Kasteel van Chantilly ****De mooiste tuinen van Noord-Frankrijk
Het kasteel van Chantilly ligt even boven Parijs. Iedereen die wel eens naar lichtstad rijdt kent de afslag wel; precies het moment dat je beseft dat de hoofdstad niet meer ver is. Nog twee lange bochten, het Parc Asterix en je hebt het vliegveld Charles de Gaulle in zicht en dan ben je er toch bijna, als er tenminste geen files staan.
De afslag naar wordt aangeprezen met een afbeelding van een paard met ruiter en samen met het woordje Chateau is dat voor mij genoeg om op te zoeken wat dat hele Chantilly uit bestaat. Hieruit bleek dat het kasteel een buitengewone interessante bezienswaardigheid is en dus wilde ik er graag eens een kijkje nemen. En toch duurde het toch meer dan tien jaar voordat we de parkeerplaats van het kasteel opdraaiden.
Het kasteel heeft een lange geschiedenis dat terug gaat naar de, hoe kan het ook anders, de middeleeuwen. Met zeven torens, een flinke slotgracht en een strategische ligging aan de weg tussen Parijs en Senlis heerste het over de directe omgeving. Het moet een indrukwekkend kasteel zijn geweest maar van deze militaire macht is weinig over want de gebouwen die er nu staan hebben meer weg van een lustoord.
Maar indrukwekkend is het nog altijd. Wij rijden door het dorp waar je via een oude poort naar het kasteel rijdt. Achter de poort, waarvan ik niet helemaal zeker weet of deze wel zo oud is, rij je over een weg van kasseien die op de route van Parijs – Roubaix niet zouden misstaan. Dit wegdek is het perfecte wapen tegen snelheidsduivels want als je harder rijdt dan 30 kilometer per uur trillen de vullingen uit je kiezen. Waarschijnlijk heb je er minder last van in een Citroën DS of CX.
Dit mag de pret echter niet drukken want de weg glooit naar beneden met aan je rechterhand een renbaan en aan de linkerkant een bos. Na een paar honderd meter houden de bomen rechts op en heb je een prachtig uitzicht op het kasteel dat midden in een meertje ligt. Het is een verbluffende opening van ons bezoek en ik heb er zin.
James Bond
Liefhebbers van James Bond herkennen het kasteel direct als de locatie waar ongeveer een groot deel van ‘A view to a kill’ afspeelt. Nadat je de ingang van het kasteel bent gepasseerd kom je bij de parkeerplaats. Deze is betaald en dat doe je direct met je pinpas.
Dat gaat fout bij ons; het paaltje geeft een piep als ik mijn pas invoer maar het boompje blijft halsstarrig naar beneden. Ook de tolwegbadge weet de slagboom niet over te halen om open te gaan. Na tien keer proberen begint er een behoorlijk file achter mij op te bouwen en de medewerkster achter het knopje waar ik ondertussen contact mee heb, weet het na tien minuten ook niet meer. Nederlandse Banken worden over het algemeen toch geaccepteerd drukt ze op mijn hart. Ik mag gratis naar binnen.
Het is warm en we besluiten voldoende water mee te nemen. Tussen het parkeerplaats en de ingang is een grote laan met aan beide kanten grasvelden met bomen. Het is hier een gezellige drukte van mensen die in de schaduw van de bomen genieten van versnaperingen uit de foodtrucks die naast het grasveld staan opgesteld.
We laten deze gezelligheid voor wat het is en lopen door naar de ingang van het kasteel. De kassa bevindt zich in één van de twee poortwachtershuizen waar ik moet oppassen om mijn hoofd niet te stoten. De mevrouw achter de kassa vraagt of ik degene was die de parkeerplaats niet op kwam. Ik twijfel even tussen schaamte en de angst om alsnog te moeten betalen maar geef het uiteindelijk toch toe. Ze moet lachen en biedt haar excuses aan. Ik hoef voor het parkeren niet te betalen, ook in tweede instantie niet en hoewel dit bijna niet scheelt in de totale kosten van de dag voelt het ergens toch wel lekker. Heb ik die Fransen toch een poot uitgedraaid!
Musée Conté
Aangezien het al over twaalven is en we inschatten dat een bezoek aan het museum minstens een halve dag kost, besluiten we alleen de tuin te bekijken. Hier kom ik graag nog een keer terug om het museum en het kasteel goed te bekijken. De collectie van het Musée Condé is namelijk ronduit indrukwekkend met maar liefst 1.500 Middeleeuwse manuscripten waaronder het beroemde Très Riches Heures du Duc de Berry. Dit getijdenboek uit de late middeleeuwen is versierd met 66 miniaturen waarvan de één nog mooier is dan de ander. Het is gemaakt door de gebroeders Van Limburg en is één van de mooiste voorwerpen uit de Middeleeuwen.
Het stond op de kaft van het bronnenboek dat ik gebruikte tijdens mijn studie en hoewel Middeleeuwen heel interessant zijn kan ik je verklappen dat het één van de moeilijkste tentamens is waar ik een aantal keren over heb moeten doen. Ik haatte dat boek maar werd toch altijd blij van het plaatje aan de voorkant.
Daarnaast heeft het museum een uitgebreide collectie schilderijen van meesters als Raphael en Fra Angelico. Met toch een klein beetje pijn in mijn hart besef ik mij we dat deze schatten vandaag niet gaan zien. Gelukkig belooft de tuin veel goed te maken en dat viel zeker niet tegen.
De opgang naar het kasteel is indrukwekkend. De ruimte is enorm en hoewel het druk is vallen de mensen helemaal weg. Echt heel mooi is het hier niet maar indrukwekkend zeker. Tot onze opluchting slaat ongeveer 85 procent van de mensen linksaf richting het kasteel en de stallen.
Wij gaan rechtdoor richting een ruiterstandbeeld en lopen een beetje ophoog. De voormalige eigenaar van dit stukje ontroerend goed heeft zich laten vereeuwigen zittend op een paard in de stijl van Marcus Aurelius. Dit soort beelden zijn zo’n beetje overal in Europa te vinden van grote leiders en meestal zijn dat niet echt democratische figuren. Wij hebben er één van Maurits in Den Haag bij het binnenhof. Als bewoner van zo’n pand moet je ook niet te bescheiden opstellen denk ik.
Het uitzicht is ook niet slecht bij het standbeeld, ga er dus even staan en geven je ogen de kost. Aan de ene kant kijk je zo op het kasteel wat iets later ligt, aan de andere kant heb je uitzicht op de strenge Franse tuinen. Het kasteel is in verhouding eigenlijk helemaal niet zo groot, de tuin kan de vergelijking met Versailles wel aan. Natuurlijk is daar alles nog een maatje groter en indrukwekkender maar ook hier is het wijds, indrukwekkend en bovendien smaakvol.
Water van de rivier Nonette
Net zoals in Versailles is er werk gemaakt van de tuin waarbij water een hoofdrol speelt. Dat is al te zien op het pleintje bij het ruiterstandbeeld. Een grote ronde vijver met daarachter een strak waterbassin met daarachter weer het riviertje de Nonette. In tegenstelling tot Versailles was hier al een riviertje en hoefde die niet worden omgelegd.
Het formaat van de Nonette voldeed echter niet en dus werd het gekanaliseerd zodat deze nu lekker breed is. Het lijkt dan ook helemaal niet meer op een rivier en het deel bij het kasteel gaat dan ook door het leven als ‘Grand Canal’, en ja net zoals in Versailles.
Achter het kasteel is er een Engelse landschapstuin en de indrukwekkende achttiende-eeuwse stallen, aan de linkerkant een park met een Engelse Chinese tuin. De Franse tuin én het park zijn ontworpen door André le Nôtre die ook de tuin van het Vaux-le-Vicomte én Versailles tekenende.
Hoewel de hete zomerzon ons richting de schaduw brandt blijven toch even staan om het panorama in ons op te nemen. We hebben niet zo veel zin in drukte en besluiten de Chinees-Engelse tuin te bekijken. Om deze te bereiken loop je een heel stuk door de Franse tuin die aan beide kanten wordt afgesloten door een laan van bomen.
Deze lanen hebben de namen Allée des Penseurs en Allée des Philosophes. Hoogdravende namen die hier niet helemaal onterecht zijn gekozen. De kasteelheer in de zeventiende eeuw die de tuin liet aanleggen ontving op het kasteel talloze schrijvers, filosofen en andere intellectuelen. Dit is ook de man op het paard bij het kasteel. Hij vergaarde zijn rijkdom met de invoering van het papiergeld. Dat is een handig attribuut voor de economie maar zo te zien is hij daarbij zichzelf ook niet vergeten.
Chinees Engelse tuin
Nu hou ik best van tuinen maar ik ben ook geen echte kenner. Ik weet een beetje de basics en hoewel ik wel het idee had dat er Aziatische invloeden zijn in dit deel van het park kan ik niet goed uitleggen waarom dit nu precies een Chinese tuin is. Maar het kan natuurlijk zijn dat dit een idee is hoe een Chinese tuin er volgens een Europeaan uit de zeventiende eeuw uit zou zien. Hoe dan ook het is fraaie fraaie tuin met mooie planten en leuke kanaaltjes of sloten.
Achter de Chinees Engelse tuin lopen we een dorpje in, een hameau om precies te zijn. Het omvat een aantal vakwerkhuisjes waarvan er één is ingericht als restaurant. De lunch was net klaar en de Fransen zaten nog gezellig na te tafelen; dat levert altijd mooie geuren en geluiden op.
Achter het dorpje is er een groot grasveld met hier en daar een indrukwekkend boom. Hier is een redelijk grote speeltuin en een prachtig uitzicht over de Grand Canal en een meertje waar het kanaal begint. Een ideale plek voor een picknick en daarom staan hier en daar ook tafels voor dit doel. Hier eten wij ook onze baguette en camembert, geen drank want daarvoor is het veel te warm.
Het meer wordt gevuld door het riviertje én een waterval die in verbinding staat met een groot rond waterbassin. Al met al een prachtig voorbeeld van waterbouwtechniek uit de zeventiende en achttiende eeuw gecombineerd met zwanen, eenden en meerkoeten.
Doolhof
Achter de ronde bassin is verder niets meer te zien maar het is nog wel leuk om te melden dat naast de speeltuin er ook een doolhof is. Terwijl we er doorheen lopen hebben we een discussie over de Griekse goden en helden waardoor we niet goed opletten. We moeten nog echt ons best doen om de ingang weer te vinden maar dat lukt uiteindelijk. Opvallend is dat hoewel de parkeerplaats van het kasteel zo goed als vol stond en hier (bijna) niemand is.
Dit doolhof staat er nog niet zo lang en het is een herinnering aan het doolhof dat in de achttiende eeuw één van de grote attracties van het kasteel was. Dit labyrint bestaat niet meer en bevond zich in het deel dat naast de Chinees Engelse tuin staat.
Dit lijkt meer op een bos en omvat tal van andere ‘kamers’ met verschillende functies. Zo was er hier ook een levensgroot ganzenbord met een ‘echte’ gevangenis en een put. Ganzenbord was in die tijd kennelijk populair want er zijn meer levensgrote varianten van het spel te vinden in Frankrijk, bij voorbeeld in het dorp Collonges la Rouge. Midden in het park tussen de bomen kan je deze plek nog bekijken waar wordt uitgelegd waar alles stond maar van het origineel is helaas niets meer over.
Dit deel van de tuin, ik noem het maar park want het staat helemaal vol met bomen, heeft nog flink wat verrassingen in petto. Zo kwamen we een klein dierenpark tegen waar kangoeroes werden gehouden, een aantal Chinese gebouwtjes, een prachtige oranjerie, een soort van lesgebouw en nog veel meer.
Hoewel we wel het ‘treintje’ tegenkwamen is dit deel van de tuin niet druk bezocht. We kwamen af en toe wat wandelaars en hier een daar een verdwaalde fietser maar dat was het dan ook. Gelukkig is er een goede wegbewijzenring want anders zou je hier echt verdwalen.
De Revolutionairen zijn namelijk niet zo heel erg zuinig geweest op het kasteel en de tuinen na hun machtsovername aan het einde van de achttiende eeuw. Integendeel want het kasteel werd eerst gebruikt als gevangenis en werd later zo goed als met de grond gelijk gemaakt en dwars door de tuinen werd een weg aangelegd. De bijgebouwen en de grote stallen bleven wel staan.
Neostijl uit de negentiende eeuw
In de negentiende eeuw werd het kasteel weer opgebouwd in de neostijl die toen mode was. Indrukwekkend is het zeker maar echt heel mooi kan ik het niet vinden. Alleen de kapel is ouder. Dat geldt echter niet voor de tuin, die vind ik wel mooi. De Franse tuinen tussen de stallen en het kasteel werden vervangen door de Engelse landschapstuin.
Maar net als in de eeuwen ervoor werd de tuin ingericht om te ontspannen en ter vermaken. De negentiende eeuw was de tijd van Romantiek en dat levert een leuke en interessante tuin op. Grote open grasvelden met dikke bomen worden afgewisseld met heuvels en grote vijvers.
In de heuvels werden ‘grotten’ gemaakt en in de vijver ligt een liefdeseiland met een laan die eindigt bij een prieeltje. Boven op een heuvel klettert het water naar beneden in een fontein en langs het Grand Canal staat een heuse Venustempel. In deze tuin is het allemaal dramatisch en kan het gevoel de vrije loop nemen. Het levert een prachtige tuin op waar je heerlijk kan zitten, ontspannen en genieten.
Al met al hadden we een uitstekende middag en hebben ons goed vermaakt in de enorme tuin. De verschillende karakters van de tuinen maakt het interessant waarbij we steeds weer werden verrast. Het meest verbazingwekkend waren ongetwijfeld de kangoeroes. Het is ook prima te doen met kinderen want ook voor die is er voldoende te beleven. Het is geen Parc Asterix maar daar kan je ze wel op voorbereiden.
We komen hier zeker nog eens terug want de collectie van het museum wil ik echt zien. Of ik dan ook het paardenmuseum in de stallen ga bezoeken weet ik nog niet. Ik heb daar niet zoveel mee maar misschien moet je dan juist gaan.
Video van Kasteel van Chantilly
Beelden van Kasteel van Chantilly
E-Magazine
Kaart van Kasteel van Chantilly en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Kasteel van Chantilly
Kasteel van Cormatin: fijne tuin en mooie vertrekken in Zuid-Bourgondië ***
Het was een erg warme ochtend en om toen wij om elf uur de parkeerplaats opdraaiden was het al rond de 35 graden. Dit was het de hele week al en we waren gewend om van schaduw naar schaduw te rennen.
Poorthuis
De ingang bevindt zich in een prachtig poorthuis dat helemaal vol staat met boeken, bouwpakketten en andere toeristische snuisterijen. De kassa werd bemand door een zeer aardige man die direct een heel verhaal begon over de stichting die het kasteel runt. Het bleek dat er te weinig vrijwilligers waren om de rondleiding te geven.
Dat was jammer want de meest bijzondere kamers in het kasteel bleven zo voor ons gesloten. Aan de andere kant hoefden we niet voor de rondleiding te betalen en bovendien was het maar de vraag of je in de hitte wel de concentratie hebt om te kunnen luisteren naar een Frans verhaal over het kasteel.
Salons
Mocht je de kamers kunnen bekijken, dan zou ik dat wel doen. Het zijn namelijk zo’n beetje de enig overgebleven salons uit de achttiende eeuw. Deze salons waren vooral te vinden in Parijs en waren het middelpunt van het sociale en culturele leven tijdens het Ancien régime. Hier ontmoette de elite elkaar om de problemen in de wereld te bespreken, te filosoferen, naar muziek te luisteren, toneelstukken te bekijken en natuurlijk elkaar het hof te maken.
Hoewel het Frankrijk van de achttiende eeuw veel nare facetten had was het samen van Engeland ook het centrum van cultuur en wetenschap. De mensen die in deze salons bijeenkwamen hebben de basis gelegd voor de wereld waar wij nu in leven. Hier werden werden ideeën als democratie en het wetenschappelijk wereldbeeld ontwikkeld.
Hoewel de salons in Parijs bevonden, waren deze ook te vinden in de provincie zoals hier in het kasteel. De salons in de hoofdstad zijn tijdens de Franse Revolutie allemaal vernietigd maar hier dus niet. Toen de revolutionairen voor de poort stonden om de boel te bestormen besloot de toenmalige eigenaar zijn complete wijnvoorraad uit de kelder te halen waarna de meute zich te goed deed aan het druivensap en het kasteel lieten zoals het was. Wat een verhaal en kan het Franser?
Tuin van vijf zintuigen
Na het kopen van de kaartjes loop je op een mooie laan richting het kasteel. We besloten echter eerst de tuin te gaan bekijken en sloegen rechts af. De tuin is ingedeeld in verschillende delen die hun eigen functie hebben.
De tuin ten noorden van het kasteel is geïnspireerd op het boek Hypnerotomachia Poliphili. Een boek uit de vroege renaissance dat met name in Frankrijk veel invloed heeft gehad op de architectuur in de zestiende en zeventiende eeuw. In het boek beleeft de held in een droom een avontuur waarbij vijf zintuigen de hoofdrol spelen. Welke dat precies zijn is mij niet duidelijk geworden.
De tuin vermengt dit verhaal met Bijbelse verwijzingen en bestaat uit vijf delen. Vier daarvan bevinden zich in een groot vierkant. In het midden daarvan staat een mooie fontein met een appelboom die verwijst naar de bekende boom van Adam en Eva.
Hoewel de tuin al een tijd bestaat is deze niet origineel meer. In 1980 was het kasteel hard op weg een ruïne te worden tot het gekocht werd door drie personen. Zij wilde het kasteel weer in oude glorie herstellen en dat is gelukt. Er werd budget geregeld, vrijwilligers georganiseerd en de handen uit de mouwen gestoken.
Labyrint
Dit soort werk is natuurlijk nooit af maar de tuinen zijn prachtig hersteld en het is er goed toeven met altijd een prachtig uitzicht op het kasteel. Het vijfde deel van de symbolische tuin is een doolhof en dat is altijd leuk en niet alleen voor kinderen.
Het labyrint symboliseert de puzzeltocht van het leven na de oerzonde van Adam en Eva. Vandaar die boom bij de fontein. Zoals veel doolhoven bij kastelen uit deze tijd is de uitgang in het midden. Als een soort beloning is hier een klein fraaie constructie neergezet. Nadat je de trap hebt genomen sta je in een soort van kooi van fraai ijzerwerk en heb je uitzicht over dit deel van het domein.
Naast het doolhof begint de Engelse landschapstuin met veel water en bomen. We vermaken ons prima en ontdekken achter een heuvel een intiem theater in de open lucht. Op het podium staat een permanent decorstuk zoals je die ook wel ziet bij Romeinse theaters. Een aantal klassieke beelden en een paar grote vazen maken het feest compleet. Ik ben dol op dit soort plekken en gezien de staat van het geheel wordt het theater ook nog gebruikt.
Relaxen in de schaduw
We besloten verder te wandelen en de stallen en de moestuin te bekijken. Maar voordat we daar zijn komen we op een groot grasveld waar in de schaduw van een grote boom een aantal ligstoelen staan. Één daarvan wordt bezet door een man die een boek aan het lezen is. De stoelen zien er aangenaam uit en we besluiten even te gaan zitten om wat water te drinken. Nadat we ons hebben geïnstalleerd worden we door een vriendelijke hond begroet die zich daarna al kwispelend naast de lezende man gaat liggen.
Nadat we de moestuin, altijd leuk, hebben bekeken gaan we het kasteel binnen. Op de binnenplaats is het ziedend warm en ook de kamers die je zonder gids mag bekijken zijn redelijk aan de warme kant. De fraaie kamers staat vol met meubilair en kachels en overal hangen schilderijen en kaarten. Ze zijn niet allemaal van hoge kwaliteit maar ik heb nog redelijk lang naar de verschillende kaarten gekeken.
Koele kelders
Ook de kelders zijn te bezichtigen en daar was het veel koeler en dat was zeer aangenaam. Met mijn lengte was het goed oppassen dat je je hoofd niet stoot maar het was wel de moeite waard. De kelders zijn een ook een labyrint van voorraadkamers en andere vertrekken.
Het allemaal is een beetje ‘spooky’ maar uiteindelijk sta je in een kamer met aan de ene kant een balkon vlak boven de ‘slotgracht’ en aan de andere kant kijk je van onder naar het bijzondere fraaie trappenhuis.
Tot slot bekijken we nog even de tentoonstelling in het koetshuis met, jawel, een oude koets. Binnen is een kleine tentoonstelling gemaakt over de restauratie van het complex. Mooie oude foto’s van toen en nu en de situatie daar tussenin.