Porquerolles ****Gouden eiland in de Middellandse Zee
Het eiland is te bereiken per boot vanaf verschillende havens. Er zijn twee rederijen die de overtocht aanbieden; één met rode boten en één met blauwe boten. De blauwe boten van TLV varen vanaf Giens (La Tour Fondue) en in het hoogseizoen ook vanaf Hyères.
De rode boten van Les Bateliers de la Côte d’Azur varen vanaf vier verschillende havens naar Porquerolles: Toulon, Les Sablette, La Londe en Saint Mandrier.
Het is aan te raden om van te voren een kaarten voor de boot te kopen want per dag mogen slechts 6.000 mensen de overtocht naar het eiland maken. Door het aantal toeristen in de dammen wordt de unieke natuur op het eiland beschermt. Als je wilt kan je je fiets ook meenemen.
Onze gîte ligt op ruim een uur rijden en aangezien we niet weten of we de auto gemakkelijk kwijt konden zijn we ruim een half uur te vroeg. Parkeren is geen probleem dankzij drie grote parkeerplaatsen. Aangezien ik Amsterdam gewend ben valt het parkeergeld wel mee, maar dat is een kwestie van perspectief denk ik.
Gewapend met online tickets melden we ons bij de haven van Giens waar bij de controle blijkt dat we bij de verkeerde haven waren; we zouden moeten opstappen in de haven van Hyères. Gelukkig is er nog genoeg plek op het schip en mogen we gewoon mee. Een paar uur later bij de terugtocht heb ik flink wat overredingskracht nodig om op de boot te komen maar uiteindelijk mochten we toch mee.
De boot is comfortabel en we vinden een plekje op het buitendek en daar genoten we van het prachtige uitzicht. Na een minuut of twintig zijn we in het haventje van het eiland. De veerdienst zet je af aan het einde van een pier en het is een fijn wandelingetje naar het dorpje.
Ondanks dat er een beperkt aantal mensen op het eiland wordt toegelaten is het toch behoorlijk druk in het dorp. De sfeer in het dorp is een tikje anders dan je gewend bent in de Provence, volgens de groene gids doet het meer denken aan Noord-Afrika. Rondom het centrale plein is het gezellig druk en hier vind je alles wat je nodig hebt.
Fietsen
Porquerolles is een klein eiland en heeft een oppervlakte van ongeveer een tiende van Texel (of een kwart van Schiermonnikoog). Aangezien er bijna geen auto’s rijden is de fiets een prima middel om het eiland te verkennen. In het dorp vindt je dan ook genoeg bedrijven waar je deze kunt huren. Ook elektrische fietsen zijn hier volop te huur.
Wij besluiten echter het eiland te voet te verkennen en nadat de bidons zijn gevuld lopen we naar het zuiden richting de vuurtoren. Na tien minuten verlaten we het dorp en lopen we over een lommerrijke weg. Aan linkerkant verschijnen de eerste olijfbomen en daar hebben ze er hier veel van, aan de rechterkant loopt een klein kanaal.
De olijfbomenkweek vormden samen met de wijngaarden de landbouwactiviteiten op het eiland. Deze werden ontwikkeld in het begin van de vorige eeuw en was de laatste in een lange poging om wat van het eiland te maken. Sinds de oudheid was de samenleving van Porquerolles geregeld afgegleden naar anarchie waarbij de economische activiteiten voornamelijk bestonden uit piraterij.
Piraten
Veel vorsten hebben hier een eind aan proberen te maken maar nooit met heel veel succes. Het mooiste voorbeeld is de poging van Frans I in de zestiende eeuw die van de hele eilandengroep een markizaat maakte met de bedoeling om het gebied te ontginnen. Hoewel de arbeiders waren vrijgesteld van belasting bleek het toch onmogelijk om genoeg mensen te vinden.
Om de ambities te halen werd besloten om de bewoners van gevangenissen op het eiland als arbeiders te gebruiken. Deze groep mensen had zo zijn eigen plannen en de criminelen namen binnen korte tijd het bestuur van het eiland over en pakten de piraterij weer op.
Maar in de twintigste eeuw werd een nieuwe poging gedaan om het eiland een andere toekomst te geven. Onder leiding van la Compagnie Foncière de l’île de Porquerolles werd het eiland ontwikkeld. Er werd flink geïnvesteerd in de infrastructuur en er werden wijn- en olijfgaarden gebouwd. Dit hield de eilandbewoners wel af van piraterij maar echt een succes werd het niet direct.
In 1912 bleek echter dat de financiële basis van de organisatie niet stabiel was en werd het eiland op een veiling gekocht door ene Joseph Fournier. Deze Belg heeft een opmerkelijk levensverhaal en werd na veel omzwervingen in Amerika uiteindelijk steenrijk dankzij de ontdekking van een goudader in Mexico. Met dit fortuin kocht hij het eiland voor de Zuid-Franse kunst en ging er met zijn familie wonen.
Fournier bleek een zegen te zijn voor het eiland. Hij ging verder met het ontwikkelen van het eiland door landbouwcoöperaties op te richten, nieuwe gewassen te introduceren en de aankoop van boten om de verbinding met het vaste land te garanderen. Daarbij wist hij de kwaliteit van de wijn zodanig te verbeteren dat hij hiervoor als eerste het label van de AOC van de Côte-de-Provence verkreeg. En dat is altijd goed voor de inkomsten en voor het eerst kon Porquerolles zonder schepen te overvallen zich te ontwikkelen.
De man woonde tot zijn dood in 1935 op Porquerolles en ligt hier ook begraven. De familie hield het eiland tot 1971 in bezit toen het aan de Franse Staat werd verkocht. Het klinkt nu best raar dat een heel eiland in bezit is van één persoon maar dat kwam vroeger wel ook in Nederland voor; zo was Schiermonnikoog tot 1945 ook in bezit van een Duitse familie.
Vuurtoren
Maar terug naar Porquerolles. Na een korte wandeling langs de olijfbomen kwamen we langs een klein gebied met met een paar grote vijvers, Les Lagunes genaamd. De grote rietkragen en de aanwezigheid van kroos op het water deed mij het een beetje denken aan onze polders in Noord-Holland. Hier komen de meeste kleurrijke watervogels die je bij de observatieplekken goed kan beloeren. Helaas voor ons lieten deze beesten zich niet zien.
Hierna verandert het landschap en loop je in een bos waar de klim naar de vuurtoren begint. Steil wordt het echter nooit maar je merkt wel dat je omhoog gaat. De bomen zijn hier groot en prachtig. Maar de meest opvallende zijn hier de cicades. Deze insecten zijn werkelijk overal op de dit eiland en iedereen die ooit in de Provence is geweest kent ook het geluid die ze maken.
Maar in Porquerolles lijken ze meer geluid te maken dan elders. Nu hou ik best van het gezang van cicades want het geeft mij dat heerlijke gevoel dat ik in het zuiden ben, maar hier is het geluid niet normaal hard. Op sommige plekken had ik echt spijt dat ik mijn oordopjes met Noise Cancelling in de gîte had laten liggen. Het geluid van zo hard dat we bij de terugtocht op de boot halverwege nog steeds het geluid van deze insecten konden horen; deze beesten kunnen herrie maken.
De vuurtoren staat op één van de hoogste punten van het eiland en volgens de boekjes zou die open moeten zijn voor publiek. Helaas is deze gesloten tijdens ons bezoek en het lijkt erop dat dit permanent is maar dat mag de pret niet drukken. Aan de zijkant is er een terras en zien wij voor het eerst de prachtige zuidkust van het eiland.
De zuidkust is bijzonder ruig en bestaat uit hoge kliffen die in de blauwe zee zakken. Net als de kust tussen Marseille en Toulon vind je hier calanques; diepe en steile kloven waarvan de onderkant in zee ligt. Het is een adembenemend panorama.
Aan de andere kant van de vuurtoren kan je bijna het hele eiland overzien. Je moet een beetje door de bomen doorkijken maar dan zie je het dorp, de vesting, de rede van Hèyves en Massif des Maures. Het eiland vormt een onderdeel van deze kleine bergketen dat zich uitstrekt van Toulon tot Frejus.
Wij besluiten naar de kust te volgen richting het oosten. Het pad loopt door een bos waar je af en toe een uitzichtpunt hebt om te kust te aanschouwen. Dat doen we dan ook geregeld en laten ons verbazen door de panorama’s; de een is nog mooier dan de ander.
Strand
De augustuszon doet zijn best en de warmte drijft ons terug naar het dorp. Na het eten van een ijsje met lavendelsmaak slaan we linksaf naar het strand. Hier is het aanmerkelijk drukker maar na een kwartiertje lopen we het strand op om een frisse duik te nemen voor de nodige afkoeling.
Wij zijn niet zulke strandmensen en hier is het redelijk druk op het mooie strand. De vloedlijn is bedekt met een dikke laag organisch materiaal waar je voeten in wegzakken. Het voelt een beetje vies aan maar eenmaal in het water sta je gewoon in het zand.
Video van Porquerolles
Beelden van Porquerolles
E-Magazine
In bezit een ereader of tablet? Download dan één van de E-Magazine. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.
Kaart van Porquerolles en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Porquerolles
Coaraze: zonnig dorp aan de Côte d’Azur
Zonnewijzers
Bij een wandeling door de straatjes en steegjes van het dorp zal het ongetwijfeld opvallen dat veel huizen een zonnewijzer hebben. De reden is niet precies duidelijk maar zonnewijzers zijn wel een dingetje in Coaraze en dat is het al een tijdje. Halverwege de twintigste eeuw was het dorp inmiddels ontdekt door kunstenaars en in 1961 werden zes kunstenaars uitgenodigd om een zonnewijzer te ontwerpen. Deze zijn allemaal gemaakt van keramiek en zijn te bewonderen op het stadhuis en het pleintje bij de kerk.
Het park is een perfecte plek om te genieten van een picknick om daarna een bezoek te brengen aan het museum van Figas. Dit is een graficus die futuristische kunst maakte. De binnenkant van de koepel is bijzonder, of het mooi is mag je zelf uit maken.
Ten zuiden van Coaraze, op de weg richting Nice ligt een aardig kerkje ter ere van de Heilige Sebastiaan. Dit was de heilige die bescherming biedt tegen de pest en dat was ook wel noodzaak in de late middeleeuwen in Europa. Binnen zijn er fraaie fresco’s uit de zestiende eeuw te bewonderen.
Chapelle Bleu
Op de zelfde weg maar dan richting het noorden is er andere interessante kerk te zien. In de voormalig oratorium voor de Heilige maagd is de het verhaal van het leven van Christus op de muren te zien. Nu zie je dat wel meer in een kerk maar hier is het gemaakt door Ponce de Leon en die heeft er een indrukwekkend werk van gemaakt.
Gassin: prachtig uitzicht op Saint Tropez **
Gassin ligt langs de Côte d’azur en is de buurman van Saint Tropez. Ik heb niet veel met die badplaats, al hebben we er wel één rondje gereden en dachten we dat we Brad Pitt zagen. Of niet, het kan mij eigenlijk niet veel schelen. Het was druk, met veel auto’s en opgedirkte vrouwen met verschrikkelijke zonnebrillen. Wij zijn doorgereden naar Gassin.
De rit omhoog is prachtig en kan zo in een James Bond film. De uitzicht op de blauwe zee met de dure jachten, het heeft wel wat.
Brigitte Bardot
En hoewel het buurdorp een stuk rustiger is, kan het toch niet ontkomen aan de chique van de badplaats van Brigitte Bardot. Ongelijke straten, half ingestorte panden, onverzorgde tuinen en een half vergaan restaurant waar je de lekkerste streekgerechten kan eten, maken een dorp in het zuiden van Frankrijk voor mij aantrekkelijk. Het moet toch iets stoffigs hebben.
Je zal het niet vinden in Gassin. Er is een keurige parkeerplaats met net iets te jonge bomen voor de schaduw, de straten zijn optimaal aangelegd en tuinen staan vol met bloemen en mooie heggen.
Niet veel aan dus. Ook de restaurants zijn net iets te chique om met je slippers binnen te lopen. De rosé lonkt, maar je moet toch over een bepaalde drempel heen, waarna je op de rand van het terras de ober probeert te wenken.
En toch heeft Gassin iets moois, iets eigens zelfs. Je moet daarvoor wel je gevoel maximaal gebruiken, maar het is er toch. Het dorp ligt prachtig op een heuvel en dat geeft een uitzicht op de Middellandse zee waar je een moord voor zou doen.
Ook de straatjes, hoe goed geplaveid ook, hebben iets leuks, iets gezelligs. Je denkt zelfs dat je er zou kunnen verdwalen, al weet je met je verstand beter.
Het schijnt dat er drie keer per week markt is in Gassin. Wij waren er op een dag dat die er niet was. Wellicht geeft zo’n markt net het rommelige zetje dat Gassin aantrekkelijk zou maken. De markt is er op woensdag, donderdag en zondag tussen acht en twaalf uur.