
Brancion ****De middeleeuwen in Zuid-Bourgondië
Naast mooie huizen, een prachtige markthal en staatjes met een heerlijke sfeer staat er een zeer interessante kerk uit de twaalfde eeuw. Genoeg te zien om je een middag zoet te houden. Ook de innerlijke mens wordt hier goed bediend want er zijn genoeg tentjes voor een hapje en een drankje.
Soms kom je dorpen in Frankrijk tegen waarbij je je afvraagt waarom het geen ‘Plus Beaux Village de France’ is, Brancion is er zo eentje. Het dorp is volledig autovrij, heeft een prachtige poort, een imposant kasteel en een mooi kerkje. De oude markthal middel in het dorp maakt het plaatje compleet.

Een kloeke poort geeft toegang tot het dorp, rechts staat het kasteel.
Brancion ligt in het departement Saône-et-Loire tussen Tournus en Cluny. Wij kwamen het bij toeval langs tijdens één van onze zwerftochten met de auto. Het was bijzonder warm, ver boven de 35 graden, maar lieten ons toch verleiden door het bord ‘Site Médieval de Brancion’. Je kunt niet eeuwig in de airco van de auto blijven zitten en dus besloten we het dorp te bezoeken.
We parkeerden even buiten het dorp dat vanaf de parkeerplaats niet is te zien. Na een korte wandeling verscheen een prachtige poort met daar achter een kloek kasteel. Dit dorp zou wel eens veel mooier kunnen zijn dan we hadden gedacht.
Strategische ligging
Brancion ligt op de punt van een bergkam met aan drie kanten steile rotswanden waardoor het uitstekend te verdedigen is. De poort is één van de weinige plekken die voor de aanvallers bereikbaar is. Met een paar man houd je hier een flink leger heel lang tegen.
Achter de poort staat het kasteel waarvan het oudste deel in de tiende eeuw is gebouwd door de heren van Brancion. Deze lokale machthebbers maakten graag ruzie met de buren en met name met de abdijen van Tournus en het machtige en rijke Cluny.
Kasteel
Uiteindelijk zorgde een mislukte kruistocht en de financiële gevolgen hiervan ervoor dat Brancion moest worden teruggegeven aan de leenheer; de Hertog van Bourgondië en die hield het ook maar.
Niemand minder dan Filips de Stoute nam het kasteel later in de veertiende eeuw onder handen en breidde het uit met een woongedeelte. Helaas is juist dit deel tijdens de godsdienstoorlogen in de zestiende eeuw bijna compleet verwoest zodat nu het deel uit de dertiende eeuw kasteel er nog staat.
Galliërs
Hoewel het kasteel het oudste gebouw van het dorp is werd deze plek al eerder bewoond. In de buurt van het kasteel zijn tijdens opgravingen aanwijzingen gevonden dat hier een Keltische (Gallische) dorp heeft gestaan.
Het zou heel goed kunnen dat nadat de Romeinen dit gebied veroverden en de interne vrede waarborgden de strategische ligging van minder belang werd en het dorp werd verlaten. Na de val van het Romeinse Rijk en de chaos die daarop volgde werd de plek weer aantrekkelijk voor bewoning omdat het goed verdedigbaar was.
Het kasteel is in een uitstekende staat en is voor een bescheiden bedrag te bezoeken. Dat is een aanrader want naast fraaie kamers is het uitzicht vanaf het donjon bijzonder mooi. Wij hebben het niet gezien omdat we laat in de middag arriveerden en het kasteel net de deuren sloot.
Markthal uit de veertiende eeuw
Gelukkig is er voldoende te zien in het dorp en we hoeven ons niet te vervelen. Een wandeling door de prachtige straatjes is een aangename bezigheid. Bijzonder is de markthal uit de veertiende eeuw die nog steeds wordt gebruikt om regionale producten te verkopen.

De markthal is zes eeuwen oud maar wordt nog gewoon gebruikt waarvoor het is gebouwd.
Natuurlijk inspecteren we de kerk. Deze staat niet in het centrum maar een aan de zijkant op een plek met een prachtige uitzicht op het landschap. Bij helder weer is zie je hier de toppen van de Morvan met daarvoor een heuvelachtig landschap waar de rivieren, beekjes en wegen hun weg vinden. Ik mis alleen een treintje dit het panorama doorkruist, maar je kan niet alles hebben.
Romaans luilekkerland
Elk dorp of gehucht heeft hier een Romaanse kerk die één nog mooier dan de ander. Nu is er geen gebrek aan kerkjes in Frankrijk maar de kwaliteit in dit gebied is opmerkelijk hoog. Maar niet alleen de kwaliteit is hoog, het zijn er ook veel; volgens een bordje in het dorp zijn het er in totaal 128.

Vanaf de voorkant van de kerk heb je een prachtig uitzicht op het landschap van Zuid Bourgondië.
Deze architectonische rijkdom heeft te maken met de aanwezigheid van de abdij Cluny in de buurt. In de middeleeuwen was dit het grootste, rijkste en machtigste van Europa. Met de bouw van al deze fraaie kerken liet de abt van het klooster zijn macht zien.
Kerk uit de twaalfde eeuw
De kerk van Brancion is bescheiden maar interessant. Het stamt uit de twaalfde eeuw en is niet verrassend van het model Romaans. Binnen is het door het ontbreken van grote ramen donker en moeten onze ogen even wennen. Voor de liefhebber van Middeleeuwse kunst is het hier feest want op de muren zijn prachtige fresco’s te bewonderen.
Deze stammen uit de dertiende eeuw en zijn in opdracht van de Hertog zelf gemaakt. Ik verbaas mij er altijd over dat dit soort kunstschatten gewoon in het openbaar te zien zijn. Er was helemaal niemand in het kerkje tijdens ons bezoek en het is heel bijzonder dat je zo alleen bij zulke oude en mooie fresco’s kan zijn. Neem je tijd om ze te wonderen.
Naast de kerk is een soort van heemtuin aangelegd. Het is een aangename plek waar in de schaduw van de bomen een aantal bedden zijn gemaakt met daarin inheemse planten. Het is zeker niet een botanisch wonder maar wel een goede plek voor een picknick.
Vanaf Brancion starten verschillende wandelroutes en ondanks de klim kan je hier ook goed fietsen. De streek staat bekend om zijn fietsroutes waarvan die langs de Saône de bekendste is. en het eerste Franse fietspad werd ook hier niet ver vandaan geopend.
Video van Brancion
Beelden van Brancion












E-Magazine Bourgondië
In bezit een ereader of tablet? Download dan het E-Magazine over Bourgondië. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.

Kaart van Brancion en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Brancion
Roche de Solutré: de trotse rots van de Mâconnais ***
De rots is bijna vanuit de hele streek te zien. Het is niet alleen de zichtbaarheid die de rots bekend maakt, ook de geschiedenis vol met legendes en drama spreekt tot de verbeelding. Deze geschiedenis begon 160 miljoen jaar geleden. Europa zag er toen iets anders uit. Nederland had een vulkaan, het was een stuk warmer en grote delen van West-Europa lagen onder een tropische zee vol met leven.
Krijtlaag
Ook het zuiden van Frankrijk lag onder deze zee waar de skeletten van de miljarden zeedieren die daar gedurende miljoenen jaren leefden op de bodem zich opstapelden. Deze laag botjes, graatjes en andere overblijfselen vormden een dikke laag krijt dat aan de oppervlakte verscheen nadat de zee zich terugtrok omdat de aarde afkoelde.
Deze dikke laag krijt bedekt ook nu nog een groot deel van West-Europa. De witte rotsen van Dover, de Champagne en ook de Sint-Pietersberg in Zuid-Limburg vormen allemaal een onderdeel van deze laag. Ook de bovenlaag van de bodem van de Mâconnais is bedekt met de laag krijt.
Zo’n laag met krijt is natuurlijk leuk maar dat verklaart nog niet waarom de rots van Solutré zo boven het landschap uitsteekt. Dit heeft te maken met gebeurtenissen die na het droogvallen van West-Europa plaatsvonden; de vorming van de Alpen.
Doordat de Afrika Italië, of beter de plaat waar nu Italië is, tegen Europa begon te drukken ontstond een nieuwe bergketen. Door de druk van dit geweld brak de plaat van de Mâconnais en ontstond de vallei waar nu de Saône stroomt. Iets soortgelijks gebeurde ook met de Vogezen en het Zwarte Woud. Ook daar brak door de druk van de Alpen de onderliggende plaat waarna een dal ontstond waar nu de Rijn stroomt. Verschil is dat daar geen kalklaag ligt want de Vogezen en het Zwarte Woud lagen niet op de bodem van de tropische zee.
Wijn
Bij het breken van de plaat ontstond het landschap dat wij nu kennen. Sommige delen zakten terwijl andere juist omhoogschoten waardoor de streek nogal wat hoogteverschillen kent. Bij Rots van Solutré was de druk echter zo groot dan een deel van de onderlaag omhoog is geduwd.
De steile hellingen, de aanwezigheid van het kalk uit de krijtlaag en het milde klimaat maken de Mâconnais perfect voor de wijnbouw. We weten het niet precies maar misschien is dit wel het oudste wijngebied van Frankrijk. Rond 600 voor Christus waren het de Grieken die hier voor het eerst druiven plantten om wijn te maken. Vooral de Chardonnay voelt zich hier thuis en de druif heeft zelfs zijn naam te danken aan een dorp in dit deel van Bourgondië.
Ook rondom Roche de Solutré liggen veel wijngaarden. Ik vind het altijd een feestje om langs de wijnranken te rijden en de sappige druiven te zien groeien en dat is precies wat je doet als je naar de rots rijdt.
Er zijn verschillende routes naar de top van de rots. Aangezien het nogal warm was besloten we de kortste route te nemen. Deze begint bij de parkeerplaats direct onder de rots. Er zijn ook een startpunten in de dorpen Solutré-Pouilly en Vergisson.
De route naar de top van de rots kreeg nationale bekendheid nadat president François Mitterrand er een traditie van maakte om deze ieder jaar te beklimmen. Wie werd uitgenodigd bij deze jaarlijkse wandeltocht telde pas echt mee in het Élysée.
Ik weet niet precies of het met Mittterand te maken heeft maar de Rots behoort nu tot een selecte club van ‘Grand sites de France’. Ook weer een mooi lijstje van mooie plekken die je kan afstrepen in Frankrijk, je blijft bezig als je wilt.
Museum
Nadat we de auto hadden geparkeerd liepen we op een stukje asfalt dat eindigt bij het archeologisch museum, daarna is het een goed onderhouden bospad. Het museum bevindt zich in de berg en er is niet veel meer van te zien dan de robuuste entree waar op dat moment twee klassen met Franse kinderen naar binnen gingen. Er heerste rondom de ingang een aangename sociale dynamiek die plots verdween toen de laatste docent door de deur ging.
Binnen vind je een grote hoeveelheid spullen die direct in de omgeving van de Roche de Solutré zijn gedaan. Onze voorvaders en -moeders waren kennelijk al dol op deze plek want er is hier heel veel gevonden.
Het meest opvallende zijn de botten van vele duizenden dieren direct onder de rots, stammend uit de tijd van de jager/ verzamelaars. De theorie is dat de rots op de route van de jaarlijkse trek lag van verschillende soorten kuddedieren. De jagers/ verzamelaars zouden deze kuddes de rots hebben opgejaagd waarvan een deel in paniek van de rots sprongen.
Een mooie theorie maar wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de dieren niet van de rots zijn gevallen. Hoe dan ook moeten de jagers verzamelaars hier een goed leven hebben gehad aangezien de laag botten soms twee meter dik is. Daar hebben ze dan wel 25.000 jaar over gedaan maar zeker is dat hier meer dan eens een barbecue is aangestoken.
De omgeving is trouwens zeer geschikt voor een mooie picknick. Zeker de top is een prachtige plek om iets lekkers te nuttigen. De wandeltocht naar het bovenste punt zorgt ervoor dat de eetlust wordt opgewekt.
De tocht is niet lang en goed te doen, ook voor niet getrainde wandelaars. Het is ook prima te doen met kinderen al is het aan te raden die wel in gaten te houden als je op de top bent.
Eerst loop je door een prachtig bos, daarna op een soort van weide. Hier leven Poolse konikpaarden al dacht ik eigenlijk dat het ezels waren. Ik ben duidelijk geen kenner. Het zijn in ieder geval gemoedelijke beesten die nieuwsgierig bij mij kwamen kijken.
Uitzicht
Het laatste deel van de tocht krijg je het idee dat je in de bergen bent beland, wat ook een beetje zo is natuurlijk. Grote rotsen en kleine bossages omringen hier het pad.
Eenmaal boven heb je een wijds uitzicht. Omdat dit het hoogste punt van de omgeving is kan je bij mooi weer ontzettend ver zien en het schijnt dat zelfs de Mont Blanc te zien is. Dat was op de dag dat wij er waren niet het geval maar evengoed hebben wij genoten van het uitzicht.
We hebben boven een kleine snack en een slok water genuttigd maar als ik weer zou gaan dan had ik een stokbrood, een stuk kaas en een paar plakken ham in mij rugtas gestoken voor een kleine picknick. Het is namelijk een prachtige plek en je vermaakt je wel even met het indrukwekkende panorama. En als je de rugzak toch aan het vullen bent, gooi er ook een kleine verrekijker in, dat is altijd leuk op zo’n plek.
Kasteel van Cormatin: fijne tuin en mooie vertrekken in Zuid-Bourgondië ***

Een laan met fraaie bomen leidt naar de ingang van het kasteel.
Het was een erg warme ochtend en om toen wij om elf uur de parkeerplaats opdraaiden was het al rond de 35 graden. Dit was het de hele week al en we waren gewend om van schaduw naar schaduw te rennen.
Poorthuis
De ingang bevindt zich in een prachtig poorthuis dat helemaal vol staat met boeken, bouwpakketten en andere toeristische snuisterijen. De kassa werd bemand door een zeer aardige man die direct een heel verhaal begon over de stichting die het kasteel runt. Het bleek dat er te weinig vrijwilligers waren om de rondleiding te geven.
Dat was jammer want de meest bijzondere kamers in het kasteel bleven zo voor ons gesloten. Aan de andere kant hoefden we niet voor de rondleiding te betalen en bovendien was het maar de vraag of je in de hitte wel de concentratie hebt om te kunnen luisteren naar een Frans verhaal over het kasteel.
Salons
Mocht je de kamers kunnen bekijken, dan zou ik dat wel doen. Het zijn namelijk zo’n beetje de enig overgebleven salons uit de achttiende eeuw. Deze salons waren vooral te vinden in Parijs en waren het middelpunt van het sociale en culturele leven tijdens het Ancien régime. Hier ontmoette de elite elkaar om de problemen in de wereld te bespreken, te filosoferen, naar muziek te luisteren, toneelstukken te bekijken en natuurlijk elkaar het hof te maken.
Hoewel het Frankrijk van de achttiende eeuw veel nare facetten had was het samen van Engeland ook het centrum van cultuur en wetenschap. De mensen die in deze salons bijeenkwamen hebben de basis gelegd voor de wereld waar wij nu in leven. Hier werden werden ideeën als democratie en het wetenschappelijk wereldbeeld ontwikkeld.
Hoewel de salons in Parijs bevonden, waren deze ook te vinden in de provincie zoals hier in het kasteel. De salons in de hoofdstad zijn tijdens de Franse Revolutie allemaal vernietigd maar hier dus niet. Toen de revolutionairen voor de poort stonden om de boel te bestormen besloot de toenmalige eigenaar zijn complete wijnvoorraad uit de kelder te halen waarna de meute zich te goed deed aan het druivensap en het kasteel lieten zoals het was. Wat een verhaal en kan het Franser?
Tuin van vijf zintuigen
Na het kopen van de kaartjes loop je op een mooie laan richting het kasteel. We besloten echter eerst de tuin te gaan bekijken en sloegen rechts af. De tuin is ingedeeld in verschillende delen die hun eigen functie hebben.
De tuin ten noorden van het kasteel is geïnspireerd op het boek Hypnerotomachia Poliphili. Een boek uit de vroege renaissance dat met name in Frankrijk veel invloed heeft gehad op de architectuur in de zestiende en zeventiende eeuw. In het boek beleeft de held in een droom een avontuur waarbij vijf zintuigen de hoofdrol spelen. Welke dat precies zijn is mij niet duidelijk geworden.
De tuin vermengt dit verhaal met Bijbelse verwijzingen en bestaat uit vijf delen. Vier daarvan bevinden zich in een groot vierkant. In het midden daarvan staat een mooie fontein met een appelboom die verwijst naar de bekende boom van Adam en Eva.
Hoewel de tuin al een tijd bestaat is deze niet origineel meer. In 1980 was het kasteel hard op weg een ruïne te worden tot het gekocht werd door drie personen. Zij wilde het kasteel weer in oude glorie herstellen en dat is gelukt. Er werd budget geregeld, vrijwilligers georganiseerd en de handen uit de mouwen gestoken.
Labyrint
Dit soort werk is natuurlijk nooit af maar de tuinen zijn prachtig hersteld en het is er goed toeven met altijd een prachtig uitzicht op het kasteel. Het vijfde deel van de symbolische tuin is een doolhof en dat is altijd leuk en niet alleen voor kinderen.

Uitzicht vanuit de folly in het midden van het doolhof.
Het labyrint symboliseert de puzzeltocht van het leven na de oerzonde van Adam en Eva. Vandaar die boom bij de fontein. Zoals veel doolhoven bij kastelen uit deze tijd is de uitgang in het midden. Als een soort beloning is hier een klein fraaie constructie neergezet. Nadat je de trap hebt genomen sta je in een soort van kooi van fraai ijzerwerk en heb je uitzicht over dit deel van het domein.
Naast het doolhof begint de Engelse landschapstuin met veel water en bomen. We vermaken ons prima en ontdekken achter een heuvel een intiem theater in de open lucht. Op het podium staat een permanent decorstuk zoals je die ook wel ziet bij Romeinse theaters. Een aantal klassieke beelden en een paar grote vazen maken het feest compleet. Ik ben dol op dit soort plekken en gezien de staat van het geheel wordt het theater ook nog gebruikt.
Relaxen in de schaduw
We besloten verder te wandelen en de stallen en de moestuin te bekijken. Maar voordat we daar zijn komen we op een groot grasveld waar in de schaduw van een grote boom een aantal ligstoelen staan. Één daarvan wordt bezet door een man die een boek aan het lezen is. De stoelen zien er aangenaam uit en we besluiten even te gaan zitten om wat water te drinken. Nadat we ons hebben geïnstalleerd worden we door een vriendelijke hond begroet die zich daarna al kwispelend naast de lezende man gaat liggen.

De tuin herbergt een open lucht theater dat nog altijd wordt gebruikt.
Nadat we de moestuin, altijd leuk, hebben bekeken gaan we het kasteel binnen. Op de binnenplaats is het ziedend warm en ook de kamers die je zonder gids mag bekijken zijn redelijk aan de warme kant. De fraaie kamers staat vol met meubilair en kachels en overal hangen schilderijen en kaarten. Ze zijn niet allemaal van hoge kwaliteit maar ik heb nog redelijk lang naar de verschillende kaarten gekeken.
Koele kelders
Ook de kelders zijn te bezichtigen en daar was het veel koeler en dat was zeer aangenaam. Met mijn lengte was het goed oppassen dat je je hoofd niet stoot maar het was wel de moeite waard. De kelders zijn een ook een labyrint van voorraadkamers en andere vertrekken.
Het allemaal is een beetje ‘spooky’ maar uiteindelijk sta je in een kamer met aan de ene kant een balkon vlak boven de ‘slotgracht’ en aan de andere kant kijk je van onder naar het bijzondere fraaie trappenhuis.
Tot slot bekijken we nog even de tentoonstelling in het koetshuis met, jawel, een oude koets. Binnen is een kleine tentoonstelling gemaakt over de restauratie van het complex. Mooie oude foto’s van toen en nu en de situatie daar tussenin.
Cluny: een machtig klooster en paarden in Bourgondië ***
Religieus centrum
Daarbij ga ik een aantal dingen aanstippen waarom juist Cluny in de twaalfde eeuw tot het belangrijkste religieuze instituut in West-Europa uitgroeide dat zelfs de Paus in de schaduw zette. De diepere oorzaken hiervan liggen in de wederopstanding en de daar aan gekoppelde veranderingen in Europa gedurende de elfde en twaalfde eeuw. Door historici ook wel de Renaissance van de twaalfde eeuw genoemd.
Om dit te begrijpen is het goed om te beseffen dat Europa in de tiende eeuw zich in één van de diepste crisis in haar bestaan bevond. De centrale macht die was ontstaan door Karel de Grote rond 800 was zo goed als weggevallen waardoor lokale heren de dienst uitmaakte. Lokale heer zijn is leuk, maar een heer van een land is veel leuker en als je die ambitie niet had, dan had je buurman deze wel. Hierdoor waren deze heren bijna continue in gevecht met elkaar waardoor de handel zo goed als stil viel en de landbouwproductie laag was. Daar kwam nog eens bij dat Europa nogal last had van aanvallen en plundertochten vanuit Scandinavië en Noord-Afrika.
Door deze ontwikkelingen was de bevolking geslonken en hoewel er hier en daar een stad of een gebied het redelijk deed waren grote delen bijna of gedeeltelijk ontvolkt. Langzaam maar zeker kwam Europa uit dit dal. De invallen werden minder, de lokale heren maakten minder ruzie en dankzij nieuwe landbouwtechnieken begon de bevolking weer te groeien. Hierdoor konden meer mensen worden gevoed en bloeide de handel en cultuur op.
Direct onder de Paus
Cluny wist zich op deze golf van welvaart te ontwikkelen. De abdij werd aan het einde van de tiende eeuw door Willem I van Aquitanië gesticht. Een abdij stichten was voor edelen in die tijd helemaal in want daarmee liet je het opperwezen zien hoe vroom je wel niet was. Maar in tegenstelling tot vele andere kloosters in Frankrijk zou Cluny niet vallen onder de lokale heer maar direct rapporteren aan de Paus in Rome. Toen de abdij groeide was het voor de lokale heren dan ook niet mogelijk om de rijkdom van de monniken af te romen zoals dat bij andere abdijen wel het geval was.
Dit voordeel gold ook voor de abdijen die vanuit Cluny werden gesticht en zo ontstond een netwerk van abdijen en priorijen die allemaal onder de bescherming stonden van de abt van het moederklooster. Dit was een uniek netwerk van onafhankelijke kloosters waarin kennis, kapitaal en producten werden uitgewisseld. Bovendien werd Cluny ook nog eens gesteund door de Franse koning die in die tijd zijn centrale macht probeerde te vergroten ten koste van de lokale edelen. Cluny was voor hem een aangename bondgenoot.
Tot slot had Cluny weinig last van de eigen beschermheer want de Paus was in een hevige strijd gewikkeld met de Duitse Keizer. En zo kon een klein klooster in de zuiden van Bourgondië zich ontwikkelen als een voorname speler in de politiek van West-Europa.
Romaanse bouwkunst
De macht van Cluny was gebaseerd op religie maar strekte zich verder uit in de economie, kennis, politiek en cultuur. Vandaag de dag is dit nog goed te zien in de bouwkunst en in het bijzonder de Romaanse architectuur. Deze vorm van bouwen werd door Cluny omarmd, verbeterd en verspreid. De Romaanse kerken en kloosters in West-Europa die er nu nog staan zijn voor een groot deel gebouwd of minstens beïnvloed door de abdij van Cluny.
Zoals een klooster betaamt heeft Cluny ook minder materiële invloed gehad en ook daarvan merken we nu de invloed. Vanaf het einde van tiende eeuw omarmde het klooster de godsvredebeweging dat het geweld tussen de lokale heren probeerde in te dammen. Daarmee was het één van de eerste Christelijke vredesbewegingen.

In het museum is deze prachtige presentatie te zien waar je een goed beeld krijgt hoe klooster tijdens de middeleeuwen eruit heeft gezien.
Het meest succesvolle instrument daarvoor was de pelgrimage dat aan drie kanten voordeel bracht. Ten eerste was het een straf die de kerk kon geven. Ten tweede was het niet toegestaan om pelgrims te beroven, ontvoeren of te vermoorden. Deed je dit wel dan had je aan de hemelpoort iets uit te leggen. Tot slot bleek een pelgrimsoord een ware goudmijn.
De meest bekende van deze pelgrimstochten is die naar Santiago de Compostella die nog altijd door veel mensen wordt gelopen. Het klooster van Cluny exploiteerde op de verschillende routes naar Noord-Spanje een lint van kleinere heiligdommen waardoor er een constante hoeveelheid geld naar Bourgondië stroomde. Bovendien was de route zo populair dat de gehele route als een soort van corridor van vrede functioneerde waar de hele samenleving van profiteerde.
Abdijkerk
De moeder van al deze kerken stond vanzelfsprekend in Cluny zelf. De abdijkerk was tot de bouw van de nieuwe Sint Pieter in Rome in de zestiende eeuw de grootste basiliek van West-Europa. De binnenkant was bijna 188 meter lang, het had driehonderd ramen en zeven torens waarvan de hoogste 62 meter hoog was. En dat was alleen de kerk zelf, daarnaast stond nog een klooster.
Het hele complex moet in de elfde en twaalfde eeuw een overweldigende indruk hebben gemaakt. Helaas is van deze glorie vandaag niet heel erg veel over. Hoewel het klooster na de veertiende eeuw geen hoofdrol meer speelde als politiek centrum bleef het een belangrijke abdij en bleven de gebouwen in gebruik.
Franse revolutie maakt einde aan het klooster
Daar kwam een einde aan na de Franse Revolutie. De revolutionairen zagen de Katholieke kerk als verlengstuk van de koning én dat was in die tijd geen pré. De eigendommen van de kerk werden genationaliseerd en zo ook het klooster van Cluny.
De monniken verdwenen en het complex werd verkocht aan een steenhandelaar uit Mâcon. Deze zag het complex als een steengroeve en dertig jaar later was er niet heel erg veel meer van over. Van de enorme kerk stonden nog twee torens maar van het klooster had kennelijk slechtere stenen want dat stond er voor een groot deel nog.
De kerk, waarvan er nu nog twee torens staan, was trouwens niet de eerste maar de derde die hier stond. Het succes van het klooster in de elfde en twaalfde eeuw zorgde ervoor dat er geld was voor een nieuwe kerk waarbij het oude exemplaar steeds het veld moest ruimen.
Bij het bezoek van de abdij viel het mij ook op dat er wordt gesproken over Cluny I, II en III. Ik dacht even dat we hier te maken hadden met een koning maar het slaat dus op de kerken die hier hebben gestaan waarbij de III de laatste is.
Naam architect
Deze laatste kerk moet één van de mooiste gebouwen van West-Europa zijn geweest. Hij is gebouwd onder leiding van de abt Hugo van Semur. Bijzonder is dat we de naam van de architect weten; Hézelon van Luik. Van de meeste kerken, kloosters en kathedralen uit de middeleeuwen weten we niet wie de bouwmeester is maar van Cluny dus wel.
Hézelon was geboren in Zwitserland en was een kanunnik in Luik waar hij wiskunde en architectuur doceerde. Later werd hij monnik in Cluny waar hij samen met de abt een nieuwe kerk bouwde. Denk nu niet aan een arme sloeber die dankzij de kerk de sociale ladder heeft beklommen want de man was van voorname afkomst. Hij was een neef van de graaf van Luxemburg en familie van de Paus die weer van Bourgondische afkomst was.
Van de kerk is dus niet veel meer van over maar er staat nog genoeg om Cluny te bezoeken en een indruk te krijgen van het klooster die hier ooit stond dat veel invloed heeft gehad op onze cultuur.
Lekker rondwandelen
De eerste stap bij een bezoek aan Cluny is om rustig de tijd te nemen om door het stadje zelf rond te lopen. Het klooster was zo groot dat het tot de negentiende eeuw de gehele stad omvatte. Als je door de straatjes en over de pleinen loopt dan is goed te zien dat veel van de gebouwen van het klooster er nog staan en ook gewoon worden gebruikt.
Het Office du Tourisme vind je in een voormalig kloostergebouw en verschillende andere worden gebruikt van als kunstgalerij. Tijdens ons bezoek was hier erg mooie dingen te zien. Dus als je van kunst houdt loop dan gerust eens binnen.
Museum
Op het grote plein bevindt zich de ingang van het klooster maar ga eerst even kijken naar de plek waar de enorme kerk stond. De kerk stond vlak naast het plein en deze wordt goed aangegeven door borden en zelfs een kleine maquette. Als je daar staat zie je pas hoe groot de kerk is geweest en dat deze de stad en het landschap domineerde.

Als je onder de toren staat is deze enorm. De halve muren geven een aparte sfeer.
De ingang van het museum bevindt zich in een gebouw met een prachtige voorgevel. Binnen bevindt zich de museumwinkel met de bekende prullaria aangevuld met boeken over de middeleeuwen en het kloosterleven. Eenmaal door de kassa wordt je trakteert op een prachtige presentatie waarin de ontwikkeling van de gebouwen visueel wordt vertelt. De presentatie is van een hoog niveau en het is zeker de moeite waard om deze te bekijken.
En daarmee is het audiovisuele geweld nog niet klaar. Even verder in een kleine bioscoop aan de rand waar ooit het kloosterhof was, is een langere presentatie waarin de geschiedenis van Cluny wordt verteld. Ook deze presentatie is bijzonder smaakvol en bovendien in 3D.
Tijdens ons bezoek was het extreem warm, de thermometer van de auto ging makkelijk over de 40 graden , en daarom was het heerlijk om in de gekoelde bioscoop te zitten. Toen de film klaar was verwachtte ik een museum met middeleeuwse kunst maar die bleek er niet te zijn.
Naar buiten dus en daar sta je plots naast de overblijfselen van de kerk. Dit omvat zuidelijke deel van het transept; het deel van de kerk dat dwars staat op het schip en waaronder het altaar zich bevindt. Van het geheel staan nog twee torens.
Doordat de kerk voor een deel geen muren meer heeft, de stenen zijn in andere gebouwen gebruikt, geeft de plek je een beetje een apocalyptisch gevoel. Bijna alsof je in een oorlogsgebied bent waar heel nare dingen zijn gebeurd. Maar dat is hier niet zo, al zou je het afbreken van een architectonisch meesterwerk uit de Middeleeuwen natuurlijk wel zo kunnen zien.
Als je zo half onder de torens staat besef je pas hoe groot de kerk moet zijn geweest.
Naast de kerk staat een vrij groot gebouw uit de achttiende eeuw waar de monniken vroeger woonden en werkten. Nu wordt het gebruikt als school maar die was bij ons bezoek niet aan.
De gangen hier zijn indrukwekkend lang met aan beide kant deuren van kamers. Als je hier loopt weet je eigenlijk niet wat je met het gebouw moet. Hier en daar zijn zalen open en er zijn indrukwekkende trappen waar je niet omhoog mag maar over het algemeen zien de gangen er niet heel verzorgd uit. Het is er een beetje vies, er hangen veel spinrag en het verf vond het voor een groot deel wel welletjes om op de kozijnen te blijven te zitten.
Het is er een beetje een zooitje waardoor wij samen met de andere toeristen een beetje verdwaald rond liepen. Tot onze verbazing bleek in het midden van één van de gangen twee deuren toegang te bieden tot redelijke moderne en nette toiletten. Dit was een vreemde ervaring.
Interessant is de kloostergang met een aardige zonnewijzer. Dit is de plek waar de tweede kerk stond maar die is afgebroken toen de grote kerk van Cluny III werd gebouwd.
Graanschuur
Interessanter is wat er aan het einde van de deze gangen is; de tuin en de buitenkant van het gebouw. De tuin is groot en wordt gedomineerd door een lange laan die het klooster verbind met de openbare weg. De grote bomen geven een fijne schaduw als je naar de graanschuur wandelt.

De tuin met het gebouw voor de graanopslag uit de dertiende eeuw.
Misschien is ‘graanschuur’ niet helemaal het juiste woord maar het gebouw uit de dertiende eeuw is daar in eerste instantie wel voor neergezet en heeft deze functie ook lang uitgevoerd. Duidelijk is dat in twaalfde eeuw aan de bouw en de versiering van een gebouw waar je je graan bewaard veel meer aandacht werd besteed dan we nu doen.

In de graanschuur staan een aantal zuiltjes met kapitelen. Dit zijn waarschijnlijk de oudste Romaanse kapitelen die er zijn.
Het is namelijk een fraai gebouw met twee verdiepingen. De trap naar de eerste verdieping beheerst de voorgevel en dus loop je die als eerste op. Binnen tref je een grote ruimte dat duidelijk wordt gebruikt als presentatieruimte gezien de stoelen en het podium. De houten dakconstructie is bijzonder fraai net als de zuilen die als decor op het toneel staan.
Zuilen met kapitelen
De zuilen zijn prachtig versiert met Romaanse kapitelen zoals we die ook vinden in Vézelay, Autun en vele andere kerken in Frankrijk. Bij het schrijven van dit artikel kwam ik er achter dat dit de oudste voorbeelden zijn van deze zuilen en dat alle andere zo beroemde kapitelen op deze zijn geïnspireerd. Hier is het dus begonnen met de Romaanse kapitelen.
De benedenverdieping werd gebruikt voor het opslaan van het graan en dat is eigenlijk nog steeds duidelijk. Hoewel de sfeer eigenlijk best goed is, is het ook een beetje saai. Al zijn de kruisgewelven wel erg mooi. Het hart van menig bouwkundige zal er harder van gaan kloppen.
Terwijl we terug liepen naar de uitgang vroegen we ons af waar de grote kerk zou zijn gebleven, in de letterlijke zin van het woord. Als de kerk is gebruikt als steengroeve, dan moeten er nu bouwwerken staan van dat materiaal wat ooit een kerk was.
Terwijl we naar de parkeerplaats liepen besloten we even te gaan kijken naar de paardenwedstrijd die op dat moment werd verreden. Het betrof een Concours Hippique en dat ik wel eens gezien met commentaar van Hans Eijsvogel maar nooit in het echt. De wedstrijd werd gehouden op een veld vlak voor het dorp. De springende paarden met op de achtergrond het middeleeuwse stadje vormde een prachtig plaatje en bovendien was de entree gratis.
Dat in Cluny paardenwedstrijden worden gehouden is geen toeval want hier bevindt zich de Franse nationale stoeterij. Deze is door Napoleon I opgericht aan het begin van de negentiende eeuw. Hoeveel hij oorspronkelijk een artillerie officier was had hij natuurlijk ook soldaten ter paard nodig en Cluny was een perfecte plek om deze te fokken.

In Cluny vestigde Napoleon de nationale stoeterij en die is er nog steeds. Er worden daar veel wedstrijden georganiseerd en iedereen kan komen kijken.