Vlucht uit de stad
Het leven in deze snelgroeiende steden was niet altijd even schoon en gezond. Hoewel er werd geïnvesteerd in grote parken zoals Hyde Park in Londen, het Bois de Bologne in Parijs en het Vondelpark in Amsterdam was dit voor de nieuwe middenklasse niet goed genoeg. Om met name in de zomer de stank van de stad te ontvluchten begon iedereen die het zich kon veroorloven het platteland te verkennen.
Dit was het begin van de toerisme zoals we die nog steeds kennen. Voor de negentiende eeuw werd er eigenlijk alleen gereisd voor het werk of voor religieuze redenen. Natuurlijk waren er al de jongeren die de Grand Tour door Italië deden maar dat was echt alleen weggelegd voor de allerrijkste.
De toeristen uit de nieuwe middenklasse verschenen als eerst in het land waar deze middenklasse was uitgevonden; Engeland. Met treinen werd de nieuwe massa richting Brighton en Blackpool vervoerd om daar van de zee en de schone lucht te genieten.

Étretat is één van de oudste toeristische plekken waar in de negentiende eeuw waar de mensen de stank van de steden ontvluchtten.
In Frankrijk kwam het toerisme iets later op gang en waren het vooral Parijzenaren die als eerste de kust opzochten. De dichtstbijzijnde kust was de Côte d’Albâtre en Étretat was, met zijn prachtige witte rotsen en stranden, een aangename plek voor de toeristen. De natuurlijke bogen vormen een bonus die het stadje een magische aantrekkingskracht geven.
Witte rotsen

Een meeuw op de rotsen met op de achtergrond de Porte’Aval en de Aiguille d’Etretat
De rotsen hier zijn net even witter dan die je aan de rest van deze kust aantreft. Ze zijn een onderdeel van een gigantische laag gesteente waar ook de witte rotsen van Dover en Cap Blanc Nez bij horen. Maar ook de kalkgronden in de Champagne en de mergelgrotten bij Maastricht zijn een onderdeel van het gesteente dat tussen 166 en 33 miljoen jaar geleden is ontstaan toen er een ondiepe zee was wat nu West-Europa is. Het krijt bestaat uit de kalkskeletjes van zeer kleine beestjes die in deze zee leefden.
Bij Étretat zijn de krijtrotsen nadat de zee was verdwenen bijna niet vervuild en zijn daarom witter dan op de meeste andere plekken. Dit is trouwens niet uniek want ook in het zuiden van Limburg is het kalk bijzonder zuiver en daarom zo aantrekkelijk om beton van te maken. En net als in Limburg is hier vuursteen de enige verontreiniging.
Kiezelstrand
Dit zeer harde mineraal vind je ook in vorm kiezels op het strand. Het regenwater en de wind zorgen er voor dat de kalkrotsen oplossen waardoor er niet zelden grote delen van de kliffen naar beneden storten. Ook nu gebeurt dat nog gezien de borden die waarschuwen dat je niet te dicht langs de afgrond moet lopen.

De kiezels zijn de voorstenen die ooit in de hoge witte rotsen hebben gezeten.
Het kalk lost naar verloop op waarna je alleen het vuursteen overblijft. De branding zorgt er vervolgens dat de stenen mooi worden gepolijst en zo ontstaan er de kenmerkende kiezelstranden die je hier langs de hele kust ziet.
Als Noordhollander snap je niet wat die Fransen in deze zeer oncomfortabele vorm van strand zien. Het doet pijn aan je voeten en het is best een onderneming om een beetje elegant in het water te komen. Je beseft je hier dat we wel heel verwend zijn met onze eindeloze zandstranden.
Spel van licht en schaduw
Daar staat dan tegenover dat wij niet zulke mooie rotsen hebben. Hoewel wij in juli Étretat bezochten was het alles behalve zomerweer. Het was een graad of twintig en er stond een stevige bries die speelde met de grote wolken waar zo nu en dan de felle zon door heen brak.
Het was het perfecte weer om de magie van deze plek te beleven. De combinatie van de hoge witte rotsen, de ruwe zee met witte koppen en het spel van licht en schaduw van zon en wolken zorgde voor een prachtig en interessant panorama.
Inspiratie voor kunstenaars
Het spreekt voor zich dat ik niet de eerste was die de schoonheid van Étretat opviel, iets wat ik wel spijtig vind natuurlijk. Want vlak voordat de grote stroom toeristen in negentiende eeuw op gang kwam meldden de eerste kunstenaars in het vissersdorp.

De bunkers aan het begin van trap naar de rotsen zijn een reliek uit de twintigste eeuw. Duidelijk niet de mooiste aanvulling op deze mooie omgeving al heb je nu wel een extra uitzichtpunt.
Deze romantische schilders vonden het er prachtig. De arme vissers die bij een gebrek aan een haven hun schamele bootjes dagelijks het kiezelstrand optrokken met op de achtergrond het woeste water van het kanaal gecombineerd met de witte rotsen, ze gingen er massaal van uit hun dak. Het was de hemel op aarde voor deze kunstenaars met hun fijne bespaarde gevoel voor het leven en drama.
Ultieme marketing
Zonder zich het te beseffen bleken deze eerste schilders van de schoonheid van de kust uitstekende marketing voor het dorp te zijn. Hun schilderijen werden door de mensen in de grote steden bekeken waarbij de wens ontstond om daar zelf ook een een kijkje te nemen. Dit artikel is verre van kunst maar het zou kunnen dat je bij het lezen zo langzamerhand ook richting de kunst van Normandië wilt vertrekken. Iets wat ik ook kan aanraden en wat je ook zou moeten doen.
Het duurde ook maar een paar jaar nadat de eerste schildersezel op het strand was gezet of de eerste reisgids maakt melding van het prachtige en authentieke dorpje met zijn prachtige rotsen en natuurlijke bogen. Deze eerste vermelding was in een Britse reisgids waarmee de plek ook internationaal op de kaart stond.
Daarna ging het los met zowel toeristen als kunstenaars om nooit meer op te houden. Er werden hotels en restaurants gebouwd en er kwam een casino. Schilders als Eugène Boudin en Gustave Courbet wisten het dorp te vinden en ook Claude Monet meldde zich in Étretat en ook hij raakte betoverd door het licht. Hij schilderde er lustig op los en maakt hier één van zijn bekendste meesterwerken waarmee hij niet alleen zichzelf maar ook het dorpje voor altijd beroemd maakte.
Lupin

Het huis van Maurice Leblanc de schrijver van Arsène Lupin is nu een museum.
Maar niet alleen schilders zochten hier inspiratie, ook schrijvers waren dol op Étretat. Sinds de Netflix serie Lupin (best leuk trouwens!) is de meest bekende Maurice Leblanc. Deze schrijver woonde hier en liet de hoofdpersonage van zijn boeken, Arsène Lupin, in de omgeving zijn avonturen beleven. Lupin is een gentleman inbreker die je kan zien als de Franse tegenpool van Sherlock Homes. Deze laatste komt hij in één van zijn latere avonturen ook tegen en natuurlijk is hij de Engelsman te slim af. De lange traditie van rivaliteit tussen Frankrijk en Engeland wil dat de Engelsen vervolgens Leblanc via een proces dwongen om het Engelse karakter in zijn boeken Herlock Sholmès te hernoemen. Zo wist niemand wie hij echt bedoelde met dit personage.
Hij is razend populair in Frankrijk en dat is te zien in het dorp. Tal van winkels, hotels en restaurants gebruiken de fictieve held als een thema en natuurlijk is er het huis van Leblanc dat nu een museum is. Voor Fransen misschien een leuk uitje maar de meeste Nederlanders zegt Lupin niet zo veel. Wij komen hier vooral voor de natuurlijke schoonheid én om de plek te bezoeken waar zoveel schilders hun inspiratie haalden.
Wij reden voor het eerste Étretat binnen op een zondag en het was er ontzettend druk. We besloten daarom niet uit te stappen en het later in de week opnieuw te proberen met het idee dat het dan rustig zou zijn. Dat bleek een illusie want ook op een donderdag kon ik de auto alleen kwijt op een groot terrein op een kwartier lopen van het centrum. Voor ons geen probleem maar als je wat slechter te voet bent is het misschien beter om niet in het hoogseizoen Étretat te bezoeken, óf zoals wij, niet midden op de dag maar ‘s avonds.
Al was de wandeling verre van vervelend. We liepen door een wijkje met zeer fraaie villa’s uit de negentiende eeuw. Deze zijn duidelijk gebouwd als tweede huis en geven je een prachtig beeld van de architectuur van het belle époque. De villa’s zijn voorzien van veel details en bij sommige huizen kom je ogen te kort om de vaak grappige details te ontdekken. Opvallend is dat bij de bouw van deze lustoorden gretig gebruik is gemaakt van vuursteen zoals je ook ziet in de traditionele architectuur in deze streek.
Het dorpje zelf is best leuk. Natuurlijk is het toeristisch met restaurants en winkeltjes maar het heeft zeker sfeer. Het heeft voldoende mogelijkheden om de eetlust die wordt opgewekt door een goede wandeling langs de zee te faciliteren. Een belangrijke eigenschap zoals wij bij terugkomst van onze wandeling achter kwamen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!