Fort de Douaumont
Ons laatste bezoek is aan het Fort de Douaumont. Het is het grootste en het belangrijkste fort ten oosten van Verdun. Klinkt stoer maar juist Douaumont viel al na vier dagen in Duitse handen en vreemd genoeg ging dat zonder bloedvergieten. Een Duitse verkenningseenheid besloot een kijkje te nemen en trof slecht zestig Fransen aan die snel overmeesterd werden. In 1916 gebeurde hier niet veel zonder dat er veel doden bij vielen, maar de val van het grootste fort was er één van.
Voor Duitsland was de inname van dit onneembare fort een enorme opsteker en dit werd dan ook uitgebreid gevierd door iedereen een extra vakantiedag te geven. Dat was in Duitsland zelf, vakantie was er voor de soldaten hier niet bij.
Het fort werd pas aan het einde van de slag in oktober 1916 door de Fransen herovert. Feitelijk waren het de Duitsers die tijdens de gevechten het meest hebben geprofiteerd van de relatieve veiligheid van het gebouw.
Als je nu naar het fort loopt is het direct duidelijk dat hier hard is gevochten. Het hele landschap is nog vol met bomkraters en een deel van het fort zelf is ook beschadigd. Maar het grootste deel is nog in tact en via een kleine deur te bereiken.
Na het tonen van het kaartje krijgen we een nieuw kaartje die we moeten laten zien bij de deur. Die staat er even niet en dus rent de dame die net ons de kaartjes gaf naar ons toe om de kaartjes te controleren. Ze moet er ook een beetje om lachen en na een vlotte blik op tickets is overtuigd dat ze echt zijn en mogen we naar binnen. We krijgen nog wel een gelamineerde uitleg kaart mee, in het Nederlands nog wel. Er is ook een audiogids maar een papieren uitleg is ook prima, dan kan je zelf lekker het tempo bepalen.
Donker en vochtig
Het fort ligt helemaal onder de grond is enorm en heeft twee verdiepingen. Het is ontworpen voor 800 man maar tijdens de slag verbleven er hier ongetwijfeld veel meer. Het is er het donker, vochtig en duidelijk geen fijne plek om te zijn.
Het is er redelijk druk en overal lopen mensen door de nauwe gangen of staan ze in kleine groepjes in de grotere ruimtes. Het bezoek is internationaal ik hoor veel Duits, Nederlands, Frans maar er is ook een grote groep Japanse scholieren. Engels hoor je hier niet, die zijn in het westen en in Vlaanderen, net als in de oorlog. Het gebrek aan licht geeft een vreemde sfeer.
Er is een soort van route die je moet volgen maar die lijkt zo nu en dan op een opdracht van ‘Wie is de mol?’. Als je de route weet te volgen kom je langs de slaapruimtes, de keukens, de communicatiekamer. Interessant is de bedinging van de geschutskoepel. Het omvat een enorme ijzeren constructie die in een hoge kamer staat.
Duidelijk is dat het origineel spul gaat want op het ijzer hebben zich een aantal stalagmieten gevormd. Ook de originele elektrische installatie heeft veel last van de steenafzetting. Deze hangt bovendien laag is het voor een twee meter lange Nederlander echt oppassen. Dat lukt niet helemaal want ik sta toch met mij hoofd tegen twee zeer oude draden aan. Gelukkig staat er geen spanning op.
Na een eindeloze reeks van ruimtes staan we in een gang die voor een deel is ingericht als een kapel. Een groot wit kruis met een afbeelding van een ijzeren kruis en de tekst ‘Den totten Kameraden’ doet vermoeden dat dit een Duits monument is.
Gedenkplek voor de gevallen Duitse soldaten.
Wat is hier gebeurd? Tijdens de slag besloten Duitse soldaten hun eten op te warmen met de olie van een vlammenwerper. Dat is natuurlijk niet een al te slimme bezigheid te meer omdat ze dit deden vlak naast een voorraad Franse granaten. Een enorme knal was het gevolg die naar schatting zo’n tachtig mannen niet overleefden.
In eerste instantie dacht de dienstdoende officieren dat een Frans bombardement betrof maar aangezien de ontploffing niet werd gevolgd door een infanterie aanval werd er al snel aan een andere oorzaak gedacht.
Tot slot liep ik nog tegen een bordje aan waarop stond dat op die plek Charles de Gaulle gevangen werd genomen. De held uit de volgende oorlog en de redder van Frankrijk in de jaren vijftig gaf zich in dit fort over. Voor hem was deze oorlog voorbij al legde hij zich daarbij niet neer want hij heeft verwoede pogingen gedaan om te ontsnappen door tunnels te graven en zich zelf te verkleden als een verpleegster. En dan moet je toch snel denken aan ‘Allo, Allo!’
Na een klein uurtje ben ik weer blij als ik uit het fort loop en besluit toch even op het ‘dak’ van het fort te kijken. Dat is interessant want je ziet direct waarom het fort op deze plek staat. In het oosten strekt zich een plateau uit dat helemaal doorloopt tot Duitsland.
Daarnaast is de geschutskoepel die er nog steeds kloek uitziet. Als je over het ‘dak’ van het fort loopt dan vallen direct de onnatuurlijke ongelijkheden in het terrein op. De bomkraters zijn echt overal en dat is niet zo vreemd want gedurende de slag heeft alleen de Franse artillerie hier meer dan duizend granaten per vierkante meter afgeschoten.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!