
Ansouis ***Dorp met een labyrint van straatjes en steegjes
Mocht je plannen in die richting hebben dan is de Ansouis en omgeving zeker de moeite waard. Wij bezochten het dorp als tussenstop bij een ‘verhuizing’ van een gîte bij Castelane en één aan de voet van de Mont Ventoux. Hierdoor kwamen we rond het middaguur aan en dus was het dorp in rust.
Alle clichés over het leven in het zuiden van Frankrijk gaan hier op en dat is zeker geen straf. We maakten rond het middaguur een wandeling naar het kasteel door de slapende straatjes waarbij we werden begeleid door geluiden van de lunch die vanuit de huizen de openbaarheid doordrongen.
Dit miste zijn uitwerking niet. In mijn gedachte zag ik de Fransen zitten aan een tafel vol met plaatselijke heerlijkheden met een gekoelde fles rosé waar je door de condens het etiket er zo van af kan trekken. Voordat ik het wist stond ik in de Boulangerie een olijvenbrood te kopen.

Het kasteel van Ansouis is in de tiende eeuw gebouwd en meerdere keren aangepast.
Kunst
Ook in Ansouis struikel je over de galeries die worden gevuld met de maaksels van de leden van de plaatselijke kunstenaarsgilde. Het blijft moeilijk om de kwaliteit hiervan in te schatten. Het aanbod überkitsch is altijd goed vertegenwoordigd waardoor je de aardige werkjes snel verwart met echt topwerk. Ik kom er maar niet achter of het echt goed is. Het zal te maken hebben met het contrast met het enorme aanbod prutswerk gecombineerd met de vakantiesfeer die zich meester van je maakt. Aan de andere kant heeft Picasso zijn beste werk hier in de Luberon gemaakt.

In Ansouis vind je natuurlijk ook een boel kunstenaars.
Bijzonder is in ieder geval is het Musée Extraordinaire van kunstenaar Georges Mazoyer. Naast kunst maken hield deze man van duiken en deze twee passies komen samen in dit museum waar hij in de kelders een voorstelling heeft gemaakt van het leven onder water. Het is een leuke en mooie tentoonstelling en voor een klein bedrag kan je er een kijkje nemen. Op sommige warme dagen is de koelte van de kelders het al waard.
Kasteel van Ansouis
Bij het kasteel kwamen we er achter dat die gesloten was, die waren ook aan het lunchen. De burcht heeft een lange geschiedenis en is in de tiende eeuw gebouwd om de belangrijke weg tussen Aix en Provence en Apt te controleren. De vesting bestond uit een toren met wat versterkte gebouwen er omhen. De boel ging in de twaalfde en dertiende eeuw flink onder de schop waaruit we kunnen afleiden dat Ansouis in die tijd belangrijk was. Na het einde van de godsdienstoorlogen verloor het kasteel zijn militaire functie. Kennelijk beviel het de heren om in het dorp te wonen want in de zeventiende eeuw werd de vesting omgetoverd tot lusthof met terrastuinen. In de achttiende eeuw worden de gebouwen nog eens flink verbouwd en krijgen ze elegante gevels in de stijl zoals die in Aix en Provence wordt gebruikt.

De prachtige tuinen van het kasteel zijn prachtig en geven lekker schaduw tijdens de zomer.
Ondanks dat het pronkstuk van het dorp privébezit is, kan je het bezoeken en moet de moeite waard zijn. De rondleidingen vinden plaats na de lunch vanaf april tot november, in de winter is het dicht. In verband met de aankomsttijd bij de gîte was dit voor ons niet te doen, gelukkig was de kerk geopend. Het gebedshuis bevindt zich in het kasteel waardoor de buitenkant nogal sober is.
De ingang bevindt zich in de muur van de oude vesting met een mooie ronde trap. Het rechthoekige pleintje voor de ingang is aan drie kanten bebouwd. Tegenover de kerk staat een groot herenhuis met een kunstgalerie. Bij ons bezoek klonk er klassieke muziek uit de open ramen van de hoge vertrekken. De noordelijke kant van het plein is niet bebouwd en geeft een prachtig uitzicht over het landschap.
Kerkje in de vesting
Eenmaal door de deur van de kerk en je bevind je in een totaal andere wereld. Het interieur is zeer rijk ingericht met een goudkleurige altaar, prachtige schilderijen, mooie houten banken en kleurrijk geschilderde muren en plafonds. Dat verwacht je niet zo snel in een kerk, maar dat is een typische hedendaagse verwachting.

Het interieur van de kerk is kleurrijk en vol met decoraties.
In de Middeleeuwen waren bijna alle kerken zo kleurrijk ingericht. De blanken beelden en het sombere interieur zoals wij die nu kennen uit kerken en zoals wij nu denken zoals het hoort, is van na 1500 of later. Ons komt zo’n ingekleurde kerk over als een kermisattractie maar voor een Middeleeuwer, die een tamelijk kleurloos leven had, was het afspiegeling van de hemel.
Eten en drinken
In de Luberon is het goed leven en eten en drinken is daar een belangrijk onderdeel van. In Ansouis hoeft de inwendige mens zich dan ook niet te vervelen. Het brood van de bakker smaakte prima en die kan ik je dus aanbevelen. Ook het ijs van de Ambachtelijke Glacier was prima en mensen op het terras van het café vlakbij de parkeerplaats zagen er gelukkig uit.
Dorst hoef je in Ansoius ook niet te hebben want in de directe omgeving worden druiven verbouwd waarvan heerlijke wijn wordt gemaakt. Net buiten het dorp vind je het Musée des Arts et des métiers du vin, daar kan je alles leren over wijn en natuurlijk het nodige proeven.
In de omgeving van Ansouis
De Luberon is zeker een weekje vakantie waard. In het prachtige landschap liggen heerlijke gehuchten en mooie dorpen waaronder Gordes, Roussillon, Ménerbes en Lourmarin. Tot slot is er de historische stad Aix en Provence waar je je prima kan vermaken.
Video van Ansouis
Beelden van Ansouis

















E-Magazine
Evenementen in Ansouis
Kaart van Ansouis en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Ansouis
Tourtour: karaktervol dorp tussen de olijfbomen ****

Een dorp met zulke huisjes wil je nooit meer verlaten.
Dit geldt zeker ook voor Tourtour. Na een dag vol activiteiten in de natuur, besloten we aan het einde van de middag toch even het dorp in de Provence te bezoeken. De auto konden we direct voor de ingang van het dorp kwijt, waarna wij lopend de straatjes indoken.
Heerlijke geuren
Na amper tweehonderd meter lopen, kwamen we er door de heerlijke geuren uit een restaurant achter dat de natuurtocht ons behoorlijk hongerig had gemaakt.
Er was geen houden meer aan en voordat we het wisten zaten we achter een koel biertje op het dorpsplein waar drie gitaristen rustige jazz produceerden het plaatje compleet maakten. We wisten het zeker: hier gaan we nooit meer weg!
Een nadeel van een laat bezoek is wel dat de attracties meestal al gesloten zijn. Wij hebben dus een bezoek aan de oliemolen en de verzameling fossielen moeten missen, maar daar ben in een dorp als Tourtour eigenlijk ook niet voor.
Hoewel de oliemolen wel interessant is. Hij dateert uit de zeventiende eeuw en wordt nog steeds gebruikt. In september worden hier miljoenen olijfjes van de bomen rondom Tourtour geperst tot olie. Ben je rond die tijd in de buurt, dan is een bezoekje zeker de moeite waard. Helaas voor ons maar we hebben wel genoten van de schilderachtige straatjes en steegjes waar op het late uur zowaar bewoners te zien zijn. Normaal zijn dit soort dorpjes uitgestorven op toeristen na dan. De lage zon zorgde voor prachtige licht.
Drie kastelen
Hoewel Tourtour niet heel groot is, heeft het toch maar liefst drie kastelen, althans de resten daarvan. Het oudste kasteel, of de ruïne daarvan, dateert uit de dertiende eeuw. Duidelijk is dat hier iets te verdedigen viel tegen de plunderende huursoldaten of ander naar volk.
Vandaag de dag is er nog een puik kasteeltje met peperbustorens te vinden dat nu dienst doet als gemeentehuis. Helaas konden wij vanwege het late uur niet naar binnen. Dat gold ook voor De Saint Denis, een kerkje naar Romaans model. Dat was wel jammer, maar het geeft ons een reden om hier nog eens terug te keren. Wat weer niet zo naar is.
De Provence: een geliefde streek met een rijk verleden
Als God bestaat dan woont hij in de Provence, of in Toscane. Misschien is dat wat overdreven, maar Hij heeft wel erg zijn best gedaan bij het maken van deze streek in het zuiden van Frankrijk. Het lijkt wel of je je in de Provence als bijna vanzelf een gelukkig mens voelt. Bergen, vlaktes met lavendelvelden […]
Lourmarin: het dorp waar je het leven wil vieren ***
Het kasteel van Lourmarin wordt nu gebruikt voor tal van culturele activiteiten, zoals concerten en lezingen. Tevens is er een academie gevestigd waar jongeren een spoedcursus in talen, cultuur en geschiedenis krijgen. Als ik tiener zou zijn, had ik mij daar een paar weken in de zomer uitermate goed vermaakt. Het slot is gewoon open voor publiek en er zijn ook leuke speurtochten voor kinderen.
In het verleden is het niet altijd pais en vree geweest in Lourmarin. Tijdens de godsdienstoorlogen in de zeventiende eeuw koos het dorp de kant van de hugenoten. Dat bleek in 1545 een vrij ongelukkige keuze te zijn, want toen werd het dorp platgebrand door de katholieken. Gelukkig is het vandaag weer allemaal netjes opgeruimd en weer opgebouwd.
Toch zijn er nog steeds brokstukken uit dit bewogen verleden te vinden in het mooie dorp in de Vaucluse. Zo staat er midden in het centrum een protestantse kerk. En hoewel je weet dat Frankrijk een hugenoten verleden heeft, is het als Hollander toch vreemd om zo zuidelijk ineens voor zo’n kerk te staan.
Vlakbij deze kerk staat één van de vele fonteinen die er in Lourmarin staan. Deze is wel één van de leukste. De fontein heeft twee waterspuwers in de vorm van twee hoofden van mannen. De hoofden hebben twee baarden van mos en dat geeft een erg leuk effect.
Bekende inwoners
Als je door de straatjes van het dorp loopt en één van de vele galeries bezoekt dan wordt het je wel duidelijk dat hier veel kunstenaars wonen. Ook in het verleden was Lourmarin een geliefde plek voor creatieven om inspiratie op te doen. Beroemde schrijvers als Henri Bosco en Albert Camus hadden hier een huis.
Maar ook nu nog wonen er schrijvers. De meest bekende is de Brit Peter Mayle die bekend is van zijn boek ‘A good year’. Het boek speelt zich af in Menerbes maar is verfilmd in Gordes. De film is trouwens een prima manier om een regenachtige winterdag in Nederland door te komen. Het succes van de boeken van Mayle heeft wel tot gevolg gehad dat een groot deel van het Engelssprekende deel van de wereldbevolking de Luberon als toerist wil bezoeken.
Combe de Lourmarin
Vlakbij het dorp ligt de Combe de Lourmarin. Dit is de geologische grens tussen de Grand- en Petit Luberon. Het vrij smalle dal, of kloof eigenlijk, wordt de basis van een spectaculair landschap met hoge rotsen. Als het niet al te heet is, dan is een wandeling naar deze kloof een aanrader.
Venasque: oud dorp in de Vaucluse ***

De kerktoren van Venasque.
Het plateau van de Vaucluse is een kalkplateau waar verschillende rivieren lopen. Deze riviertjes zetten slib af dat zorgt voor uiterst vruchtbaar land. Hierdoor is de Vaucluse al eeuwen een belangrijk gebied waar steden als Avignon, Orange en Carpentras konden ontstaan.
Merovingische doopkapel

Vanaf het dorp heb je prachtig panorama.
Ook cultureel was Venasque een belangrijke plaats in de middeleeuwen. De Merovingers, de voorlopers van de Karolingers, bouwden er een doopkapel die er nu nog staat. Hoewel het bouwwerk in de elfde eeuw flink is verbouwd, geldt de kapel als één van de oudste christelijke gebouwen van Frankrijk. Verplichte kost bij een bezoek aan dit Franse dorp!

Het interieur van de doopkapel in Venasque.
In de twaalfde en dertiende eeuw behoorde het dorp toe aan de graaf van Toulouse. In die tijd kreeg het dorp nog meer status aangezien er een bisschop zetelde. Helaas voor de graaf moest hij de streek na de kruistocht tegen de Albigenzen die hij verloor afstaan aan de Franse koning. Aan het einde van deze eeuw veranderde het gebied weer van eigenaar. Dit keer was het Paus Gregorius X die er de baas werd. Hij kreeg het uit handen van Philips de Stoute, op zijn minst een aardig cadeau zou je zeggen. Het pauselijke bezit in het zuiden van Frankrijk zou een paar decennia later de basis vormen van het besluit om in Avignon te gaan wonen.
De streek kwam nooit meer in handen van de Franse koning. Pas in 1791 behoorde het weer bij Frankrijk, maar toen was de koning inmiddels van het politieke toneel verdwenen. Twee jaar later verloor hij zelfs zijn hoofd. In de pauselijke tijd ontwikkelde de Vaucluse zich economisch en werd er een centraal bestuursapparaat gevormd.
Wandelen in het dorp
Het dorp nodigt uit om lekker een uurtje rond te wandelen. Het heeft mooie herenhuizen, straatjes en prachtige pleintjes met fonteinen. In het kerkje vind je een uniek altaarstuk. Een kunstig houtsnijwerk dat waarschijnlijk in Avignon is gemaakt.
Eten kan je ook prima in één van de twee restaurants. In Les Remparts heb je vanaf de eetzaal een fijn uitzicht over de vlakte. Bij de fontein vind je de Auberge La Fontaine. Dit restaurant heeft zowaar een video op Youtube
In de omgeving van Venasque
Het zuiden van de Vaucluse barst van de leuke dorpjes en stadjes. Vlakbij Venasque liggen Gordes, Roussillon en Ménerbes, stuk voor stuk `Beaux Villages´. Maar er zijn tal van schilderachtige dorpen in deze streek. Steden als Carpentras, Avignon en Marzin zijn ook meer dan het bezoeken waard.
Wie meer van natuur houdt, kan natuurlijk niet om de Mont Ventoux heen. Maar ook de Gorges de la Nesque is zeer bijzonder.
Ménerbes: op de top van de Luberon ***

Naast de poort van Ménerbes staat een klokkentoren.
De populariteit van de plek is niet zo raar. De berg waarop het dorp is gebouwd, geeft een goed uitzicht over het Luberon gebergte. Dat is niet alleen mooi, maar het is ook strategisch belangrijk, omdat je dan makkelijk je tegenstander ziet aankomen. Volgens Nostradamus, die in Aix woonde, heeft het dorp de vorm van een boot. Hoewel deze man wel meer dingen zag die anderen niet zagen, kan je met een beetje fantasie inderdaad in de vorm van het dorp een boot ontdekken.
Een beetje dorpje van aanzien in Frankrijk heeft natuurlijk kunstenaars binnen zijn gemeentegrenzen wonen. Zo ook in Ménerbes, waar verschillende kunstenaars en creatievelingen leefden, en niet de minste. Iemand als Picasso mocht hier graag komen, zijn muze Dora Maar woonde hier, en Nicolas de Staël had er een huis. Maar ook schrijvers als Albert Camus en Francois Nourissier waren inwoners van het dorp in de Vaucluse.
Klinkende namen waarvan je zou denken dat ze genoeg toeristen zouden trekken. Maar de echte doorbraak van Ménerbes kwam in de jaren negentig van de vorige eeuw toen Peter Mayle het boek ‘A year in the Provence’ publiceerde. Het werd een internationale bestseller. Het boek vormt de basis van de film ‘A good year‘ met Russel Crowe in de hoofdrol. De film werd trouwens opgenomen in Gordes, dat niet zo ver hier vandaan ligt. Daarnaast werd het boek ook gebruikt voor een televisieserie.

Het kerkje in Ménerbes.
Dankzij dit boek en de film stond Ménerbes in één keer op de toeristische wereldkaart en sindsdien rijden er bussen met Amerikanen en Japanners af en aan. Gelukkig niet toen wij Ménerbes op een dinsdagochtend in augustus bezochten.
Burgemeester
Een andere bekende inwoner van Ménerbes is de burgemeester: Yves Rousset-Rouard. Hij was de producent van de Emmanuelle films in het begin van de jaren zeventig, met natuurlijk ‘onze’ Sylvia Kristel in de hoofdrol.
Yves is een veelzijdig man, want naast het produceren van films en het zijn van een magistraat is hij tevens een verzamelaar van kurken. Net als postzegels lijkt het erop dat de kurk zich langzaam maar zeker uit ons leven aan het verwijderen is door het toedoen van die malle schroefdop die je ook steeds meer op Franse wijnflessen aantreft. De beste man verzamelde zo veel kurken dat er een museum voor is gemaakt; Musée du Tire-bouchon.
Voor de lekkerbekken is het zeker interessant om een kijkje te nemen in het Maison de la Truffe et du Vin. Hier is het mogelijk om meer te weten te komen over twee van de lokale lekkernijen, truffels en wijn. En hoewel wij er niet binnen zijn geweest, te veel kinderen, denk ik dat je er ook wel iets kan proeven.

De kapel net buiten Ménerbes.
Tot slot ligt even buiten het dorp de Abdij van St-Hilaire. Wij zijn er niet geweest, maar gezien de website heb ik daar een beetje spijt van. Maar die ontdekte ik pas nadat we in Ménerbes waren geweest.
Waar we ook zijn geweest, en wat zeker de moeite waard is, is een oud kapelletje. Deze ligt aan de noordkant, net buiten het dorpje. Bij de poort staat de kapel al aangegeven die je na een korte maar mooie wandeling bereikt. De kapel is niet helemaal meer in nieuwstaat, maar dat vind ik juist wel mooi. Hopelijk houden ze dat zo.
Na de wandeling naar het kappeltje besloten we een kop koffie te drinken bij het tentje bij de ingang van het dorp. Het grote terras zag er uitnodigend uit. De bediening was dat niet, ik kan mij niet precies herinneren wat er aan de hand was, maar echt gezellige lui waren het niet.
Goed eten kan je wel in Ménerbes. In de rue du Cheval Blanc zit Auberge de la Bartavelle, waar je prima kan lunchen en dineren.
Roussillon: schilderachtig dorp van oker ****

Roussillon ligt op een berg vlak naast een okermijn.
Zo wordt in de verfmolen De Kat op de Zaanse Schans nog altijd oker uit Roussillon gebruikt om verf te maken. We weten dat dit pigment uit de Luberon ook door de Hollandse Meesters in de zeventiende eeuw werd gebruikt. Het is vrijwel zeker dat Rembrandt zijn verf maakte met oker uit deze mijn. Om maar iemand te noemen.
Romeinen
Maar hier wordt al veel langer oker gewonnen. De Romeinen waren hier al druk met het pigment en ook zij gebruikte het oker om kleur te geven aan tal van zaken. En dit is eigenlijk nooit meer opgehouden. Je kan dus gerust zeggen dat heel veel Europese kunst is gemaakt met het spul dat hier uit de grond komt.
De wandeling door de mijn, of groeve, duurt ongeveer een uur en leidt je door diepe kuilen, halve grotten en bizarre half afgegraven bossen. Trek voor deze wandeling niet je pas aangeschafte maatpak van Armani aan, want je wordt ongetwijfeld stoffig en omdat het stof pigment bevat krijg je het ook zeer moeilijk uit je kleren.
Voor kinderen is het een feest om de mijn te bezoeken. Ze kunnen er heerlijk rennen door dit bizarre landschap. Onze kinderen vonden het fantastisch.
Wij bezochten Roussillon en de mijn samen met een ander gezin midden in de zomer. Een paar jaar later hebben hier even verderop ook de Tour de France nog voorbij zien rijden.

Een wandeling door de okermijn, of groeve, is een echte belevenis.
Het zal je niet verbazen dat het midden in augustus behoorlijk druk was in het dorp. Gelukkig is de okermijn groot genoeg om flink wat toeristen te herbergen zonder dat je daar nu echt last van hebt. De ingang van de mijn ligt een paar honderd meter van het dorp af en om erin te mogen moet je een klein bedrag betalen. Maar dat is absolute de moeite waard. Ten eerste is het best interessant om iets te leren over het pigment zelf, hoe het wordt gebruikt en hoe lang het al wordt gebruikt en door wie.
Unieke ervaring
Maar bovenal is de wandeling door de okermijn een unieke ervaring die je lang zal bijblijven. Je loopt door een uniek landschap dat half natuur en half door de mens is gemaakt. Hoewel het best groot is heeft het een aangename schaal waar je je nooit verdwaald in voelt.
En dan de kleuren. Vooral op de plekken waar het oker is afgegraven zijn de kleuren heel intens. De zomerzon maakte het tijdens ons bezoek nog eens extra kleurrijk waardoor de wandeling bij mij al een zeer bonte herinnering bijgebleven.
Het dorp
De wandeling is prima te doen voor iedereen die redelijk ter been is. Tijdens de tour kunnen kinderen lekker hun eigen gang gaan want veel gevaar is er niet, maar trek niet hun nieuwste kleren aan.
Na een wandeling in de okermijn is het tijd voor het dorpje. Het is er niet zo druk, wel gezellig en je vindt er natuurlijk een soort van museum over de oker en er zijn tal van leuke terrasjes te vinden waar je even wat kan drinken na de wandeling.
Het pleintje biedt genoeg afleiding om eens lekker te kijken genieten van een drankje en na te praten over de okermijn of andere belangrijke zaken van het leven. Het gemeentehuis is prachtig maar ook de andere huizen, die dateren uit de zeventiende eeuw, ademen een heerlijke sfeer.
Als je weer op adem bent, is een wandeling naar de kerk de moeite waard. Het straatje naar de kerk toe is één van de schilderachtigste die ik in Frankrijk heb gezien.

Hoewel niet echt talrijk, zijn de straatjes in Roussillon uitermate schilderachtig.
Hoewel Roussillon op Gordes na de meeste toeristen per jaar weet te trekken viel het qua drukte in het dorp zelf mij mee.
Er waren zeker wel mensen maar niet belachelijk veel. Ik heb het vermoeden dat de meeste toeristen alleen de okermijn gaan bekeken.
Jammer natuurlijk want het is een leuk dorpje maar de rust is natuurlijk ook wel fijn. Drink dus fijn een drankje op één van de terrassen na het bezoek naar de okermijn.
Gordes: droomdorp in de Provence *****

De doorkijkjes in het dorp zijn soms adembenemend.
Het dorp is al meer dan eens het decor geweest van een film. De bekendste is wel ‘A good year‘. Een mooi gemaakte film die je het best kan kijken op een regenachtige zondagmiddag. Je voelt je dan direct een stukje beter.
De mooiste route om Gordes te benaderen is vanaf het zuiden. Neem de D2 en sla af op de D15. Vanaf deze bochtige weg laat het plaatsje zich af en toe zien en zal je als chauffeur je niet moeten laten afleiden door het uitzicht.
Het laatste stukje naar het dorp maakt de weg een lange slinger waardoor je een prachtig uitzicht hebt op het dorp. In het dorp rij je direct een plein op met het kasteel. Aangezien het nogal druk kan zijn, moet je de auto iets verder in het dorp kwijt zien te raken. Moeilijk is dat niet want er zijn parkeerplaatsen genoeg, wel allemaal betaald trouwens.
Naast filmploegen zijn er in Gordes ook in de loop van de tijd tal van kunstenaars neergestreken. Als je door de straatjes loopt dan kom je veel winkeltjes tegen waar kunst en kunstzinnige zaken worden aangeboden. Als je goed zoekt en je niet gek laten maken door je vakantiegevoel kan je hier ook echt iets moois vinden.
Eten kan je in Gordes ook prima. Er zijn genoeg restaurantjes te vinden en in een steegje tegenover het kasteel vind je een redelijk goede bakker. De prijzen zijn heel toeristisch, maar ach.
Om de drukte een beetje te ontvluchten, loop je via de kerk naar beneden. De nauwe straatjes zijn soms best stijl, maar het is de moeite waard om even naar beneden te lopen, want daar wacht een mooi uitzicht op het dal. Wie doorloopt komt zelfs een klein openluchttheater tegen.
Kerkje
De kerk is somber van buiten maar verrassend kleurrijk van binnen. Het is voor een 21ste-eeuwer even wennen, maar in de middeleeuwen zagen alle kerken er van binnen erg kleurrijk uit. Het idee van schoonheid van witte beelden en stenen is typisch iets van deze tijd. In de middeleeuwen was een kerkbezoek één groot feest voor de ogen. Te meer omdat kleuren in het dagelijks leven niet veel voorkwamen. Het was gewoon te duur.
Kasteel

Gordes heeft gezellige straatjes met leuke winkeltjes.
Het op het centrale plein gelegen kasteel stamt uit de zestiende eeuw. In de twintigste eeuw werd het bewoond door de kunstenaar Victor Vasarely. Maar voor een overzicht van zijn werk kan je beter doorrijden naar Aix en Provence en het Foundation Vasarely bezoeken. Nu vind je er een museum met werken van de Vlaamse kunstenaar Pol Mara. Moderne kunst in een zestiende eeuws kasteel, het kan en het klopt ook allemaal in Gordes.
Village des Bories
Onderaan de berg ligt de Village des Bories, een negentiende eeuws dorp waar de woningen zijn opgetrokken in een stijl die werd gebruikt rond 5.000 v Chr. Het geeft een goed idee hoe de mensen in de Provence leefden in de prehistorie.
In de omgeving
In de Vaucluse verveel je je nooit. Wie in Gordes is, mag zichzelf niet een bezoek aan de Abdij van Sénanque ontzeggen. Dit cisterzienzer klooster is nog altijd in gebruik en ligt in een prachtige kloof vol met lavendelvelden. Iets verder ligt de Gorges de la Nesque. Niet zo enorm als de Gordes de Verdon, maar als je toch in de buurt bent, zeker het omrijden waard.

Als je een beetje doorloopt kom je zelfs in Gordes in de zomer nog mooie stille hoekjes tegen