkse boodschappen allemaal naar boven moet slepen. En dus werd er massaal verhuist naar een beter gelegen plek langs het water in de vallei waar nu de kapel van Alagnon staat.
Op deze plek aan de oostkant van het huidige dorp zijn Gallo-Romeinse resten opgegraven en alles wijst erop dat hier tussen de eerste en derde eeuw de plek was om te wonen. Waarom deze plek precies is verlaten is niet bekend maar de chaos direct na de val van het Romeinse Rijk zal hier ongetwijfeld een rol heeft gespeeld.
Na de derde eeuw ging het licht uit in de omgeving van Blesle. De oude huizen die in de ijzertijd waren gebouwd werden waarschijnlijk gebruikt als schuilplaats voor herders maar feitelijk weten we niet heel veel over deze tijd. Tot de negende eeuw toen de Benedictijners hier een abdij stichten.
Benedictijnse abdij
De abdij was alleen voor vrouwen en is gesticht door Ermengarde van Auvergne. En dat is niet zomaar iemand, zeker in de negende eeuw. Ermengarde is één van de belangrijkste vrouwen van Frankrijk. Zij was de moeder van Willem de Vrome van Aquitanië die later in de tiende eeuw het machtige klooster van Cluny stichtte. Politiek en het geestelijk leven gingen hand in hand toendertijd en door het stichten van kloosters was een manier om je macht te laten gelden. In Blesle is dat goed te zien want de abdis was ook de heer van het gebied, of dame is dit geval.
Hoe dan ook bleek dit een goede zet want Blesle bloeide op en trok steeds meer mensen. Het succes trok ook de aandacht van de machtige baronnen van Mercoeur. Deze edellieden lieten het kaas niet van de brood eten en wilden graag ook delen in het succes van Blesle. Adel was voor het bestuur van het land, de kloosters moesten zich maar bemoeien met het zielenheil.
De heren besloten in de elfde eeuw dan ook doodleuk een vesting te bouwen in het dorp. Het donjon van deze vesting staat er nog altijd en je hem bezichtigen. Met de bouw van het kasteel begon een eeuwenlang conflict tussen de baronnen en de nonnen. De baron werd gesteund door de koning, de nonnen door de paus en zo kon de strijd eindeloos duren. Uiteindelijk kwam er een akkoord waarin de edelman de abdij en haar bezittingen beschermde.
Abdij kerk
Ondanks deze strijd kende het dorp tijdens de late middeleeuwen een goed tijd. Het inwonersaantal ging naar recordhoogte en de handel floreerde. Deze bloeiperiode is nog goed te zien in Blesle want naast de vesting en een aantal mooie huizen is er ook een prachtige kerk te bewonderen. Hij is gebouwd in Romaanse stijl en je moet hem een klein beetje zoeken. De kerk staat een beetje ingebouwd tussen de huizen in aan de zijkant van een pleintje dat ook niet heel opvallend is.
Om de oude abdijkerk binnen te komen moet je vanaf de hoofdstraat door een steeg om de kerk heen lopen maar dat is absoluut de moeite waard. Het interieur is namelijk voor een groot deel nog gekleurd. Het plafond van het koor en de zijkapel zijn prachtig blauw geschilderd en dat geeft de kerk een hele aparte sfeer. Het koor omvat kapitelen van fabeldieren en andere bizarre voorstellingen.
Karolingisch
De linkerkant van de kerk is voor deel nog Karolingisch en ook hier zijn, als je goed kijkt, raadselachtige taferelen te vinden. Hier is ook een altaar van marmer dat zou zijn geschonken door de paus in de negende eeuw te bewonderen. Neem even de tijd om dit allemaal goed tot je te nemen. Bijzonder is ook de kerkschat die bestaat uit gewaden en een Maria op een troon uit de dertiende eeuw.
Na ons bezoek van deze bijzondere kerk schrokken we toch weer even van de hitte buiten. Zo’n kerk uit de dertiende eeuw is een koele oase zonder airco; duurzaam en je krijgt er bovendien geen droge keel van. Terwijl wij op een bankje naast de kerk aan de hoge temperatuur begonnen te wennen haalden de kinderen een ijsje bij de Alimentation op het pleintje. Ze kwamen terug met een twee dozen Magnums en die waren heerlijk.
Wandelen
In het dorp is het heerlijk wandelen en voor wie wat verder wil biedt de directe omgeving ook genoeg. Het landschap is gevormd door vulkanen en heeft een ondergrond van basalt. In de buurt van het dorp vind je dan ook de typische basalt orgels.
Pradelles: aardig dorp in het zuiden van de Auvergne **
Dit had ik wel eens meer meegemaakt en ik bedacht mij dan ook snel dat ik het mooie gedeelte waarschijnlijk nog niet had gezien. Het was warm en ik stond op een plein dat een beetje schuin naar beneden loopt waar een fontein zachtjes het water liet klateren. In een hoek zag ik een hoopvol bordje staan; er is hier een uitzichtpunt, altijd goed. Ik kreeg er weer zin in, mijn gezinsleden waren echter nog niet overtuigd, ze kregen gelijk maar uiteindelijk hadden we toch een hele leuk middag.
Leuk buurtje
Het uitzichtpunt bevindt zich aan de westkant van het dorp en onderweg kwam ik in een leuk buurtje met mooie straatjes van het type waar niemand is. Dat heb je wel meer in Frankrijk. Tot mijn vreugde bevindt zich hier ook een poort met een bijzonder verhaal. Hier zou tijdens de godsdienstoorlogen Maria, de moeder van, persoonlijk en succesvol hebben ingegrepen.
Wat is het verhaal? In de zestiende eeuw werd er hier een beeld van Maria gevonden, zomaar onder de grond in een weiland naast het plaatselijke ziekenhuis. Een wonder natuurlijk en dat is altijd goed voor een dorp in de middeleeuwen. Helaas voor Pradelles werd het heiligdom niet echt populair maar dat veranderde in de aan het einde van de zestiende eeuw.
De brand, de Hugenoten en het wonder
In 1586 verwoestte een grote brand bijna het hele dorp maar de kerk bleef gespaard. De streek werd in die tijd geteisterd door Hugenoten die op een dag besloten Pradelles aan te vallen. Nauwelijks van de brand bekomen stonden de Hugenoten twee jaar later voor de poorten. Niemand gaf het dorp een kans maar de protestanten werden verslagen en niemand twijfelde eraan dat de heilige maagd hier een hand in had. Daarna ging het snel want dit verhaal verspreidde zich als een lopend vuurtje waardoor Pradelles toch nog beroemd en geliefd werd als bedevaartsoord. Aan het begin van de zeventiende eeuw opende de Dominicanen er zelfs een klooster.
De poort waar de Hugenoten uiteindelijk werden tegengehouden is er nog steeds en is best aardig. De poort leidt naar een pleintje waar de kapel van de heilige maagd staat. Helaas was die dicht. Het is allemaal leuk en mooi, maar ik werd er niet heel erg warm van.
Het uitzichtpunt was van het zelfde laken en pak; leuk en aardig maar niet heel bijzonder. Je hebt een prachtig overzicht over de vallei met een meer, een bos, weilanden en alles erop en eraan. Het meest interessante kwam in pas achter toen ik dit artikel schreef. Pradelles ligt namelijk precies op de waterscheiding van Frankrijk. Iets ten zuiden van het dorp ontspringt de Ardeche en die mondt uit in de Middellandse Zee terwijl de bronnen van de Loire en Allier iets noordelijker liggen en die eindigen uiteindelijk in de Atlantische Oceaan.
Fietsen als een trein
Het is allemaal een negatief verhaal maar uiteindelijk hebben we ons zeer goed vermaakt in Pradelles dankzij de Velorail. Iets ten westen van het dorp ligt namelijk een station dat al lang niet meer wordt gebruikt. Door treinen althans want het station heeft een tweede leven gebruiken en is nu het beginpunt van een velorailtocht. Velorailen is precies wat het woord al zegt; op een klein treintje zijn twee fietsen gemonteerd en voila je hebt de ingrediënten voor een leuke middag. Het is totaal oncomfortabel en je trapt je kapot maar het is helemaal leuk. Na dit avontuur zijn we gaan zwemmen in de krater van een vulkaan die ten noorden van Pradelles ligt.
Arlempdes: dorp op vulkanische rots boven de Loire ***
Ook de kerk was niet open. De buitenkant heeft een robuuste uitstraling met een platte gevel die je wel meer ziet in dit deel van de Auvergne. Bovenaan hangen drie klokken in de open lucht, er is plek voor een vierde klok maar die hangt er niet meer. De voorgevel bestaat uit drie lagen waarbij het opvalt dat de bovenste laag met de klokken slechts een twee derde van de gevel omvat. In het onderste deel bevindt zich de deur met een sober Romaans portaal. Ik hou daar wel van en vind het best mooi.
Het pleintje voor de kerk ziet er goed uit en wordt aan één kant afgesloten door het poortgebouw die toegang biedt tot het dorp. Hoe klein ook, Arlempdes heeft wel een museum, een eco museum volgens de richting aanwijzing. Helaas was die ook dicht. Kennelijk op ook vakantie of een zeer lange lunchpauze.
Het uitgestorven dorp is in de laatste weken van juli echter druk want dan wordt in het kasteel een cultureel festival georganiseerd. Dit moet een leuke bedoeling zijn want op deze geweldige plek wordt onder de sterren theater en muziek gemaakt. Het lijkt mij helemaal goed. Als je in de buurt bent is dat dus zeker de moeite waard om even te gaan kijken.
Buiten het festival lijkt zich het leven hier langzaam voor te kabbelen. Na een half uurtje rond te hebben gelopen waren wij wel klaar en keerden weer terug naar de auto. Een paar honderd meter stroomopwaarts kwamen we er achter waarom het dorp zo uitgestorven was want we troffen flink wat mensen aan de oever van de rivier die daar verkoeling in het water vonden.
Dat leek ons ook een uitstekend idee en met een prachtig uitzicht op het dorp hebben wij ons een middag vermaakt langs het snelstromende water. Lekker met de voetjes erin en visjes kijken. Gelukkig hadden we nog wat in de picknicktas, neem die altijd mee als je een ritje gaat maken, en trokken we een flesje open, het stockbrood en de camembert maakten het feest compleet.
Lavaudieu: Romaanse bouwkunst in de Auvergne ****
Eenmaal uit het water liepen we richting de oude brug. Deze route loopt langs een lommerrijk pad waar we eerst een Frans gezin met een ezel tegenkwamen. In Frankrijk lijkt het helemaal in om met het gezin lopend langs campings te trekken waarbij de ezel de bagage draagt. Gezien de sfeer die op de gezichten van dit gezin te lezen was vraag ik mij af of het wel zo leuk is.
Leuker was de schilderles die even verder in de schaduw van de bomen werd gegeven. De meeste schildersezels, weer een ezel, waren even niet bezet want de kunstenaars in spe gingen net uitgebreid lunchen met een rokende barbecue, frisse salades en de nodige wijn. Een enkeling was nog ijverig bezig de verf op het doek te smeren. Dat er zag in ieder geval leuk en gezellig uit!
De plaats van de schilderles was natuurlijk niet zomaar gekozen, je hebt hier namelijk een prachtig uitzicht op het dorp. Deze is zo mogelijk nog mooier vanaf de brug waar het dorpje uitnodigt om de nauwe straatje en steegjes te verkennen. Die verleiding konden wij dan ook niet weerstaan. De kronkelende straatjes zijn prachtig en leiden je naar het plein waar het klooster en de daarbij behorend kerk ligt. Dit pleintje vormt het centrum van het dorp en je vind er een terras waar je best aardig kan eten. De ingang van de kerk ligt een beetje verstopt in een hoek achter een boom maar door de hoge toren kan je hem niet missen.
De kerk is een typisch geval van Romaanse kunst uit de Auvergne. Dat betekent een vrij lompe vormgeving met weinig ramen en vrij weinig versiering. De abdij is gesticht in de elfde eeuw en dat was een tijd waar het centrale gezag van de koning in Frankrijk bijna geheel was verdwenen. De lokale heren deelden de lakens terwijl de bisschoppen zich met van alles bezig hielden behalve het zielenheil van het volk.
De lokale machthebbers misten echter de sacrale uitstraling die de koning wel had. Dit religieus gat werd gedurende de tiende en elfde eeuw ingevuld door abdijen die door het volk werden gesteund.
Deze kloosters werden gesticht door een vrome geletterde man met steun van de lokale machthebber. De afbrokkeling van de macht van zowel de koning en de bisschoppen en de bloei van de kloosters had als resultaat dat voor het gewone volk aan het einde van twaalfde eeuw de monniken in het dagelijks leven voor het zielenheil verzorgden. Maar zoals altijd gaat heeft succes een keerzijde. De kloosters werden na verloop van tijd steeds rijker en machtiger zodat zij op hun beurt het contact met de gelovigen verloren. Dit gaf weer ruimte voor nieuwe kloosterordes zoals de Franciscanen en zou uiteindelijk naar de reformatie leiden.
De opkomst van deze kloosters in elfde eeuw ging gepaard met een nieuwe bouwstijl die wij later Romaans zijn gaan noemen, die de Karolingische bouwstijl opvolgde. Deze stijl werd omarmt door de kloosters die ook bijna allemaal in deze stijl zijn opgetrokken. Als je een klooster in een dorp in Frankrijk in een dorp tegenkomt, dan kan je er vanuit gaan dat hij in de elfde eeuw is gesticht. Zo ook de abdijkerk in Lavaudieu.
Naast de kerk is er natuurlijk ook nog het klooster zelf en die heeft nog een aardige attractie in petto. Het herbergt namelijk een prachtig kloosterhof en wel de enige die nog is uit deze tijd in de Auvergne. Wij hadden echter de pech dat de dag van ons bezoek hij was gesloten. Jammer maar het kerkje was ook de moeite waard en die was wel open. De vorm van de kerk is redelijk simpel, heeft geen zijbeuken en een tongewelf met prachtig fresco’s. De eerlijke en simpele vromen van het interieur geven de kerk een mooie en prettige sfeer.
Tot slot kwamen we bij onze terugtocht naar de auto nog een prachtige openbare tuin tegen. Deze ligt achter de kerk en je hebt er een prachtig uitzicht op de kerk en de rivier. Wij hadden al geluncht maar dit is de perfecte plek voor een kleine picknick.