
Boulogne-sur-Mer Levendige havenstad aan de Opaalkust ***
Het stadje heeft een prachtige oude binnenstad, de een enorme vissershaven, een zeer groot aquarium en zelfs een mooi strand. Vanaf Utrecht is het een kleine vier uur rijden en dus een perfecte plek voor een lang weekend of een midweek.
De geschiedenis van Boulogne-sur-Mer gaat terug naar de verovering van Gallië door de Romeinen. Het was Caesar zelf die Boulogne-sur-Mer, toen Portus Itius genaamd, uitkoos als uitvalsbasis voor een invasie van Brittannië.
Hoewel hij als één van de grootste militairen uit de geschiedenis wordt geschouwd veroverden hij geen enkel gebied in Engeland terwijl hij er toch twee keer met een flinke legermacht is geweest.
Napoleon
Een ander groot militair die Engeland niet wist te veroveren en hier zijn sporen heeft achter gelaten is Napoleon. Hij verzamelde hier even ten noorden van Boulogne de Grande Armee om het kanaal over te steken. Hoewel deze hele onderneming niet echt van de grond is gekomen staat er een enorme zuil met het kleine mannetje erop.
Het is de plek waar hij voor het eerst de Légion d’Honneur uitreikte en voor Fransen is het daarom wel een dingetje. De zuil die geïnspireerd is op die van Trajanus in Rome, je bent keizer of niet, en is zelfs een Monument National en daar zijn er niet zo veel van. Als je geïnteresseerd bent in Napoleon dan is dit een interessante plek.
Stad met twee gezichten
Veel interessanter is Boulogne-sur-Mer zelf, een stadje met twee gezichten. Het oude centrum met zijn prachtige straatjes, fijne pleintjes, een mooie middeleeuwse muur en een overdreven negentiende koepelkerk vind ik het mooist.
Maar dat wil nog niet zeggen dat de dynamische buurt bij de haven met zijn restaurants, bars en leuke winkeltjes niet de moeite waard is. Bovendien is hier ook Nausicaá te vinden, dat volgens eigen zeggen het grootste aquarium van Europa is en meer dan 800.000 bezoekers per jaar heeft. Een prima attractie met kinderen maar het heeft zeker ook voor volwassenen voldoende te beiden om je een halve dag te vermaken.
Grootste Vissershaven
Boulogne-sur-Mer is de grootste vissershaven van Frankrijk die het hele land voorziet van vis en zeevruchten. Je kan hier dan ook goed eten in één van de talloze restaurantjes. Het havenfront is een gezellig geheel en een prima plek om aan het einde van de middag te vertoeven. De vis of schaaldieren zijn hier van uitstekende kwaliteit waarbij de vanzelfsprekende witte wijn kan worden vervangen voor een biertje uit de streek. Dit deel van Frankrijk heeft een lange biertraditie en er zijn tal van lokale varianten. Omdat bier in Frankrijk steeds populairder wordt is er voor de bierkenner genoeg te ontdekken.

De Porte Neuve is één van de vier poorten die toegang geven tot de oude stad.
Of je nu wijn en bier drinkt, neem altijd een kaasplankje met producten uit de streek. Het land achter de kust bestaat uit kruidig weiland waar koeien hun ding doen en de boer kaas maakt.
Le Portel
Bij warm weer is het mogelijk om af te koelen op het strand van Le Portel. Deze groene wijk heeft een anderhalf kilometer lang strand dat in de negentiende eeuw druk werd bezocht door de Parijse elite. Het massatoerisme is verplaatst naar warmere oorden maar het is nog altijd populair bij de plaatselijke bevolking. Bij minder warm weer kan je hier strandzeilen of gewoon lekker wandelen en uitwaaien.
Bovenstad
Het oude centrum, dat ook wel de bovenstad wordt genoemd, ligt op loopafstand van de haven maar je kan er ter plekke ook goed parkeren. In de zomer schijnt het er druk te zijn maar wij bezochten de stad op een zonnige dag in mei en parkeerden de auto voor één van de vier poorten. Om de oude binnenstad te bereiken moet je door één van deze poorten want het hele centrum is geheel ommuurd en dat is natuurlijk altijd mooi.
Notre-Dame
De eerste attractie is al van verre zichtbaar en dat is de enorme basiliek Notre-Dame. Je hoeft geen architectuurgeschiedenis te hebben gestudeerd om te zien dat deze kolos hier eigenlijk niet hoort. Daarmee wil ik niet direct zeggen dat het een lelijk ding. Met name de buitenkant is naast groot eigenlijk best aardig. Het is alleen zo hoog dat de huizen en gebouwen erom heen letterlijk in de schaduw zet. Het ontwerp is duidelijk geïnspireerd op Sint Pauls in Londen met zijn hoge grote koepel en statige gevel.

De binnenkant van de kerk is niet geheel vrij van kitsch maar de koepel is van binnen mooi.
De basiliek staat precies op de plek waar in de oudheid een Romeins kasteel stond dat over de stad én de haven heerste. Het is niet de eerste kerk die hier staat want in de middeleeuwen stond hier een kathedraal die de Franse Revolutie niet heeft overleeft. De huidige kerk is in de loop van de negentiende eeuw gebouwd op de fundamenten van de oude middeleeuwse voorganger. Het is ook niet de oudste kerk in de stad want er staat ook nog een kerk voor Sinterklaas, de beschermheilige van kinderen en zeelui.
De heilige maagd
De kerk is gewijd aan de heilige maagd Maria en daar hoort een mooi verhaal bij. In de vroege zevende eeuw voer een bootje met een beeld van de Maria en kind de haven in. Het scheepje werd daarbij fel verlicht en had verder geen opvarende aan boord. Een spectaculaire entree die niet zou misstaan in een moderne musical lijkt mij.

Het beeld (niet origineel) van Maria met kind in de kerk Let op het autowiel onder het plateau waarop het beeld staat.
Nog opmerkelijker was dat bijna de hele gemeente tijdens dit gebeuren zat te bidden in de kerk waar plots Maria verscheen en de mensen vertelde dat het houten beeld een plaats zou moeten krijgen in de kerk en aanbeden zou moeten worden. Aan dit verzoek werd natuurlijk voldaan en sinds die dag was Boulogne een bedevaartsoord van internationale allure. Jaarlijks trok het beeld duizenden pelgrims waaronder ook edelen en zelfs enkele koningen.
Het beeld van Maria is helaas in de loop van tijd verloren gegaan. Al in de zestiende eeuw werd er door de koning van Frankrijk een nieuw beeld geschonken die tijdens de verwoesting door de revolutionairen bijna helemaal werd verbrand. Bijna, want een hand van het beeld bleef bewaard en die is nog altijd te bewonderen in de kerk.
Afschuwelijk interieur
Het interieur van de kerk is bijzonder negentiende-eeuws en dat is in mijn ogen geen compliment. Ik zag laatst iemand op televisie zeggen dat er een herwaardering is voor neo-architectuur uit de negentiende eeuw. Dat zou kunnen maar dan niet door mij. Ik vind het ronduit lelijk, smakeloos, kitscherig maar zeker interessant. In Nederland kennen wij Pierre Cuypers die Nederland halfvol heeft gezet met feestkerken in een afschuwelijke neostijl. Mooi zijn ze allemaal niet, interessant des te meer.
Crypte
En toch is de Notre-Dame in Boulogne-sur-Mer één van de meest indrukwekkende kerken van Frankrijk en dat is ook nog eens voor een groot deel aan de negentiende-eeuwse bouwlust te danken. Tijdens de bouw van de huidige kerk werd namelijk een enorme crypte uit de elfde eeuw ontdekt. Een compleet middeleeuws ondergronds labyrint met de afmetingen van de huidige kerk; honderd meter lang en veertig meter breed. En daarmee is het één van de grootste in Frankrijk en zelfs in Europa.
De crypte werd na de opening van de kerk ingericht als museum en staat vol met reliekhouders en andere kerkschatten. Enkele wanden zijn in de negentiende eeuw voorzien van schilderingen maar de kapitelen van enkele zuilen uit de elfde eeuw zijn nog puntgaaf. Maar het is met name bijzonder om door de ruimtes en gangen te lopen die zolang geleden zijn gemaakt.
Belfort
Eenmaal weer buiten is het leuk wandelen door de gezellige straatjes vol met mooie panden. In het midden van het stadje staat het stadhuis met een plein dat tijdens ons bezoek vol stond met bloemen. Zoals het hoort in noordwest Frankrijk heeft het stadhuis een toren; een Belfort. En daar zijn ze in deze streek, en in Vlaanderen, trots op. 56 daarvan staan zelfs op de werelderfgoedlijst van de UNESCO.

Het plein voor het stadhuis is vrolijk versiert met bloemen.
Met deze torens wilden de bestuurders van steden hun macht laten zien want naast de kerk en de adel was er dertiende en veertiende eeuw een derde groep bijgekomen die torens kon bouwen en dat mocht iedereen weten.
Dit klinkt misschien eigenlijk best kinderachtig maar nu bouwen we wolkenkrabbers die de prestige van een stad of zelfs land laten zien. De torens hadden natuurlijk ook praktische nut; je kan de streek goed in de gaten houden voor nader onheil óf in het geval van grote stad, snel brand ontdekken.
Net als bijna alle andere staat de Belfort van Boulogne naast het gemeentehuis. Maar eigenlijk is het andersom want de toren is ouder en behoorde ooit tot het kasteel van de plaatselijke graaf. Het raadhuis werd een eeuw later gebouwd naast de toren. Je kan de Belfort beklimmen en dan heb je prachtig uitzicht over de oude stad, de haven, het kanaal en bij helder weer kan je zelfs Engeland zien. Dat hebben wij niet gedaan want we wilden een wandeling maken over de verdedigingsmuren.
Verdedigingsmuren
De verdedigingsmuren zijn gebouwd in de dertiende eeuw op het fundament van Romeinse muren en vervolgens in de zestiende en zeventiende eeuw versterkt. De muren sluiten de hele oude stad af van de buitenwereld en zijn gewoon openbaar gebied. De plaatselijke bevolking gebruikt het als een soort park en je kan er prima picknicken.
In de zuidoostelijke hoek staat een fraai klein kasteel dat nu dienst doet als museum met een opmerkelijke mooie collectie van Griekse vazen. Het is gebouwd door een zoon van de Franse koning en diende lang als zetel van de plaatselijke graaf. Het gebouw zelf is één van de eerste kastelen in Frankrijk zonder een Donjon, een versterkt gebouw binnen de muren.
Video van Boulogne-sur-Mer
Beelden van Boulogne-sur-Mer





E-Magazine
Kaart van Boulogne-sur-Mer en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Boulogne-sur-Mer
Saint-Antoine-l’Abbaye: kloosterdorp in de Isère
De overblijfselen van zo’n heilige kluizenaar, de relieken, hadden dan ook veel aanzien en niet zelden gebeurden er allerlei wonderen. Voor de relieken van de heilige Antonius werd een klooster gebouwd door de monniken van Montmajour en waarna het uitgroeide tot een dorp en is dus nu een Plus Beaux Village de France.
De gebouwen van de abdij domineren nog altijd het dorp waarbij de abdijkerk de meest opvallende is. In twaalfde eeuw werd er begonnen met de bouw en die zou tot de vijftiende eeuw duren. Ook toen gebeurde het wel eens dat een publiekelijk bouwproject wat langer duurde.
Het resultaat mag er wezen. De flamboyante gotische stijl is nog altijd indrukwekkend en een bezoek aan het dorp is niet compleet zonder een kijkje in de kerk. Neem dan even tijd om het portaal van de kerk goed te bekijken. Het klooster omvat een museum met een prachtige middeleeuwse tuin.
Saint-Antoine-l’Abbaye bevat nog een klein pretpark dat curieus genoeg piraten als thema heeft. Je zou toch monniken of bisschoppen verwachten maar zover reikt het historisch besef van de plaatselijke bevolking kennelijk niet. Niet dat dit heel erg is want piraten zijn ook mooi en de kinderen zal het een worst zijn. Verwacht hier trouwens geen achtbanen en reuzenraden maar gewoon een leuke grote speeltuin met hier en daar een piraat. De kleine kinderen vermaken zich hier prima, pubers vervelen zich waarschijnlijk snel.
Estaing: dorp op de route naar Saintiago in de Aveyron
Zwembad met uitzicht
Estaing was het eindstation van de dag want rond een uur of één was het kwik boven de veertig graden gestegen en gingen we op zoek naar een zwembad. Gelukkig ging het gemeentelijke zwembad van Estaing na een uurtje open. Niet groot maar waarschijnlijk niet druk en dat was dus prima op dit moment.

Als je in de straatjes loopt heb je meer het idee in een stadje te lopen dan een dorp.
Ik ben dol op gemeentelijke zwembaden in Frankrijk. Het zijn er veel, zijn redelijk goed onderhouden, vaak niet te druk, er zijn weinig toeristen en het kost bijna niets om binnen te komen. Als gezin zijn we altijd tussen de 6 en 10 euro kwijt en dat is prima om even af te koelen. Daarbij krijg je vaak gratis een goede vormgeving bij want voor veel zwembaden is de architect echt even gaan zitten en als je dat zie je direct. Zeker de zwembaden uit de jaren vijftig en zestig zijn soms echte pareltjes.
Ook de plek van een openbaar zwembad is vaak bijzonder en het zwembad in Estaing is geen uitzondering. Het ligt namelijk precies tegenover het kasteel en je hebt dan ook een prachtig uitzicht tijdens het zwemmen.

De oude priorijkerk waar de relieken van de plaatselijke heilige liggen.
Maar voordat we in het water sprongen hebben we ons prima vermaakt in het dorp. Hoewel het midden in het hoogseizoen was konden we de auto gewoon op de boulevard naast de rivier parkeren. Deze streek lijkt nog niet ontdekt te zijn door de hordes toeristen en het is te hopen dat dat nog even zo blijft. Al bleek dat even later niet het geval.
De straat die vanaf de rivier loopt voelt helemaal niet aan als een dorp. Je hebt het idee dat je hier door een stadje loopt en dat is ook eigenlijk het geval. Estaing heeft nu zo rond de zeshonderd inwoners maar dit getal is eeuwen veel hoger geweest en zeker in deze streek kan je dan wel spreken over een stadje.
Hoewel het stadje op een strategische staat, heeft het nooit militaire betekenis gehad. De welvaart kwam voor een deel omdat Estaing een regionale bestuursfunctie had maar de grootste inkomsten bron waren altijd de pelgrims. Omdat je hier op weg naar Conques de Lot kon oversteken werd het de eerste pleisterplaats vanaf Le Puy dat één van de meest populaire startplaatsen was.
Middeleeuwse brug
De brug die de pelgrims namen is er nog steeds. Het huidige exemplaar werd in 1490, dus nog net in de middeleeuwen, gebouwd en wordt nog steeds gebruikt. Bij aankomst zagen we er een grote vrachtwagen rijden en hoewel het er een beetje raar uitziet kan de brug het kennelijk goed hebben.
Omdat in de veertiende eeuw de stad de relieken van Saint Fleuret op de kop tikte, werd zelf ook een plegrimsplaats. De relieken worden bewaard in een eigenaardig kerkje tegenover de ingang van het kasteel.
Karakteristiek plek
Het pleintje in het centrum is één van de meest karakteristiek plekken van het dorp omdat zowel de kerk als het kasteel hoger liggen. Om bij de ingang van de kerk te komen moet je eerst een flinke trap beklimmen. Vanwege de warmte en omdat de trap in de volle zon lag stond ik bovenaan toch een beetje naar adem te happen. Om dit te maskeren besloot ik dat het beeld dat voor de ingang van de kerk staat eens goed te inspecteren.
Dit bleek een gouden greep want wat het is een interessant stukje beeldhouwwerk. Zo leuk dat terwijl ik het bekeek onderaan de trap een bus met toeristen was geleegd. De meute stond voordat ik het door had om mij heen en werden er druk selfies geschoten. Gezellig hoor maar het verstoorde mijn kunstgenot behoorlijk. Ik had die ene toeristische bus die hier per week stopte getroffen.
Half geïrriteerd vluchtte ik de schaduw van de kerk binnen waar ik werd getrakteerd op een barokke altaar vol met zuiltjes en andere gouden elementen. Genoeg details om even goed te bekijken al was ik bang dat de toeristische horde mij snel zou volgen. Maar dat gebeurde niet, het bleef stil in het kerkje. Enigszins nieuwsgierig ging ik buiten kijken waar geen toerist, behalve mijzelf, meer was te bekennen.
Een bericht op mijn telefoon wees mij erop dat mijn gezinsleden hadden ontdekt dat het zwembad binnen tien minuten zou openen. Waar ik bleef. Ik trof ze op een terras naast het rivier waarna we naar het zwembad liepen. Daar kwamen we erachter dat juist die middag er zwemles was en aangezien wij al konden zwemmen besloten we een paar dorpen verder te gaan zwemmen.
Kasteel
Het kasteel heb ik niet van binnen gezien maar je kunt het wel bezoeken. Het bouwwerk was in het begin van deze eeuw nog onderdeel van een flinke politieke rel. Bij wie het rijtje Franse presidenten goed in het hoofd zit, was al onmiddellijk een belletje gaan rinkelen bij de naam Estaing.
Begin jaren tachtig had Frankrijk een president Valéry Giscard d’Estaing genaamd. Misschien wel de president met de mooiste naam al zijn de meeste mensen hem al lang vergeten maar hier niet.
Het kasteel werd namelijk 2005 verkocht aan hem en zijn broer en dit was goed voor een behoorlijke nationale beroering. Het kasteel had jaren lang dienst gedaan als school, bejaardenhuis en créche en werd zonder het te koop had gestaan verkocht.
De verkopende partij klaagde over de lage prijs. En daar zat wel wat in want een heel kasteel voor iets meer dan vijf ton is inderdaad een koopje. Helemaal als je bijna het zelfde bedrag aan subsidie krijgt om het op te knappen. Zo gaan die dingen soms in Frankrijk.
De hangende heiligdommen van Rocamadour ****

Uitzicht vanaf Rocamadour met op de voorgrond een toren van complex met heiligdommen die hangen over het dal.
Wonderen, mirakels en heiligdommen
Qua eten zit je dus wel goed zit in Rocamadour, maar dat geldt ook voor het geestelijk welzijn. Rocamodour beschikt namelijk over een enorme hoeveelheid heiligdommen waar niet minder dan 170 mirakels zijn gebeurd. En om het in verhouding te zetten; Amsterdam moet het doen met slechts één, maar die stad lag na de zestiende eeuw natuurlijk in reformatorisch gebied en daar zijn mirakels en wonderen uiterst zeldzaam over het algemeen. Evengoed is de hoeveelheid mirakels die Rocamadour op zijn grondgebied heeft mogen verwelkomen enorm.
Hoe dit allemaal zo gekomen is, is een lang en soms wonderlijk verhaal. Het begon in de twaalfde eeuw toen er bij een kapel van de heilige maagd een lichaam werd gevonden dat nog compleet in tact was. Het werd bij het altaar gelegd waarna het zijn ongeschonden staat behield.
In die tijd werd hier direct de hand van het Opperwezen gezien en het duurde niet lang voordat er pelgrimstochten werden georganiseerd. Eerst trok het heiligdom mensen uit de omgeving maar al snel kwamen ze uit andere delen van Frankrijk en later uit heel West-Europa. Maar daar bleef het niet bij. Er gebeurde met enige regelmaat een wonder bij één van de heiligdommen wat weer meer pelgrims trok. En zo groeide Rocamadour uit tot één van de populairste pelgrimsbestemmingen in Frankrijk. Dat het op de route naar Santiago de Compestela ligt was een bijkomende voordeel want dat combineert lekker als je als pelgrim toch op pad bent.
Saint Amadour
Klein probleem was dat het nooit helemaal duidelijk werd van wie de stoffelijke resten precies waren. Dat is nooit helemaal opgehelderd maar het moet in ieder geval een iemand zijn geweest die een vroom leven heeft geleid, dat was wel duidelijk. Volgens sommige was hij een plaatselijke kluizenaar die met zijn blote handen een kapel voor de heilige maagd uit de rotsen heeft gehakt, andere verhalen gaan ervan uit dat hij een huisvriend was van de heilige familie. Wie het ook geweest is, hij ging de geschiedenis in als de heilige Amadour en dan begrijp je ook de naam van het stadje; de rots van Amadour. Naast dit lichaam bevindt zich in Rocamadour een zwarte madonna die in de loop van eeuwen verantwoordelijk werd gehouden voor tientallen mirakels. Waar dit beeldje precies vandaan komt is ook onduidelijk, maar dat maakt eigenlijk niet zo veel uit.

De Chapelle Notre Dame is half uit de rots gehakt en dat kan je binnen goed zien.
Pelgrimstocht
In de veertiende eeuw, de eeuw van de Honderdjarige oorlog, beleefde Rocamadour zijn hoogtepunt. Het stadje ontving volgens de bronnen maar liefst 30.000 pelgrims per dag die allemaal aanspraak dachten te maken op een volledig aflaat ofwel een directe toegang tot de hemel zonder dat er naar je zonden werd gevraagd, een aanlokkelijke prijs natuurlijk. Dat zijn wel heel veel mensen als je bedenkt dat Parijs toen grofweg 100.000 inwoners had. Hoe dan ook, het was hier toen al druk.
Maar die kreeg je niet zomaar, daar moest je wel wat voor doen. Nadat de pelgrim eerst de mis bij een vertrekpunt had bijgewoond vertrok hij in speciale kleren naar Rocamadour. Eenmaal aangekomen in het stadje trokken de pelgrims op een hemd na hun kleren uit om vervolgens op blote knieën de 223 treden tellende trap naar de kerk met de heiligdommen te bereiken. Om het nog allemaal wat zwaarder te maken kreeg de pelgrim zware ijzeren kettingen omgehangen.
Puur afzien en het lijkt allemaal een beetje bizar om deze tocht te ondernemen maar ook wij doen nu nog steeds dit soort dingen. Denk maar eens aan de Elfstedentocht, ook een vrijwillige zware onderneming waar elke deelnemer in groot aanzien staat. Alleen het religieuze tintje is eraf al zijn er ook overeenkomsten. Zo kreeg de pelgrim na het aanbidden van één van de heiligdommen als aandenken een loden medaille genaamd ‘La Sportelle’. Dat doet toch denken aan het elfstedenkruisje.
Economische voorspoed
De faam van de heiligdommen legde het stadje geen windeieren. Door de stroom pelgrims floreerde de handel en dankzij de giften van rijke edelen puilde de kerken uit van de religieuze schatten. Al die rijkdom bracht direct ook een nadeel; anderen wilden het ook hebben. Het stadje is verschillende keren compleet geplunderd maar wist altijd weer uit de ellende te herrijzen. Tijdens de godsdienstoorlogen van de zestiende eeuw ging het echt goed mis.

Op de trappen die de pelgrims op blote knieën beklommen groeien stalagmieten.
De Hugenoten plunderden Rocamadour en gooiden de stoffelijke resten van de heilige Amadour op het vuur. Een beetje heilige laat zich daardoor natuurlijk niet kisten en volgens de verhalen weigerde het lijk dan ook te branden. De leider van de Hugenoten heeft tenslotte het heiligdom maar met een hamer vernietigd.
Revolutie
Zonder deze relikwie daalde de populariteit van het pelgrimsoord en was het niet meer één van de religieuze topattracties in Europa. De Franse Revolutie leek Rocamadour uiteindelijk de genadeklap geven. Zoals zoveel kerken en andere religieuze gebouwen in Frankrijk gingen de revolutionairen ook hier behoorlijk te keer en vernielden de boel. Toch bleek ook de revolutionairen het stadje niet de knock-out te kunnen geven want in de negentiende eeuw probeerde de Bisschop van Cahors met succes Rocamadour op de pelgrimskaart te zetten, al zou het niet meer zo druk worden als voorheen.
Toch zou Racamadour nog veel meer mensen dan ooit verwelkomen. Dat gebeurde in de twintigste eeuw voordat toen het massatoerisme het stadje ontdekte. Dit keer bezochten de mensen niet uit religieuze motieven het stadje, maar uit interesse en gewoon voor de leuk. En beter nog voor de plaatselijke bevolking, ze kwamen met een gevulde portemonnee. In het begin kwamen ze met de trein, Rocamadour heeft een eigen station, en later massaal met de auto. En terecht want de stad ligt fantastisch mooi en heeft zoals je hier hebt gelezen een prachtige geschiedenis.
L’Hospitalet

Uitzicht op Rocamadour vanaf L’Hospitalet
Wij bezochten Rocamadour op een mooie dag in mei. Op zich was dat ook al een wonder want het had de dagen daarvoor enorm geregend. In het onverwachte warme voorjaarzonnetje troffen we het stadje dat langzaam uit de winterslaap ontwaakte. Samen met een handvol andere toeristen stopte we eerst bij het gehucht L’Hospitalet. Hier heb je een prachtig uitzicht op het Cité Religieuse en is dan ook een echte aanrader. Naast het uitzicht vind je hier nog een aardig Romaans kerkje en een grot.
Vanaf het gehucht L’Hospitalet heb je een prachtig uitzicht op Rocamadour.
Je kan de auto bij L’Hospitalet achterlaten en naar Rocamadour wandelen. Dat is een prachtige wandeling maar wel redelijk ver en je moet ook weer terug. Wellicht is het verstandiger om de auto te parkeren bij de parkeerplaats in het dal. Het autovrije centrum bereik je door het beklimmen van een flink aantal trappen en krijg je direct een idee wat de pelgrims moesten ondergaan. Voor minder validen en ouders met kinderen is er ook een treintje vanaf de parkeerplaats maar die reed nog niet in de eerste week van mei.
Gezellige sfeer

De straatjes van Rocamadour zijn gezellig en druk
Het centrum van Racamadour heeft gezellige straatjes en mooie steegjes. De leuke sfeer wordt wel enigszins gedrukt door de grote hoeveelheid winkeltjes die zich vooral richten op de toeristen maar daar kijk je wel doorheen. Er staan prachtige middeleeuwse huizen en een mooie poorten uit die zelfde tijd.
De straatjes leiden je vanzelf naar de trappen richting de kerkjes. Natuurlijk moet je dat bekijken maar als je doorloopt en de Porte Hogon doorgaat kom je in het wijkje Le Coustalou waar mooie vakwerkhuisje staan. Bovenaan de trappen moet je de poort van het bisschoppelijk paleis door om een pleintje te bereiken waar maar liefst zeven kerken en kapellen staan. De belangrijkste is de Chapelle Notre Dame die is te bereiken met een trap. Deze kapel is voor de helft uit de rots gehakt en dit zou het werk zijn van een kluizenaar. Helaas werd de originele kapel aan het einde van veertiende eeuw verwoest door een vallende rots waarna er een nieuw exemplaar in gotische stijl werd neergezet.
De Chapelle Notre Dame geldt als de heiligste plek van Racamadour en het kapelletje staat helemaal vol om met spullen om de heilige maagd te aanbidden. Belangrijkste stuk is het zwarte Mariabeeld. Zwarte Madonna’s zijn zeldzaam in West-Europa, ik heb alleen die in Puy-an-Valley mogen zien. Het beeldje stamt uit de twaalfde eeuw en stelt een nogal strenge Maria voor met haar kind op schoot. Neem even de tijd om het oude voorwerp goed te bekijken want het heeft echt een unieke schoonheid.
Conques: schatkamer van de pelgrims *****
Plannen maken
En zoals alle relieken hebben die van de heilige Foy een mooi verhaal over hoe deze in Conques terecht zijn gekomen. De overblijfselen van het heilige meisje werden na haar dood beheerd door een klooster in Agen, de stad waar ze is gestorven. Vanwege een niet meer te achterhalen reden ontstond er in het klooster van Conques een enorme cultus rond haar persoon en daarmee ook de wens om de relieken te bezitten. Maar dat ging natuurlijk niet zomaar. Er werd een plan bedacht.
Het bleek een plan van een onvervalste rooftocht die niet zou misstaan in Hollywoord productie. Er zou eerst een monnik naar de abdij in Agen gaan om het vertrouwen te winnen van de plaatselijke geestelijke om daarna de kostbaarheden mee te nemen naar Conques. En zo is het gegaan. Een monnik vertrok naar Agen, wist daar na tien jaar toewijding de functie van reliekbeheerder te verwerven, waarna hij de relieken stal en naar Conques bracht.
Kennelijk was de heilige zelf hier erg content mee, want amper aangekomen in Conques verdubbelde het aantal wonderen en mirakelen rondom de overblijfselen van haar. Wat maar weer een bewijs was dat het voor iedereen beter was zo.

Het interieur van de abdijkerk is indrukwekkend hoog voor een romaans gebouw.
Unieke schatkamer
Om de belangrijke kerkelijke positie te behouden en verder uit te breiden, moest de abdij de pelgrims natuurlijk wel iets te bieden hebben. Naast een fraaie kerk en abdij behoren de kerkschatten van Conques tot de mooiste van West-Europa die door het optreden van de inwoners bewaard zijn gebleven. Zowel tijdens de godsdienstoorlogen als tijdens de Franse Revolutie hebben de bewoners de relieken en hun schatten verstopt zodat ze nu nog bestaan.
Hierdoor vind je in de schatkamer van Conques een unieke kijk op de middeleeuwse ambachtskunst. Hoogtepunt van de collectie is een gouden beeld van de heilige Foy (Fides) waarvan een afbeelding stond in het handboek Middeleeuwen op de Universiteit. Helaas was de schatkamer dicht toen wij op een donderdagmiddag aan het begin van mei Conques bezochten. We moeten dus nog eens terug en dat is niet heel erg.
Tympaan
Gelukkig was die middag in mei de kerk zelf wel open. We kwamen zelfs enkele echte pelgrims tegen, inclusief staf. Het hoogtepunt van de kerk is ongetwijfeld het beeldhouwwerk boven de hoofdingang dat het laatste oordeel voorstelt. De tympaan is een prachtig gaaf voorbeeld van Romaanse religieuze kunst en staat op het zelfde niveau als die van Vézelay en Autun. Neem even rustig de tijd om het eens goed te bekijken. Als je goed kijkt, ontdek je dat de figuren buitengewoon mooi zijn gemaakt en veel van hen een enorme expressie op hun gezicht hebben. Het is zonder twijfel gemaakt door iemand die uitermate goed zijn vak verstond.

Het tympaan boven de hoofingang is bijzonder gaaf en stelt het laatste oordeel voor.
Omdat Conques op een redelijk steile helling is gebouwd, vormen de straatjes eigenlijk een soort terrassen. Dit geeft een leuk effect omdat je, als je over een straat loopt die hoger ligt, op het dak kijkt van de bebouwing van een straat lager. Zo ook bij de kerk. Als je de kerk vanaf de grote parkeerplaats nadert, kijk je op de ‘eerste verdieping’ van het koor aan.
Bij ons bezoek hebben we uitgebreid koffie gedronken in een tentje vlak naast de kerk. Een prima restaurant met een goede kaart. Vervolgens hebben we lekker gewandeld en van het uitzicht genoten.
Het dorp diende als voorbeeld voor de film ‘Beauty and the Beast‘ van Disney uit 2017. Hoewel er voor deze film niet in de dorp is gefilmd zijn de huizen, de straatjes en de pleintjes wel gebruikt om de wereld van de film te creëren. Wie hier zoekt naar het kasteel in de film komt dus bedrogen uit want die staat hier niet.
Feesten en partijen
Wij waren in mei in Conques en toen was het erg rustig in het dorp. Dat is in de zomer wel anders. In juli en augustus is er een festival met klassieke muziek. In oktober is het echt feest en is er een processie in de straten van het dorp.
Vézelay: de parel van de Morvan *****

In de winter is de toeristische trekpleister in de Morvan in ruste.
Santiago de Compostella
Direct bij de ingang van het dorp vind je op de grond een gouden schelp. Dit is het begin van de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella. Dit was in de middeleeuwen een uiterst populaire tocht die ook tegenwoordig nog veel wordt gelopen. Lijkt mij interessant om dit ook eens te doen, voor als we tijd hebben.
In het dorp zelf word je vanzelf door de hoofdstraat naar de Romaanse Basiliek geleid. In de zomer is dit een drukke straat met tal van winkeltjes, restaurantjes en kunstgaleries. Want naast bedevaartsoord, is Vézelay ook de woonplaats van kunstenaars. En hoewel het geen enorme wandeling is naar de abdijkerk, de weg ernaartoe is soms gemeen stijl. Zeker in de zomer is het dan prettig om te weten dat er altijd een terras met een koel glas rosé binnen handbereik is.

De abdijkerk ligt aan een bescheiden plein boven op de heuvel.
Wie de klim heeft volbracht komt op een prachtig pleintje voor de abdijkerk. De kerk is oud en heeft een bewogen geschiedenis. Iedereen met een beetje kunsthistorische blik ziet dat het voorste gedeelte van de kerk, het schip, het oudst is. Het is gebouwd in de elfde eeuw. Na een brand in de dertiende eeuw is de kerk opnieuw opgebouwd en is het gotisch koor toegevoegd.
Religieus gezien ligt het hoogtepunt onder het altaar. Daar bevinden zich de resten van Maria Magdalena, een onderarm of zoiets. Ook voor atheïsten en andere heidenen die niet geloven in het vereren van lichamen is het toch een aanrader om even een kijkje te nemen in de crypte. De ruimte is nauw, krap, indrukwekkend en je hebt het gevoel dat je zo de middeleeuwen binnen loopt.
Kunsthistorisch gezien vind je het hoogtepunt in het portaal boven de hoofdingang. Het tympaan geldt als één van de mooiste Romaanse werken in Frankrijk, en wellicht van de wereld. Het is prachtig! Neem dus even de tijd om het goed te bekijken. In het midden zit Jezus met om hem heen de 12 apostelen. Het stelt het moment voor dat de Heer aan zijn metgezellen vertelt dat ze zijn woord over de wereld moeten verspreiden. De bijbel hebben ze dan ook in de hand en de apostelen worden omringd door allerlei rare volkeren die nog niet zijn bekeerd. Daarboven zijn de 12 maanden van het jaar uitgebeeld in de vorm van werkende lieden, elke maand kende in de twaalfde eeuw zo zijn eigen werkzaamheden.
Neem even de tijd om het op je in te laten werken en dan zal je opvallen dat de figuren een zekere dynamiek en beweging hebben. Dat is voor die tijd redelijk bijzonder, de meeste afbeeldingen waren statisch en formeel.
Geschiedenis
Vézelay kende in haar lange tijd van bestaan een bewogen geschiedenis en zeker in de middeleeuwen was het een komen en gaan van celebrities. Zo riep Bernard van Clairvaux in 1145 hier op tot de Tweede kruistocht. Na heel wat politiek geharrewar pakten

Het tympaan in het voorportaal in de abdijkerk geldt als één van de hoogtepunten van de Romaanse kunst.
de koningen van Frankrijk en Engeland en de Duitse Keizer het kruis op en vertrokken onafhankelijk van elkaar naar het heilige land. Het werd geen succes.
Vézelay was een dikke eeuw later het startpunt voor de Derde Kruistocht. In het dorp verzamelden zich de Franse en de Engelse koning. Dit zijn wellicht de bekendste middeleeuwse koningen: Philips II Augustus en Richard Leeuwenhart. Ook deze tocht werd niet echt een succes, al was het wel spannend.
Andere middeleeuwse supersterren die Vézelay bezochten, waren Thomas Beckett die zich in de twaalfde eeuw hier verstopte voor de Engelse koning. Al mocht dat niet baten. Ook Eleonora van Aquitanië bezocht Vézelay. Eleonora geldt als de vleesgeworden hoofse liefde, beschermvrouwe van dichters en zangers maar ze bezat ook een uitstekend politiek instinct. Zij was zowel getrouwd met de Engelse als Franse koning.
Wij hebben twee drie keer Vézelay bezocht. In 2007 waren wij er in augustus en in 2013 in februari. De verschillen zijn enorm. Je kan je in de zomer niet voorstellen hoe koud het er kan zijn en ’s zomers is het onwaarschijnlijk hoe rustig het hier is in de winter.