De brug is meer dan een halve kilometer lang en heeft prachtige lantaarnpalen.
Tijdens één zo’n roadtrips ten zuiden van Parijs hadden we wel heel erg mazzel. Nadat we eerst een Karolinische kerk ontdekte reden we door naar het zuiden waar langs weg de Pont Canal de Briare werd aangegeven. We vonden het wel een leuke naam en besloten een kijkje te nemen.
Tot onze verbazing bleek dit een aquaduct over de rivier de Loire. Je staat toch raar te kijken als je boten over een brug ziet varen hoog boven een rivier. Nu je dit hebt gelezen zal je niet meer zo verbaasd zijn als ik maar het zal toch zeker de wenkbrauwen doen fronsen.
Hoezo een kanaal over een rivier?
De vraag is natuurlijk waarom je ze dit aquaduct over de rivier hebben gemaakt. Welk probleem is hiermee opgelost? Je zou denken dat je gewoon over de rivier kan varen en dat deden ze tot 1896 ook maar dat was langzaam en gevaarlijk. Om met een boot hier de Loire over te steken om van noord naar zuid te komen, of omgekeerd natuurlijk, moest je eerst door een sluis om op de rivier te komen om vervolgens een kilometer verder weer een sluis te nemen. Dit was niet helemaal zonder gevaar; gemiddeld zonken tien schepen per jaar bij deze overtocht. Toen de Loire verder verzandde werd er besloten tot het bouwen van een kanaalburg. Deze was niet alleen veiliger maar ook veel sneller.
Techniek uit de negentiende eeuw
Het resultaat is een bouwsel met state-of-the-art techniek anno 1896. De bak waar de boten in varen is geheel van metaal gemaakt en dat is indrukwekkend, ook nu nog. De bak heeft een systeem van gaten waardoor het overtollige water kan worden geloost. Bij groot onderhoud, het blijft een metalen bak, kan de brug helemaal droog worden gemaakt.
Omdat de Loire hier vrij breed is, is de kanaalbrug best lang. Met bijna zijn 623 meter was de Pont Canal de Braire bij de bouw in 1896 zelfs de langste kanaalburg van Europa. En die titel behield het tot 2003 toen ze in Duitsland een langere brug openden.
Het kanaal op de brug is zes meter breed en dat is genoeg voor de pleziervaart.
Het water in de brug is 220 centimeter hoog waardoor er schepen met een diepgang van 180 centimeter kunnen varen. De brug is bijna 12 meter breed maar dat is inclusief de jaagpaden aan beiden kanten. De waterbak zelf is ongeveer de helft daarvan waardoor een schip van vijf meter breed de overtocht kan maken. Voor de pleziervaartuigen die er nu hoofdzakelijk gebruik maken is dat ruim genoeg.
De jaagpaden, vroeger gebruikt voor de paarden die de trekschuiten trokken, zijn nu perfect om te wandelen of te fietsen. Het geheel staat op veertien pijlers die gemaakt zijn door de firma van Gustave Eiffel die het geheel trouwens niet heeft ontworpen. De hoofdontwerpers waren de ingenieuws Léonce-Abel Mazoyer en Charles Sigault. Eiffel was slechts één van de aannemers die het tijdens de bouw flink met elkaar aan de stok kregen.
Dat is niet meer te zien natuurlijk. Nu is het vooral een prachtige brug want zoals in de negentiende eeuw gebruikelijk was werd het bouwwerk flink versiert. Zo staan er aan weerzijde van de brug aan beide kanten rijkversierde ornamenten die doen denken aan de Alexander III brug in Parijs. De brug zelf wordt verlicht door een lange rij van gietijzeren lantaarnpalen die stuk voor stuk een kunstwerkje op zich zijn.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!