Kasteel van Chenonceau *****Elegantie met een rijke geschiedenis
Naast het gebouw omvat het complex van Chenonceau een aantal prachtige tuinen van grote kunsthistorische waarde. Net als het gebouw vormen deze een uniek overzicht van de geschiedenis van tuin- en landschapsontwerpen vanaf de Renaissance. Een wandeling over dit grote complex voelt dan ook als een tijdreis. Over de tuin komt nog een apart artikel maar ik kan wel vertellen dat er een doolhof is en dat heeft de ouders onder ons een argument te geven om dit kasteel te bezoeken.
Het leuke is dat de geschiedenis van de eigenaren ook de verschillen in bouwstijlen vertellen. De belangrijke bewoners hadden allemaal een geweldige bouwlust en probeerden daarmee hun stempel op het kasteel te drukken. En dat is voor een groot deel ook wel gelukt, met een prachtig resultaat.
Geschiedenis als leidraad van bezoek
In dit artikel volg ik de geschiedenis om zo het complex te bespreken. Dit kan makkelijk want het complex ligt er chronologisch bij; je komt eerst het oudste gedeelte tegen loopt vervolgens naar het op één na oudste deel etc. Ik hoop hiermee een extra dimensie te geven aan jouw bezoek aan het kasteel.
Al in de elfde eeuw zijn er bronnen waar het kasteel wordt genoemd maar het verhaal van Chenonceau begint echt in de eerste helft van de vijftiende eeuw. Het is de plaatselijke heer Jean II Marques die het kasteel herbouwd. Herbouwd? Ja want het was een jaar of tien eerder platgebrand omdat de familie Marques zich schuldig had gemaakt aan opruiing. Hoe en wat precies ben ik niet achter gekomen maar het is duidelijk dat het ruige tijden waren.
Jean doet het echter beter dan zijn voorouders en is dikke vrienden van koning Karel VII. Deze koning wist na een moeizaam begin, Jeanne d’Arc moet hem naar Reims begeleiden voor zijn kroning, de Engelsen uit Frankrijk te jagen en zijn macht als soeverein te verstreken. Hij weet stapje voor stapje zijn vazallen te temmen waardoor hij de belastingen kan hervormen en zo de basis legt voor absolutisme van Lodewijk XIV twee eeuwen later.
Kasteel en watermolen
Maar terug naar het verhaal van Chenonceau. Onze Jean Maques speelt een bescheiden rol in deze hervormingen en wordt zo een rijk man. Hij bouwt een kasteel in laatgotische stijl waarvan de toren er nog staat. Het stond niet in de rivier maar op de oever ervan, iets voor het huidige kasteel. Vlak achter het kasteel staat dan een watermolen.
Helaas voor de familie Marques bleek de rijkdom van Jean niet voldoende en werd het kasteel een kleine eeuw later verkocht aan Thomas Bohier. Hij was het hoofd van de belastingdienst in Normandië. Dat was een rijke provincie en dus was Thomas ook vermogend waardoor hij zich wel een verbouwing kon veroorloven. In 1513 gingen het kasteel en de molen tegen de vlakte waarbij de fundering van de molen in de rivier werd gebruikt om een fraai nieuw kasteel te bouwen, helemaal volgens de laatste trends.
Eén van de torens van het gebouw werd niet gesloopt en die staat er nog steeds. Het was toen in de mode om dat te doen want zo kon je laten zien dat het nieuwe optrekje van de familie wel degelijk oude roots had. De losse toren die er nu staat markeert goed waar het oude kasteel heeft gestaan.
Renaissance paleisje
Het nieuwe kasteel bestaat uit een vierkant gebouw met op de vier hoeken een torentje. Deze symmetrie wordt verbroken door de kapel en de bibliotheek maar dat zie je niet als je ervoor staat. De strenge vormen komen ook terug in de plattegrond waar de ruimtes allemaal even breed zijn en allemaal grenzen aan de gang die precies in de midden van het gebouw ligt.
De Italiaanse Renaissance laat zich hier duidelijk gelden waar architecten als Palladio meesters waren van de symmetrie. Toch zie ook nog duidelijk de invloed van de gotiek hier. Deze ‘middeleeuwse’ bouwstijl is vooral nog te zien in de decoraties.
Prachtige voorgevel
De voorgevel is gemaakt om de bezoekers te imponeren en slaagt daar vijf eeuwen na de bouw nog steeds goed in. Het heeft twee verdiepingen met daarboven typische Renaissance dakkapellen zoals je die ook tegenkomt in Amboise en Azay-le-Rideau. Hoewel het kasteel een soort van ophaalbrug heeft is het duidelijk dat je hier niet te maken hebt met een militair gebouw maar meer met een paleis.
Het ziet er allemaal erg indrukwekkend uit als je er voor staat. Neem even de tijd om je ogen de kost te geven want het kan hier zo druk zijn dat je automatisch meeloopt met de meute die naar binnen wil. De voorgevel is daar te mooi voor en niet alleen omdat die best groot is maar vooral omdat het de juiste verhoudingen heeft.
Bescheiden interieur
Ga je door de deur dan besef je dat het helemaal niet zo’n groot kasteel is. De gang is wel redelijk breed maar het is een beetje villa in het Gooi heeft een grotere entree. Toch is formaat niet alles want deze gang heeft een prachtige plafond met kruisgewelven en wederom de juiste verhoudingen.
Links en rechts van de gang bevinden zich de andere ruimtes. De kapel en de bibliotheek grenzen niet aan aan de gang maar zijn bereikbaar via de kamers aan de linkerkant. Deze zijn niet zo heel groot maar zeker wel interessant en zijn er mooie wandtapijten en een aantal bijzondere fraaie schilderijen te bewonderen.
Aan het einde van de gang is nu een deur naar de grote galerij maar die heeft er niet altijd gezeten en was hier oorspronkelijk een raam waar je over de rivier keek. De beroemde galerij is niet dan ook niet gebouwd door Thomas Bohier maar door Diana van Poitiers.
Diana van Poitiers
Zij kreeg in het kasteel in handen namelijk in handen nadat Bohier werd meegesleept in een corruptieschandaal en het moest verkopen aan koning Frans I. Zijn opvolger, Hendrik II, schonk het vervolgens aan één van zijn favoriete maîtresses; Diana van Poitiers. En nu wordt het verhaal van Chenonceau pas echt leuk.
Deze Diana had in de opvoeding van de koning een grote rol gespeeld. Ze werden later later ook geliefden en kregen zelfs een kind. Nu had de koning wel meer maîtresses maar Diana was meer dan dat want ze had zeker ook politieke invloed. Dit in tegenstelling tot de koningin en haar nicht Caterina dei Medici. Je hoeft maar weinig inbeeldingsvermogen te hebben dat Caterina hier niet blij mee was en dat zou later ook blijken.
Verbouwing
Ondertussen was Diana blij met haar nieuwe kasteel had grote bouwplannen. Ze liet daar geen gras over groeien en in 1556 was het ontwerp van een brug over de Cher met een dubbele galerij klaar en begon de bouw. Daarnaast liet zij aan de voorkant van het kasteel een prachtige tuin bouwen en die is er nog steeds aan de rechterkant (als je er voor staat).
Helaas voor Diana heeft ze niet lang kunnen genieten van haar kasteel. In 1559 raakte Hendrik II ernstig gewond bij een steekspel ter ere van de net getekende vrede met het Spanje van Philips II, die wij natuurlijk kennen in Nederland. Een smeuïg detail is dat hij tijdens dit toernooi de kleuren van Diana droeg. De schrijver van Games of Thrones zou het niet beter verzonnen hebben.
Zoals een Medici betaamt zag Caterina hier haar kans om de macht naar zich toe te trekken. Zij zorgde ervoor dat Diana de koning niet meer kon bezoeken en zette zo haar rivaal buitenspel. Het drama was compleet toen de vorst na een week of twee bezweek aan zijn verwondingen. De oudste zoon van Caterina en Hendrik II was slechts vijftien jaar en besteeg de troon als Frans II.
De nieuwe koning was net oud genoeg om zonder regent te regeren. Dat ging echter niet van een leien dakje. Er waren grote spanningen tussen Hugenoten en katholieken en de koning wist ter nauwe nood te ontsnappen van aan ontvoering. Frans II had echter een zwakke gezondheid en stierf aan de complicaties van een oorontsteking anderhalf jaar later. De jongere broer volgde hem op op een leeftijd van tien jaar. En zo werd zijn moeder Caterina toch de machtigste vrouw van Frankrijk.
Kasteel afpakken
Dat laatste heeft niet zo veel te doen met het kasteel van Chenonceau maar ik vond het toch wel aardig om te vertellen hoe Caterina de macht greep. Vlak na de dood van haar man Hendrik pakte ze het kasteel af van Diana van Poitiers.
Die moest maar gaan wonen naar het nabij geleden kasteel van Chaumont maar Diana vertrok al snel naar een kasteel in Anet waar ze tot haar dood woonde. Om het verhaal helemaal af te maken heeft recent onderzoek aangetoond dat ze mogelijk is overleden aan het goud dat ze innam om jonger te blijven. Het verhaal van dit kasteel zit vol met bizarre details.
Galerijbrug
Maar terug naar het kasteel. Nadat de bouw tien jaar had stil gestaan werd in opdracht van Caterina de werkzaamheden hervat aan de brug en ontstond de prachtige galerij over de rivier. Natuurlijk werden de oorspronkelijke plannen een beetje aangepast, maar over het algemeen is het idee toch hetzelfde gebleven. Als je deze aanbouw binnenkomt is het je onmiddellijk duidelijk dat dit is een andere stijl is.
De galerij is lang en het eerste wat mij opviel waren de zwart en witte tegels op de vloer die een beetje een psychedelisch effect hebben. Als je daarmee aan gewend bent dan valt het op dat dit gedeelte veel minder rijk versierd is, het doet zelfs een beetje somber aan. Hier ligt de nadruk nog meer op vormen en verhoudingen en dat is bijzonder goed gelukt. Daarbij heeft de zaal, net zoals de burgerzaal in het Paleis op de Dam, aan twee kanten licht en dat is bijzonder fraai.
Prima feestzaal
Je kan je goed voorstellen hoe het hier geweest moet zijn bij een flink feest. Dames en heren in hun zondagse kleding, er klinkt muziek, er wordt gedanst, er wordt gedronken en in de nissen gebeuren al helemaal dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Kortom gewoon een goede feestje.
In de twintigste eeuw heeft deze lange zaal nog een bescheiden rol in de geschiedenis gespeeld. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende het als militair ziekenhuis. Tijdens in de Tweede Wereldoorlog vormde de brug de grens tussen het bezette gebied en Vichy Frankrijk, het deel dat werd geregeerd door een Duitsland gezinde Franse regering. De overdekte brug leende zich uitstekend voor het smokkelen van vluchtelingen en dat is ook veel gebeurd.
Na Caterina houdt het grote verhaal van Chenonceau op is het gebouw niet heel veel meer veranderd. Dat was eigenlijk helemaal niet de bedoeling want er lagen plannen om het veel groter en dramatischer maken. Het zou tien keer zo groot worden met een flinke uitbreiding aan de andere kant van de oever.
Dat het kasteel niet af is, is goed te zien aan de andere kant van de rivier. Daar kom je door de lange zaal helemaal door te lopen waarna je redelijk plots buiten staat op een wat verlaten plek. Het kasteel wordt afgesloten door een bijna blinde muur en de laatste peiler ziet eruit alsof de bouwvakkers aan het lunchen zijn en zo weer verder gaan werken. De oever is te bereiken via een kleine ophaalbrug. Ik kreeg op deze plek het gevoel dat ik achter de coulisse van een theater keek.
Het is de moeite waard om naar de andere kant te gaan en even stroomopwaarts te lopen want hier heb je een prachtig uitzicht op het kasteel.
Keuken
Eenmaal terug maak je de oversteek een niveau lager. Op deze verdieping bevinden zich allerlei kamers waar de keuken het meeste indruk op mij heeft gemaakt. Hier staan nog veel apparatuur en je krijgt de indruk dat het zo weer in gebruik genomen kan worden.
Bijzonder is het systeem waar kippen en ander gevogelte worden gegaard. Voor de haard staat drie lange spiesen opgesteld die langzaam kunnen draaien dankzij een briljant mechanisme dat wordt aangedreven door een gewicht dat buiten boven de rivier hangt. Het doet een denken aan de manier hoe een Friese staartklok werkt.
Video van Kasteel van Chenonceau
Beelden van Kasteel van Chenonceau
E-Magazine
In bezit een ereader of tablet? Download dan één van de E-Magazine. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.
Kaart van Kasteel van Chenonceau en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Kasteel van Chenonceau
Crissay-sur-Manse: dorp bij Tours
Natuurlijk heeft Crissay-sur-Manse een kerk die is gebouwd in de zestiende eeuw. Je moet er zeker even gaan kijken maar het is geen kunsthistorische wonder. Tot slot is er nog een wasplaats bij de rivier en dat is altijd een prima plek voor een picknick. Dan moet je wel zelf je brood meenemen want een bakker is er niet in het dorp.
Je kan er wel geitenkaas en locale wijn krijgen en die is uitstekend. Chinon en Bourgueil zijn misschien wel de meest onderschatte wijn van Frankrijk. Ze zijn namelijk razend lekker weet ik uit ervaring. Eten kan ook in het restaurant in het dorp en ook daarvoor geldt dat het waarschijnlijk wel goed is want deze streek van Frankrijk heeft een uitstekende keuken. Iets wat je waarschijnlijk wel was opgevallen als je hier bent.
Candes-Saint-Martin: dorp op de kruising van de Vienne en de Loire
Montrésor: prachtig kasteel aan de oevers van de Indrois
Naast het kasteel staat er nog aardig kerkje in de Montrésor. Het is gebouwd in de zestiende eeuw en heeft als basis een gotisch terwijl de versieringen de stijl van de Renaissance zijn. Een combinatie die wel meer voorkwam.
In de kerk is een praalgraf te zien van de oprichter. Naast de kerk en het kasteel heeft het dorp nog een aardige wolhal waar een tentoonstelling over de geschiedenis van het dorp en schilderijen te zien zijn.
Tot slot noemen we de brug over de tuin van het kasteel die is gemaakt door de firma Eiffel, jawel van de toren.