Coaraze
Zonnig dorp aan de Côte d'Azur

Wie de drukte van de Côte d'Azur wil ontvluchten hoeft niet echt ver te rijden om het landelijke karakter van het achterland te kunnen proeven. Coaraze ligt op een half uurtje rijden ten noorden van Nice en biedt die heerlijke rust die dorpen in het zuiden van Frankrijk zo kenmerkt. Het middeleeuwse Coaraze ligt prachtig op een heuvel die uitkijkt op helling vol met olijfbomen. De kleine zwarte olijven met hun intense smaak die hier worden verbouwd zijn geliefd in heel Frankrijk. Deze kleine vruchtjes geven de streek al eeuwenlang hun identiteit. De landelijke sfeer staat in groot contrast met de mondaine kust van Cannes en Nice.

Naast olijven, en olie natuurlijk, vindt je hier heerlijke kazen en uitstekende groenten. Je kunt hiervan genieten van op het terrassen van één van de restaurants in het dorp of je koopt ze gewoon onderweg bij een boerderij. Mocht je op zondagochtend in het dorp zijn dan doe je er goed aan om op de markt inkopen te doen.

Coaraze

Zeker zien:

- Blauwe kapel
- Figas museum
- Kerk Johannes de Doper

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps

Zonnewijzers

Bij een wandeling door de straatjes en steegjes van het dorp zal het ongetwijfeld opvallen dat veel huizen een zonnewijzer hebben. De reden is niet precies duidelijk maar zonnewijzers zijn wel een dingetje in Coaraze en dat is het al een tijdje. Halverwege de twintigste eeuw was het dorp inmiddels ontdekt door kunstenaars en in 1961 werden zes kunstenaars uitgenodigd om een zonnewijzer te ontwerpen. Deze zijn allemaal gemaakt van keramiek en zijn te bewonderen op het stadhuis en het pleintje bij de kerk.

Het park is een perfecte plek om te genieten van een picknick om daarna een bezoek te brengen aan het museum van Figas. Dit is een graficus die futuristische kunst maakte. De binnenkant van de koepel is bijzonder, of het mooi is mag je zelf uit maken.

Ten zuiden van Coaraze, op de weg richting Nice ligt een aardig kerkje ter ere van de Heilige Sebastiaan. Dit was de heilige die bescherming biedt tegen de pest en dat was ook wel noodzaak in de late middeleeuwen in Europa. Binnen zijn er fraaie fresco’s uit de zestiende eeuw te bewonderen.

Chapelle Bleu

Op de zelfde weg maar dan richting het noorden is er andere interessante kerk te zien. In de voormalig oratorium voor de Heilige maagd is de het verhaal van het leven van Christus op de muren te zien. Nu zie je dat wel meer in een kerk maar hier is het gemaakt door Ponce de Leon en die heeft er een indrukwekkend werk van gemaakt.

Video van Coaraze

E-Magazine

In bezit een ereader of tablet? Download dan één van de E-Magazine. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.



Downloaden doe je hier >>

Evenementen in Coaraze

1 mei
Brocante en kunstmarkt
24 en 25 juni
Feest van Saint-Jean en de zonnewijzers
Juli
Feest van Pilou
15 augustus
Olijvenfeest
September
Middeleeuws muziekfestival
December
Kerstfestiviteiten

Kaart van Coaraze en omgeving


Les plus beaux villages de France
weergeven op een grotere kaart
Saint-Véran_-_Maisons_provence-alpen-fontein-By-MOSSOT-CC-BY-3.0-via-Wikimedia-Commons

Saint-Véran: het hoogste dorp van Frankrijk

De huizen zijn zo gebouwd dat ze bestand zijn tegen lawines. In deze huizen wordt al eeuwen hout bewerkt en dat doen ze nog steeds in dit dorp in de Alpen. Het houtsnijwerk uit Saint-Véran is hier dan ook tot kunst verheven en altijd leuk om te bekijken. Daarnaast kan je in de directe omgeving van het dorp natuurlijk prachtig wandelen.

Sainte-Agnès: dorp met uitzicht op de Middellandse Zee *****

Vanuit het dorp heb je dan ook een uitzonderlijk mooi panorama over Menton en de Cap Martin. Het mooie uitzicht en de grens met Italië wijzen op een strategische ligging en dat is militairen niet ontgaan. Vanzelfsprekend heeft Sainte-Agnès een oud kasteel, je bent in een Frans dorp of niet. Deze is alleen te voet te bereiken via een half verharde weg die bij het kerkhof begint. Het is niet echt een lange tocht door de stijging en de staat van het pad is het niet aan te raden voor mensen die slecht ter been zijn.

De tocht is de moeite waard want naast een prachtig uitzicht met oriëntatietafel voert dit pad ook langs een mooie middeleeuwse tuin. Vlak voor het kasteel zit iemand in een klein hokje maar we hoefde niets te betalen om naar binnen te mogen. Voor toeristen was het gratis werd ons gezegd waarna ik vroeg wie ze hier nog meer verwachtte. Daar moest ze hartelijk om lachen.

Het kasteel bleek een veel groter complex dan ik had gedacht. Het strekt zich uit over de gehele top van de berg met op het bovenste punt een dikke donjon. Naast de tuin is het kasteel een slechte staat, het is feitelijk een ruïne waar je half klauterend je weg naar het donjon vindt.

Het dorpje zelf heeft heerlijke steegjes en kleine straatjes waar je lekker kan verdwalen óf zoals in ons geval, genieten van de koele schaduw. Bezoek ook even de plaatselijke Office du Tourisme ze een klein museum hebben ingericht over de streek. Wij werden daar ontvangen door een Vlaamse mevrouw die zowaar deze site kende. Dat voelde als een hele eer waarna ik natuurlijk een praatje maakte die uiteindelijk werd onderbroken door mijn familieleden die buiten langer een half uur stonden te wachten. “Zo is wel genoeg pap!” en daar hadden ze ook wel een beetje gelijk in.

Fort Maginot de Sainte-Agnès

In de meeste dorpen in Frankrijk stopt de militaire geschiedenis in de middeleeuwen maar in Sainte Agnès is dat niet het geval. Het schilderachtige dorp kreeg namelijk tussen de twee wereldoorlogen in nog een belangrijke rol bij de Franse plannen voor het verdedigen van het land.

Wat was het geval? De Eerste Wereldoorlog was wel verloren door Duitsland maar het had zijn kracht niet verloren en dat was Frankrijk niet ontgaan. De vrede die werd opgelegd voelden voor de Duitsers hard en oneerlijk maar eigenlijk viel dat mee. Duitsland had nog steeds een snel groeiende bevolking en de Duitse industrie was na Amerika de sterkste van de wereld. Frankrijk zag dit met lede ogen aan en besefte zich heel goed dat het buurland een grote bedreiging vormde zeker op het moment dat de VS en Engeland zich terugtrokken van het Europese vaste land. Frankrijk werd aan alle kanten voorbij gelopen door Duitsland en daar moest een antwoord komen.

Om Duitsland het hoofd te kunnen bieden bouwde Frankrijk in de jaren dertig van de twintigste eeuw de grootste en duurste verdedigingslinie ooit. Net als een middeleeuwse stad zou Frankrijk door een muur moeten worden beschermd. Dit project staat bekend als de Maginotlinie waar de enorme bunkers in de Elzas en in Lotharingen beroemd om zijn. Fort Hackenberg nabij Luxemburg is het grootste en bekendste voorbeeld van de enorme forten die Frankrijk in die tijd bouwde.

Nooit gebruikt

Minder bekend is dat de Fransen ook hun zuidoost grens wilden beschermen. Italië was in de Eerste Wereldoorlog wel een bondgenoot maar Frankrijk was er niet zeker van of dit bij een nieuw conflict weer het geval zou zijn. Een juiste inschatting bleek later. Om de grens te beschermen werden er op tal van plaatsen in de Alpen grote bunkers gebouwd. Niet zo groot als in het noorden, maar even goed nog van een redelijk formaat.

Om de kustlijn en de grens bij Menton te verdedigen werd er in Sainte-Agnès een bunker gebouwd met groot geschut. En dit bouwsel staat er nog steeds want het is net als zowat de hele Maginotlinie nooit gebruikt. De Duitsers trokken namelijk met tanks in het noorden om de hele verdediging heen en de Italianen verklaarden Frankrijk pas de oorlog toen Duitsland de klus al bijna had geklaard. De bunker is te bezoeken en voor iedereen met interesse voor de geschiedenis van de twintigste eeuw is dat een must.

Gourdon: unieke hoge kasteeltuin in de Provence

Kasteeltuin

Het kasteel omvat nog een derde attractie en dat is de terrastuin. Deze is ontworpen door een bekende tuinontwerper; André Le Nôtre. Dit was in de zeventiende eeuw dé tuinarchitect. De beroemde tuinen van Versailles, van Vaux-le-Vicomte en St. James Park in Londen zijn ook van zijn hand. De tuin heeft een Italiaanse stijl en is dus streng staat vol met artistieke buxusbomen en omvat tevens een rotstuin en een kruidentuin. De tuin is alleen in de zomer open.

Vallée du Loup

Gourdon is één van de dorpen in de Vallée du Loup die is uitgesleten door de rivier de Loup. Het water heeft in de loop van tijd behoorlijk zijn best gedaan waardoor een kloof is ontstaan die de vergelijking met de Gordes du Verdon aankan. Met dit geologisch spektakel ben je wel een dagje zoet en vergeet de watervallen cascade des Courmes en cascade des Demoiselles niet te bekijken.

La Grave la Meije: uitzicht op de gletsjers van Écrins ***

Kabelbaan

Na meer dan twee uur reden we dan eindelijk La Grave binnen. Dit bleek een populaire plek te zijn want het hele dorp stond vol met auto’s maar uiteindelijk vonden we aan de andere kant van het dorp toch nog een plekje. Het is dus aan te raden om niet te laat naar Le Grave te gaan want een parkeerplaatsen zijn dan schaars.

De attractie van het dorp is ongetwijfeld de lift naar de gletsjer en dat bleek het onderwerp van een aardig dispuut te zijn binnen ons gezin. De kabelbaan is namelijk niet erg groot en een aantal leden van onze familie vonden het gewoon te eng om er in te gaan. Na een lange discussie besloten we niet naar boven te gaan en daar waren weer andere leden van het gezin niet mee eens. Misschien dat we er nog maar eens naar toe moeten.

Het dorp

Hoewel het dorp vol stond met auto’s waren er niet veel mensen in het dorp te vinden. Hier en daar liep een Fransman die irritant steeds irritant in mijn beeld verscheen op het moment dat ik een foto maakte, maar verder was het veel te rustig voor al die auto’s. Niet zo gek natuurlijk omdat La Grave een beginpunt is voor veel wandelaars.

Het dorp is best aardig en achter de kerk is een klein kerkhof met graven van mensen die in de bergen zijn omgekomen, een waarschuwing dat deze mooie omgeving zeer gevaarlijk kan zijn.

Vanaf de kerk heb je een prachtig uitzicht over het dorp en het dal met aan de andere kant de gletsjer van La Meije, de hoogste berg van het Massif de Écrins. Deze reus heeft maar liefst drie toppen waarvan de hoogste net iets lager is dan vierduizend meter. Bij helder weer is het uitzicht vanaf de kerk het meest indrukwekkende van het hele dorp.

Seillans: dorp in de Var

bargeme-var-provence-frankrijk-cc-questa_ta

Bargème: het hoogste dorp in de Var

Flamingo's in de Camargue, Provence, Frankrijk

Camargue: uniek landschap aan het einde van Frankrijk ***

Stieren in de Camargue in Frankrijk, copyright Atout France/Pascal GrØboval

De wilde stieren in de Camargue zijn niet echt wild, maar lopen in het voorjaar wel los door het gebied.

Zo lag het bekende plaatsje Stes Maries de la Mer nog niet zo heel lang geleden een paar kilometer van de kust terwijl het nu toch echt aan de zee ligt. Qua naam is het natuurlijk nu wel correct. Door het aanleggen van dijken is dit natuurlijke proces nu gestopt al zijn er plekken waar het slib er voor zorgt dat er land bijkomt.

De Camargue staat bekend om haar dieren en planten. De waterrijke vlakte heeft door de vele overstromingen in het verleden een zoute bodem waardoor er alleen planten groeien die hier tegen kunnen, denk aan zeekraal, lamsoor en riet. Allemaal lage begroeiing, bomen zie je hier amper. In het water barst het van het leven zoals zoals paling, snoekbaarzen, brasems en karpers. Deze beesten trekken weer vogels aan zoals de zilver- en blauwe reiger en aalscholvers. Als Hollander komt het je allemaal bekend voor; het zijn planten en dieren die wij in onze delta van de Rijn en Maas in de duinen ook tegenkomen. Met één uitzondering en dat is de Flamingo. Dit elegante maar toch gekke dier staat hier met honderden tegelijk schelpdieren te eten. Het was voor ons een mooie ervaring om zoveel van deze roze vogels in het wild te zien. De kinderen waren niet echt onder de indruk want, zo vertelden ze, die hadden ze een paar weken eerder ook al in Artis gezien. Iets wat niet te ontkennen viel.

Rondrit Camargue

Om de Camargue een beetje te kunnen zien heb je minstens een dag nodig. Wij reden het gebied in vanaf Arles op de D570 reden richting Stes Maries de la Mer. Dit is in de zomer een redelijk drukke weg en het geeft je niet echt een goed idee van het gebied. Je kan deze weg volgen helemaal naar het dorpje aan de zee maar je kan beter de D85a nemen want dan rij je langs de meren en met een beetje mazzel spot je daar direct je eerste flamingo.

Flamingo's in de Camargue, Provence, Frankrijk

Flamingo’s zijn mooie maar toch ook wel rare vogels. De Camargue barst ervan en het is bijzonder om in het wild te zien.

Stes Maries de la Mer is een interessant dorp maar niet het onderwerp van dit artikel. Het heeft een eigen sfeer met een leuk centrum een aardig haventje. Wij besloten om hier het strand op te zoeken. Deze is van het type zand en niet al te druk, prima voor ons. Nu zijn we niet echt strandmensen maar zwemmen in de Middellandse Zee is altijd leuk, vooral voor kinderen. We hebben ons daar prima vermaakt en behoorlijk verbrand.

Vanaf Stes Maries de la Mer zijn een aantal lange wandeltochten door het moerasgebied uitgezet en het is ook een uitstekende plek om op de fiets te stappen. Daar kozen wij niet voor maar besloten een autotocht te maken. Wij reden terug over de D570 en sloegen bij de oude burcht van Albaron linksaf de D37 op die door het hart van de Camargue loopt. Je kan hierna afslaan naar Méjanes waar in het seizoen stierenvechten worden georganiseerd, maar dat is niet iets wat ons aantrekt.

Het landschap is hier plat met veel water met lage beplanting en hier en daar een boom. Naast flamingo’s staat de Camargue ook bekend om zijn wilde paarden en loslopende stieren. Dat dacht ik tenminste, maar dat blijkt helemaal niet waar. Er zijn zeker wel paarden en die lopen ook los rond, maar helemaal wild zijn ze niet. De paarden zijn een apart ras die bekend zijn om hun wendbaarheid en uithoudingsvermogen. Het ras is uniek en de Franse staat zorgt ervoor dat het in stand blijft. Ik ben geen paardenliefhebber maar ik kan mij voorstellen dat een rit door het gebied op de rug van een paard een uitstekende belevenis is. De stieren hebben wij niet gezien want die lopen alleen in de lente rond.

Paarden in de Camargue, Provence, Frankrijk

Ik kan niet paardrijden en heb ook niet de ambitie, maar een tocht door de Camargue lijkt mij een prachtige ervaring.

Na een kilometer of wat verschijnt het Etang de Vaccarès aan je rechterkant, het grootste meer van het gebied. Als je nog geen flamingo’s hebt gezien, dan kan je hier je hart ophalen want hier staan ze bij bosjes. Langs de weg zijn voldoende parkeermogelijkheden om de dieren en de rest van de natuur te inspecteren.

Plage de Beauduc

Eenmaal het grote meer voorbij doe je er goed aan om rechtsaf richting Plage de Beauduc te gaan. Het zandstrand is hier extra breed en ruim zeven kilometer lang en is zeer geliefd bij kiteservers en strandzeilers. Tot 2005 was het een vrijbuitertsplek met een compleet dorp van zelfgemaakte huizen, kunstenaars en leuke feesten. Helaas is dat er niet meer want de overheid vond het wel welletjes.

Wij reden richting het oosten waar je aan je rechterhand bij Salin de Giraud enorme zoutbergen ziet. Hier wordt het bekende Fleur du Sel du Camargue gemaakt. Door zeewater in enorme bassins te laten verdampen blijft het zout over. Dat gooien de Fransen niet alleen op hun voedsel, maar het zout wordt ook verwerkt in de industrie. Die komen we tegen als we de Rhône met een pontje hebben overgestoken want daar rijden we plots in een industriegebied, een vreemd contrast met de ruige natuur waar we de hele dag zijn geweest.

De Camargue is een uniek gebied en die door de groene gids met drie sterren wordt aangeprezen en meer kan je niet krijgen. Als ik eerlijk ben dan vind ik dat een beetje overdreven want ik was eigenlijk niet heel erg onder de indruk. De flamingo’s zijn zeker indrukwekkend en Ste Maries de la Mer is aantrekkelijk en interessant en je hebt hier ook prachtige stranden. Maar het deed mij een beetje aan thuis denken.

Ik woon namelijk ook in de delta van een rivier, of zelfs rivieren. Die is dan wel meer gecultiveerd en er heerst een ander klimaat, maar het landschap, de planten en veel dieren die in de Camargue zijn te vinden kom ik hier in de duinen ook tegen, op de flamingo’s na dan. Misschien heeft het ook wel met hoge verwachtingen te maken, maar ik had een bijzondere ervaring verwacht. Als je in de buurt bent is de Camargue zeker een dagje waard, maar omrijden zou ik niet aanraden. Zeker als je zelf in een rivierdelta woont.

Mont Ventoux: de indrukwekkendste berg van Frankrijk *****

De Mont Ventoux is ouder dan de Alpen. Zo’n 250 miljoen jaar geleden lag het zuiden van Frankrijk onder een zee. Omdat het Italische schiereiland nog niet tegen Europa was gebotst waren de Alpen nog plat. De bodem van deze zee had enkele ruggen en de Mont Ventoux was er één van. Tweehonderd miljoen jaar later viel de zee voor een gedeelte droog en zorgde de vorming van de Alpen ervoor dat het plateau van de Vaucluse, en dus ook de Mont Ventoux, omhoog werd gedrukt. Na een tijdje een eiland geweest te zijn trok de zee zich verder terug en het resultaat was een kale berg in een aantrekkelijk landschap.

Tour de France

De berg is vooral bekend van het fietsen, en met name de Tour de France. In tegenstelling tot de Alp D’Heuz wordt de Mont Ventoux niet zo heel vaak meegenomen in het parcours. Zo eens in de vier a vijf jaar beklimmen de renners deze berg en elke keer staat dat gerand voor spektakel. Elke bocht en elk steil stuk is wel het toneel geweest van een wielerverhaal waar ook waar Mart Smeets nog zijn hele leven lang boeken over kan schrijven.

Het bekendste verhaal is die van Simpson, die het leven liet tijdens de beklimming. Ikzelf was toen nog niet geboren maar ik kan mij de etappe uit de Tour van 1987 nog goed herinneren. Op een snikhete dag beklommen de renners één voor één de Mont Ventoux en ik bekeek deze op de kleine televisie van de bar op een camping bij Fréjus. Jean-Francois Bernard won voor Roche en Hererra en dat vonden de aanwezig Fransen in de bar prachtig. Ik sloot mij daarbij aan want de man reed zich helemaal kapot en je kon heel goed aan hem zien hoe zwaar de beklimming is. Wat een held!

Ik heb de berg nooit beklommen want wij hebben nooit fietsen mee en een geschikte fiets huren in Frankrijk als je ruim twee meter bent is niet echt makkelijk. Daarbij heb ik de conditie er niet voor en ben ik een slechte klimmer. Ik ken wel een aantal mensen die hem hebben bedwongen en daarvoor heb ik groot respect.

Wielertoerisme

Monument Tom Simpson op de Mont Ventoux

Het monument van Tom Simpson op de Mont Venoux. Deze Britse renner stierf bij de beklimming van de berg tijdens de Tour de France in 1967.

In de zomer is de omgeving van de Mont Ventoux helemaal ingericht voor het wielertoerisme. Vooral het dorp Bédoin waar de bekendste route naar de top begint staat in de zomer helemaal in het teken van de beklimming en dat is leuk om te zien. Niet alleen is het dorp bijzonder aardig en heerst er een gezellige drukte maar het is ook leuk om te zien wie er zoal een poging wagen de Mont Ventoux te beklimmen. Tot begin jaren zeventig van de vorige eeuw was de berg ook het decor van een autorally, maar dat bleek te gevaarlijk en de race naar de top werd geschrapt.

De route naar boven via Bédoin is prachtig en het was ook de route van de klimtijdrit in 1987 en de meest gebruikte in de Tour. Deze voert door het bekende bos waar je nog niet het gevoel hebt dat het heel erg steil is. In de auto tenminste want de fietsers die je passeert hebben het zwaar. Het bos is prachtig en het duurt lang voordat je de boomgrens bereikt. Wanneer je die passeert op zo’n 1.600 meter hoogte beland je in een andere wereld. Binnen een paar bochten verandert het landschap dramatisch en bevind je je in het maanlandschap waar de Mont Ventoux zo bekend om is. De weg is hier steil, de afgrond nog steiler en het is nog een pittig stuk naar de top.

Voordat je die bereikt kom je langs het monument van Simpson waar veel wielrenners hun bidon achterlaten. Het is aan te raden om hier even te stoppen en eenmaal buiten de auto maak je kennis met het andere fenomeen waarom de berg zo beroemd is: wind. Het waait hier namelijk bijna altijd. De plek bij het monument is niet alleen bijzonder omdat hier de bekendste wielerdode is gevallen, maar hier heb je ook een uitzonderlijk uitzicht op zowel de top als de Vaucluse. Anderhalf kilometer onder je ligt Carpentras en Avignon, de beroemde wijnranken van Chateaneuf du Pape en bij helder weer kan je de blauwe water van de Middellandse Zee zien schitteren.

Op de top hebben de Fransen een rare toren gebouwd die doet denken aan een raket. Met de auto is het hier krap en je moet goed uitkijken voor vermoeide wielrenners. Voordat je het weet heb je er één op de motorkap. Uitstappen is een must en als het weer het toelaat is het aan te raden om hier een wandeling te maken. Dat is even klimmen maar als je een paar honderd meter loopt is er bijna niemand meer. Eenmaal weg van de drukte en het verkeer word je bewuster van de omgeving en kan je beter van het indrukwekkende landschap ervaren.

Uitzicht op de Alpen vanaf de Mont Ventoux

Uitzicht op de Alpen vanaf de Mont Ventoux

Overbodig om te zeggen dat dit ook een uitstekende plek is voor een kleine picknick. Maar reken er niet te veel op want het weer kan hier roet in het eten gooien. Niet alleen de wind kan een picknick bederven, het kan hier ook koud zijn. Wij hebben een keer meegemaakt dat het boven 8 graden was terwijl het beneden rond de 30 was. Sta je daar in je t-shirt en je korte broek. Gemiddeld is het verschil zo’n 11 graden met beneden maar het kan dus meer zijn. Neem dus altijd een trui mee hoe mooi het ook weer is. Het panorama moet nog mooier zijn bij zonsopgang maar dat hebben wij niet meegemaakt.

Microklimaat van de Mont Ventoux

Ik ben alleen in de zomer op de top geweest maar het moet er ook heel mooi zijn in de lente en de herfst. In de winter is de top gesloten omdat er dan sneeuw ligt en is het alleen te bereiken op ski’s. In elke seizoen is de natuur anders maar de kleuren zijn altijd intens. De natuur op de berg is sowieso bijzonder. Dit komt omdat er verschillende klimaten zijn op de Mont Ventoux. Aan de voet groeien de gewone Provençaalse planten en bomen maar op de top heerst een klimaat die vergelijkbaar is met die van de Alpen. Hier groeien planten die je in de hoogste toppen van Europa en in Groenland vindt.

De bossen op de hellingen van de Mont Ventoux zijn minder oud dan je zou verwachten. Tot de zeventiende eeuw werden de helling beheerst door bossen zoals ze dat nu ook doen. Maar in de eeuwen daarna werden de bomen steeds sneller gekapt om de honger naar hout van de scheepsindustrie in Toulon te stillen. Rond 1840 waren de bomen op en was de hele berg en de rest van de omgeving kaal. Dat beviel kennelijk niet want ruim twintig jaar later begon een uitgebreid herbebossing programma met het resultaat zoals we dat nu kennen. Gelukkig maar, al is het jammer dat er geen foto’s zijn een compleet kale Mont Ventoux, het lijkt mij een indrukkend gezicht.

Ansouis: dorp met een labyrint van straatjes en steegjes ***

Kasteel in het dorpje Ansouis in de Luberon, Frankrijk

Het kasteel van Ansouis is in de tiende eeuw gebouwd en meerdere keren aangepast.

Kunst

Ook in Ansouis struikel je over de galeries die worden gevuld met de maaksels van de leden van de plaatselijke kunstenaarsgilde. Het blijft moeilijk om de kwaliteit hiervan in te schatten. Het aanbod überkitsch is altijd goed vertegenwoordigd waardoor je de aardige werkjes snel verwart met echt topwerk. Ik kom er maar niet achter of het echt goed is. Het zal te maken hebben met het contrast met het enorme aanbod prutswerk gecombineerd met de vakantiesfeer die zich meester van je maakt. Aan de andere kant heeft Picasso zijn beste werk hier in de Luberon gemaakt.

Kunstgallery in Ansouis in de Luberon, Frankrijk

In Ansouis vind je natuurlijk ook een boel kunstenaars.

Bijzonder is in ieder geval is het Musée Extraordinaire van kunstenaar Georges Mazoyer. Naast kunst maken hield deze man van duiken en deze twee passies komen samen in dit museum waar hij in de kelders een voorstelling heeft gemaakt van het leven onder water. Het is een leuke en mooie tentoonstelling en voor een klein bedrag kan je er een kijkje nemen. Op sommige warme dagen is de koelte van de kelders het al waard.

Kasteel van Ansouis

Bij het kasteel kwamen we er achter dat die gesloten was, die waren ook aan het lunchen. De burcht heeft een lange geschiedenis en is in de tiende eeuw gebouwd om de belangrijke weg tussen Aix en Provence en Apt te controleren. De vesting bestond uit een toren met wat versterkte gebouwen er omhen. De boel ging in de twaalfde en dertiende eeuw flink onder de schop waaruit we kunnen afleiden dat Ansouis in die tijd belangrijk was. Na het einde van de godsdienstoorlogen verloor het kasteel zijn militaire functie. Kennelijk beviel het de heren om in het dorp te wonen want in de zeventiende eeuw werd de vesting omgetoverd tot lusthof met terrastuinen. In de achttiende eeuw worden de gebouwen nog eens flink verbouwd en krijgen ze elegante gevels in de stijl zoals die in Aix en Provence wordt gebruikt.

Kasteel met zijn tuinen in Ansouis, Provence

De prachtige tuinen van het kasteel zijn prachtig en geven lekker schaduw tijdens de zomer.

Ondanks dat het pronkstuk van het dorp privébezit is, kan je het bezoeken en moet de moeite waard zijn. De rondleidingen vinden plaats na de lunch vanaf april tot november, in de winter is het dicht. In verband met de aankomsttijd bij de gîte was dit voor ons niet te doen, gelukkig was de kerk geopend. Het gebedshuis bevindt zich in het kasteel waardoor de buitenkant nogal sober is.

De ingang bevindt zich in de muur van de oude vesting met een mooie ronde trap. Het rechthoekige pleintje voor de ingang is aan drie kanten bebouwd. Tegenover de kerk staat een groot herenhuis met een kunstgalerie. Bij ons bezoek klonk er klassieke muziek uit de open ramen van de hoge vertrekken. De noordelijke kant van het plein is niet bebouwd en geeft een prachtig uitzicht over het landschap.

Kerkje in de vesting

Eenmaal door de deur van de kerk en je bevind je in een totaal andere wereld. Het interieur is zeer rijk ingericht met een goudkleurige altaar, prachtige schilderijen, mooie houten banken en kleurrijk geschilderde muren en plafonds. Dat verwacht je niet zo snel in een kerk, maar dat is een typische hedendaagse verwachting.

Het interieur van het kerkje in Ansouis, Frankrijk

Het interieur van de kerk is kleurrijk en vol met decoraties.

In de Middeleeuwen waren bijna alle kerken zo kleurrijk ingericht. De blanken beelden en het sombere interieur zoals wij die nu kennen uit kerken en zoals wij nu denken zoals het hoort, is van na 1500 of later. Ons komt zo’n ingekleurde kerk over als een kermisattractie maar voor een Middeleeuwer, die een tamelijk kleurloos leven had, was het afspiegeling van de hemel.

Eten en drinken

In de Luberon is het goed leven en eten en drinken is daar een belangrijk onderdeel van. In Ansouis hoeft de inwendige mens zich dan ook niet te vervelen. Het brood van de bakker smaakte prima en die kan ik je dus aanbevelen. Ook het ijs van de Ambachtelijke Glacier was prima en mensen op het terras van het café vlakbij de parkeerplaats zagen er gelukkig uit.

Dorst hoef je in Ansoius ook niet te hebben want in de directe omgeving worden druiven verbouwd waarvan heerlijke wijn wordt gemaakt. Net buiten het dorp vind je het Musée des Arts et des métiers du vin, daar kan je alles leren over wijn en natuurlijk het nodige proeven.

In de omgeving van Ansouis

De Luberon is zeker een weekje vakantie waard. In het prachtige landschap liggen heerlijke gehuchten en mooie dorpen waaronder Gordes, Roussillon, Ménerbes en Lourmarin. Tot slot is er de historische stad Aix en Provence waar je je prima kan vermaken.