
Boulogne-sur-Mer Levendige havenstad aan de Opaalkust ***
Het stadje heeft een prachtige oude binnenstad, de een enorme vissershaven, een zeer groot aquarium en zelfs een mooi strand. Vanaf Utrecht is het een kleine vier uur rijden en dus een perfecte plek voor een lang weekend of een midweek.
De geschiedenis van Boulogne-sur-Mer gaat terug naar de verovering van Gallië door de Romeinen. Het was Caesar zelf die Boulogne-sur-Mer, toen Portus Itius genaamd, uitkoos als uitvalsbasis voor een invasie van Brittannië.
Hoewel hij als één van de grootste militairen uit de geschiedenis wordt geschouwd veroverden hij geen enkel gebied in Engeland terwijl hij er toch twee keer met een flinke legermacht is geweest.
Napoleon
Een ander groot militair die Engeland niet wist te veroveren en hier zijn sporen heeft achter gelaten is Napoleon. Hij verzamelde hier even ten noorden van Boulogne de Grande Armee om het kanaal over te steken. Hoewel deze hele onderneming niet echt van de grond is gekomen staat er een enorme zuil met het kleine mannetje erop.
Het is de plek waar hij voor het eerst de Légion d’Honneur uitreikte en voor Fransen is het daarom wel een dingetje. De zuil die geïnspireerd is op die van Trajanus in Rome, je bent keizer of niet, en is zelfs een Monument National en daar zijn er niet zo veel van. Als je geïnteresseerd bent in Napoleon dan is dit een interessante plek.
Stad met twee gezichten
Veel interessanter is Boulogne-sur-Mer zelf, een stadje met twee gezichten. Het oude centrum met zijn prachtige straatjes, fijne pleintjes, een mooie middeleeuwse muur en een overdreven negentiende koepelkerk vind ik het mooist.
Maar dat wil nog niet zeggen dat de dynamische buurt bij de haven met zijn restaurants, bars en leuke winkeltjes niet de moeite waard is. Bovendien is hier ook Nausicaá te vinden, dat volgens eigen zeggen het grootste aquarium van Europa is en meer dan 800.000 bezoekers per jaar heeft. Een prima attractie met kinderen maar het heeft zeker ook voor volwassenen voldoende te beiden om je een halve dag te vermaken.
Grootste Vissershaven
Boulogne-sur-Mer is de grootste vissershaven van Frankrijk die het hele land voorziet van vis en zeevruchten. Je kan hier dan ook goed eten in één van de talloze restaurantjes. Het havenfront is een gezellig geheel en een prima plek om aan het einde van de middag te vertoeven. De vis of schaaldieren zijn hier van uitstekende kwaliteit waarbij de vanzelfsprekende witte wijn kan worden vervangen voor een biertje uit de streek. Dit deel van Frankrijk heeft een lange biertraditie en er zijn tal van lokale varianten. Omdat bier in Frankrijk steeds populairder wordt is er voor de bierkenner genoeg te ontdekken.

De Porte Neuve is één van de vier poorten die toegang geven tot de oude stad.
Of je nu wijn en bier drinkt, neem altijd een kaasplankje met producten uit de streek. Het land achter de kust bestaat uit kruidig weiland waar koeien hun ding doen en de boer kaas maakt.
Le Portel
Bij warm weer is het mogelijk om af te koelen op het strand van Le Portel. Deze groene wijk heeft een anderhalf kilometer lang strand dat in de negentiende eeuw druk werd bezocht door de Parijse elite. Het massatoerisme is verplaatst naar warmere oorden maar het is nog altijd populair bij de plaatselijke bevolking. Bij minder warm weer kan je hier strandzeilen of gewoon lekker wandelen en uitwaaien.
Bovenstad
Het oude centrum, dat ook wel de bovenstad wordt genoemd, ligt op loopafstand van de haven maar je kan er ter plekke ook goed parkeren. In de zomer schijnt het er druk te zijn maar wij bezochten de stad op een zonnige dag in mei en parkeerden de auto voor één van de vier poorten. Om de oude binnenstad te bereiken moet je door één van deze poorten want het hele centrum is geheel ommuurd en dat is natuurlijk altijd mooi.
Notre-Dame
De eerste attractie is al van verre zichtbaar en dat is de enorme basiliek Notre-Dame. Je hoeft geen architectuurgeschiedenis te hebben gestudeerd om te zien dat deze kolos hier eigenlijk niet hoort. Daarmee wil ik niet direct zeggen dat het een lelijk ding. Met name de buitenkant is naast groot eigenlijk best aardig. Het is alleen zo hoog dat de huizen en gebouwen erom heen letterlijk in de schaduw zet. Het ontwerp is duidelijk geïnspireerd op Sint Pauls in Londen met zijn hoge grote koepel en statige gevel.

De binnenkant van de kerk is niet geheel vrij van kitsch maar de koepel is van binnen mooi.
De basiliek staat precies op de plek waar in de oudheid een Romeins kasteel stond dat over de stad én de haven heerste. Het is niet de eerste kerk die hier staat want in de middeleeuwen stond hier een kathedraal die de Franse Revolutie niet heeft overleeft. De huidige kerk is in de loop van de negentiende eeuw gebouwd op de fundamenten van de oude middeleeuwse voorganger. Het is ook niet de oudste kerk in de stad want er staat ook nog een kerk voor Sinterklaas, de beschermheilige van kinderen en zeelui.
De heilige maagd
De kerk is gewijd aan de heilige maagd Maria en daar hoort een mooi verhaal bij. In de vroege zevende eeuw voer een bootje met een beeld van de Maria en kind de haven in. Het scheepje werd daarbij fel verlicht en had verder geen opvarende aan boord. Een spectaculaire entree die niet zou misstaan in een moderne musical lijkt mij.

Het beeld (niet origineel) van Maria met kind in de kerk Let op het autowiel onder het plateau waarop het beeld staat.
Nog opmerkelijker was dat bijna de hele gemeente tijdens dit gebeuren zat te bidden in de kerk waar plots Maria verscheen en de mensen vertelde dat het houten beeld een plaats zou moeten krijgen in de kerk en aanbeden zou moeten worden. Aan dit verzoek werd natuurlijk voldaan en sinds die dag was Boulogne een bedevaartsoord van internationale allure. Jaarlijks trok het beeld duizenden pelgrims waaronder ook edelen en zelfs enkele koningen.
Het beeld van Maria is helaas in de loop van tijd verloren gegaan. Al in de zestiende eeuw werd er door de koning van Frankrijk een nieuw beeld geschonken die tijdens de verwoesting door de revolutionairen bijna helemaal werd verbrand. Bijna, want een hand van het beeld bleef bewaard en die is nog altijd te bewonderen in de kerk.
Afschuwelijk interieur
Het interieur van de kerk is bijzonder negentiende-eeuws en dat is in mijn ogen geen compliment. Ik zag laatst iemand op televisie zeggen dat er een herwaardering is voor neo-architectuur uit de negentiende eeuw. Dat zou kunnen maar dan niet door mij. Ik vind het ronduit lelijk, smakeloos, kitscherig maar zeker interessant. In Nederland kennen wij Pierre Cuypers die Nederland halfvol heeft gezet met feestkerken in een afschuwelijke neostijl. Mooi zijn ze allemaal niet, interessant des te meer.
Crypte
En toch is de Notre-Dame in Boulogne-sur-Mer één van de meest indrukwekkende kerken van Frankrijk en dat is ook nog eens voor een groot deel aan de negentiende-eeuwse bouwlust te danken. Tijdens de bouw van de huidige kerk werd namelijk een enorme crypte uit de elfde eeuw ontdekt. Een compleet middeleeuws ondergronds labyrint met de afmetingen van de huidige kerk; honderd meter lang en veertig meter breed. En daarmee is het één van de grootste in Frankrijk en zelfs in Europa.
De crypte werd na de opening van de kerk ingericht als museum en staat vol met reliekhouders en andere kerkschatten. Enkele wanden zijn in de negentiende eeuw voorzien van schilderingen maar de kapitelen van enkele zuilen uit de elfde eeuw zijn nog puntgaaf. Maar het is met name bijzonder om door de ruimtes en gangen te lopen die zolang geleden zijn gemaakt.
Belfort
Eenmaal weer buiten is het leuk wandelen door de gezellige straatjes vol met mooie panden. In het midden van het stadje staat het stadhuis met een plein dat tijdens ons bezoek vol stond met bloemen. Zoals het hoort in noordwest Frankrijk heeft het stadhuis een toren; een Belfort. En daar zijn ze in deze streek, en in Vlaanderen, trots op. 56 daarvan staan zelfs op de werelderfgoedlijst van de UNESCO.

Het plein voor het stadhuis is vrolijk versiert met bloemen.
Met deze torens wilden de bestuurders van steden hun macht laten zien want naast de kerk en de adel was er dertiende en veertiende eeuw een derde groep bijgekomen die torens kon bouwen en dat mocht iedereen weten.
Dit klinkt misschien eigenlijk best kinderachtig maar nu bouwen we wolkenkrabbers die de prestige van een stad of zelfs land laten zien. De torens hadden natuurlijk ook praktische nut; je kan de streek goed in de gaten houden voor nader onheil óf in het geval van grote stad, snel brand ontdekken.
Net als bijna alle andere staat de Belfort van Boulogne naast het gemeentehuis. Maar eigenlijk is het andersom want de toren is ouder en behoorde ooit tot het kasteel van de plaatselijke graaf. Het raadhuis werd een eeuw later gebouwd naast de toren. Je kan de Belfort beklimmen en dan heb je prachtig uitzicht over de oude stad, de haven, het kanaal en bij helder weer kan je zelfs Engeland zien. Dat hebben wij niet gedaan want we wilden een wandeling maken over de verdedigingsmuren.
Verdedigingsmuren
De verdedigingsmuren zijn gebouwd in de dertiende eeuw op het fundament van Romeinse muren en vervolgens in de zestiende en zeventiende eeuw versterkt. De muren sluiten de hele oude stad af van de buitenwereld en zijn gewoon openbaar gebied. De plaatselijke bevolking gebruikt het als een soort park en je kan er prima picknicken.
In de zuidoostelijke hoek staat een fraai klein kasteel dat nu dienst doet als museum met een opmerkelijke mooie collectie van Griekse vazen. Het is gebouwd door een zoon van de Franse koning en diende lang als zetel van de plaatselijke graaf. Het gebouw zelf is één van de eerste kastelen in Frankrijk zonder een Donjon, een versterkt gebouw binnen de muren.
Video van Boulogne-sur-Mer
Beelden van Boulogne-sur-Mer





E-Magazine
Kaart van Boulogne-sur-Mer en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Boulogne-sur-Mer
De mooiste dorpen in de Nord Pas-de-Calais
De noordelijkste regio van Frankrijk is de Nord Pas-de-Calais. Sinds 2016 behoort het bij de ‘Hauts-de-France’ dat veel groter is. De Pas-de-Calais ligt het dichtst bij Nederland en er zijn ook duidelijk Nederlandse invloeden. In de streek rond Duinkerken, Dunes de Flandres, wordt Vlaams gesproken maar uit ervaring weet ik dat je daar niet een […]
Le Touquet-Paris-Plage: beetje gek, maar wel leuk *
Die laatsten kwamen in het kielzog van een Britse zakenman met een grote liefde voor the continent én het strandleven. Dat kwam in de loop van de negentiende eeuw op in West-Europa. Tot die tijd waren stranden saai en nat, en je werd er maar vies.
Follies
Aan bouwvoorschriften deden ze nog niet begin vorige eeuw , dus vind je in Le Touquet aardig wat follies. Rare bouwsels, een beetje romantisch, zodat een dame uit de gegoede kringen lekker weg kon dromen in een kasteelachtig optrekje. Alles aan ruime lanen, heel aangenaam. Twee casino’s zijn er, en een paar reusachtige hotels. Wij bezochten vooral de winkelstraat die richting zee gaat.
Sjieke restaurants en crèperies, ramsjachtige toeristenwinkeltjes en haute couture-bonbons, van alles zit er. Plezierig druk was het, en op het strand staat een reusachtige waterpark met enorme glijbanen. Ook bij minder weer kun je toch genieten van iets wat op de zee lijkt, zal het idee zijn geweest.

Le Castel in Le Touquet: vrij naar Doornroosje. Foto Syndicat d’Initiatives Le Touquet
De sjieke Fransjes komen nog steeds in Le Touquet-Paris-Plage, voor tussendoorvakantietjes. Een weekje uitwaaien en dan op stap voor het echte werk: drie weken naar Corsica, of naar Thailand. Een beetje vergane glorie is het wel. Ook heel charmant. En je zit niet zo in de drukte!
Wandelen
Wij bereikten Le Touquet te voet, vanuit Sainte-Cécile Plage. Dat ligt iets noordelijker. We liepen over het strand bij eb, het was eindeloos breed en het licht bleek en intens tegelijk. Her en der lag nog een bunker sloom te verzinken. Even overwogen we de monding van de rivier de Canche te doorwaden, die op het drooggevallen strand een simpel stroompje leek. Het zou ons de omweg landinwaarts over de brug bij Étaples schelen, minstens twee uur extra.
Maar we durfden het niet – de vloed kan hier snel opkomen en misschien raakten we dan ingesloten door het water. Dus liepen we langs de monding stroomopwaarts (een natuurpark trouwens), eerst door de glupsende modder, later op droger terrein. Daar leerden we van een hulpvaardige plukker welke delen van zeekraal je het best kunt eten. Hij was al een paar uur bezig zijn rieten mandje te vullen. Even verderop gaven twee dames ons hun boeketjes lila de mer (lamsoor) cadeau.
Die groeien in grote zacht-paarse velden. Een beetje de lavendel van de kust, net zo mooi, maar dan geurloos. Met hulp van familie die zo goed was om ons met de auto op te pikken een eind verderop, raakten we toch snel in Le Touquet.
Maar goed ook, zo bleek. Die bedding van de Canche is hartstikke verraderlijk, met sables mouvants. Drijfzand dus. Zijn wij even blij dat we deze tocht hebben overleefd!
La Coupole: lanceerinstallatie voor de Duitse V2-raketten ***
Geschiedenis van de V2
Al voor de Tweede Wereldoorlog was Hitler zeer geïnteresseerd in moderne oorlogsvoering en vernieuwende wapens. Het leger en de luchtmacht kregen alle ruimte voor het ontwikkelen van experimentele wapens en één daarvan was het onderzoek naar raketten met vloeibare brandstof. In het noorden van Duitsland werd een eiland in de Oostzee, Peenemünde, ingericht als onderzoekscentrum waar de raket werd ontwikkeld. De belangrijkste ontwerper, Wernher von Braun, zou na de oorlog in Amerikaanse dienst de Saturnus V raket ontwerpen waarmee de maanlandingen mogelijk werden. De Engelsen kregen lucht van het eiland en bombardeerden het grondig.
De Duitsers besloten het hele rakettenproject onder de grond te brengen en bouwde daarvoor twee enorme ondergrondse complexen. In het oosten van Duitsland werd in een berg een complete fabriek gebouwd waar de raketten werden geproduceerd. Om de raketten te lanceren werd in Noord Frankrijk bij Saint Omers een lanceerbasis gebouwd.

In het museum hangt een originele V2. Slechts een handje vol van deze raketten bestaan nog. In Nederland staat er één in het militair museum in Soesterberg.
De V2 had een praktisch bereik van ongeveer 180 kilometer en om Londen te bereiken moest deze vanaf de Noordzeekust worden gelanceerd. De militairen gaven de voorkeur aan mobiele lanceerinstallaties maar Hitler wilde een grote lanceerbasis. Groot is goed was de gedachte. In de noorden van Frankrijk werd in 1943 bij Watten begonnen met de bouw van enorme bunker. Deze werd echter snel opgemerkt door de Engelsen die vervolgens de boel plat bombardeerden. Deze eerste rakettenbasis, Le Blockhaus genoemd, is er nog steeds en is net als La Coupole een museum.
Om de boel aan het oog van de Engelsen en Amerikanen te onttrekken lieten de Duisters hun oog vallen op een plek bij Wizernes, een paar kilometer verderop. Hier was een heuvel van kalksteen waar je makkelijk tunnels in kan graven. Daarbij lag de plek vlakbij een spoorlijn waarover de raketten die in Duitsland werden gemaakt, konden worden getransporteerd.
Het hele complex was echter zo groot dat de heuvel moest worden versterkt om voldoende bescherming te bieden. Er werd een betonnen koepel gebouwd met een diameter van 71 meter en een dak van vijf meter dik. Dat is nu nog steeds indrukwekkend. De koepelgevangenis in Breda heeft bijvoorbeeld een diameter van 62 meter.
Onder deze koepel zouden de raketten rechtop worden gezet en klaar gemaakt voor lancering. De V2 zou vervolgens rechtop naar buiten worden gereden en gelanceerd waarna het tien minuten later Londen zou bereiken.
Het complex werd in negen maanden gebouwd met behulp van Franse krijgsgevangenen en dwangarbeiders. Maar net als met Le Blockhaus werd ook deze nieuwe bunker ontdekt door de Engelsen waarna er 3.000 ton aan bommen op werd gegooid. Bij deze aanvallen werden twee Tallboys gebuikt, de grootste bom in het Engelse arsenaal die in aangepaste bommenwerpers werden vervoerd en een explosie veroorzaakte die werd vergeleken met een aardbeving.
De constructie was echter van de bekende Duitse kwaliteit en doorstond deze aanvallen. Een indrukwekkend prestatie maar de directe omgeving was echter zo verwoest dat het complex onbruikbaar was en zo werd hier nooit een raket afgevuurd. Uiteindelijk werden de V2’s afgevuurd van de mobiele lanceerinstallaties onder andere vanuit Wassenaar. Het belangrijkste doel was Londen maar ook het net bevrijde Antwerpen kreeg te maken met de raket. Minder bekend is dat ook Maastricht werd bestookt door de V2.
Het museum La Coupole
Na de oorlog werd het complex vergeten en hoewel in de koude oorlog het Engelse en Franse leger hebben gekeken of het nog kon worden gebruikt verviel het snel. In de jaren negentig werd het ingericht als museum en in 2005 werd het opnieuw ingericht.

De ingang van het bunkercomplex La Coupole.
Duidelijk is dat het museum voldoende budget had om er iets van te maken. Op de plek waar de raketten zouden worden gelanceerd parkeer je nu je auto naast het nieuwe entreegebouw. Bij de balie krijgt iedereen een koptelefoon waar een klein kastje onder hangt dat reageert op zendertjes die her en der in het museum hangen. Zodra je in de buurt van zo’n zender komt wordt de relevante informatie voorgelezen. Dus geen gedoe met een zwaar apparaat met knopjes waar je cijfers moet invoeren en onhandig tegen je oor moet houden.
En er is meer goed nieuws voor de meeste Nederlanders want de koptelefoon leest ook in het Nederlands voor. Alle informatie in het museum wordt trouwens standaard in het Nederlands aangeboden en dat maakt het toegankelijk voor kinderen. Alleen de medewerkers spreken geen Nederlands, al doen de plaatsnamen in dit deel van Frankrijk wel Nederlands aan.
Sinds de laatste verbouwing is La Coupole uitgerust met een twee grote filmzalen waar 3D films worden vertoond. Dat is natuurlijk leuk maar toen wij er waren werden er films getoond over planeten en dieren in de oceanen. Ongetwijfeld spectaculair maar niet iets waarvoor ik naar deze plek kom. Omdat we voor deze films extra moesten betalen hebben we ze ook niet bekeken. 3D bioscopen hebben we ook in Nederland.
Het museum zelf bevindt zich volledig onder de grond, daar is ook ruimte genoeg met al de tunnels die in de oorlog zijn uitgehakt. De bunker kom je ook binnen in één van deze tunnels waarop dwars weer kleinere doodlopende tunnels zijn gebouwd. Oorspronkelijk waren deze zijtunnels bedoeld om de de veertien meter hoge V2 raketten op te slaan maar die staan er nu natuurlijk niet meer.
Eerste Wereldoorlog
Vreemd genoeg begint de museum met het verhaal over de Eerste Wereldoorlog. Het front in de oorlog tussen 1914 en 1918 lag niet heel ver weg van deze plek maar daar gaat het verhaal dat hier wordt vertelt niet over. De luchtoorlog, het leven in de loopgraven inclusief een levensgroot diorama, het gebruik van tanks, het gifgas, alles wordt hier uitgebreid verteld. Nu kan je de Tweede Wereldoorlog niet begrijpen zonder de eerste versie en voor Frankrijk had deze ook meer impact, maar het is niet helemaal duidelijk wat het precies de exacte link is met deze plek. Iets verder in de tunnel staat nog een oude generator die bij de bouw al dienst deed, dat zijn de dingen die je wilt zien. Maar juist over dit object wordt niet echt goed verteld wat de bedoeling ervan is geweest, jammer.

De eerste tunnel is ingericht om de geschiedenis van de Eerste en Tweede wereldoorlog te vertellen. Hier zie je hoe de loopgraven tijdens de Eerste Wereldoorlog eruit zagen.
Na deze verrassende opening loop je dieper La Coupole in en daarbij is duidelijk te zien hoe de tunnels zijn uitgehakt. De muren zijn zeer onregelmatig en als even goed kijkt zie je overal de gaten van de beitels nog. Om de koepel te bereiken neem je de lift waarbij het mij opviel dat die is gemaakt door Tyssenkrup; er zijn dingen waar Duitsers gewoon goed in zijn.
Atoombom
Eenmaal boven zie je direct een V2 hangen. Het blijkt een originele versie en dat is mooi. Die zie je niet zo veel meer tegenwoordig. Verder zijn op deze verdieping twee filmzaaltjes waar je als bijna vanzelf heen loopt. Gewapend met de koptelefoon blijkt de film het verhaal te vertellen over de regio in de Tweede Wereldoorlog. Zo weet ik nu dat de twee leiders van de Fransen, De Gaulle en Petain, allebei uit deze regio kwamen en dat dit gedeelte van Frankrijk bij België hoorde.
Allemaal interessant maar het gaat niet over dit complex. Na de film wordt je geacht om de onderste verdieping te bezoeken en daar begint het eindelijk over de de V2 en de V1. Van beide wapens hangt er een exemplaar en dat is redelijk uniek. Met behulp van onder andere infographics wordt uitstekend uitgelegd hoe de raketten werkten. Interessant zijn de grafieken over de kosten van de projecten en het rendement. Hieruit blijkt dat Duitsland beter had kunnen investeren in grote bommenwerpers zoals Engeland dat deed. Voor ons is het natuurlijk beter dat Hitler meer van raketten hield.
Dit gedeelte is echter niet groot en voordat je het weet sta je voor een model van een Saturnus V of een Ariane raket of een replica van de eerste atoombom. Daarna volgt een heel stuk over concentratiekampen en toen waren ze mij helemaal kwijt. Een beetje in de war besloot ik weer op de bovenste verdieping te gaan kijken en daar vond ik een model van het hele complex zoals het ooit bedoeld was. Dat vind ik naast de V2 zelf eigenlijk het meest interessant omdat ik hiervan een goed beeld kreeg over hoe het hier ooit was.

Op de bovenste verdieping staat een mooi model van het complex op basis van de originele bouwtekeningen.
Deze plek is historisch buitengewoon interessant en het is zonder twijfel een perfecte plek om een boeiend verhaal te vertellen. Het museum is ook prachtig opgezet en de verhalen die worden verteld zijn compleet, goed opgezet en met veel informatie. De informatieborden zijn groot, duidelijk, allemaal in vier talen uitgevoerd en goed ontworpen met eigen icoontjes en alles. Het mocht wat kosten.
Probleem is dat het museum te veel verhalen vertelt waardoor de lijn in het hele museum niet duidelijk meer is. Waar gaat dit museum nu eigenlijk over?
Misschien weet ik wel iets te veel over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en is het wel interessant voor iemand die het hele verhaal niet kent maar voor mij was het bezoek aan La Coupole toch een beetje teleurstelling. In mijn ogen staat het verhaal over het complex zelf te veel op de achtergrond en dat is jammer. Misschien had ik toch de film over de monsters in de diepe oceaan moet kijken.
Moet je er nu heen? Toch wel. Het is een indrukwekkend complex en het museum is uitstekend ingericht met prachtige foto’s en uitgebreide informatie. Het is alleen niet een museum over de bunker en dat laatste is toch wel het meest indrukwekkende onderdeel van de collectie.
Sainte-Cécile-Plage: rust en weidsheid ***

Strandzeilers bij Sainte-Cécile-Plage
Want dat enorme verschil tussen eb en vloed is verraderlijk, zeker in combinatie met dat brede strand. Voor je het weet blijk je op een zandbank in de weer te zijn geweest met je schep en emmer, en heeft het water je ingesloten. Zie er dan nog maar eens droger gebied te bereiken, met een huilende peuter op je nek. Elk jaar vallen er doden. Die kustwacht is niet alleen maar aan het showen met jeeps, speedboten en gespierde borstkassen.

Eb in Sainte-Cécile, richting Le Touquet. De boei geeft de loop aan van La Chanche, een rivier die uitmondt in Het Kanaal
Sportief vermaak op breed strand
Dat eindeloze strand biedt wel vermaak. Je kunt strandzeilen, heel stoer, in een soort skelter met een zeil erop. Wie de wind goed weet te manipuleren, kan flink racen. Wie nieuw is in dit soort vermaak beziet dat gefrustreerd, terwijl hij zijn eigen skelter weer op zijn wielen probeert te sjorren na te zijn omgeslagen.

Voormalig vakantiehuisje
Het dorpje zelf is bescheiden. Eén hoofdstraat, de Esplanade, met allemaal appartementjes boven een winkelgalerij met de gebruikelijke schepjes en strandkleren. Rechttoe rechtaan bouwsels, maar gelukkig niet meer dan vijf, zes etages hoog. Een villawijkje is er ook, heel rustig, met slingerende wegen, veel naaldbomen, en aangename bungalows. Geen prots en praal, zoals in het nabijgelegen Le Touquet-Paris-Plage.
Eten kun je er redelijk, wij testten La Marina, met uitzicht op zee, en aten goede mosselen en tong. De visboer heeft een grote collectie verse waar. En vergeet ook niet de croustillons, de oliebollen. Het hele jaar door te krijgen in deze streek, aangeprezen als spécialité hollandaise. Je vindt ze tegenover de draaimolen, op de Esplanade. Smakelijk eten!
Zowat zeventig jaar geleden speelde het strandleven in Sainte-Cécile zich trouwens voornamelijk af in hele andere bouwsels. Met dank aan de verslagen Duitse vijand woonden gezinnen hele zomers aan het strand, in bunkers van de Atlantikwall, die zo een nieuwe bestemming kreeg. Als je genoeg spiegels had en die strategisch ophing, kon het er net zo licht zijn als in een gewoon huis. In de jaren vijftig werden er lage huisjes neergezet, gewoon in de duinen, ter vervanging van de bunkers, die nu werden opgeruimd. (Een heel stel staat er trouwens nog steeds. Vakwerk, hoor.) Nog steeds bouwen mensen kris-kras in de duinen.
Hoog, omhoog!
Na een paar dagen had met name het kroost genoeg van het vlakke land. Het park Opalaventure bood vermaak in een bos aan de rand van Sainte-Cécile. Daar verbrachten we, elk van ons gehesen in een klimgordel, een middag tussen de boomtoppen. Er waren verschillende parcours uitgezet, oplopend in moeilijkheidsgraad: van simpelweg over een paar kabels omhooglopen tot heel ingewikkeld van de ene boom naar de andere slingeren (wel gezekerd allemaal, gelukkig).
Een onvergetelijke ervaring, vooral voor ondergetekende, die nooit, maar dan ook nooit meer zulke enge capriolen zal uithalen. De rest van het gezelschap wilde niet naar huis. Een van hen, de meest apige, deed het moeilijkste parcours liefst drie keer. De vermoeide parkwachten moesten haar in het schemerduister manen nu toch echt naar beneden te komen. Zij wilden ook weleens naar huis.