Ondanks alle moeite was het kasteel niet een onverdeeld succes. Frans I overnachtte slechts 72 keer in zijn jachthuis. De kamers waren zo groot dat ze niet warm te stoken waren en dus werd het kasteel alleen in de zomer gebruikt. En zelfs dan kon het hier behoorlijk onaangenaam zijn. Het complex lag midden in de moerassen en de overlast van insecten moet enorm zijn geweest.
Tot slot lag Chambord redelijk ver weg van de bewoonde wereld en was het organiseren van een feestje met honderden gasten een logistieke nachtmerrie.
Aanrijden
Wij bezochten het kasteel een paar keer en steeds was ik onder de indruk. De route naar het kasteel is al geweldig. Bij ons eerste bezoek waren met de fiets en dat gaf nog net iets extra omdat je dan het gebouw veel langzamer ziet opdoemen. Het hele domein is omringt door een 32 kilometer lange muur waardoor je het kasteel al kilometers van te voren wordt aangekondigd.
Het kasteel ligt op een grote open plek in het bos met veel water en grasvelden.
De weg is kaarsrecht en loopt door een uitgestrekt bos met hier en daar een observatiepunt waar je wild kan spotten. Kennelijk is het de koning niet gelukt om al de herten en zwijnen hier te bejagen. Vooral de weg vanaf Blois is prachtig omdat de bomen een soort groene tunnel vormen waar je aan het einde de torens van het kasteel ziet.
Eenmaal bij het kasteel aangekomen ontvouwt zich een landschappelijk en architectonisch schouwspel. Op een enorme open plek met grote grasvelden en kanalen staat het pronkstuk van Frans I te schitteren. Van alle kastelen die ik heb gezien is de ligging van Chambord de meest indrukwekkende.
Het gebouw zelf is breder dan hoog en voelt daardoor nog groter. Daarbij geeft de specifieke vorm het kasteel een uniek karakter. De verdiepingen hebben weliswaar ronde vormen maar zijn verder somber en streng uitgevoerd en vormen zo een rustige basis. Precies zoals de Renaissance bouwkunst dat voorschrijft.
Deze regelmaat wordt compleet losgelaten op het dak. De vormen van het dak zelf zijn nog wel rustig maar de hoeveelheid versieringen zijn dat absoluut niet en de nog de geest van de gotiek. Dakkapellen, schoorstenen en andere bouwsels vormen een kakofonie van vormen en lijken compleet te breken met het strenge ritme de verdiepingen.
Je zou denken dat deze twee stijlen met elkaar zouden vloeken maar vreemd genoeg is dat niet zo. Sterker nog het versterkt elkaar en vormt een mooi geheel. Het is een beetje het effect van een strakke taart die rijkelijk is versiert aan de bovenkant. Dat ziet er ook aantrekkelijk uit.
Het contrast tussen Renaissance en gotiek komt ook terug in de vorm van het gebouw. Als je er voor staat besef je eigenlijk niet hoe klassiek de plattegrond eigenlijk is. Het hoofdgebouw is gemaakt als een klassiek donjon van een kasteel zoals het al eeuwen in Frankrijk werd gebouwd. Daarom heen strekken zich vleugels uit zoals de verdedigingsmuren van een burcht.
Symmetrie
De plattegrond van het kasteel doet denken aan die van een middeleeuwse burcht. Het hoofdgebouw, het vierkant in het midden, doet denken aan een donjon terwijl het grote vierkant de buitenste muren vormen. Het onderste gedeelte van de muren is nooit afgebouwd.
Het ontwerp van het donjon zelf doet helemaal eer aan het Renaissance ideaal. De plattegrond is voor een groot deel symmetrisch met in het midden de beroemde dubbele spiraaltrap waarvan het bijna zeker is dat Leonardo da Vinci bij het ontwerp een rol heeft gespeeld. Het gebouw is heel logisch ingedeeld met op elke verdieping op elke hoek een appartement.
Het vreemde is echter dat als je binnen bent het in het begin allemaal heel overzichtelijk en logisch is. Maar op een één of andere manier verlies na een tijdje je dit overzicht. Het kasteel heeft zo veel kamers, zalen en gangetjes dat je onherroepelijk je oriëntatievermogen verliest en niet meer weet hoe het in elkaar zit. Een ervaring die je ook hebt in een gotisch middeleeuws kasteel.
Het interieur van het kasteel is niet meer origineel. Tijdens de revolutionaire jaren na 1789 paste een kasteel als dit net als de adel zelf niet meer in Frankrijk. De inboedel werd verkocht of gesloopt maar het kasteel zelf bleef gespaard. Het bleek te groot en daarom te duur om te slopen en dus bleef het staan.
In de negentiende stond Chambord voornamelijk leeg. Wat moet het leuk zijn geweest om in die tijd het kasteel te bezoeken en om in lange verlaten gangen en ruimtes te lopen.
Frans nationaal bezit
In de Eerste Wereldoorlog kwam Frankrijk erachter dat het kasteel in handen was van een edelman die vocht voor de vijand. Nationaliseren die handel was de gedachte. Dat bleek juridisch niet zo eenvoudig maar uiteindelijk kwam het toch in handen van Franse Staat en werd begonnen met het herstel om uiteindelijk een museum te worden.
Het bed in de rode slaapkamer van de koningin. In tegenstelling tot deze kamer zijn veel vertrekken in Chambord leeg omdat tijdens de Revolutie de boel is verkocht. De vertrekken zijn over het algemeen groot en hoog zodat ze moeilijk warm te stoken waren in de winter. Hierdoor werd het kasteel eigenlijk alleen in de zomer gebruikt.
In de Tweede Wereldoorlog was het kasteel bijna ten onder gegaan toen een aangeschoten Amerikaanse B-24 bommenwerper vlakbij neerstortte. Als het vliegtuig zich in het gebouw had geboord dan was de kunsthistorische ramp niet te overzien geweest omdat een groot deel van de collectie van het Louvre in Chambord was ondergebracht.
Het herstellen van het interieur is voor een deel gelukt. Zo zijn er twee prachtige koninklijke slaapkamers en erg mooie wandtapijten te bewonderen. Helaas geldt dat niet voor alle kamers maar daar zijn er ook heel veel van. Het viel mij op dat veel grote zalen vrij kleine deuren hebben. Bijzonder is wel de kamer van Lodewijk XIV die hier ook graag kwam jagen.
Dubbele spiraaltrap
Hoewel de kamers en zalen bijzonder mooi zijn hebben ze bij mij toch niet de meeste indruk gemaakt. Die eer ging toch naar de centrale dubbelde trap waar je heel goed moet kijken om te zien hoe het nu in elkaar zit.
Trap van Da Vinci
Het zijn twee spiralen die in elkaar zijn gedraaid. Hierdoor hoefden de gasten van de koning niet de vertrekkende gast die afdaalde niet voor te laten gaan. Omdat de hele constructie open is konden ze elkaar wel zien.
Ooit heb ik mij laten vertellen dat het idee van de trap van Leonardo da Vinci is die het had bedacht als plattegrond voor een bordeel in Florence. Maar later is het ook gebruikt bij andere gebouwen al kan ik alleen de parkeergarage van De Bijenkorf in Amsterdam opnoemen. Technisch een interessant gebouw maar toch zeker niet het hoogtepunt van de Nederlandse architectuur.
Het kasteel is gebouwd rondom de dubbele trap die zeer waarschijnlijk is ontworpen door Leonardo da Vinci.
Da Vinci, die op het einde van zijn leven in Amboise woonde, vond trappen heel interessant en maakte zelfs een studio naar vier trappen die in elkaar waren gevlochten. Natuurlijk wilde Frans I die hebben maar dat bleek hier toch niet haalbaar. Het zijn er uiteindelijk dus maar twee geworden.
Het tweede wat mij is bijgebleven is het dak, daar kan je namelijk op en het is indrukkend in alle opzichten. Het is doolhof van kleine bouwsels waarvan de grootste de eerste spiraaltrap bekroond. Het is heel erg leuk om hier te lopen en je komt ogen te kort om alle details in je op te nemen en dan heb ik het nog niet eens over het uitzicht want dat is ook niet verkeerd.
Drukte: wanneer bezoeken?
Chambord is één van de grote toeristische trekpleisters in de Loire vallei en het kan hier ontzettend druk zijn. Nu kan het gebouw wel wat mensen herbergen maar als je binnenkant wilt zien moet je jezelf voorbereiden op een stevige drukte.
Wie niet per se naar binnen wilt kan prima een wandeling om het kasteel maken want uiteindelijk is de buitenkant van het gebouw indrukwekkend genoeg. Neem een een gevulde picknicktas mee en geniet tijdens een hapje en een drankje van het prachtige kasteel en zie hoe de mensenmassa zich naar binnen wurmt. Ook een bootje huren om door het kanaal te varen behoort tot de mogelijkheden maar aangezien die redelijk rechttoe rechtaan is, lijkt mij dat voor de gemiddelde Nederlander nogal saai.
Kasteel in de nacht
Helemaal mooi is om ‘s avonds het kasteel te gaan bekijken. Je kan er dan helemaal niet meer in maar het gebouw wordt als het donker fraai verlicht en dat is de moeite waard.
Overal in het kasteel kom je de salamander en de F van Frans I tegen. Op de pilaar klimt er zelfs één naar beneden.
Gedurende het jaar worden er trouwens allerlei activiteiten georganiseerd en voordat je je bezoekt plant doe je er goed aan om hun site even te bekijken of er niet toevallig iets is. Zo kwamen wij hier ooit in het voorjaar toen er de moeder der brocante markten werd georganiseerd. Leuk natuurlijk maar je komt er dan niet in. Ik zag zelfs dat je hier kan trouwen, al lijkt mij dat wel een prijzige bezigheid.
Wil je naar binnen, en daar zijn goede redenen voor, ga dan vroeg. Wij kwamen ooit uit het zuiden en hadden na veel fileleed een overnachting in Blois en stonden zodoende de volgende ochtend om 9.00 uur voor de poort hier. Dan is het nog wel te doen. Wij reden uiteindelijk om 12.30 weg en waren ‘s avonds weer thuis.
Maar nog veel beter is om Chambord te bezoeken in het voor- of naseizoen. Ook dan is het druk maar veel beter te doen en je ziet veel meer als het iets rustiger is. Een midweekje in de Loire-streek in de lente of herfst is dan ook een echte aanrader. Er is hier genoeg te doen en de streek heeft een uitstekende keuken met lekkere witte wijn.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!