Tag Archief van: Gard

Abîme de Bramabiau **
Grot met waterval als ingang

De meeste grotten in Frankrijk bevinden zich in streken met veel kalksteen. Het water van een ondergrondse rivier slijt een ruimte uit die vervolgens wordt opgeleukt met natuurlijke bouwsels door het water door het plafond komt; stalagmieten en -tieten genaamd. De Abîme de Bramabiau is dat anders want deze grot is door een rivier uitgesleten […]

Om met de naam te beginnen; Abîme de Bramabiau is geen Frans maar Occitaans en het betekent iets van de zingende stier, een interessante naam. Wat een rund nu precies te maken heeft met een grot is mij niet helemaal duidelijk maar het schijnt te maken te hebben met het geluid dat door de waterval bij de ingang van de grot wordt gemaakt. Waarmee direct de vraag wordt opgeworpen welk geluid een stier maakt die zingt. In deze streken kennelijk als een waterval van tien meter hoog.

Abîme de Bramabiau

Rating:

2 van 5 sterren (?)

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps
Abîme de Bramabiau is een grot in de streek de Cevennen in het zuiden van Frankrijk. Het is uitgesleten door water dat uiteindelijk door middel van een waterval zijn weg naar buiten vindt. De rivier is in de hele grot aanwezig en omdat er bijna geen water door het plafond sijpelt, zijn hier bijna geen stalagmieten en tieten. Hierdoor ziet de grot er heel anders uit dan je gewend bent.
Ingang van de Abîme-de-Bramabiau

De ingang van de grot met de galerij boven het water

De meeste grotten in Frankrijk bevinden zich in streken met veel kalksteen. Het water van een ondergrondse rivier slijt een ruimte uit die vervolgens wordt opgeleukt met natuurlijke bouwsels door het water door het plafond komt; stalagmieten en -tieten genaamd. De Abîme de Bramabiau is dat anders want deze grot is door een rivier uitgesleten aan de rand van het plateau van Augiole. In tegenstelling tot andere grotten komt er (bijna) geen water door het plafond waardoor de stenen bouwsels niet voorkomen. Hierdoor zijn de wanden mooi strak en glad.

De entree in de grot is spectaculair want je gaat vlak boven de waterval de nauwe spleet in. Deze ingang ligt echter niet aan de weg en je moet er een stukje door de natuur voor wandelen. Dat is zeker geen straf want je loopt door een mooie vallei en tijdens de wandeling hoor je dat je de waterval steeds beter omdat je dichterbij komt.

Wij waren hier in de zomer en dat is natuurlijk niet de meest natte periode. Dat was ook te zien aan het formaat van de rivier en de waterval. Hoewel het nog best een aardige hoeveelheid water was, moet het in andere jaargetijden toch veel indrukwekkender zijn. Foto’s in de brochure lieten dat ook duidelijk zien.

Zoals zo’n beetje alle grotten mag je ook deze niet zonder begeleiding in. Helaas spreekt de gids hier alleen Frans, voor ons niet zo’n probleem maar als je de taal niet zo machtig bent is het misschien een minpuntje.

De grot Abîme-de-Bramabiau in het zuiden van Frankrijk

Op sommige plekken is de grot heel smal.

De grot zelf kom je binnen door over over een (aangelegde) galerij te lopen waar vlak onder je het water water kolkt. Al viel dat bij ons bezoek wel mee, het water stroomde eigenlijk gewoon naar buiten en was er weinig sprake van kolkend water. Evengoed is de entree bijzonder en het deed mij denken aan een scene uit De Zonnetempel van Kuifje.

Vlak voor de grot binnengaat is er nog een waterval waarna je een overdekte kloof binnenkomt. In de smalle ruimte speelt het geluid van het water een veel grotere rol en begin je de naam van de grot meer te snappen, al haal ik er geen zingend rund uit.

De grot is gevormd door het water van de rivier en als je door de kloof loopt zie je hoe mooi het water dat heeft gedaan. De muren zijn prachtig glad en je kan goed de verschillende lagen in het steen zien. Ook kan je goed zien dat op sommige plekken veel meer moeite heeft om zijn weg te vinden.

Naast dit natuurlijke spektakel is de Abîme de Bramabiau voor de geschiedenis een belangrijke plek. Hier begon de vader van de grotexploitatie, Alfred Martel, namelijk zijn carrière. Hoewel het zeker niet de eerste grot is die hij bezocht, was het wel de eerste waar onder zijn leiding een serieuze expeditie werd uitgerust.

Mont Aigoual: het indrukwekkende panorama van de Cevennen ****

Het water valt trouwens niet altijd in vorm van regen maar ook als sneeuw. In de winter kan hier een behoorlijk pak vallen en dat is genoeg om te skiën. Er is dan ook een klein skigebied net onder de top. Langlaufen behoort ook tot de mogelijkheden. Op nog geen honderd kilometer van Montpellier kan je in de winter gewoon lekker skiën. Het is allemaal niet groot, maar het kan toch maar.

Wandelen

Al het water moet natuurlijk weer naar beneden en de hellingen zijn dan ook bezaaid met allerlei stroompjes, beekjes en watervallen. Tel daarbij het dichte woud bij en je hebt een prima wandelgebied. De paden die worden gebruikt door de schapen, de zogenaamde ‘drailles’, zijn hier bijzonder geschikt voor. Er zijn dan ook meerdere routes waarvan ‘Sentier des 4000 Marches‘ de bekendste is. De bergen van De Cevennen zijn misschien de hoogste van Frankrijk, ze zijn wel redelijk steil en dat maken de wandelparcoursen nog redelijk intensief.

Naast wandelen en de auto is de fiets een populaire manier om de berg te beklimmen. Er zijn vier verschillende routes om de top te bereiken waarvan de westelijke de meest uitdagende is; 28,5 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 4,3 procent. In de Tour de France is dat goed voor een col van de tweede categorie maar echt vaak komt de wielerronde hier niet. De laatste keer dat de Mont Aigoual was opgenomen in de Tour was in 1987.

Toen wij de top bezochten deden we dat met de auto en wel vanuit het zuiden vanaf Le Vigan. Dit is een indrukwekkende klim die je leidt langs tal van afgronden, bossen en bergweides. Het is een prachtige rit die je lekker langzaam moet rijden zodat je er maximaal kan genieten. Hoewel hard rijdend ook leuk zou kunnen zijn, met een schikte auto ten minste.

Weerstation

De top van Mont Aigoual wordt gedomineerd door een groot weerstation dat in de negentiende eeuw is gebouwd. De extreme weersomstandigheden, in de zomer is het hier heet en in de winter koud, was de reden om hier het weer te observeren.

De Renner

Mont Aigoual kennen we in Nederland uit het boek ‘De Renner‘ van Tim Krabbé. Een redelijk dun boekje dat op de middelbare school enorm populair was. Je las hem in een middag uit en hij mocht op je literatuurlijst voor Nederlands. Ik vond het een geestig verhaal waarin de geschiedenis van het wielrennen wordt beschreven aan de hand van de gedachte die de auteur heeft tijdens een wedstrijd.

Vlak voor de klim van de Mont Aigoual krijgt hij in kansrijke positie een lekke band. In de klim zet hij de achtervolging in maar krijgt dan een inzinking. Krabbé acht zichzelf kansloos voor de overwinning maar toch weet hij samen met een andere renner als eerste de top te behalen. In de afdaling naar finish in Meyrueis wordt het duidelijk dat het op een sprint tussen de twee koplopers zal komen. Hierop is Krabbé de hele wedstrijd al mentaal op voorbereid…

Mont Aigoual cevennen berg col top weerstation uitzicht meetapparatuur

Het weerstation is gebouwd in de 1886 en nog altijd in gebruik. Op het dak staan sprieten en andere apparaten die het weer kunnen meten.

Leuk is ook de tentoonstelling die zich in het gebouw bevind. Hier leer je van alles over het klimaat maar het leukst zijn wel de tentoonstelling van honderden foto’s van het weerstation zelf en het leven van de klimatologen die hier werken. Als je op je slippers in de augustuszon staat kan je je niet voorstellen welke Siberische toestanden zich hier in de winter afspelen. Naast de tentoonstellingsruimte is er ook nog een restaurantje waar je iets kan drinken en eten.

Tot slot is er het uitzicht en die is het mooist vanaf de hoogste toren van het weerkasteel. Daar mag je gewoon op, het is zelfs gratis. Wij waren er in de middag van een augustusdag en het uitzicht was echt adembenemend mooi. Hoewel het door de hitte het uitzicht niet helemaal optimaal was hebben we er zeker twintig minuten van het panorama genoten.

Wie optimaal wil genieten moet kan het best in januari of september de top beklimmen. Een andere mogelijkheid in de zomer is om bij zonsopgang bovenop de berg te zijn. Dat is het meest heldere moment van de dag. Al met al is het uitzicht sowieso de tocht naar de top van de Mont Aigoual waard.

Het station is nog altijd in gebruik en dat is te zien aan allerlei meetapparatuur in vorm van ingewikkelde sprieten en kastjes. Nu is het reuze lollig om dingen te bekijken waarvan je geen idee hebt wat het precies doet maar echt leuk zijn de gebouwen. Het is namelijk een soort kasteel met torentjes en kantelen. Hoe ze er opgekomen zijn is een raadsel maar eerlijk gezegd ziet het er wel leuk uit.

monclus-lavendel-gard-frankrijk-kerk-cc-missusdoubleyou

Monclus: dorp tussen de lavendelvelden aan de Cèze

Het dorp zelf is natuurlijk minder oud en ontstond in de middeleeuwen rondom het kasteel waarvan nu het donjon het meest zichtbare gebouw is. De grotten speelden trouwens nog een lange tijd een rol voor de bewoners want de monniken die in de dertiende eeuw in Monclus een klooster bouwden, verbleven daarvoor in de grotten. Dat klinkt uitzonderlijk maar in de middeleeuwen waren grotten een populair onderkomen voor gelovigen die dichterbij god wilden komen. Na de monniken werden de grotten nog lang gebruikt door de Tempeliers. Het dorpje is autovrij en het is heerlijk wandelen door de kleine straatjes en steegjes waarvan een deel overdekt zijn.

La-Roque-sur-Cèze-Ardeche-Frankrijk-dorp-By-Vi.Cult-CC-BY-SA-3.0-via-Wikimedia-Commons

La Roque-sur-Cèze: dorp op een rots boven een rivier

Naast het kasteel heeft La Roque-sur-Cèze nog een bijzondere brug. Deze is genoemd naar Karel Martel maar stamt niet uit de tijd van deze Karolinger. De brug is gebouwd in de veertiende eeuw. Tot slot ligt er bij het dorp nog een prachtige waterval, de Cascades du Sautadet.