
Het koninklijke kasteel van Amboise ****De renaissance en het graf van Leonardo da Vinci
Maar de geschiedenis van Amboise is ouder dan de middeleeuwen. Het kasteel ligt op een perfecte strategische plek op een rots boven de Loire. Vanaf de brug is goed te zien hoe het soeverein boven het stadje uit toornt en zo het verkeer op de weg en de rivier beheerst. Met deze ligging zou je denken dat de Romeinen hier de boel hebben gesticht maar voor de komst van de grote veroveraars was hier al bewoning.
Opgravingen wijzen uit dat al in de prehistorie op deze plek een nederzetting was en die aan het einde van de ijzertijd was uitgegroeid tot een versterkte plaats met wallen en stevige gebouwen. In de Romeinse tijd werd Amboise verder uitgebreid maar er gebeurde hier in de oudheid weinig. Of het nu direct heel saai is geweest valt moeilijk te zeggen. Het zou zomaar kunnen dat hier wel eens een leuk feestje werd gehouden, de wijngebieden van Touraine liggen immer om de hoek en die zijn door de Romeinen aangelegd. Dat is een goede zaak natuurlijk want de witte wijn is heerlijk fris.
- Uitzicht over de Loire
- De gebouwen
Clovis
In de vroege middeleeuwen duikt Amboise in de geschiedenisboeken op. Op de Ille d’Or, het eiland in de Loire, ontmoet koning van de Merovingers Clovis de koning van de Visigoten aan het begin de zesde eeuw. Deze Visigoten hadden een groot rijk dat een deel van het huidige Spanje en het zuiden van Frankrijk omvatte. De uitkomst van deze topconferentie was een vredesakkoord.
Het bleek echter niet veel waard want kort daarna trok Clovis, die wordt gezien als de eerste koning van Frankrijk, met zijn leger het gebied van de Visigoten binnen en versloeg het leger van zijn voormalige ‘vriend’ in een veldslag bij Vouillé. Daarbij zou hij eigenhandig de Visigotische koning hebben gedood. Zo gingen die zaken in die tijd. Door deze overwinning brak Clovis de macht van de Visigoten in Gallië en deze gebeurtenis wordt gezien als de geboorte van Frankrijk als natie.
Vikingen
Maar terug naar Amboise waar het lang stil bleef. In de negende eeuw kregen de inwoners het flink aan de stok met de Noormannen die rovend door West-Europa trokken. De stad werd geplunderd, weer op gebouwd en opnieuw geplunderd. Opnieuw werd Amboise opgebouwd en dit keer goed want het stond toen bekend als de stad met de beste verdediging van West-Europa. De Vikingen begrepen dit kennelijk ook want die bleven weg en de stad bloeide op.
Kasteel om te wonen, niet om te vechten

In deze zaal met palmgewelven werd hof gehouden en dus werd vanaf hier feitelijk Frankrijk geregeerd.
De echte bloeiperiode van Amboise moest echter nog komen. Dankzij allerlei intriges en ingewikkelde politieke ontwikkelingen kreeg uiteindelijk de Franse koning Karel VII in 1431 het kasteel in handen. Zijn zoon en opvolger Karel VIII, qua voornamen waren ze niet echt origineel, groeide erop en ging er toen hij eenmaal zelf koning was, wonen met zijn vrouw en kinderen.
Deze Karel VIII liet het kasteel flink verbouwen en maakte er een waar lustoord van. Daarmee was Amboise één van de eerste Franse kastelen waarbij de functieverandering van verdediging naar woon- en werkplek voor de koning en zijn regering ook in het ontwerp te zien is.
Hier geen hoge verdedigingstorens en versterkte poorten met daarboven ketels met kokende olie maar elegante vleugels met grote zalen waar het hof kon zetelen. Bovendien liet Karel VIII een enorm tuin aanleggen volgens de laatste mode uit Italische schiereiland; de Renaissance had Frankrijk bereikt en daarmee de bloeiperiode van Amboise.
Het eerste deel van de zestiende eeuw is de Loire vallei het middelpunt van Frankrijk en Amboise vormt samen met Blois het decors van de hofhouding van de koning. Met name onder Frans I wordt hier enorm veel gebouwd, geschilderd en aan wetenschap gedaan.
Leonardo da Vinci

Boven de hoofdingang toornt de kapel van Sint Hubertus uit, het is tevens de plek van het graf van Leonardo.
In 1516 arriveert zelfs Leonardo da Vinci in Amboise. Op het einde van zijn leven dreigt hij in Florence te verpieteren en dus gaat hij maar al te graag in de uitnodiging van de Franse koning voor een functie aan zijn hof. Hij neemt zijn intrek Clos Lucé, een ander kasteel in Amboise waar nu een heel interessant museum te vinden is, een aanrader.
De superster van de renaissance raakt bevriend met de Franse koning en sterft drie jaar later in Amboise en ligt begraven in het de kapel van St. Herbertus. Dat is het enige gebouw dat bewaard is gebleven langs de ommuring. De kapel is een fraai stukje bouwkunst en bij een bezoek aan het kasteel kan je er niet omheen. Het gebouwtje staat pal boven de huidige hoofdingang en hangt met zijn achterkant als het ware over het straatje onder het kasteel heen.
Eenmaal op het terrein trekken twee zaken onmiddellijk je aandacht. Ten eerste de twee vleugels van het kasteel die er nog staan en de horde Italianen die zich hebben verzameld voor een gebouwtje in een hoekje van het terrein. Dat laatste is natuurlijk de kapel waar de man met de baard ligt die in de eenentwintigste eeuw nog opvallend populair is. Tot mij verbazing worden hier dagelijks duizenden Italiaanse toeristen uitgelaten om op de foto te gaan met de bekendste Italiaan uit de geschiedenis. Of toch niet?
Is Leonardo een Italiaan?
Want Italië bestond natuurlijk nog helemaal niet vijftiende eeuw. Ga je daar wel van uit dan is Julius Caesar ook een Italiaan zijn en die is minstens zo beroemd. Daarbij komt nog de vraag of de goede man hier ook werkelijk ligt. Wat is er aan de hand? Tijdens de Franse Revolutie, zo rond 1790, is ook dit kasteel niet gespaard gebleven en is de boel behoorlijk ‘verbouwd’. Daarbij moest het graf van Leonardo het ook ontgelden en is verwoest. Hierdoor is het moeilijk te zeggen of de kunstenaar hier nu echt ligt te begraven of dat er iemand anders ligt.

Het graf van de bekendste Italiaan uit de geschiedenis. Of toch niet?
Maar dat maakt eigenlijk niet uit. De Italianen die wij hier zagen waren duidelijk van mening dat hij hier wél lag. Daarbij is dit de plek waar hij na zijn dood is begraven en heeft hij er bijna drie eeuwen gelegen. Ieder zijn waarheid lijkt mij in dit geval. Het is natuurlijk wel bizar dat het graf van Leonardo ligt in een laatgotische kapel dat helemaal in niets aan de renaissance doet denken.
Naast het graf van Leonardo heeft het kasteel veel meer te bieden. Allereerst ligt het echt bijzonder prachtig aan de rivier. Wij hadden vrij regenachtig weer maar we hebben ons evengoed lang vermaakt met het uitzicht over de Loire. Het is werkelijk prachtig. Daarbij zijn ze in negentiende eeuw zo goed geweest om bijna alle gebouwen van het kasteel te slopen waardoor je vrij uitzicht hebt.
Bijzondere tuin
Naast het uitzicht is ook de tuin bijzonder mooi. Het is lekker ruim opgezet want de meeste oorspronkelijke gebouwen zijn er niet meer. Vreemd genoeg liep ik hier op een heuveltje tegen een kleine begraafplaats aan, dit keer van islamistische snit. Dat verwacht je hier niet. Het bleek om een aantal leden te gaan van een Algerijnse Emir genaamd Abd al-Kader.

Een islamitische begraafplaats is niet iets wat je verwacht in de tuin van een koninklijk kasteel in Frankrijk. Het is een interessant verhaal hoe dit zo gekomen is.
De man zelf ligt hier niet maar wel een aantal mannen uit zijn gevolg. Na enige bestudering bleek deze Abd al-Kader een interessant historisch figuur die in de tweede helft van de negentiende eeuw een opstand in Algerije tegen de Franse leidde. Zijn opstand mislukte en hij werd met een heel gevolg gevangen gezet in het kasteel van Amboise. Dat stond toch leeg. Best een aardige gevangenis zou je zeggen.
Na vier jaar werd hij vrijgelaten en vertrok hij naar Damascus waar hij later een flink aantal christenen redde van een bloedbad. Door deze daad werd hij een held in Frankrijk en kreeg hij een hoge onderscheiding van Keizer Napoleon III. Hij stond ook in het westen in hoog aanzien en was een graag geziene gast in de Europese hoofdsteden. Het kan verkeren.
Met een paard door een toren
Twee andere opvallende zaken in de tuin zijn de torens. Die zijn namelijk frappant groot en breed opgezet. Zo breed dat er zelfs een koets omhoog kan en dat is ook precies de bedoeling want de koninklijke gasten konden hier gewoon in hun voertuigjes lekker naar boven rijden.
Tot slot is er natuurlijk het kasteel zelf, althans de twee vleugels die er nog staan; de oude gotische vleugel is gebouwd onder Karel VIII, de andere is gebouwd onder zijn opvolger Lodewijk XII en is in renaissance-stijl opgetrokken. Dat klinkt als een enorme stijlbreuk maar als je er voor staat valt het eigenlijk wel mee. Beide vleugels zijn even groot en je moet echt naar de details kijken wil het verschil zien.
Binnen is er een mooie zaal te zien waar de koning hof hield. Het plafond wordt gedragen door een palmgewelven als je ze ziet begrijp je direct waarom deze zo heten. De techniek was in de zestiende eeuw nog niet in staat om het plafond in één keer te dragen en dus staan er allemaal zuiltjes. Naast de zaal zijn er nog andere interessante vertrekken onder de privévertrekken van koning Karel VIII. Hier zijn prachtige meubelen en mooi wandkleed te bewonderen. Op mij maakte vooral het uitzicht vanaf de grote ronde toren indruk. Hier heb je niet alleen een mooi uitzicht op de Loire maar kan je ook goed het dak met zijn dakkapellen zien.
Video van Het koninklijke kasteel van Amboise
Beelden van Het koninklijke kasteel van Amboise










E-Magazine
Kaart van Het koninklijke kasteel van Amboise en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Het koninklijke kasteel van Amboise
Kasteel van Fontainebleau: de rustige broer van Versailles ***
Jachtslot
Maar terug naar Fontainebleau want daar gaat dit artikel over. Het kasteel ligt in een uitgestrekt bos dat nog altijd geldt als het meest uitgestrekte en ruigste rondom Parijs. Dat was in de middeleeuwen al zo en het was een aantrekkelijke plaats om te jagen. Dat deden de Franse koningen dan ook graag en veel.

Het voorhof van het paleis.
Deze plek is vanaf Parijs op een paard nog wel een stukje en als koning wil niet altijd kamperen. Een stukje onroerend goed biedt dan uitkomst. Lodewijk de Heilige liet daarom een slot bouwen dat later werd uitgebreid met de verdedigingsmuren en bijgebouwen.
Renaissance
In de zestiende eeuw onder het bewind van Frans I was het kasteel behoorlijk vervallen en daar besloot de koning wat aan te doen. Hij liet de boel compleet verbouwen en er een renaissance-kasteel van te maken. Geheel volgens de nieuwste trends die waren overgewaaid uit Italië en groot genoeg zodat hij hier zijn hof kon houden.
De entourage van de koning was nog niet zo groot als die van Lodewijk XIV een eeuw later, maar het kasteel werd fors uitgebreid zodat iedereen kon blijven slapen na een jachtpartij. Tevens kwam er een kapel en een grote balzaal waar feesten en partijen werden georganiseerd. Frans I hield wel van een feestje en het moet hier dan ook vaak erg gezellig boel zijn geweest.
Galerij

Het wapen van Frans I met de salamander boven een deur.
Een paar jaar later werd het kasteel nog eens flink uitgebreid waarbij er een galerij werd toegevoegd. Deze kamer is prachtig versierd met invloed uit Italië. Hoewel de oorspronkelijke functie van dit vertrek niet helemaal duidelijk is, werd het in bijna alle paleizen in Europa gekopieerd. Een kasteel zonder galerij als deze was niet compleet was het devies in die tijd.
Na Frans I breidden verschillende Franse koningen het kasteel nog uit. Zo werd de beroemde hoefijzervormige trappen voor de hoofdingang in de zeventiende eeuw toegevoegd door Lodewijk XIII. De bouw van Versailles zorgde ervoor dat Fontainebleau minder bewoond werd al heeft Lodewijk XV nog wel wat laten aanpassen. Na de revolutie verbleef Napoleon graag in het pand om uit te rusten van zijn veldtochten maar een echte residentie werd het nooit meer.
Frans I
Frans I werd koning van Frankrijk in 1515 en geldt als één van de meest belangrijkste vorsten van de Renaissance. Hij was de grote tegenspeler van keizer Karel V en de Engelse koning Hendrik VIII, die met zijn vijf vrouwen. Met allebei maakte hij geregeld ruzie en dat ontaarde nog wel eens in een oorlog waarin hij niet altijd even succesvol was. In het binnenland wist hij het land te versterken door middel van een sterke centralistische politiek. Zo was het Frans I die het Frans de officiële bestuurstaal maakte en kreeg hij de macht om geestelijke te benoemen.
Vandaag kennen we Frans I vooral als kunstliefhebber. Hij zorgde ervoor dat de Renaissance uit Italië naar Frankrijk kwam door bijvoorbeeld Leonardo da Vinci naar zijn hof in Amboise te halen. Hij was zeer geïnteresseerd in kunst en cultuur; zo vormt zijn kunstcollectie met onder andere de Mona Lisa, de basis van van de collectie van het Louvre hangt. Ook de architectuur droeg hij een warm hart toe en dat uitte zich in een bouwwoede die ongekend was in zijn tijd,
Parijs was niet zijn ding en dus zocht hij zijn heil elders in Frankrijk. Het eerste deel van zijn regering was hij vooral te vinden in de Loire vallei bij Blois. Daar liet hij een enorm jachtslot in Chambord bouwen. Later was hij vaak te vinden in Fontainebleau waar hij het middeleeuwse kasteel liet ombouwen tot een enorm paleis. Daarmee zette hij de trend neer dat uiteindelijk zou resulteren in de bouw van het paleis van Versailles.
Rustig
Wij bezochten Fontainebleau in het hoogseizoen en tot onze verbazing was het zeer rustig. Het kasteel ligt slecht zestig kilometer van Parijs en ik verwachtte geen hordes toeristen zoals in Versailles maar het was zo rustig dat ik even dacht dat het kasteel gesloten was. Ik kon de auto direct bij de hoofdingang parkeren en trof twee stelletjes en twee Amerikaanse dames aan in het voorhof, verder was er niemand.
Omdat het hof een vrij grote ruimte is had ik het idee dat we praktisch alleen waren en dat is natuurlijk geen vervelende ervaring. Toch vond ik het vreemd omdat dit kasteel toch echt als één van de hoogtepunten van de Franse bouwkunst bekend staat en niet voor niets op de UNESCO lijst staat.
Prima voor de ervaring natuurlijk en we liepen vanzelf naar de hoofdingang met de beroemde trappen. Maar tot onze verbazing kan je daar niet in. Het was even zoeken maar uiteindelijk gingen we via een ingang in de linkervleugel naar binnen.
Luxe vertrekken
Eenmaal binnen wordt je verwend met een enorme hoeveelheid prachtige kamers, zalen en andere vertrekken. De één nog mooier en smaakvoller ingericht dan de ander. Het ligt voor de hand om Fontainebleau te vergelijken met Versailles. Natuurlijk is Versailles veel groter, indrukwekkender en ik vind de buitenkant ook mooier.
Maar als het gaat om het interieur wint Fontainebleau; Het is kleiner, gezelliger en menselijker. Natuurlijk zijn de kamers gebouwd om indruk te maken en daar slagen ze ook goed in, maar waar in Versailles de decoraties compleet over de top zijn, zijn de vertrekken van het kasteel van Fontainebleau precies goed. Daarbij zijn de versieringen minstens even interessant zeker omdat de invloeden van Italiaanse Renaissance hier zo goed te zien zijn.
Balzaal
De balzaal van Fontainebleau is het meest indrukwekkende kamer in het kasteel. Het heeft een uniek cassetteplafond en dat is eigenlijk al genoeg om een bezoek aan dit paleis te brengen. De wanden zijn aan de bovenkant versiert met drukke schilderingen terwijl de onderkant is bekleed met fraaie houten lambrisering.

De prachtige balzaal met een subliem plafond.
Een ander bijzonder element in de balzaal is zonder twijfel de haard. Deze is prachtig versierd met ‘Fleur de Lys’ van bladgoud en takken van fraai houtsnijwerk om duidelijk te maken dat dit het jachtkasteel was van de Franse koning.
Het meest in het opvallendste onderdeel van de haard zijn echter de twee enorm beelden. Het betreffen satirs te herkennen aan bokkenpoten en hoofddeksels met druiventrossen. Dit zijn de maten Dionisius, de Griekse god van de wijn, en volgens de mythen verschenen deze jongens als er flink gefeest en gedronken werd. Of ze verschenen vlak daarvoor maar dat weet niemand precies meer. Hoe dan ook was het altijd een gezellige boel als deze gasten ten tonele verschenen en het zegt iets over hoe het hier aan toe ging tijdens de jachtpartijtjes van de koning.
Als je nu langs of door het grote paleis loopt dan vergeet je snel dat het hele complex oorspronkelijk was bedoeld voor de jacht. Rondom Fontainebleau was een zeer groot woud en ook nu nog is het bos het grootste en ruigste rondom Parijs. Je kan hier geweldig wandelen en er is het barst er van het wild.
Tuin
Het bos grenst aan de achtertuin van het kasteel. De achtertuin van de koning is vanzelfsprekend lekker ruim opgezet. Er is een groot kanaal die doet denken aan die in Versailles en vlak achter het paleis is een joekel van een vijver met een speciale attractie; midden in de water staat een prachtig compact theehuis.

Het beroemde paviljoen in de grote vijver achter het kasteel.
De tuinen van het kasteel van Fontainebleau zijn gratis toegankelijk en zijn een perfecte plek om te picknicken. Je kan er heerlijk genieten van een stokbrood met kaas of ham en genieten van de tuin en het paleis op de achtergrond.
En net als het hele complex is ook de tuin, zeker in vergelijking met Versailles, erg rustig. Toen wij er waren was er naast een joggende mademoiselle helemaal niemand.
Daarmee wil ik niet zeggen dat je niet naar Versailles moet gaan. Integendeel, ik denk dat je het paleis gezien moet hebben om Frankrijk te begrijpen en het is werkelijk ongelofelijk indrukwekkend.
Fontainebleau is misschien iets minder gigantisch maar nog altijd erg groot. Het is bijvoorbeeld een flink stuk groter van ’t Loo in Apeldoorn. Het is ook minder bekend en daarom een stuk minder druk en dat maakt de beleving heel anders en eigenlijk veel leuker.