Tag Archief van: Pelgrimsroute naar Santiago de Compostella

Peyrusse-le-Roc ****
Prachtig spookstadje vol ruïnes in de Aveyron

Peyrusse-le-Roc ligt in het mooie gebied van tussen rivieren de Lot en de Aveyron. Wat nu een rustig dorp is was aan het einde van middeleeuwen een drukke stad. De ruïnes hiervan liggen onder het huidige dorp en vormen een spookstad en dat maakt een bezoek erg leuk.

In de Aveyron struikel je bijna over de mooie dorpen en Peyrusse-le-Roc hoort daar zeker bij. Het ligt prachtig op een bergkam tussen twee groene valleien, het heeft prachtige straatjes en een heerlijk lommerrijk dorpsplein. Maar het dorp heeft veel meer te bieden want dit was ooit het economische en bestuurlijk middelpunt van de regio.

Dankzij een zilvermijn stond hier in de middeleeuwen een drukke stad met vol met ambacht en handel. Tevens was er een rechtbank en zetelde hier het bestuur van de streek. Het geheel werd beschermd door dikke muren en een groot kasteel waar nu het dorp is.

En van die stad is nu niet veel meer over dan een paar ruïnes en die vormen één van de leukste toeristische plekken in de streek. Al hebben de inwoners dat nog niet helemaal door, want echt toeristisch is het niet. En wij eigenlijk ook niet.

Je kan je nog zo goed voorbereiden op je vakantie maar mijn ervaring is dat je tijdens elke reis wel ergens door wordt verrast. Eén daarvan was Peyrusse-le-Roc, een prachtig gelegen dorp in de Aveyron met een rijke geschiedenis én daarbij behorende ruïnes. En dan heb ik het niet over een paar gestapelde stenen van een kasteel van een of andere flauwe roofridder, maar over een heel stadje dat eeuwen gelden is verlaten. We hebben het hier over een originele spookstad bij een oude zilvermijn en dat klinkt meer als een Western dan een Frans dorpje.

Peyrusse-le-Roc

Rating:

4 van 5 sterren (?)

Zeker zien:

- Pleintje en kerk
- 'Twintowers'
- Ruïne van kerk en synagoge

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps

Wandeling



Klik op de kaart voor grotere versie.

Aveyron; schatkamer van dorpen

Ondanks dat we op minder dan twee kilometer van Peyrusse-le-Roc een gite hadden, best een leuke overigens, bezochten wij Peyrusse-le-Roc pas op de laatste dag. Zo gaat het vaak als je ergens vlakbij woont; je ontdekt pas laat hoe leuk het is. Nu waren we bij aankomst al door het dorpje gereden en we hadden al een paar keer het afval weggebracht maar van een echt bezoek was het nog niet gekomen.

Zonsondergang in Peyrusse le Roc

Het dorp ligt op een bergkam en heeft aan twee kanten een prachtige uitzicht op het landschap.

Niet zo gek want de Aveyron is een streek waar ze de mooie dorpen zo’n beetje hebben uitgevonden waardoor we het maar druk hadden met het bezoeken van andere dorpen zoals Belcastel, Najac en Conques. Met al dat moois om je heen vergeet je al snel dat er om de hoek een geweldig dorp ligt.

Na een extreme warme week besloten we het de laatste vrijdag wat rustiger aan te doen. De warmste dagen waren voorbij en aan alles voelde je dat er een storm op komst was. Na een uurtje in de tuin van onze gite vroegen we ons toch af of we toch niet iets moesten gaan doen nu het nog droog was. En dus gingen we toch maar even een kijkje nemen in het dorp waar we officieel een week te gast waren en dat viel helemaal niet tegen.

Op een bergkam tussen groene valleien

Wegwijzer naar de middeleeuwse stad

De Office du Tourisme was dicht maar er staan voldoende wegwijzers om niet de weg kwijt te raken.

Het huidige Peyrosse-le-Roc ligt op een pas tussen twee prachtige groene valleien. De huizen zijn bijna allemaal gebouwd in de achttiende eeuw en het geheel ademt een gemoedelijke zuidelijk sfeer.

Zoals vaak parkeerden wij de auto rond lunchtijd. En ondanks dat we in onze gite nog een gebakken ei hadden genuttigd, kregen we het moeilijk bij het passeren van het plaatselijke café. De geluiden, de geur en de gezelligheid van het terras wezen erop dat de lunch aanstaande was en dat was aanlokkelijk.

Opvallend detail daarbij is dat een groot deel van het terras zich bevindt in de tuin van de burgemeester, die, volgens het bord op het hek, tevens de historicus van het dorp is. Een prachtige titel natuurlijk die je in Nederland dat niet zo snel op een bordje zal zien.

Pleintje bij de kerk

De charmante straatjes leidden ons gelukkig van de aanstaande lunch af waar we terechtkwamen op een vriendelijk pleintje naast de kerk. Een kerk nodigt altijd uit om even te bestuderen. Het betreft hier een vrij sobere versie met boven de entree een interessant beeldje van Maria met kind. Ook binnen is de kerk niet erg uitbundig maar het loont toch de moeite om even naar binnen te lopen.

Dit gedeelte van het dorp was niet helemaal nieuw voor ons want bij het wegbrengen van het afval konden wij de nieuwsgierigheid niet konden bedwingen en waren we even kort door het dorp gelopen. Een groot bord bij de eerder genoemde poort had ons toen al duidelijk gemaakt dat er hier meer was te beleven.

Op het pleintje was die avond één jongetje aan het voetballen. Een beetje jammer en ik stelde mij voor dat er verder geen leeftijdgenootjes in het dorp waren die met hem een balletje konden trappen. Deze gedachte werd nog eens onderstreept omdat hij zo nu en dan de bal met enige frustratie de bal hard en hoog tegen de kerk aantrapte. Nu ben ik geen gelovig man en ik vind dat de jeugd de ruimte nodig heeft om hun sportieve ambities te kunnen ontwikkelen, maar om daarvoor een eeuwenoude kerk daarvoor op te offeren gaat mij toch aan het hart. De kerk kon het wel hebben, bleek.

Vakwerkhuizen met daarnaast de poort in het dorp Peyrusse le Roc

De poort in het dorp markeert de plaats waar in de middeleeuwen een burcht stond waar de stad en omgeving vanuit werd geregeerd.

Toen ik twee dagen later ik de kerk nog eens goed van buiten bekeek zag ik ineens dat de toekomst van het jongetje niet in de Europese stadions lag. Zijn voetbal lag namelijk op een vensterbank van een hoog venster in de klokkentoren gespietst op de stekels die duiven moet beletten te landen op het monument. Terwijl ik mij afvroeg of dit nu terecht was of niet werd ik afgeleid door een schilder die op de eerste etage van het huis tegenover de kerk een schilderij aan het maken was. Kerk, kasteel, pleintje en een kunstenaar; dit is een Frans dorp éénentwintigste eeuw!

Even verder op het plein is de Office du Tourisme te vinden waar je voor een klein bedrag een audiotoer met kaart van het dorp kan kopen. Natuurlijk was hij gesloten want het was lunchtijd. Veel maakt het niet uit want de route naar het middeleeuwse stadje, of wat er van over is, staat goed aangegeven.

Zilvermijnen

Peyrusse-le-Roc was namelijk aan het einde van de middeleeuwen een redelijke stad met meer dan 3500 inwoners. In deze streek is dat nu al een flink dorp maar zeker in de dertiende eeuw was dat groot. Naast de strategische ligging was de aanwezigheid van een zilvermijn de reden waarom het hier een bedrijvige boel moet zijn geweest.

Deze mijnen werden al in de oudheid geëxploiteerd maar pas in de achtste eeuw voor het eerst genoemd toen Pepijn de Korte, gezien zijn bijnaam vreemd genoeg de vader van Karel de Grote, Peyrusse probeerde te veroveren.

Verlaten stad

De kerktoren van Peyrusse le Roc

De kerktoren van de kerk is oorspronkelijk gebouwd als een toren van het kasteel. Het is één van de weinige overbleven onderdelen van het verdedigingswerk. Als je goed kijkt ligt er een voetbal op de vensterbank voor de zuil tussen de twee onderste ramen.

De stad was in de zeventiende eeuw over zijn hoogtepunt heen toen langzaam maar zeker het zilver uit Amerika werd geïmporteerd. Rond 1700 was het klaar en kort daarna wisselden de laatste bewoners de benedenstad in voor het huidige dorp op de heuvel. De stad verloor haar bestuurlijke functie, de plaatselijke baljuw zetelde hier, en werd in bezit genomen door de natuur tot dat een aantal jaar geleden werd besloten om de ruïnes toegankelijk te maken voor het publiek.

Het plein naast de kerk was ooit onderdeel van het kasteel dat hier stond. Alleen de eerder genoemde poort en de toren van de kerk zijn nog overblijfsel van de burcht. De stad zelf had zijn eigen verdedigingswerken en dat is ook het eerste wat je ziet als je afdaalt.

De twee torens van Roc de Thaluc

Vlak na het verlaten van het dorp sta je op een terras met een prachtig uitzicht op een twee torens op een enorme rots. Het geheel heet Roc de Thaluc en doet denken aan het aan Lord of the Rings film. Wie wil kan via drie steile trappen, ladders bijna, de torens nader bekijken. Dat is minder eng dan het lijkt maar voor mensen die minder goed ter been zijn zou ik het niet aanraden.

De twee torens van Roc-de-Thaluc verdedigde ooit de stad Peyrusse le Roc

De twee torens van Roc-de-Thaluc staan op een 150 meter hoge rots en domineren de omgeving. Je kan er met een steil trap komen.

De torens geven een beetje een beeld dat hier een belangrijk stadje was dat verdedigd moest worden. Het schijnt dat de hele stadje ommuurd is geweest en dat lijkt mij niet onwaarschijnlijk aangezien Frankrijk in de late middeleeuwen werd geteisterd door gewapende conflicten zoals de Honderdjarige Oorlog.

Als je verder afdaalt duik je als snel een bos in waar een aantal zaken met betrekking tot de mijn zijn te bewonderen. Daarna kom je bij een splitsing met een oude donjon dat ook deel uit maakte van de verdedigingswerken van de stad. Ook kom je langs een praalgraf uit de veertiende eeuw dat nu goed is beschermd tegen de elementen en toeristen. Het staat bekend als het graf van de koning maar het was mij niet duidelijk wie er in heeft gelegen.

Ruïne van kerk

Indrukwekkend wordt het als je de overblijfselen van de kerk ziet. De ruïne is duidelijk te herkennen als kerk met zijkapellen en bogen maar het overgrote deel van dit religieuze bouwwerk is verdwenen en overgenomen door de natuur. Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk dat het in de achttiende eeuw is gebruikt als steengroeve bij de bouw van het huidige dorp.

Toch is dit bijna een magische plek omdat het wel duidelijk wordt onderhouden maar toch ook helemaal verwilderd. Ik ben in Engeland ooit in Fountains Abbey geweest, een verwoest klooster, en daar hing een beetje dezelfde sfeer.

De ruïne van de oude kerk in Peyrusse le Roc

De ruïne van de oude kerk is een bijzondere plek waar de natuur bezit heeft genomen van het gebouw.

Bijzonder is ook de synagoge die tegen de kerk is aangebouwd. Nu is het niet veel meer dan vier muren maar de kennis dat in dit kleine gebouw ooit Joodse eredienst is gehouden is wel bijzonder. Zeker omdat je in Frankrijk sowieso weinig Joodse gebouwen ziet.

De laatste grote ruïne is een oud ziekenhuis genaamd Hôpital des Anglais. Waarom het zo heet ben ik niet achter gekomen maar het is een enorm gebouw dat dienst deed als ziekenhuis. Dat zie je wel meer bij mijnsteden want ook in Elzas bezochten we een oude mijn waar en ook daar was een ziekenhuis. Daar werd verteld, en ik ga er vanuit dat ze hier goede bronnen voor hebben en dus waar is, dat elke mijnwerker in de zestiende eeuw een deel van zijn opbrengst afstond aan het ziekenhuis. Een voorloper van een ziektekostenverzekering waar ze in Amerika nog steeds mee worstelen.

Helemaal beneden sta je vrij plots bij een bergbeek waar een nog een brug en een kapel in opvallende goede staat. Deze heet de Notre-Dame-de-Pitié en is in de negentiende eeuw helemaal herbouwd. Helaas is hij niet open. Bij plek bij de beek is samen met het begin van de wandeling bij de torens een perfecte plaats voor een picknick.

Zeker op warme dagen biedt het stomende water ook nog eens verkoeling. Wees wel een beetje zuinig met de wijn want om terug te komen naar het dorp moet je nog flink klimmen. Je kan deze wandeling doen op slippers, maar je doet er goed aan om je schoenen aan te doen.

Voor de wandeling naar boven volg je het zelfde pad omhoog maar sla je bij de donjon af. Dit pad leidt je langs nog een oude poort waar tegenwoordig weer gewoon mensen wonen. Daarna is het even zoeken en volg een pad links terug naar het dorp. Dit is best steil en je hebt het idee dat je door iemands tuin loopt maar uiteindelijk sta je aan het begin van de straat. Nog even klimmen en dat dat je weer bij de uitnodigende dorpskroeg. Na een stevige klim is een koel drankje wel een verdiende beloning.

Video van Peyrusse-le-Roc

Beelden van Peyrusse-le-Roc

E-Magazine Aveyron

In bezit een ereader of tablet? Download dan het E-Magazine over de Aveyron. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.


Downloaden doe je hier >>

Evenementen in Peyrusse-le-Roc

Juli
Verschillende concerten
Tweede week augustus
Feest met oude ambachten
Derde weekend van augustus
Nachtmarkt met eten
Week voor kerst
Kerstvoorstelling

Kaart van Peyrusse-le-Roc en omgeving


Les plus beaux villages de France
weergeven op een grotere kaart

La Romieu: dorp met imponerende kerk

Deze Arnaud bouwt in La Romieu een kerkcomplex dat er nu nog altijd staat. Naast de kerk verschijnt er ook een groot paleis en laat hij het hele dorp ommuren. Deze laatste twee zijn inmiddels verdwenen maar de kerk staat er nog. In de kerk zijn fresco’s uit die tijd en een kloostergang te bewonderen. De flinke toren is achthoekig en is voor een deel te beklimmen waardoor je een prachtig uitzicht hebt over het dorp en het fraaie plein met arcaden.

De kerk speelde een grote rol in de ontwikkeling van La Romieu als pleisterplaats op de Camino de Santiago, een plegrimstocht die in de middeleeuwen zeer populair was. Het hele complex staat op de UNESCO lijst en geldt dus als werelderfgoed.

Legende van de katten

Wie door La Romieu loopt kan bijna niet om de katten heen. Afbeeldingen, namen, uithangbordjes en beelden; overal kom je deze eigenzinnige dieren tegen. Veel beeldjes zijn van de hand van Maurice Serreau die zich liet inspireren door een plaatselijke legende. En dat is een leuk verhaal.

De aanbidding van poezen in het dorp gaat terug naar een verhaal aan het einde van de middeleeuwen. Tijdens een hongersnood door een misoogst werd de jacht geopend op deze huisdieren om die vervolgens op te eten, als je honger hebt doe je alles.

Eén inwoonster van het dorp, Angelina genaamd, hield veel van katten en verborg er een aantal. Dat bleek een gouden greep want na de hongersnood werd de oogst opnieuw bedreigd. Dit keer door een plaag knaagdieren die vrij spel hadden bij een gebrek aan katten. De ondergedoken poezen kwamen in actie en maakten korte metten met de muizen, ratten en ander ongedierte. Na deze heldendaad konden de katten niet meer stuk en worden sindsdien vereerd als helden. De poezen vonden het waarschijnlijk wel best en gingen slapen.

Het verhaal is opvallend want in het algemeen wantrouwden middeleeuwers katten. De dieren werden geassocieerd met duistere krachten en de duivel. Een echo hiervan is het idee dat een zwarte kat ongeluk zouden geven.

Botanische tuin

Even buiten het dorp ligt Jardins de Coursiana. Deze botanische tuin is opricht in 1974 en heeft sindsdien een enorme hoeveelheid verschillende bomen verzameld. De tuin omvat vier gedeeltes met elk hun eigen thema. Zo is er bijvoorbeeld een Engelse en een kruidentuin.

Als je zowel de tuin als het kerk wilt bezoeken kan je het best een gecombineerd kaartje kopen, die is het hele seizoen geldig.

Saint-Antoine-l’Abbaye: kloosterdorp in de Isère

De overblijfselen van zo’n heilige kluizenaar, de relieken, hadden dan ook veel aanzien en niet zelden gebeurden er allerlei wonderen. Voor de relieken van de heilige Antonius werd een klooster gebouwd door de monniken van Montmajour en waarna het uitgroeide tot een dorp en is dus nu een Plus Beaux Village de France.

De gebouwen van de abdij domineren nog altijd het dorp waarbij de abdijkerk de meest opvallende is. In twaalfde eeuw werd er begonnen met de bouw en die zou tot de vijftiende eeuw duren. Ook toen gebeurde het wel eens dat een publiekelijk bouwproject wat langer duurde.

Het resultaat mag er wezen. De flamboyante gotische stijl is nog altijd indrukwekkend en een bezoek aan het dorp is niet compleet zonder een kijkje in de kerk. Neem dan even tijd om het portaal van de kerk goed te bekijken. Het klooster omvat een museum met een prachtige middeleeuwse tuin.

Saint-Antoine-l’Abbaye bevat nog een klein pretpark dat curieus genoeg piraten als thema heeft. Je zou toch monniken of bisschoppen verwachten maar zover reikt het historisch besef van de plaatselijke bevolking kennelijk niet. Niet dat dit heel erg is want piraten zijn ook mooi en de kinderen zal het een worst zijn. Verwacht hier trouwens geen achtbanen en reuzenraden maar gewoon een leuke grote speeltuin met hier en daar een piraat. De kleine kinderen vermaken zich hier prima, pubers vervelen zich waarschijnlijk snel.

Estaing: dorp op de route naar Saintiago in de Aveyron

Zwembad met uitzicht

Estaing was het eindstation van de dag want rond een uur of één was het kwik boven de veertig graden gestegen en gingen we op zoek naar een zwembad. Gelukkig ging het gemeentelijke zwembad van Estaing na een uurtje open. Niet groot maar waarschijnlijk niet druk en dat was dus prima op dit moment.

Straatje in Estaing in de Aveyron, Frankrijk

Als je in de straatjes loopt heb je meer het idee in een stadje te lopen dan een dorp.

Ik ben dol op gemeentelijke zwembaden in Frankrijk. Het zijn er veel, zijn redelijk goed onderhouden, vaak niet te druk, er zijn weinig toeristen en het kost bijna niets om binnen te komen. Als gezin zijn we altijd tussen de 6 en 10 euro kwijt en dat is prima om even af te koelen. Daarbij krijg je vaak gratis een goede vormgeving bij want voor veel zwembaden is de architect echt even gaan zitten en als je dat zie je direct. Zeker de zwembaden uit de jaren vijftig en zestig zijn soms echte pareltjes.

Ook de plek van een openbaar zwembad is vaak bijzonder en het zwembad in Estaing is geen uitzondering. Het ligt namelijk precies tegenover het kasteel en je hebt dan ook een prachtig uitzicht tijdens het zwemmen.

De oude priorij kerk in Estaing, Aveyron Frankrijk

De oude priorijkerk waar de relieken van de plaatselijke heilige liggen.

Maar voordat we in het water sprongen hebben we ons prima vermaakt in het dorp. Hoewel het midden in het hoogseizoen was konden we de auto gewoon op de boulevard naast de rivier parkeren. Deze streek lijkt nog niet ontdekt te zijn door de hordes toeristen en het is te hopen dat dat nog even zo blijft. Al bleek dat even later niet het geval.

De straat die vanaf de rivier loopt voelt helemaal niet aan als een dorp. Je hebt het idee dat je hier door een stadje loopt en dat is ook eigenlijk het geval. Estaing heeft nu zo rond de zeshonderd inwoners maar dit getal is eeuwen veel hoger geweest en zeker in deze streek kan je dan wel spreken over een stadje.

Hoewel het stadje op een strategische staat, heeft het nooit militaire betekenis gehad. De welvaart kwam voor een deel omdat Estaing een regionale bestuursfunctie had maar de grootste inkomsten bron waren altijd de pelgrims. Omdat je hier op weg naar Conques de Lot kon oversteken werd het de eerste pleisterplaats vanaf Le Puy dat één van de meest populaire startplaatsen was.

Middeleeuwse brug

De brug die de pelgrims namen is er nog steeds. Het huidige exemplaar werd in 1490, dus nog net in de middeleeuwen, gebouwd en wordt nog steeds gebruikt. Bij aankomst zagen we er een grote vrachtwagen rijden en hoewel het er een beetje raar uitziet kan de brug het kennelijk goed hebben.

Omdat in de veertiende eeuw de stad de relieken van Saint Fleuret op de kop tikte, werd zelf ook een plegrimsplaats. De relieken worden bewaard in een eigenaardig kerkje tegenover de ingang van het kasteel.

Karakteristiek plek

Het pleintje in het centrum is één van de meest karakteristiek plekken van het dorp omdat zowel de kerk als het kasteel hoger liggen. Om bij de ingang van de kerk te komen moet je eerst een flinke trap beklimmen. Vanwege de warmte en omdat de trap in de volle zon lag stond ik bovenaan toch een beetje naar adem te happen. Om dit te maskeren besloot ik dat het beeld dat voor de ingang van de kerk staat eens goed te inspecteren.

Dit bleek een gouden greep want wat het is een interessant stukje beeldhouwwerk. Zo leuk dat terwijl ik het bekeek onderaan de trap een bus met toeristen was geleegd. De meute stond voordat ik het door had om mij heen en werden er druk selfies geschoten. Gezellig hoor maar het verstoorde mijn kunstgenot behoorlijk. Ik had die ene toeristische bus die hier per week stopte getroffen.

Half geïrriteerd vluchtte ik de schaduw van de kerk binnen waar ik werd getrakteerd op een barokke altaar vol met zuiltjes en andere gouden elementen. Genoeg details om even goed te bekijken al was ik bang dat de toeristische horde mij snel zou volgen. Maar dat gebeurde niet, het bleef stil in het kerkje. Enigszins nieuwsgierig ging ik buiten kijken waar geen toerist, behalve mijzelf, meer was te bekennen.

Een bericht op mijn telefoon wees mij erop dat mijn gezinsleden hadden ontdekt dat het zwembad binnen tien minuten zou openen. Waar ik bleef. Ik trof ze op een terras naast het rivier waarna we naar het zwembad liepen. Daar kwamen we erachter dat juist die middag er zwemles was en aangezien wij al konden zwemmen besloten we een paar dorpen verder te gaan zwemmen.

Kasteel

Straatje in Estaing

Het kasteel heb ik niet van binnen gezien maar je kunt het wel bezoeken. Het bouwwerk was in het begin van deze eeuw nog onderdeel van een flinke politieke rel. Bij wie het rijtje Franse presidenten goed in het hoofd zit, was al onmiddellijk een belletje gaan rinkelen bij de naam Estaing.

Begin jaren tachtig had Frankrijk een president Valéry Giscard d’Estaing genaamd. Misschien wel de president met de mooiste naam al zijn de meeste mensen hem al lang vergeten maar hier niet.

Het kasteel werd namelijk 2005 verkocht aan hem en zijn broer en dit was goed voor een behoorlijke nationale beroering. Het kasteel had jaren lang dienst gedaan als school, bejaardenhuis en créche en werd zonder het te koop had gestaan verkocht.

De verkopende partij klaagde over de lage prijs. En daar zat wel wat in want een heel kasteel voor iets meer dan vijf ton is inderdaad een koopje. Helemaal als je bijna het zelfde bedrag aan subsidie krijgt om het op te knappen. Zo gaan die dingen soms in Frankrijk.