Tag Archief van: Oorlog

Natzweiler-Struthof ****
Concentratiekamp in de Elzas

In het westen van de Vogezen ligt het enige concentratiekamp in Frankrijk uit de Tweede Wereldoorlog. Tussen 1941 en 1944 werden hier gevangenen ter werk gesteld en moesten ze leven in barbaarse omstandigheden. Ook veel Nederlanders, voornamelijk politici en mensen uit het verzet, hebben hier vastgezeten.

Aan de westelijke kant van de Vogezen is een plek met een droeve geschiedenis; het concentratiekamp Natzweiler-Struthof. Wij bezochten het kamp in de zomer toen we tijdens één van onze vele zwerftochten, toevallig voorbij reden.

Het kamp is nu een museum waar een aantal gebouwen uit de oorlogsjaren te bezichtigen zijn. Daarnaast staat er een enorm monument ter nagedachtenis van de slachtoffers. Bij de ingang staat nu een groot modern gebouw waarin je veel informatie kan vinden over de vervolging van de Joden, Zigeuners, gays en andere volgens de Nazi’s ongewenste mensen.

Het gebouw is zwart en somber, de tentoonstelling geeft een prima overzicht van de ellende die de Nazi’s over de bevolking van de Europa hebben veroorzaakt. Er wordt ook een film vertoond maar die hebben we maar overgeslagen.

Natzweiler-Struthof

Rating:

4 van 5 sterren (?)

Zeker zien:

- Monument
- Tentoonstelling in Barak

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps

Waarom een concentratiekamp bezoeken?

Bij het bekijken van de tentoonstelling vroeg ik mij af waarom ik deze plek eigenlijk bezoek? En bij het schrijven van dit artikel stelde ik mij de vraag of ik de bezoekers van de site een bezoek naar deze nare plek zou aanraden tijdens een vakantie? Dat zijn lastige vragen.

Prikkeldraad

Ik denk dat dit een plek is van grote historische betekenis. Hier zijn tijdens de donkerste dagen van de Europese geschiedenis de meest vreselijke dingen gebeurd die mensen elkaar aan kunnen doen. Hier vond het dieptepunt van de Europese cultuur plaats.

Deze historische betekenis én de waardige manier waarop de slachtoffers hier worden herdacht waren voor mij de redenen om deze plek te bezoeken.

En daarmee wordt ook voor een groot deel de tweede vraag beantwoord; ik zou iedereen met historische interesse een bezoek aanraden. Het is zeker geen leuke plek, maar wel een bezoek die je je hele leven zal herinneren. Of we hiermee toekomstige ellende weten te voorkomen weet ik niet. De geschiedenis herhaalt zich niet, maar het rijmt wel.

Voor de Tweede Wereldoorlog

De plek stond voor de Tweede wereldoorlog bekend als een klein skigebied dat tijdens de winter door veel publiek uit Straatsburg werd bezocht. Naast een skilift waren hier hotels, bars en terrassen te vinden en moet het een vrolijke boel zijn geweest.

Tentoonstelling in een barak van Natzweiler-Struthof

Voor hier een concentratiekamp stond werd op deze plek geskied.

De bezetting van Frankrijk betekende een einde aan dit vertier en een klein jaar gebeurde hier eigenlijk niets. Totdat de Nazi’s er achter kwamen dat de skipiste van graniet was dat goed zou kunnen worden gebruikt voor de monumentale bouwplannen van het Derde Rijk. Van deze bouwplannen is weinig terecht gekomen trouwens. Gelukkig maar.

Concentratiekamp

Er werden snel plannen gemaakt en in mei 1941 werd hier het concentratiekamp Natzweiler-Struthof geopend waarvan de gevangenen het graniet uit de grond haalden. Iedereen die iets van de Tweede Wereldoorlog weet, weet dat het op zo’n plek niet echt gezellig was; dit was de hel op aarde.

Natzweiler-Struthof was geen vernietigingskamp zoals Auschwitz waar de meeste gevangen direct bij aankomst werden vermoord. Dit was een werkkamp waar de gevangenen ter werk werden gesteld, waaronder veel Nederlandse politieke gevangen en verzetsmensen.

Het werk was fysiek zwaar en het was niet de bedoeling dat je hier ooit nog uit zou komen. Zo’n 40 procent van de gevangenen legden het lootje en dat was voor de SS misschien jammer maar niet overkomelijk. Er was immers nooit een gebrek aan gevangen in Nazi-Duitsland.

In de ogen van de Nazi’s konden de gevangen naast werk ook op andere manieren nuttig zijn. SS-dokteren hebben hier allerlei duivels experimenten uitgevoerd waarvan ik de details hier achterwege laat, maar fris was het niet.

Gaskamer

Dit is ook de reden waarom Natzweiler-Struthof ondanks dat het geen vernietigingskamp is, toch een gaskamer heeft. Deze staat een beetje buiten het kamp en wij zijn er niet wezen kijken. Zo’n droeve plek wilden wij niet zien maar je kan het wel bezoeken.

Nadat je het entreegebouw hebt verlaten loop je direct het kamp binnen. De poort is niet meer niet origineel maar geeft wel een luguber gevoel. Het kamp is op een helling gebouwd waarbij je bij de poort een goed overzicht hebt op het complex.

Barak in Natzweiler-Struthof

Eén van de barakken die nog staat in het kamp.

Wat mij opviel was dat het kamp niet zo heel groot is. Ik heb het niet opgemeten maar veel groter dan drie of vier voetbalvelden is het niet. De helling heeft terrassen waarop de barakken stonden. Nu staan er nog twee die zijn ingericht als museum.

Gezien de omvang leek mij het sterk dat hier ooit meer dan vijftigduizend mensen gevangenen hebben gezeten gedurende drie jaar dat het kamp functioneerden. Uit nadere bestudering blijkt dit ook niet het geval. Natzweiler-Struthof was het hoofdkamp en daarnaast waren er tientallen sub-kampen in de buurt. Deze kleinere kampen bestonden vaak uit gewone gebouwen zoals scholen of kantoren vlakbij de plek waar de gevangenen werkten. Zo kwam de oorlogsindustrie aan hun arbeidskrachten.

Meer dan de helft van de gevangen van Natzweiler-Struthof zaten in deze sub-kampen zodat er ‘slechts’ zeventienduizend gevangenen het hoofdkamp bewoonden.

Tentoonstelling

In de bovenste barakken wordt het verhaal van het kamp verteld aan de hand van foto’s en objecten. Dit is zeer goed gedaan en bovendien in drie talen. En dat is toch prettig want mijn Frans is redelijk, maar mijn Engels is beter. De tentoonstelling zelf is niet heel groot maar zeker de moeite waard.

De 'bedden' van de gevangenen.

De ‘bedden’ van de gevangenen.

Na de tentoonstelling wandelen we naar beneden. Het pad loopt langs het hek met een dubbele laag prikkeldraad. De wachttorens staan er nog met daar achter het bos. Dat zal er in 1941 niet zijn geweest.

Als we naar beneden lopen valt het ons op dat de natuur hier prachtig is en het uitzicht is niet verkeerd. Vreemd genoeg is dit een ideale plek voor een vakantiepark en dat zou een veel betere en ook rendabelere manier zijn om deze omgeving in te richten. Het had niet zo mogen zijn.

Beneden staan nog twee gebouwen. De rechter bevat een cellenblok, een gevangenis in een concentratiekamp hoe verzin je het, de linker is het crematorium. Hier zijn geen leuke dingen gebeurd.

Tussen de twee gebouwen in staat een monument op de plek waar het as van de vermoorde gevangenen tijdens de oorlog is uitgestrooid. Ik heb daar even gestaan want het is een indrukwekkende plek.

Het monument in het kamp Natzweiler-Struthof

Het monument staat boven het kamp en is vooral erg indrukwekkend.

Vreemd is wel dat in het crematorium ook een hele verzameling urnen staan. Kennelijk werd het as van sommige gevangen niet op de plek buiten uitgestrooid. Hoe dit precies zit heb ik niet kunnen achterhalen.

Behoorlijk onder de indruk lopen we terug naar boven en bezoeken we het monument. Het omvat de graven van een aantal van de gevangenen en een enorme gebogen zuil. In het midden hiervan is het graf van een onbekende gevangene uit het kamp. Het monument is behoorlijk indrukwekkend maar mooi kan ik het niet vinden. Dat is misschien ook niet de bedoeling.

Als we terug naar de auto lopen zien we iets lager de villa van de kampcommandant. Het huis ligt op een meter of honderd van de ingang van het kamp en heeft een zwembad. Het doet ons denken aan de film ‘The Zone of Interest’ over Rudolf Höss en zijn gezin tijdens zijn tijd als kampcommandant van Auschwitz. Een aanrader.

Elzas tijdens de Wereldoorlogen

In de Elzas, één van mijn favoriete regio’s van Frankrijk, is er veel te zien over zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog. De regio lag tijdens het eerste conflict in de frontlinie en tijdens de tweede deel is zowel in 1940 als in 1944 hier flink gevochten.

De geschiedenis van de Elzas tijdens de twee wereldoorlogen is een beetje anders dan die van de rest van Frankrijk.

Tijdens de bezetting kreeg Elzas, net als Lotharingen een andere behandeling van de Duitsers. Omdat de regio tussen 1870 en 1918 Duits gebied was ,werd Elzas beschouwd als Duitsland en werd het bij het Rijk gevoegd. Duits werd de voertaal op scholen en alle overheidsinstanties en de jongens en mannen hadden militaire dienstplicht.

Veel Elzassers hebben daarom zowel in de Eerste als de Tweede Wereldoorlog in een Duits uniform aan de oorlog meegedaan. Sterker nog; de laatste verdedigers van de bunker in Berlijn waren SS-ers uit de Elzas. Daarmee wil ik niet zeggen dat de meeste mensen in de Elzas achter de Duitsers stonden. Er stond ook hier, net als andere bezette gebieden in Europa zoals Nederland, een deel van de bevolking aan de verkeerde kant van de geschiedenis.

Zoals iedereen die wel in Frankrijk is geweest weet, heeft elk dorp een oorlogsmonument waar de gevallenen uit de wereldoorlogen met naam worden genoemd, vaak met teksten als ‘Mort pour la France’ (gevallen voor Frankrijk). Deze zijn in de Elzas ook te vinden maar dan met teksten als ‘victimes de la Guerre’ (slachtoffers van de oorlog). Het zijn subtiele verschillen waar je kan zien dat deze streek in de twintigste eeuw een andere geschiedenis heeft dan de rest van Frankrijk.

Nacht und Nebel

Natzweiler-Struthof was één van de twee kampen die werden aangewezen voor de ‘Nach und Nebel’ gevangen te huisvesten. Dit was een speciale klasse waar met name leden van het verzet onder vielen die de Nazi’s lieten verdwijnen zonder dat iemand daar van zou weten.

Deze gevangenen werden niet direct vermoord maar opgesloten in kampen waar ze onmenselijk moesten hard werken, minimaal te eten kregen en leefden in slechte hygiënische omstandigheden. Daarbij werd je als je pech had, gemarteld door de kampbewaarders. Contact met familie en vrienden was uitgesloten.

Veel mensen hebben dit regime niet overleefd en zijn in Natzweiler-Struthof of in één van de nevenkampen overleden. De lichamen van de gevangenen werden gecremeerd en het as werd in een grote kuil gegooid.

De nabestaanden werden niet op de hoogte gesteld van het overlijden van de gevangenen alsof deze in de nacht en nevel waren verdwenen.

Video van Natzweiler-Struthof

Beelden van Natzweiler-Struthof

E-Magazine Elzas

In bezit een ereader of tablet? Download dan het E-Magazine over de Elzas. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.

Downloaden doe je hier >>

Kaart van Natzweiler-Struthof en omgeving


Les plus beaux villages de France
weergeven op een grotere kaart

Alésia: mooi en interessant museum over de Galliërs en Caesar ***

Ik ben onder de indruk van het museum omdat hier de essentiële zaken bijzonder goed zijn aangepakt en uitstekend is uitgewerkt. Dat begint eigenlijk met de plek zelf maar ook over de vraag welk en hoe je het verhaal gaat vertellen is goed aangepakt. Ondanks dat hier één van de grootste veldslagen uit de Europese geschiedenis heeft plaats gevonden voordat het doden van mensen in de Eerste Wereldoorlog industrieel werd aangepakt, is hier van deze gebeurtenissen eigenlijk niets meer te zien. Ja de bergen zijn er nog maar voor de rest niets meer.

Architectuur

Begin daar maar eens een boeiend verhaal te vertellen maar dat is toch gelukt. Allereerst werd een goede architect ingehuurd die is moois en bijzonder kan neerzetten. Het resultaat is een rond gebouw van drie verdiepingen dat helemaal los staat in het landschap. De basis is een betonnen skelet dat aan de buitenkant fraai is versiert met hout met bovenop een enorme daktuin inclusief bomen en struiken.

Centrale hal in het museum van Alésia in Bourgondië

Het museum is een cylinder met in het midden een open ruimte.

De wandeling van de parkeerplaats naar het museum geeft je de mogelijkheid om het gebouw goed te bekijken. Na binnenkomst ontdek je dat het gebouw eigenlijk een enorme cilinder is waar de eerste verdieping niet meer lijkt dan een balkon die door trappen is verbonden met de begane grond. Het is een indrukwekkende hal die doet denken aan het Guggenheim in New York.

Expositie

De expositie bevindt zich op de eerste etage. Mij vielen hier twee dingen op; ten eerste is hier goed nagedacht wat er hier verteld wordt en ten tweede is dit uitmuntend uitgewerkt. De boel is lekker ruim opgezet en bijzonder smaakvol ingericht met oog voor details. Zo zijn de kleuren mooi en de lettertypes van de informatieteksten precies juist gekozen. Bovendien is alle belangrijke informatie in meerdere talen en dat is toch wel prettig.

Beeldje gevonden in de omgeving van Alésia

Één van de archeologische vondsten die zijn te bewonderen is dit nogal mannelijk beeldje van een paar centimeter hoog.

Vanzelfsprekend krijg je een goed beeld van de slag zelf en daar gaan ze best diep. Natuurlijk krijg je een overzicht van de Gallische oorlog en het verloop daarvan, daarover lees je verder in dit artikel meer want ik ging even helemaal los met dit verhaal.

Inleving

Daarnaast wordt er goed uitgelegd hoe de legers werkten en met welke wapentuig ze elkaar te lijf zijn gegaan. Daarbij wordt de inleving niet vergeten. Zo kan je jezelf versieren met een replica van een Romeinse- of Gallische helm en dat doet het natuurlijk goed voor een selfie.

Daar blijft het niet bij want dankzij toepassingen van nieuwe technieken als slimme camera’s en grote schermen kan je virtueel een training als legionair volgen en zo aan jouw skills met de Pilum werken.

Het is maar een voorbeeld van het toepassen van moderne technieken in deze tentoonstelling want deze staat vol met grote schermen, interactieve maquettes en zelfs een aantal bustes die doormiddel van projecties kunnen ‘praten’. Ook dit is uiterst smaakvol uitgevoerd waar je toch even van schrikt als je ineens Caesar ziet praten.

Bijzonder leuk vond ik een zaal aan de einde van de tentoonstelling met een overzicht van de impact van met name de Galliërs op de geschiedenis van Frankrijk. Met name in de negentiende eeuw, toen sterke nationalistische gevoelens werden ontwikkeld, werden de Galliërs gezien als een soort van oer-Fransen die zich eigenwijs hun vrijheid verdedigden. Dat is natuurlijk onzin maar het doet het altijd nog lekker als verhaal.

Het was dan ook aan de einde van de negentiende eeuw toen Napoleon III een paar kilometer verder een enorm beeld van Vercingetorix liet bouwen. Aan het einde van de negentiende eeuw is het nationale gevoel van de Fransen voldoende geworteld om ontdekt de commercie ook de kracht van de Galliërs ontdekt. Natuurlijk denk je direct aan de sigaretten van Jean-Paul Sartre maar de dappere strijders uit de oudheid waren ook goed om als autobanden, om de was mee te doen, op je brood te smeren en ga zo maar door.

Het enorme beel van Vercingetorix in Alésia

Het enorme beeld van Vercingetorix is uit de negentiende eeuw en laat goed zien welke invloed de slag van Alésia op Frankrijk heeft gehad. Volgens mij is er nergens zo’n groot beeld van Julius Caesar en daarmee overtreft de Galliër zijn overwinnaar.

 

Geschiedenis van de slag bij Alésia

Wie de Gallische oorlog heeft gelezen, de officieren onder ons, kan het onderstaande deel overslaan.

Gallië

Om de gebeurtenissen in de eerste eeuw voor Christus in Gallië te begrijpen is het belangrijk om twee dingen goed te beseffen. Allereerst was Europa op dat moment het idee van landen zoals we dit nu kennen niet aanwezig. Daarmee bedoel ik niet dat dat de landen Frankrijk, Duitsland, Nederland en België er niet waren maar het idee van een land of een natie an sich.

Er bestond niet zoiets als Griekenland of Gallië als een land en ook de Romeinen hadden niet het idee dat ze inwoners waren van een Romeinse natie. Er was ook geen WK voetbal waar er een traantje werd weggepinkt bij het horen van het volkslied. Er was geen voetbal, geen volkslied en dus ook geen idee van een natie als club waarbij je hoorde. Dat is een uitvinding uit de negentiende eeuw en uitgewerkt in de twintigste.

Hoewel later de Galliërs door Frankrijk zijn omarmt door een soort oer-Fransen waren ze dit niet. Het gebied waar nu Frankrijk werd in de eerste eeuw voor Christus bewoond door Kelten en die woonden daar al eeuwen. Kelten hadden geen centrale organisatie maar leefden als stammen zoals de Belgen, de Helvetii en talloze anderen.

Het gebied waar de Kelten woonden was veel groter dan het huidige Frankrijk en strekte zich van Ierland tot aan het Oostenrijk. Kenmerkend is dat de Romeinen de Po-vlakte in Noord-Italië ook beschouwden als Gallië; ze noemden het Gallië Cisaplina (het Gallië voor de Alpen).

Ten tweede is het altijd goed om je te beseffen dat wat we weten van de strijd tussen de Galliërs en de Romeinen voor een heel groot deel is gebaseerd door wat de Romeinen over deze oorlog hebben opgeschreven. En om helemaal correct te zijn; dat wat één Romein hierover heeft geschreven; Julius Caesar.

Dit heeft twee oorzaken; ten eerste bepaalt de overwinnaar van een conflict per definitie wat er wordt geschreven en dus welke informatie wel en niet wordt overgeleverd aan de toekomst. Maar in dit geval hadden de Galliers nog een grote handicap; ze gebruikten amper het schrift en dat maakt het natuurlijk moeilijk om iets op te schrijven natuurlijk.

Waarom is dit belangrijk? De belangrijkste bron is het verslag dat Caesar schreef over de oorlog in Gallië voor de Senaat. Dit verslag heeft tot doel om de eer en de roem van Caesar te vergroten en dat is gelukt.

Het conflict begon in 58 voor Christus en eindigde in Alésia zeven jaar later in 51 (we tellen terug omdat het voor Christus is). De Romeinen hadden in het zuiden van Gallië een aantal stammen als bondgenoot en de Senaat vond het een goed plan om die bufferzone wat groter te maken.

Julius

Voor Caesar kwam dit op een perfect moment. Dankzij een akkoordje met twee andere machtige mannen had hij wel macht maar ook veel schulden. Een oorlog in het rijke Gallië zou voldoende opleveren om deze af te betalen en als het hij het een beetje slim zou aanpakken dan zou er nog een extra ‘zakcentje’ voor hem inzitten.

Anders gezegd: hij mocht een gesubsidieerde plundertocht leiden. Een aanlokkelijke mogelijkheid maar die was niet geheel zonder gevaar voor Caesar. Ten eerste waren de Galliërs weliswaar slecht georganiseerd maar ze konden uitstekend vechten en bovendien produceerden ze de beste wapens. Zowel als mankracht als technologisch vlak waren ze minstens de gelijken van de Romeinen. Ten tweede was Caesar bij een tegenvallend resultaat het haasje; zijn politieke tegenstanders zouden hem letterlijk afmaken als hij deze interventie niet tot een goed einde zou brengen. Al bleek dit ook het geval bij een overwinning maar dat wist hij natuurlijk niet.

In 58 meldde Caesar zich in Gallië met vijf legioenen om de Romeinse bondgenoten te beschermen van een dreigende verhuizing van de Helvetii. Dit was een begin van een veldtocht die Caesar door heel Gallië zou voeren met uitstapjes naar Brittannië en Germania.

Terug naar Rome

In 52 leken de Romeinen de boel in Gallië onder controle te hebben en keerde Caesar terug naar Rome. Dat had hij al eerder gedaan maar nu had hij zijn hielen nog niet gelicht of de Galliërs kwamen in opstand tegen de Romeinse overheersing. Dat was al eerder gebeurd maar nu er een grote coalitie was gesloten onder leiding van Vercingetorix tegen Caesar was meer dan zorgelijk.

Caesar haastte zich terug naar Gallië waar hij moeite had om het deel van zijn leger dat zich in het noorden bevond te bereiken. Uiteindelijk lukte hem dat toch en had hij de beschikking over twaalf legioenen, zo’n slordige 75.000 soldaten. Hij besloot direct te handelen begint een jacht op het leger van Vercingetorix. Een dapper plan want het Gallische leger was veel groter.

Er volgt een race tussen de twee legers. Soms achtervolgen de Galliërs de Romeinen maar vaak is het omgekeerd. Er zijn wat veldslagen waar Caesar niet altijd goed vanaf komt. Zo verliest hij een grote veldslag bij Gergovia maar weet zich daarvan zich te herstellen. Uiteindelijk trekt Vercingetorix zich terug in een versterkte stad op een berg in het huidige Bourgondië, Alesia. Hier kon hij zijn soldaten laten rusten en wachten op versterkingen.

Dubbel beleg

Caesar begreep direct dat het weinig zin had om Alesia aan te vallen en besloot tot een beleg van de stad. Hiervoor bouwden de Romeinen een complete verdedigingslinie om de stad heen. Het Gallische leger zat in de val en werd uitgehongerd. Dit leidde tot tragische taferelen toen de Galliërs de vrouwen en kinderen van de stad naar de Romeinse linies stuurden met het idee dat de Romeinen deze wel zouden doorlaten. Daar dacht Caesar anders over en zo verbleven duizenden vrouwen en kinderen dagenlang tussen de stadsmuren en de Romeinse linies. Het liep niet goed met zijn af.

Romeinse muur zoals die is gebruikt bij de slag om Alésia

De Romeinen bouwde twee muren zoals deze om Alésia heen. De muren werden versterkt met een gracht, en allerlei soorten punten en waar je je akelig aan kan bezeren. Zo ontstond een ring die de Romeinen goed konden verdedigen.

Dit zouden we nu als oorlogsmisdaad zien en genoeg om Caesar naar Den Haag te sturen. Maar de Romein zag dit anders en was zelfs trots op zijn daden. Hij schrijft hierover alsof het een onderdeel van zijn strategie was en een bewijs van zijn goede militaire inzicht.

Maar voor de Galliërs zag het ondanks dit drama er toch niet slecht uit. Vercingetorix wist dat er een groot hulpleger op komst was en daarmee zouden de Galliërs de Romeinen in aantal compleet kunnen overrompelen. Hoe de verhoudingen precies hebben gelegen weten we niet precies. De enige bron die we hebben, dat is Caesar, heeft de neiging om de grote van het Gallische leger een te overdrijven zodat hijzelf nog heldhaftiger over zou komen.

Hulpleger in aantocht

Hoe dan ook was de situatie voor Caesar niet gunstig. Hij had dan wel Vercingetorix in de val maar ook hij wist dat er een groot hulpleger onder weg was om de Gallische leider te ontzetten. De Galliërs zouden dankzij een gigantisch numeriek voordeel de Romeinen kunnen vernietigen. Bovendien begonnen zich in Rome belangrijke mannen zich af te vragen of Caesar wel de juiste man was om Gallië er onder te krijgen.

Caesar onderkende het gevaar en kwam met een briljant plan. Nadat de ommuring van Alésia was voltooid begonnen de Romeinen direct nog een muur te bouwen. Toen deze af was bezetten de Romeinen feitelijk een ring om Alésia waarbij de binnenste ring het leger van Vercingetorix opsloot en de buitenste ring om het hulpleger van de Galliërs tegen te houden.

Het moet een indrukwekkend schouwspel zijn geweest om het Romeinse leger zo aan het werk te zien. De binnenste muur was rond de achttien kilometer lang terwijl de buitenste rong rond de 21 kilometer lang geweest moet zijn.

Muur

De muur zelf werden versterkt door wachttorens die sterk doen lijken aan de legerplaatsen in de strip Asterix alleen iets minder hoog. Voor de muur zelf had Caesar diepe grachten laten graven waar scherpe stokken omhoog staken om de snelle doorgang te vertragen. Bovendien werd in de grond omhoogstekende weerhaken ingraven die zich met gemak door een Gallische voet boorden. Een gruwelijk wapen die doet denken aan een hedendaagse antipersoonsmijn. Hiervan zijn veel teruggevonden in de grond.

Vercingetorix probeerde ondertussen met zijn ingesloten leger de Romeinse bouwlust te ontregelen maar dat lukte hem niet. Echt penibel werd het voor Ceasar toen het hulpleger van de Galliërs zich op het strijdtoneel meldde. De Romeinen kregen de volle laag en moesten beide muren met man en macht verdedigen.

Het scheelde weinig maar uiteindelijk lukten het de Galliërs niet om de Romeinen te verslaan. Vreemd genoeg waren het Germaanse ruiters die het verschil maakten in de strijd en die door Caesar briljant werden ingezet. Deze waren vlak voor het beleg door Caesar aan zijn leger toegevoegd en zij waren het die het ontzettingsleger van de Galliërs op de vlucht lieten slaan.

Nu het ontzettingsleger was verslagen was de toestand van de Galliërs in de vesting op de heuvel onhoudbaar geworden. Dat begreep ook Vercingetorix die de strijd dan ook opgaf. Hij werd meegenomen naar Rome waar hij meeliep in de triomftocht van Caesar. De trotse Galliër zou uiteindelijk sterven in een cel ergens in Rome. Best triest zielig natuurlijk.

Met deze overwinning legde Caesar de basis om uiteindelijk de macht in het hele Rijk te pakken. Maar ook voor hem liep het uiteindelijk slecht af op de trappen van het Senaatsgebouw op het forum van Rome.