
Saint-Vaast-la-Hougue **Forten, oesters en een haven
Terwijl wij in Nederland ons vooral vermaken met talentenjachten op televisie doen ze in Frankrijk ook nog iets anders. Zo wordt er sinds 2012 elk jaar een favoriet dorp gekozen door de kijkers. Hierbij wijst elke regio ieder jaar een ander dorp aan dat meedingt naar de titel en tijdens een aantal uitzendingen met veel stemrondes komt er uiteindelijk een dorp uit die titel Le Village préféré des Français mag voeren.
- Forten van Vauban
- Bij mooi weer; strand
In 2019 wist Saint-Vaast-la-Hougue deze competitie te winnen en was daarmee het eerste dorp in Normandië. Dat verbaasde mij eigenlijk wel een beetje. Daarmee wil ik niet zeggen dat het een afschuwelijke plek is maar om deze plek nu uit te roepen als hét mooiste dorp van Frankrijk vind ik toch een beetje overdreven. Misschien was de concurrentie in 2019 niet zo hoog.

Het strandje zag er niet heel goed uit maar bij mooi weer moet hier goed te doen zijn.
Al is het ook heel goed mogelijk dat mijn gebrekkige kennis van het dorp ten grondslag ligt aan de verbazing. Ik ben er wel geweest maar ik heb het niet uitgebreid bezocht. Want we waren eigenlijk op doorreis naar Barfleur, een plus beaux Village op de punt van het schiereiland.
Het was een regenachtige ochtend in mei toen we aan de rechterkant van de weg een het silhouet van een groot kasteel tussen de heiige lucht zagen opdoemen. Dit was genoeg om de nieuwsgierigheid op te wekken en dan moeten we vanzelfsprekend even kijken.
Het zal wel met het weer te maken hebben gehad maar het dorp leek nog niet helemaal wakker voor het seizoen. Hoewel we best een koffie hadden gelust bleek alles gesloten en sloegen dus maar rechtsaf richting de oude haven met zijn verdedigingswerken. Eenmaal ter plekke bleken dit twee forten te zijn uit de zeventiende eeuw en ook in prachtige staat. Een beetje Frankrijkliefhebber denkt dan direct aan Vauban, de militaire bouwmeester van Lodewijk XIV.
Vauban
Was deze naam je nog niet te binnen geschoten dan adviseer ik meer artikelen op Dorpen in Frankrijk te lezen want deze architect komt in menig artikel voor. Het lijkt wel of deze man Frankrijk half heeft volgebouwd met forten en versterkingen. Er is zelfs Nederlandse blog over deze architect: Tour Vauban.

Het fort La-Hougue werd gebouwd door Vauban en staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO.
En ook hier is het raak. Of eigenlijk bijna raak want het was een leerling van hem die de twee forten in de haven tekenden. Al zal de meester ongetwijfeld af en toe over de schouder van zijn leerling hebben gekeken en het project van het nodige commentaar hebben voorzien. Ik weet of het dat echt zo gebeurd is maar ik stel mij dat zo voor.
Een deel van de forten van Vauban staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO en ook de forten in Saint-Vaast-la-Hougue horen daar bij.
Strandje
Het ene fort ligt op een eilandje in de haven en het andere op een schiereiland dat door middel van een dam is verbonden aan het vaste land. Aan de ene kant van de dam is er een kwelder gebied terwijl aan de zeekant het water er redelijk fris uitziet. Het weer was er niet naar maar het is duidelijk dat in de zomer het strandje wordt gebruikt voor recreatie.
Het andere fort is moeilijker te bereiken want dat ligt op een eilandje. Omdat er hier grote verschillen zijn in getijde is het bij laag water mogelijk om te voet te bereiken en dat lijkt mij een erg leuke ervaring. Normaal zorgt een amfibisch voertuig voor de overtocht maar die was in geen velden of wegen te bekennen. Waarschijnlijk was te vroeg in het seizoen of de kapitein/ chauffeur vond het die dag gewoon te koud en te nat om toeristen over te vervoeren. En daar had hij natuurlijk gelijk in want wij waren hier helemaal alleen.
Tatihou
Het eiland heet Tatihou en is zijn geheel een beschermd natuurgebied. Daarbij herbergt het een martiem museum, een botanische tuin, een vogelspotplaats en natuurlijk de toren. In die laatste is ook nog een restaurant te vinden die elke seizoen zijn kaart aanpast. Liefhebbers van zeevruchten kunnen hier hun hart ophalen want in de directe omgeving zijn veel oesterbanken die bij laag water ook goed te zien zijn. Het klinkt allemaal geweldig en in de zomer moet het hier een drukke boel zijn want volgens de website heeft het kleine eiland meer dan zeventigduizend bezoekers per jaar.

Het eiland Tatihou is geheel beschermd natuur gebied. Bij laag water is het lopend te bereiken maar er vaart ook een amfibische voertuig.
Door het hoge water en het gebrek aan vaartuigen was het voor ons helaas onbereikbaar maar de volgende keer dat ik de Cotentin bezoek ga ik zeker een keer kijken. Na een korte wandeling langs de andere toren vluchtten wij snel naar onze auto om een hevige regenbui te ontlopen.
Dat lukte niet en terwijl we onze natte jassen in de achterbak gooiden viel mij de lege speeltuin en de verlaten tennisbanen op. De toegangsdeuren tot de sportveldjes klapperden in de aanzwellende wind, de golven beukten tegen de dijk terwijl het eilandje langzaam verdween achter een stevige lentebui . Het had wel iets, maar het was ook duidelijk dat wij Saint-Vaast-la-Hougue niet op zijn mooist hadden gezien.
Gelukkig hield de regen op nadat wij in Barfleur waren aangekomen, maar mooi weer werd het die dag niet meer.
Video van Saint-Vaast-la-Hougue
E-Magazine Cotentin
In bezit een ereader of tablet? Download dan het E-Magazine over de Cotentin. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.

Evenementen in Saint-Vaast-la-Hougue
Kaart van Saint-Vaast-la-Hougue en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Saint-Vaast-la-Hougue
Cassel: stadje op de rand van Vlaanderen ***
In 2018 bleek Cassel de mooiste van Frankrijk en ik had er nog nooit van gehoord. Wat bleek, het dorp ligt bijna op de grens van België tussen Lille en Duinkerken. Dat is zelfs vanuit de Zaanstreek, waar ik woon, in een dag te doen. Vroeg uit de veren en rond elf uur stapten wij uit de auto achter het hoogste punt van de Cassel.
Cassel heet trouwens ook gewoon Kassel. Het is wel Frankrijk, maar het ligt in het Nederlandstalige deel van Frankrijk. Spreken ze in Frankrijk dan Nederlands? Jazeker en niet alleen op de campings in het zuiden. Er is een hele smalle strook in het noordwesten dat Nederlands, of beter Frans-Vlaams, spreekt. Het is een strook van ongeveer dertig kilometer dat grofweg van Lille naar het westen tot aan Duinkerken loopt.
Nederlands

Het uitzicht vanaf de berg in Cassel is indrukwekkend.
De meeste mensen hier spreken gewoon Frans maar een klein gedeelte van de bevolking spreekt onderling nog Nederlands. Soort van tenminste want je kan hier niet als ABN sprekende Nederlander verstaanbaar maken en begrijpen doe je het ook niet. Maar een West-Vlaming kan zich hier wel verstaanbaar maken heb ik mij laten vertellen.
Het Nederlands is hier lang verdrukt maar sinds enige tijd is hier verandering in gekomen. Zo zijn er weer basisscholen die Nederlands geven en op een enkele middelbare school kan je eindexamen doen in het vak Nederlands.
Het Nederlands is in Frankrijk trouwens populairder dan je zou verwachten. Zo kan je op vijftig universiteiten onze taal studeren en dat doen aardig wat studenten ook. Meestal als bijvak, maar toch zijn er meer Fransen die Nederlands studeren in Frankrijk dan Nederlanders Frans op onze universiteiten.
Franse Nederlanden
Ook historische gezien hoort Cassel bij de Nederlanden. De streek werd nog in de zeventiende eeuw de ‘Franse Nederlanden’ genoemd en het behoorde ook een tijdje bij De Republiek. Niet heel erg lang trouwens want Lodewijk XIV versloeg in 1677 bij Cassel het Staatse leger waarna het gedaan was met de zuidelijke expansie van De Nederlanden. Amsterdam zag er niets in en daar zaten toch de mannen die de oorlog betaalden.
Cassel is dus nu Frankrijk maar niet gewoon Frankrijk. Aan veel dingen merk je dat Vlaanderen dichtbij is en daarmee ook een beetje de Nederlandse cultuur. Dat zie je aan de plaats- en straatnamen die bekend klinken. Ook verschillende etablissementen in Cassel hebben Nederlandse namen. Wat dacht je van het restaurant “’t Kasteelhof” of het café “Bij het Kleintje”.
Ook de eetcultuur heeft duidelijk Vlaamse invloeden. Hoewel bier steeds populairder wordt in heel Frankrijk drinken ze dat hier al wat langer en brouwen kunnen ze ook. In dit deel van Frankrijk hebben ze, tot grote vreugde van de schrijver en zijn kinderen, ook frietkotten. Je kan er dus gewoon lekker een frietje, of patatje op zijn Hollands, op straat eten in Frankrijk, in een puntzak.
Wij bezochten Cassel in de voorjaarsvakantie en het was buitengewoon lekker weer. Vanaf Amsterdam was het een dikke drie uur rijden al deden wij daar wat langer over omdat we een Auchan tegenkwamen. We reden via Lille en de snelweg loopt daar door een redelijk vlak landschap. In het noorden liggen heuvels en op de eerste top ligt Cassel. Je ziet het mooi liggen als je komt aanrijden.

Het beeld van Foch is vooral groot en indrukwekkend. Veel meer doet het beeld niet. Opvallend is dat hij naar België kijkt alsof daar de vijand vandaan komt. Daarin had hij gelijk want in 1940 kwamen de Duitsers weer via België.
Op de top van de heuvel, te bereiken via een kasseienweg, is een leuk parkje. Wij parkeerden op een soort marktplein de auto vlak achter de top van de heuvel en liepen daarna omhoog. Het eerste wat opvalt is een enorm beeld van Maarschalk Foch, de Franse held uit de Eerste Wereldoorlog. Deze beste man voerde aan het einde van de oorlog het bevel over de Geallieerden en sloot uiteindelijk zelf de wapenstilstand met de Duitsers in november 1918 in Compiègne.
Eerste Wereldoorlog
In 1914 en 1915 had deze held in Cassel tijdelijk zijn hoofdkwartier waar hij de Eerste Slag om Ieper en de Slag om IJzer leidde. Daarom staat er nu een beeld van hem. Het is een indrukwekkend beeld waarvan je aan alles ziet dat het is gemaakt om indrukwekkend te zijn en waar het ook prima in slaagt. Het is een beproefd concept dat terug gaat tot aan de Romeinse Keizer Marcus Aurelius die een beeld liet maken waar hij indrukwekkend op een paard zat.
Het ruiterstandbeeld is niet het enige wat er op de top de heuvel te vinden is. Omdat Mont-Cassel (of Kasselberg) het hoogste punt is van de streek heeft het strategische waarden. Dat werd ook gezien door de Kelten. Zij gaven de voorkeur om hun steden en dorpen op een berg te bouwen zoals Bibracte.
De eerste Belgen
In de eerste eeuw voor Christus woonden op deze heuvel dan ook Belgen, volgens Caesar de moedigste aller Galliërs. Moedig of niet ook zij werden onderworpen door de Romeinen die hier op hun beurt een Castellum bouwden. Hiervan is nu niets meer te zien.
Wel zijn er overblijfselen van een middeleeuws kasteel te bewonderen, al is dit niet heel veel. In de tiende eeuw werd Cassel door de Noormannen bezocht, werkelijk iedereen is hier wel zo’n beetje geweest, en die sloegen zoals gebruikelijk de boel kort en klein.
Vlaanderen verslaat Frankrijk
Een eeuw later versloeg de Vlaamse graaf hier de Franse koning en op dit te vieren liet de graaf een kerk bouwen op het Terrasse du Château zoals het hoogste punt heet. Deze graaf, Robercht genaamd, werd hier ook begraven wat aangeeft dat Cassel een belangrijke plaats was.

De plek waar ooit een kerk stond. Op voorgrond de toegang tot de crypte, op de achtergrond een monument voor de drie veldslagen die hier werden uitgevochten.
De kerk heeft het echter niet overleefd. Aan het einde van de achttiende eeuw werd het gesloopt tijdens de Franse Revolutie maar de plek waar het de kerk heeft gestaan is nog altijd te herkennen aan een perkje met in het midden een monument voor de drie veldslagen die hier plaats vonden. Er is een trap die naar de voormalige crypte leidt maar die is gesloten. Je kan wel door de glazen deur naar beneden turen maar het ziet er beneden redelijk rommelig uit.
Kasteel
Het kasteel werd trouwens al eerder afgebroken. In de veertiende eeuw werd hier namelijk opnieuw een slag tussen Vlaanderen en de Franse Koning geleverd en dit keer wonnen de Fransen. Cassel werd door de Franse troepen geplunderd waarbij het kasteel met de grond gelijk werd gemaakt op de kerk na. Hoewel de Franse koning zijn greep op de Vlaanderen hiermee versterkte zou de streek pas aan het einde van de zeventiende eeuw bij Frankrijk gaan behoren na de slag tussen Lodewijk XIV en De Republiek.
En daarmee is de geschiedenis van de heuvel nog niet helemaal verteld. In de laatste dagen van mei 1940 werd hier hard gevochten door de Britten om hun ingesloten leger bij Duinkerken tijd te geven om naar Engeland te ontsnappen. Daarbij verloren meer dan honderd Engelsen hier het leven en werd het stadhuis compleet verwoest.
Radio Uylenspiegel
Recenter is het verhaal van Radio Uylenspiegel. Dit radiostation is tweetalig en wil de Vlaamse cultuur promoten in België en Frankrijk. In 1978 zond het als piratenzender voor het eerst uit met twee accu’s en een antenne. Om het bereik zo groot mogelijk te houden werd de Kasselberg gekozen om de installatie op te stellen.
Dat mocht niet en België heeft met best zijn best gedaan om de zender uit de lucht te halen. Dat lukte niet en in de jaren tachtig kreeg Radio Uylenspiegel een zendmachtiging. De zendmast staat nog op de berg en is ook gewoon gebruikt. De radiozender is te ontvangen op 91.8 FM, leuk om op te zetten in de auto als je naar Cassel rijdt.
Uitzicht
Op de top van de berg zijn nog twee zaken te zien waarvan één echt de moeite waard is. Ten eerst staat er een molen maar daar worden we als Nederlanders niet echt warm of koud van. Zeker niet als je vlakbij de Zaanse Schans woont krijg je een soort molenblindheid.
Het uitzicht daarentegen is werkelijk fenomenaal. Wij waren er bij helder weer en dan kan je tientallen kilometers ver kijken, tot aan de zee aan toe. Er zijn verschillende terrassen met uitkijkpunten. Kies als het even kan dus een heldere dag uit om Cassel te bezoeken want anders mis je dit uitzicht.
Er zijn grofweg twee routes om naar beneden in het dorp te komen. De één loopt door een soort van park met een trap naar beneden. Hier is een tuinontwerper helemaal losgegaan en de trap is opgesierd met allerlei natuurlijke vormen maar dan van beton. De andere route loopt door straatjes waar je één van de poorten tegenkomt.
Grand’ Place

Op de markt staan fraaie huizen.
Uiteindelijk maakt het niet uit want je eindigt als het goed is toch altijd op de Grand’ Place. Dit is de plek waar de hoofdstraat breder is en een soort plein ontstaat. Daarmee wil ik niets onaardigs zeggen, integendeel het is een mooie ruimte en het is er gezellig met cafés, restaurants, terrassen en winkeltjes.
De gevels zijn rijk versierd is dan ook aan te raden om hier even te blijven kijken. Bij mooi weer doe je dat natuurlijk het best van het terras en wel aan de kant van de berg. Ten eerste schijnt daar de zon maar bovendien heb je het beste zicht op de gevels aan de overkant. De gebouwen aan de bergkant zijn veel minder mooi omdat die tijdens de eerder genoemde gevechten aan het begin van de Tweede Wereldoorlog allemaal kapot zijn geschoten.
Aan de andere kant zijn trouwens ook aantrekkelijke etablissementen maar die hebben bijna allemaal hun terras aan de achterkant waar je weer prachtig uitzicht hebt op de omgeving. Dat zijn moeilijke keuzes bij het bezoeken van zo’n dorp.
Wallen
Hoewel het weer prachtig was vonden wij het nog net iets te koud voor een terras en besloten een wandeling te maken langs de wallen te maken. Die in Cassel een heel ander karakter hebben dan in Amsterdam. En hoewel het inderdaad de voormalige verdedigingswallen zijn heet het nu Jardin de Remparts.
Het was een aangename wandeling die ons eerst door een poort leidden en daarna langs de achterkant van een rij tuinen. Het uitzicht is hier ook mooi waarna je terug naar het plein kan door een slam steegje.
Daarna nog even de kerk bezocht die stil en vooral heel erg koud bleek te zijn. Hij staat vlakbij de markt en in de buurt is er nog een poort, de derde van het stadje.
Waar we niet aan toe zijn gekomen is de Jardin du Mont des Récollets. Dit is een bijzonder aardige tuin die volgens mij wel een bezoek waar is.
Rochefort-en-Terre: bloem- en sfeerrijk dorp in Bretagne
In de omgeving kan je uitstekend wandelen en bij de VVV zijn kaarten te krijgen met wandeltochten die de mooiste plekjes in en rondom het dorp laten zien.
Naast dat Rochefort-en-Terre een ‘plus beaux village de France’ is werd het dorp in 2016 gekozen tot Le village préféré des Français. Dit is een jaarlijks televisieprogramma waarin sinds 2012 het mooiste dorp van Frankrijk wordt gekozen. Een soort The Voice voor dorpen zou je kunnen zeggen. Andere dorpen die werden gekozen zijn Saint-Cirq-Lapopie, Eguisheim en Keysersberg.
Kaysersberg: het ultieme dorp in de Elzas ****
Eigen landje
Waarom niet meer dorpjes in de Elzas het label ‘Plus Beaux Village de France’ hebben weet ik niet precies maar Kayersberg zou eigenlijk hier niet mogen ontbreken. Al is het misschien een beetje groot voor een dorp, het was ooit zelfs de hoofdstad van een onafhankelijke republiek, het is wel bijzonder fraai.

De mooie vakwerk huizen geven Keysersberg je het idee dat je rondloopt op een modelbouwbaan.
De plek is bijzonder fraai uitgezocht aan het einde van een vallei van de Vogezen die eindigt in het dal van de Rijn. Volgens de geschiedenisboeken was Keizer Frederik II die het dorp heeft gesticht en dat zou ook direct de naam verklaren. Of hij er zich persoonlijk met de stichting van Kaysersberg heeft bemoeid is nog maar de vraag maar je hoeft geen militair genie te zijn om te zien dat de plek strategisch is gekozen. Dat goed te zien vanaf de ruïne van het kasteel waar je een perfect uitzicht hebt op het Rijndal en een beetje goede schutter met pijl en boog iedereen kan raken die via de vallei de Vogezen wil bereiken.
Uitzicht vanaf het kasteel
De klim naar de ruïne is trouwens een aanrader omdat hier niet alleen de mooi uitzicht hebt over het dal en de vallei maar ook op het oude dorp zelf. Wie wil kan ook de toren beklimmen waarop je een nog beter uitzicht hebt. De top is onlangs vernieuwd en lang niet zo eng meer als een aantal jaren geleden. De klim is wel erg donker maar als je ogen eenmaal gewend zijn is het goed te doen.
Om naar het dorp af te dalen heb je drie mogelijkheden, je kan onderaan direct rechtsaf, je kan omlopen via de wijngaarden of je kan linksaf, Deze weg loopt je via een trap naar de westelijke poort van het dorp en hoewel langer is het er rustiger. Eenmaal door de poort loop je door een straatje waar nog echte Kaysersbergers wonen in kleurrijke vakwerkhuizen. Al zou het mij het niet verbazen als Air BnB ook hier de boel aan het verpesten is en de oorspronkelijke bewoners uit hun huizen weet te lokken.
Versterkte brug
Het straatje eindigt vlakbij de volgende trekpleisters van het dorp de versterkte burg. Het is ook echt een prachtige plek waar het helaas bijna altijd druk is, met toeristen vooral. Wij zijn nooit in de zomer hier geweest maar hier loop je in augustus waarschijnlijk in een soort file. In de herfst valt het mee. De Elzas is eigenlijk op zijn mooist in de herfst, wij zijn er twee keer geweest en de diepe herfstkleuren passen de streek uitstekend.

Uitzicht vanaf de brug midden in het dorp
De versterkte brug ligt prachtig en vormt een soort pleintje. De constructie heeft zelfs een soort van kapel waar een maria kan worden aanbeden, heel romantisch allemaal. Aan de andere kant van de brug staan een paar fraaie huizen die zeker even de aandacht waard zijn maar na een paar blokken houdt het wel op met de historisch pret. Rechtsomkeer dus de brug weer over en dan linksaf de Rue Charles de Gaulle in. Een prachtige naam natuurlijk maar het doet toch vermoeden dat de straat in het verleden anders was, Grand rue zou het wel eens geweest kunnen zijn.
Hoe de naam ook mogen zijn, de straat is prachtig met kleurrijke huizen met heel veel details. Elzassers zijn dol op het versieren op hun huis en doen dat dan ook uitbundig. Of ze denken dat toeristen dat leuk vinden en ondersteunen zo de lokale economie. Dat Kaysersberg een bloeiende toeristenindustrie heeft is wel duidelijk maar het is nog niet op het niveau als Volendam bij ons en dat maakt het net te behappen. Er zijn wel flink wat souvenirwinkeltjes waar ze de bekende meuk verkopen maar er zijn ook bakkertjes en, nog beter, restaurants waar je heerlijk kan eten. Van goedkoop tot duur hier is voor elk wat wils te krijgen.
Een bezoek aan de kerk mag natuurlijk niet ontbreken en wie het geloofshuis bezoekt wordt verwend met een fraai altaarstuk uit de zestiende eeuw. Het betreft een drieluik aan de hand van Jean Bongartz en het is prachtig. Daarmee is de koek nog niet op want de kerk heeft ook fraaie brandgeschilderde ramen en een aantal mooie kapitelen.
Albert Schweitzer
Volgens de bekende groene gids moet ook de begraafplaats een bezoek waard zijn inclusief een grafkapel uit de vijftiende eeuw. Die hebben we maar even gelaten voor wat hij was en dat hebben we ook gedaan met het museum van Albert Schweitzer. Ik kende deze naam eigenlijk alleen van een school in de buurt waar ik ben opgeroeid maar weet nu dat deze Nobelprijswinnaar van de vrede in Keysersberg is geboren.
Wij kozen ervoor om een wandeling te maken door de wijngaarden en door de bossen naar het volgende dorp waar onze gîte zich bevond. Zo’n wandeling is een echte aanrader en goed voor de eetlust. Dat laatste heb je wel nodig in deze streek.
Hunspach: vakwerkhuizen en de Maginotlinie

De ingang van het Fort Schoenenbourg
Na de Eerste Wereldoorlog bouwde Frankrijk langs de grens met Duitsland een enorme verdedigingsgordel met tientallen bunkers. Eén van de grootste bunkers in deze Maginotlinie staat vlakbij Hunspach.
De Ouvrage d’artillerie de Schoenenbourg kreeg in juni 1940 de volle laag van het Duitse leger maar het was zo goed gebouwd dat het stand hield. Helaas reden de sluwe Duitsers met tanks om de hele linie heen en konden daarna gewoon doorrijden tot aan de kanaalkust. Frankrijk gooide na zes weken de handdoek in de ring en gaf Duitsland zo de grootste overwinning in zijn geschiedenis. Voor de streek rondom Hunspach had deze nederlaag in 1940 grote gevolgen. De Elzas werd weer onderdeel van Duitsland en zo moesten de mannen bijvoorbeeld dienst nemen in het Duitse leger.
De bunker bij het dorp is in het weekend geopend voor publiek en omvat onder andere een geschutskoepel, keuken en een drie kilometer lange gang waar een treintje reed. In de winter is het dicht. Het hele complex lijkt erg om de Hackenberg in Lotharingen.