Tag Archief van: Santiago de Compostella

Saint-Jean-Pied-de-Port
Klassieke etappeplaats naar Santiago de Compostella

Saint-Jean-Pied-de-Port ligt in Frans Baskenland in de Pyreneeën dichtbij de Spaanse grens. Het dorp ligt op de Camino Francé of wel de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella. Deze positie heeft de ontwikkeling van de plaats in grote mate bepaald. Daarbij is Saint-Jean-Pied-de-Port vooral een Baskische stad waar de de lokale cultuur een belangrijke rol speelt.

Het verhaal van de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella begint in de negende eeuw, de tijd dat Karel de Grote over West Europa heerste. Onder zijn heerschappij kent Europa een voorzichtige groei in bevolking, wordt het weer betrekkelijk veilig op straat en bloeit de cultuur weer op. In deze tijd wordt er in noordwest Spanje het graf van de heilige Jacobus gevonden.

En Jacobus is niet zomaar een heilige maar behoort tot de apostelen van de Jezus en behoorde zelfs bij zijn drie beste vrienden. Het graf van iemand die de Verlosser persoonlijk heeft gekend heb je niet zo heel veel en al helemaal niet in Europa. Toevallig werd het graf ontdekt op een rots waar ook de Romeinen een heiligdom hadden ingericht.

Saint-Jean-Pied-de-Port

Zeker zien:

- De citadel
- Gevangenis van de bisschop
- Notre-Dame-du Bout-du-Pont

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps

Pelgrims

Santiago werd direct een pelgrimsoord en veel christenen bezochten deze plek maar het duurde tot de elfde eeuw voordat het echt een populaire bestemming werd. Net als in de negende eeuw kende Europa in de elfde eeuw een flinke bevolkingsgroei waardoor er eenvoudigweg meer mensen waren. Daarbij kon het geloof op een hernieuwde belangstelling rekenen door met name het gewone volk en de kloosters. Die laatste stimuleerden de pelgrimstochten onder de gelovigen en die naar Santiago was daarbij de meest populaire.

Vooral in Frankrijk, het land met de meeste inwoners in West-Europa, was de Camino populair en er ontstond een netwerk van wegen waarvan drie van de vier routes vlak ten noorden van Saint-Jean-Pied-de-Port bij elkaar komen. De nieuwe stroom pelgrims zorgde voor rijkdom en werk en die is eigenlijk nooit opgehouden. Ook nu nog lopen veel mensen de Camino, sommige uit religieuze redenen, andere om andere spirituele redenen of alleen als sportieve recreatie.

Romaanse kerk

Saint-Jean-Pied-de-Port is daarmee misschien wel één van de oudste toeristische trekpleisters van Frankrijk. De kerk is opgetrokken uit in Romaanse stijl waardoor je de invloed van de kloosters, met name die van Cluny, kan zien. Opvallend daarbij is dat de klokkentoren een poort heeft die je naar de hoofdstraat leidt. Deze is ingericht op de hongerige wandelaar en je kan hier heerlijk eten en genieten van lokale producten.

Deze hoofdweg leidt naar de Citadel die hoog boven het dorp uitsteekt. Helaas is hij niet te bezoeken omdat er nu een school in zit, maar je kan er wel omheen wandelen. De burcht is gebouwd in de zeventiende eeuw en staat op de plek waar ooit het huis stond van de koning van Navarra.

Lekker eten kan je hier prima. Varkens- en lamsvlees worden hier op een unieke manier geserveerd waarbij niet op een pepertje meer of minder wordt niet gekeken. Naast dit lekkers wordt er een groente schotel met gedroogde ham gegeten. Voor de liefhebber van zoetigheid is er de Pastiza; een eenvoudige maar zeer lekkere kersentaart.

Video van Saint-Jean-Pied-de-Port

E-Magazine Dordogne & Lot

In bezit een ereader of tablet? Download dan het E-Magazine over de Dordogne & Lot. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.


Downloaden doe je hier >>

Evenementen in Saint-Jean-Pied-de-Port

Elke maandag
Markt
Elke donderdag in het hoogseizoen
Markt met lokale en ambachtelijke producten
Juni tot september
Verschillende kunstexposities
Eerste helft augustus
Verschillende feesten
Tweede helft augustus
Theaterfestival
September
Wijnfeest

Kaart van Saint-Jean-Pied-de-Port en omgeving


Les plus beaux villages de France
weergeven op een grotere kaart
Huis met terrasje in het dorp Blesle in de Auvergne, Frankrijk

Blesle: prachtige kerk in een vulkanische vallei ***

Het was de tweede helft van juli en het landschap was langzaam aan het bijkomen van de hitte die de hele dag had geregeerd. Wij parkeerden de auto aan het begin van het dorp waar voldoende parkeerplaatsen zijn. De airco van onze donkerblauwe Opel deed het de hele vakantie al niet en op een namiddag als deze gaf dat een extra dimensie het humor aan de net puberende achterban.

Na een wat aandringen liepen we het dorp in waar het in de schaduw van de huizen een aangenaam koel was. De hoofdstraat van Blesle is niet echt wat je noemt een drukke winkelstraat maar dat wil je ook niet in zo’n dorp. Het staat er wel lekker vol met mooie huizen en er hing een heerlijke slome sfeer waardoor je vanzelf langzamer gaat lopen.

Hutjes uit de ijzertijd

Het dorp is ooit ontstaan rondom een Benedictijnse abdij die is gesticht aan het einde van negende eeuw maar deze plek wordt al veel langer bewoond. Even ten noorden van Blesle, bij Chadecol, staan op een heuvel een aantal hutjes die zijn gebouwd zoals dat in de bronstijd normaal was. Dat is ongeveer 4.000 jaar geleden en hoewel ze lijken op de huisjes die ook in bij Gordes staan maar onderzoek heeft uitgewezen dat deze bouwsels uit de ijzertijd afkomstig zijn en dat maakt ze toch zeker de helft minder oud. Het is echter niet onwaarschijnlijk dat deze plek al veel langer werd bewoond.

Romeinen

Duidelijk is wel dat de huisjes na de komst van de Romeinen zijn verlaten. Het onderwerpen van Gallië was dan wel een gewelddadig klusje maar in de periode daarna heerste lang een interne vrede. Voor de inwoners van de nederzetting nabij Blesle was het daarom niet meer nodig om te wonen op een goed verdedigbare heuvel waar je de dagelijkse boodschappen allemaal naar boven moet slepen. En dus werd er massaal verhuist naar een beter gelegen plek langs het water in de vallei waar nu de kapel van Alagnon staat.

Op deze plek aan de oostkant van het huidige dorp zijn Gallo-Romeinse resten opgegraven en alles wijst erop dat hier tussen de eerste en derde eeuw de plek was om te wonen. Waarom deze plek precies is verlaten is niet bekend maar de chaos direct na de val van het Romeinse Rijk zal hier ongetwijfeld een rol heeft gespeeld.

Na de derde eeuw ging het licht uit in de omgeving van Blesle. De oude huizen die in de ijzertijd waren gebouwd werden waarschijnlijk gebruikt als schuilplaats voor herders maar feitelijk weten we niet heel veel over deze tijd. Tot de negende eeuw toen de Benedictijners hier een abdij stichten.

Benedictijnse abdij

De abdij was alleen voor vrouwen en is gesticht door Ermengarde van Auvergne. En dat is niet zomaar iemand, zeker in de negende eeuw. Ermengarde is één van de belangrijkste vrouwen van Frankrijk. Zij was de moeder van Willem de Vrome van Aquitanië die later in de tiende eeuw het machtige klooster van Cluny stichtte. Politiek en het geestelijk leven gingen hand in hand toendertijd en door het stichten van kloosters was een manier om je macht te laten gelden. In Blesle is dat goed te zien want de abdis was ook de heer van het gebied, of dame is dit geval.

De buitenkant van het koor van het kerkje in Blesle in Frankrijk

De abdijkerk staat dicht tegen de huizen aan.

Hoe dan ook bleek dit een goede zet want Blesle bloeide op en trok steeds meer mensen. Het succes trok ook de aandacht van de machtige baronnen van Mercoeur. Deze edellieden lieten het kaas niet van de brood eten en wilden graag ook delen in het succes van Blesle. Adel was voor het bestuur van het land, de kloosters moesten zich maar bemoeien met het zielenheil.

De heren besloten in de elfde eeuw dan ook doodleuk een vesting te bouwen in het dorp. Het donjon van deze vesting staat er nog altijd en je hem bezichtigen. Met de bouw van het kasteel begon een eeuwenlang conflict tussen de baronnen en de nonnen. De baron werd gesteund door de koning, de nonnen door de paus en zo kon de strijd eindeloos duren. Uiteindelijk kwam er een akkoord waarin de edelman de abdij en haar bezittingen beschermde.

Abdij kerk

Ondanks deze strijd kende het dorp tijdens de late middeleeuwen een goed tijd. Het inwonersaantal ging naar recordhoogte en de handel floreerde. Deze bloeiperiode is nog goed te zien in Blesle want naast de vesting en een aantal mooie huizen is er ook een prachtige kerk te bewonderen. Hij is gebouwd in Romaanse stijl en je moet hem een klein beetje zoeken. De kerk staat een beetje ingebouwd tussen de huizen in aan de zijkant van een pleintje dat ook niet heel opvallend is.

Eén van de kapelletjes van de kerk in Blesle heeft een hemelblauw plafond

De binnenkant van de kerk is in prachtige kleuren geverfd. Dat komt ons nu vreemd over maar in de middeleeuwen waren alle kerken zo.

Om de oude abdijkerk binnen te komen moet je vanaf de hoofdstraat door een steeg om de kerk heen lopen maar dat is absoluut de moeite waard. Het interieur is namelijk voor een groot deel nog gekleurd. Het plafond van het koor en de zijkapel zijn prachtig blauw geschilderd en dat geeft de kerk een hele aparte sfeer. Het koor omvat kapitelen van fabeldieren en andere bizarre voorstellingen.

Karolingisch

De linkerkant van de kerk is voor deel nog Karolingisch en ook hier zijn, als je goed kijkt, raadselachtige taferelen te vinden. Hier is ook een altaar van marmer dat zou zijn geschonken door de paus in de negende eeuw te bewonderen. Neem even de tijd om dit allemaal goed tot je te nemen. Bijzonder is ook de kerkschat die bestaat uit gewaden en een Maria op een troon uit de dertiende eeuw.

Na ons bezoek van deze bijzondere kerk schrokken we toch weer even van de hitte buiten. Zo’n kerk uit de dertiende eeuw is een koele oase zonder airco; duurzaam en je krijgt er bovendien geen droge keel van. Terwijl wij op een bankje naast de kerk aan de hoge temperatuur begonnen te wennen haalden de kinderen een ijsje bij de Alimentation op het pleintje. Ze kwamen terug met een twee dozen Magnums en die waren heerlijk.

Wandelen

In het dorp is het heerlijk wandelen en voor wie wat verder wil biedt de directe omgeving ook genoeg. Het landschap is gevormd door vulkanen en heeft een ondergrond van basalt. In de buurt van het dorp vind je dan ook de typische basalt orgels.

Aubeterre-sur-Dronne: dorp met ondergrondse kerk

Ondergrondse kerk

Aubeterre-sur-Dronne-ondergrondse-kerk-saint-jean-cc-patrick-janicek

De ondergrondse kerk is de grootste attractie van het dorp

De kerk in het dorp is kunsthistorisch interessant maar de meest indrukwekkende bouwsel in Aubeterre sur Dronne is de kerk die is gebouwd in een rots. Eigenlijk is hij niet gebouwd maar slechts uitgehouden. Dit zie je niet vaak  maar het is ook weer niet zo uniek. In het zuidwesten van Frankrijk zijn er wel meer. Zo is er een ondergrondse kerk in Saint Emilion en een uitgehakte kapel in Mortagne-sur-Gironde. Daarnaast zijn er nog veel kerken die half zijn uitgehakt uit een rots zoals in Rocamadour.

Bijzonder van deze ondergrondse kerk is met name het formaat, hij is namelijk best groot. Het schip is maar liefst 20 meter hoog en heeft ook nog eens galerijen. Naast de kerk zelf is er ook nog een ruimte waar de graven als sarcofagen uit de rots zijn uitgehakt.

Natuurlijk heeft het dorp een kasteel en die heeft een indrukwekkende poort. Tot slot heeft het dorp een aangenaam centrum met tal van restaurants, galeries en maar liefst drie musea. Langs de rivier is er een strandje waar je bovendien een kano kan huren waarmee je de Dronne kan bevaren.

ainhoa-baskenland-frankrijk-dorp-cc-arka-oleg-lucht

Aïnhoa: bastide in Frans Baskenland

Belcastel: dorp met kasteel aan de Aveyron ****

Een man rust uit in de schaduw tijdens een warme dag in Belcastel in Franrkijk

Belcastel is (nog) niet helemaal overspoeld door toeristen. Hier zit een oude inwoner in de schaduw uit te rusten vlakbij de oude brug.

Gevolg was dat wij als echte Nederlanders rond de lunch de parkeerplaats van Belcastel opdraaiden. Er zijn daar twee grote parkeerplaatsen. Of beter gezegd; er is één in het dorp en één een kilometertje stroomafwaarts langs de rivier. Wij kwamen de laatste als eerste tegen en besloten hier te parkeren en een stukje te lopen.

De dag ervoor waren we uit Bretagne gereden en zo voldoende gezeten en een stukje lopen was daarom wel een aangenaam vooruitzicht. Ondanks de warmte, het liep tegen de veertig graden, was het een fijne wandeling. Nadat we een hoge brug over hadden gestoken volgden we een schaduwrijk pad naar het dorp.

Belcastel ligt op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela en die was in de middeleeuwen ongekend populair. Jaarlijks gingen duizenden gelovigen te voet of te paard dwars door Frankrijk naar Noord-Spanje om het graf van Jacobus te bezoeken. Het was een drukke boel langs de wegen en de steden en dorpen op de route vaarden daar wel bij. Zo ook Belcastel dat één van de pleisterplaatsen was.

Het dorp Belcastel in het zuiden van Frankrijk

Uitzicht op Belcastel vanaf de andere oever van de rivier

De laatste jaren wordt de pelgrimsroute weer populairder en we stonden dan ook niet raar te kijken dat we al op het pad naar het dorp de eerste pelgrim tegenkwamen. Het bracht ons direct een beetje middeleeuwse sfeer. Helaas werd die vrijwel direct teniet gedaan door het felle lawaai van crossmotoren en geluid van een speaker van het type die ook bij de finish van de Tour de France hoort. Het bleek één van de activiteiten van het lokale dorpsfeest dat net was opgestart.

Dorpsfeest

Natuurlijk is dat wel een beetje jammer maar het ergens ook wel gemoedelijk. Zeker toen ik tussen de bomen door aan de andere kant van de rivier de Fransen druk bezig zag met het dekken van enorme tafels terwijl een ander clubje de wijn aan het keuren waren. Het zou zeker een leuk feest worden waar het dorp het hele jaar naar had uitgekeken en dat mag ik graag zien. Wie ben ik als toerist om mij daar aan te ergeren, al hou ik echt niet van het geluid van crossmotoren.

Bovendien was het dorpsfeest niet in het oude deel van het dorp waardoor het geluid eigenlijk helemaal weg was toen we op de oude brug van Belcastel stonden. Het wandeltochtje was niet alleen fijn maar gaf ons ook één van de mooiste aankomsten op een ‘Plus Beaux Village de France’. De bomen verdwijnen vrij plots waarna het pad een draai maakt en dan heb je vrij uitzicht op het dorp en dat voelt alsof je een ansichtkaart inloopt.

Ik zal dit moois proberen te beschrijven maar ik neem aan dat je al de foto’s bij dit artikel hebt bekeken. Voor je ligt de oude brug met daarachter het dorp dat zich uitstrekt over de vrij steile helling met daarboven het kasteel. Alle huizen zijn gebouwd van hetzelfde plaatselijke natuursteen en dat geeft het complete plaatje een heerlijke rust.

De Aveyron stroomt vrolijk onder de brug door waar aan één kant een strandje bevindt en andere kant een parkeerplaats met daar achter de gemeentelijke camping. Dit is zonder twijfel de camping met één van de mooiste uitzichten in Frankrijk.

Pont ancien

De brug zelf is mooi exemplaar en bij het schrijven van dit artikel kwam ik erachter dat het net als het kasteel de status heeft van ‘Monument historique’ heeft. Het is ook een fraaie brug waar je eigenlijk alleen als voetganger of fietser overheen zou moeten gaan. Hij is best hoog en op het hoogste punt staat een groot stenen kruis. De hoogte van brug zegt iets over hoe hoog het water van de rivier kan komen.

Eenmaal over de burg willen we natuurlijk richting het kasteel en dat betekent klimmen. Deze begint bij een grappig poortje aan de boulevard langs de rivier waarna je al snel tussen de huizen terecht komt in een heerlijk straatje. De huizen staan dicht op elkaar want de ruimte op de helling is schaars, zeker horizontale grond.

Een mooie tuin in het dorp Belcastel in het zuiden van Frankrijk

Een mooie tuin met verschillende leuk sculpturen. Op de achtergrond is nog net de rivier en een klein stukje van de gemeente camping te zien.

Hierom heeft elk huis minstens één terras, zowel in de letterlijke zin van het woord met stoeltjes en een tafel maar soms ook als een tuintje. Halverwege is er zelfs een wat grotere tuin die qua indeling middeleeuws aandoet maar de ijzeren sculpturen duidelijk van onze tijd zijn. Ik vond het wel een goede combinatie.

De klim is goed te doen maar toch zo intensief dat je zo nu en dan vergeet even om te kijken om naar het panorama te genieten. Het uitzicht op de rivier en de moeite waard om zo nu en dan even stil te staan.

Kasteel Belcastel

Eenmaal boven loop je vanzelf naar het kasteel. Het oudste deel is gebouwd in de elfde eeuw en kreeg in de loop van de vijftiende eeuw zijn definitieve vorm. Het kasteel is voor een groot deel een ruïne maar dat past eigenlijk wel een mooi in het plaatje. Bijzonder is zijn de twee kapellen die boven elkaar geplaatst zijn, iets wat ik alleen ken van de Sainte Chapelle in Parijs en het kasteel van Châteaudun bij de Loire. Binnen zijn verder harnassen en ander wapentuig te bewonderen.

Helaas was de toren van het kasteel tijdens ons bezoek versierd door een kunstenaar. Nu heb ik niets tegen kunst maar dit was wel een beetje jammer. Er was een stukje kunst gemaakt tegen de toren aan wat nog het meest leek op het product van een neusbui van een enorme reus die in de kloof had gestaan. Ik vond het niet mooi en het deed mij helemaal niets.

Vanwege de warmte besloten we nadat weer waren afgedaald om een koel drankje te nemen naast de brug en dat smaakte uitstekend. Daarna hebben we nog even naar de kerk, of eigenlijk meer een kapel, dat iets hoger staat bezocht.

Om de toer helemaal compleet te maken zijn we langs een oude ruïne gelopen die een kilometer verder langs de Aveyron staat. Dit bouwval, Fort de Lourdou genaamd, staat boven een grot en schijnt uit de vijfde eeuw te stammen. Dat is flink ouder dan het kasteel in het dorp en dat is ook te zien. De toestand van het geheel is zorgwekkend en ik ben echt bang dat het binnenkort helemaal uit elkaar valt. Het is gewoon openbaar gebied en je loopt er zo in maar het is goed uitkijken waar je gaat staan. Ik zou hier geen kleine kinderen loslaten.

Dat wil nog niet zeggen dat het mooi is, in tegendeel. Je hebt een mooi uitzicht over de rivier en de wandeling naar de ruïne is ook heel aangenaam.

De hangende heiligdommen van Rocamadour ****

Kasteel bij de heiligdommen van Racomadour

Uitzicht vanaf Rocamadour met op de voorgrond een toren van complex met heiligdommen die hangen over het dal.

Wonderen, mirakels en heiligdommen

Qua eten zit je dus wel goed zit in Rocamadour, maar dat geldt ook voor het geestelijk welzijn. Rocamodour beschikt namelijk over een enorme hoeveelheid heiligdommen waar niet minder dan 170 mirakels zijn gebeurd. En om het in verhouding te zetten; Amsterdam moet het doen met slechts één, maar die stad lag na de zestiende eeuw natuurlijk in reformatorisch gebied en daar zijn mirakels en wonderen uiterst zeldzaam over het algemeen. Evengoed is de hoeveelheid mirakels die Rocamadour op zijn grondgebied heeft mogen verwelkomen enorm.

Hoe dit allemaal zo gekomen is, is een lang en soms wonderlijk verhaal. Het begon in de twaalfde eeuw toen er bij een kapel van de heilige maagd een lichaam werd gevonden dat nog compleet in tact was. Het werd bij het altaar gelegd waarna het zijn ongeschonden staat behield.

In die tijd werd hier direct de hand van het Opperwezen gezien en het duurde niet lang voordat er pelgrimstochten werden georganiseerd. Eerst trok het heiligdom mensen uit de omgeving maar al snel kwamen ze uit andere delen van Frankrijk en later uit heel West-Europa. Maar daar bleef het niet bij. Er gebeurde met enige regelmaat een wonder bij één van de heiligdommen wat weer meer pelgrims trok. En zo groeide Rocamadour uit tot één van de populairste pelgrimsbestemmingen in Frankrijk. Dat het op de route naar Santiago de Compestela ligt was een bijkomende voordeel want dat combineert lekker als je als pelgrim toch op pad bent.

Saint Amadour

Klein probleem was dat het nooit helemaal duidelijk werd van wie de stoffelijke resten precies waren. Dat is nooit helemaal opgehelderd maar het moet in ieder geval een iemand zijn geweest die een vroom leven heeft geleid, dat was wel duidelijk. Volgens sommige was hij een plaatselijke kluizenaar die met zijn blote handen een kapel voor de heilige maagd uit de rotsen heeft gehakt, andere verhalen gaan ervan uit dat hij een huisvriend was van de heilige familie. Wie het ook geweest is, hij ging de geschiedenis in als de heilige Amadour en dan begrijp je ook de naam van het stadje; de rots van Amadour. Naast dit lichaam bevindt zich in Rocamadour een zwarte madonna die in de loop van eeuwen verantwoordelijk werd gehouden voor tientallen mirakels. Waar dit beeldje precies vandaan komt is ook onduidelijk, maar dat maakt eigenlijk niet zo veel uit.

De Chapelle Notre Dame is half uit de rots gehakt en dat kan je binnen goed zien.

De Chapelle Notre Dame is half uit de rots gehakt en dat kan je binnen goed zien.

Pelgrimstocht

In de veertiende eeuw, de eeuw van de Honderdjarige oorlog, beleefde Rocamadour zijn hoogtepunt. Het stadje ontving volgens de bronnen maar liefst 30.000 pelgrims per dag die allemaal aanspraak dachten te maken op een volledig aflaat ofwel een directe toegang tot de hemel zonder dat er naar je zonden werd gevraagd, een aanlokkelijke prijs natuurlijk. Dat zijn wel heel veel mensen als je bedenkt dat Parijs toen grofweg 100.000 inwoners had. Hoe dan ook, het was hier toen al druk.

Maar die kreeg je niet zomaar, daar moest je wel wat voor doen. Nadat de pelgrim eerst de mis bij een vertrekpunt had bijgewoond vertrok hij in speciale kleren naar Rocamadour. Eenmaal aangekomen in het stadje trokken de pelgrims op een hemd na hun kleren uit om vervolgens op blote knieën de 223 treden tellende trap naar de kerk met de heiligdommen te bereiken. Om het nog allemaal wat zwaarder te maken kreeg de pelgrim zware ijzeren kettingen omgehangen.

Puur afzien en het lijkt allemaal een beetje bizar om deze tocht te ondernemen maar ook wij doen nu nog steeds dit soort dingen. Denk maar eens aan de Elfstedentocht, ook een vrijwillige zware onderneming waar elke deelnemer in groot aanzien staat. Alleen het religieuze tintje is eraf al zijn er ook overeenkomsten. Zo kreeg de pelgrim na het aanbidden van één van de heiligdommen als aandenken een loden medaille genaamd ‘La Sportelle’. Dat doet toch denken aan het elfstedenkruisje.

Economische voorspoed

De faam van de heiligdommen legde het stadje geen windeieren. Door de stroom pelgrims floreerde de handel en dankzij de giften van rijke edelen puilde de kerken uit van de religieuze schatten. Al die rijkdom bracht direct ook een nadeel; anderen wilden het ook hebben. Het stadje is verschillende keren compleet geplunderd maar wist altijd weer uit de ellende te herrijzen. Tijdens de godsdienstoorlogen van de zestiende eeuw ging het echt goed mis.

Stalagmieten op de trap van de kerk in Rocamadour

Op de trappen die de pelgrims op blote knieën beklommen groeien stalagmieten.

De Hugenoten plunderden Rocamadour en gooiden de stoffelijke resten van de heilige Amadour op het vuur. Een beetje heilige laat zich daardoor natuurlijk niet kisten en volgens de verhalen weigerde het lijk dan ook te branden. De leider van de Hugenoten heeft tenslotte het heiligdom maar met een hamer vernietigd.

Revolutie

Zonder deze relikwie daalde de populariteit van het pelgrimsoord en was het niet meer één van de religieuze topattracties in Europa. De Franse Revolutie leek Rocamadour uiteindelijk de genadeklap geven. Zoals zoveel kerken en andere religieuze gebouwen in Frankrijk gingen de revolutionairen ook hier behoorlijk te keer en vernielden de boel. Toch bleek ook de revolutionairen het stadje niet de knock-out te kunnen geven want in de negentiende eeuw probeerde de Bisschop van Cahors met succes Rocamadour op de pelgrimskaart te zetten, al zou het niet meer zo druk worden als voorheen.

Toch zou Racamadour nog veel meer mensen dan ooit verwelkomen. Dat gebeurde in de twintigste eeuw voordat toen het massatoerisme het stadje ontdekte. Dit keer bezochten de mensen niet uit religieuze motieven het stadje, maar uit interesse en gewoon voor de leuk. En beter nog voor de plaatselijke bevolking, ze kwamen met een gevulde portemonnee. In het begin kwamen ze met de trein, Rocamadour heeft een eigen station, en later massaal met de auto. En terecht want de stad ligt fantastisch mooi en heeft zoals je hier hebt gelezen een prachtige geschiedenis.

L’Hospitalet

Uitzicht op Rocamadour vanaf L’Hospitalet

Uitzicht op Rocamadour vanaf L’Hospitalet

Wij bezochten Rocamadour op een mooie dag in mei. Op zich was dat ook al een wonder want het had de dagen daarvoor enorm geregend. In het onverwachte warme voorjaarzonnetje troffen we het stadje dat langzaam uit de winterslaap ontwaakte. Samen met een handvol andere toeristen stopte we eerst bij het gehucht L’Hospitalet. Hier heb je een prachtig uitzicht op het Cité Religieuse en is dan ook een echte aanrader. Naast het uitzicht vind je hier nog een aardig Romaans kerkje en een grot.

Vanaf het gehucht L’Hospitalet heb je een prachtig uitzicht op Rocamadour.

Je kan de auto bij L’Hospitalet achterlaten en naar Rocamadour wandelen. Dat is een prachtige wandeling maar wel redelijk ver en je moet ook weer terug. Wellicht is het verstandiger om de auto te parkeren bij de parkeerplaats in het dal. Het autovrije centrum bereik je door het beklimmen van een flink aantal trappen en krijg je direct een idee wat de pelgrims moesten ondergaan. Voor minder validen en ouders met kinderen is er ook een treintje vanaf de parkeerplaats maar die reed nog niet in de eerste week van mei.

Gezellige sfeer

Rocamadour hoofdstraat met poort frankrijk

De straatjes van Rocamadour zijn gezellig en druk

Het centrum van Racamadour heeft gezellige straatjes en mooie steegjes. De leuke sfeer wordt wel enigszins gedrukt door de grote hoeveelheid winkeltjes die zich vooral richten op de toeristen maar daar kijk je wel doorheen. Er staan prachtige middeleeuwse huizen en een mooie poorten uit die zelfde tijd.

De straatjes leiden je vanzelf naar de trappen richting de kerkjes. Natuurlijk moet je dat bekijken maar als je doorloopt en de Porte Hogon doorgaat kom je in het wijkje Le Coustalou waar mooie vakwerkhuisje staan. Bovenaan de trappen moet je de poort van het bisschoppelijk paleis door om een pleintje te bereiken waar maar liefst zeven kerken en kapellen staan. De belangrijkste is de Chapelle Notre Dame die is te bereiken met een trap. Deze kapel is voor de helft uit de rots gehakt en dit zou het werk zijn van een kluizenaar. Helaas werd de originele kapel aan het einde van veertiende eeuw verwoest door een vallende rots waarna er een nieuw exemplaar in gotische stijl werd neergezet.

De Chapelle Notre Dame geldt als de heiligste plek van Racamadour en het kapelletje staat helemaal vol om met spullen om de heilige maagd te aanbidden. Belangrijkste stuk is het zwarte Mariabeeld. Zwarte Madonna’s zijn zeldzaam in West-Europa, ik heb alleen die in Puy-an-Valley mogen zien. Het beeldje stamt uit de twaalfde eeuw en stelt een nogal strenge Maria voor met haar kind op schoot. Neem even de tijd om het oude voorwerp goed te bekijken want het heeft echt een unieke schoonheid.

Saint Lizier: dorp met twee kathedralen met uitzicht op de Pyreneeën ***

kathedraal saint lizier pyreneeen dorp frankrijk les plus beaux villages de france

De kathedraal heeft een achthoekige klokkentoren.

De ligging aan een Romeinse weg geeft een stad of dorp eeuwenlang plezier. De infrastructuur van de Romeinen bleef namelijk na de val van het Rijk gedurende de hele middeleeuwen in gebruik. Dat geldt zeker voor de weg die langs Saint Lizier loopt, want deze ontwikkelde zich als één van de hoofdroutes naar het pelgrimsoord Santiago de Compostella. Deze route had als startplaats Narbonne en liep langs de noordkant van de Pyreneeën naar het westen van Spanje.

Deze pelgrimsroute was ongekend populair in de middeleeuwen en je hoeft geen geschiedenis te hebben gestudeerd om te begrijpen dat deze stroom reizigers voordelig was voor een dorp of stad. Saint Lizier profiteerde maximaal van deze ligging omdat het een kathedraal binnen zijn muren had. In deze bisschopskerk bevonden zich de relieken van de heilige Lizier. Als je als pelgrim toch onderweg was naar Galicië, dan pikte je zo’n lokaal heiligdom onderweg wel even mee. Saint Lizier was kortom een gewilde tussenstop. Zoiets als Luxemburg  maar dan zonder goedkope benzine, drank en rookwaar.

frescos kathedraal saint lizier pyreneeen dorp frankrijk les plus beaux villages de france

Neem even de tijd om de fresco’s in het schip tot je te nemen.

De ligging aan de pelgrimsroute is zelfs nu nog lucratief. Ook nu nog lopen veel mensen, al dan niet gedreven door religieuze motieven, de pelgrimstocht (voetpad GR78). Bovendien is de hele route door de Unesco erkent als werelderfgoed en dat trekt cohorten toeristen. Daarbij heeft Saint Lizier van de regionale overheid het predicaat ‘Grand site Midi-Pyrénées’ gekregen.

Het dorp heeft dus goede papieren maar toen wij het bezochten op een zaterdagmorgen in juli was het helemaal niet druk. Parkeren kan je prima op een plein met platanen vlak onder het bisschoppelijk paleis. Daarna is het maar een kleine klim naar het kerkplein waar de grote kathedraal staat. Als het heel rustig is kan je misschien ook hier de auto parkeren.

De kathedraal heeft een achthoekige klokkentoren en lijkt een kleine versie van die in Toulouse. Het gebouw is geheel Romaans en doet daarom lekker robuust aan. Het interieur is uiterst interessant. Het koor heeft Romaanse bogen en prachtige fresco’s uit de twaalfde eeuw. Neem even de tijd om deze schilderingen tot je te nemen.

Het schip heeft meer gotische bogen en lijkt later tegen het koor te zijn geplakt, waarbij duidelijk iets niet goed is gegaan.

Dit voel je al als je de kerk binnenkomt en als je goed kijkt zie je dat het westelijke deel van de kerk schuin tegen het koor staat. Dat zie je het duidelijkst bij de overgang: de muur aan de noordkant is veel kleiner dan die aan de zuidkant.

Het schip geeft toegang tot het kloosterhof. Dat is altijd een bijzondere plek en dat geldt ook voor dit hof. Zoals het hoort is het hofje omringt door een zuilengalerij waarvan de zuilen nog heel gaaf zijn. De bovenkanten van de zuilen, de kapitelen, zijn allemaal verschillend. Daarbij worden er ook nog veel verschillende stijlen gebruikt: Romeins, Syrisch en Arabisch. Op de bovenste galerij zijn ook nog fresco’s te bewonderen maar die hebben wij gemist.

Kloostertuin naast de kathedraal van Saint Lizier

Naast de kathedraal ligt een prachtig middeleeuws kloosterhof.

Wat we ook gemist hebben is de tweede kathedraal. Die schijnt onderdeel te zijn van het bisschoppelijk paleis. Die ligt hoger in het dorp.

Apotheek museum

Op het pleintje naast de kerk staat een mooie fontein waar vissen in zwemmen. Tevens is er op het pleintje, waar jammer genoeg wel auto’s staan geparkeerd, een achttiende-eeuws apotheek. Daar zijn wij niet ingegaan, want het interesseert ons niet zo veel. Daarbij waren we op doorreis en hadden niet heel veel tijd. Voor Fransen wellicht wel leuk want die zijn dol op apotheken. Zelfs het kleinste dorpje heeft wel een pharmacie.

Bovenstad

Vanaf het kerkplein loopt een straatje omhoog naar een poort met een klok erboven. Niet verwonderlijk dat deze poort de ‘Tour d’Horloge’ is genoemd. Eenmaal door het poortje kom je in de bovenstad, waar je heerlijk kan wandelen door de kleine intieme straatjes en steegjes met veel bloemen.

straatje saint lizier pyreneeen dorp frankrijk les plus beaux villages de france

De bovenstad van Saint Lizier bestaat uit kleine straatjes steegjes waar je geen toerist tegenkomt.

Tijdens onze wandeling zijn we geen toerist tegengekomen, maar we waren er dan ook rond het middaguur en dan slaapt het stadje. Dat is typisch een Nederlandse tijd om een dorp te bezoeken, Fransen doen dat vroeger in de ochtend of later in de middag. De conclusie is dat je er in ieder geval geen Nederlanders tegenkomt en dat is altijd goed om te vertellen op verjaardagen.

Je claimt zo je eigen authentieke stukje Frankrijk en dat is toch het hoogst haalbare voor de hedendaagse toerist. Helemaal bovenop de heuvel staat het Bisschoppelijk paleis met de tweede kathedraal. Wij moesten helaas door en hebben dit kasteel niet bezocht. Een reden te meer om er nog eens heen te gaan.

In de omgeving

Op ruim een uur rijden naar het westen ligt het eerder genoemde Saint Bertrand de Comminges. Tevens een ‘Plus Beaux’ en zeer de moeite waard. Op ongeveer dezelfde afstand, maar dan naar het westen, kom je Camon tegen. Dit versterkte dorp is gebouwd rondom een priorij uit de tiende eeuw en ziet er mooi uit. Helaas zijn wij er nog niet geweest. Daarnaast bieden de nabijgelegen Pyreneeën genoeg vertier.

Saint Bertrand de Comminges: dorp met kathedraal en Romeinse opgravingen *****

In de eerste eeuw groeide de stad tot minstens 10.000 inwoners. Sommige bronnen spreken zelfs over meer dan 30.000 zielen. Hoe dan ook gaat het hier om best veel mensen en de stad zou nooit meer inwoners hebben dan in die tijd. Ook in het Romeinse Rijk was dit een stad met een serieuze omvang met regionale functies, zowel economisch als bestuurlijk. De stad was daarom ook uitgerust met openbare gebouwen zoals een theater, een forum, een marktplaats en natuurlijk een badhuis.

Romeinse opgravingen

theater-saint-bertand-de-comminges-dorp-frankrijk-plus-beaux-villages

De tribunes van het Romeinse theater zijn tegen een berg gebouwd waar 5.000 toeschouwers een voorstelling konden bijwonen.

Romeinse gebouwen

Een groot aantal van deze gebouwen zijn de afgelopen eeuw opgegraven en nu te bewonderen. Vooral het theater, dat tegen een berg is gebouwd, is nog goed te herkennen. De afmetingen zijn redelijk groot en vanaf deze plek zijn de overblijfselen van de rest van de Romeinse stad goed te zien. Daardoor krijg je er een goed beeld van hoe groot de stad in de eerste eeuw moet zijn geweest, veel groter dan het huidige dorp.

Het theater is de eerste attractie die je tegenkomt als je vanaf de parkeerplaats naar het dorp wandelt. Er rijdt ook een pendelbusje in de vorm van een toeristisch treintje, maar wij wilden de berg waarop het dorp ligt zelf beklimmen. Bovendien wil je in zo’n busje natuurlijk ook niet gezien worden.

kathedraal-saint-bertand-de-comminges-dorp-frankrijk-plus-beaux-villages

De kathedraal is voor een groot deel Romaans en heeft een kloeke toren.

Na de ineenstorting van het Romeinse Rijk ging het snel bergafwaarts met de stad. In de vijfde eeuw waren het eerst de Vandalen die het hadden gemunt op de nederzetting, waarna ruim een eeuw later de Bourgondiërs het karwei af maakten en de stad compleet van de kaart veegden. Daarmee leek het verhaal van de stad ten einde.

Bouw kathedraal

Ruim vijf eeuwen zou hier niemand wonen, totdat in 1089 een ridder van de graaf van Toulouse werd benoemd tot bisschop van dit dorp. Ik heb niet kunnen achterhalen of dit een misselijke grap was om de betreffende ridder te pesten want hij werd feitelijk bisschop van een ruïne. Deze Bertrand L’Isle-Jourdain liet zich echter niet kisten en liet een kathedraal bouwen naar Romaans model. Daar liet hij het niet bij, want geen kathedraal is compleet zonder een klooster. Het moge duidelijk zijn dat het dorp naar hem is vernoemd toen hij het eenmaal tot heilige had geschopt.

Kennelijk was men in die tijd niet vergeten dat op deze plek een belangrijke Romeinse stad had gestaan want het was gebruikelijk om een bisschopszetel te vestigen in een voormalig Romeins bestuurscentrum. De katholieke kerkprovincies zijn ook nu nog bijna dezelfde als de oude Romeinse provincies. In dit geval is het wel opmerkelijk dat er werd gekozen voor een stad waar al eeuwen niemand woonde.

Pelgrims

De keuze om de zetel van de nieuwe bisschop juist hier te vestigen had nog een andere reden. De stad lag namelijk op één van de pelgrimsroutes naar Santiago de Compostella. En die was in de Middeleeuwen uiterst populair. De oude Romeinse weg vanuit Narbonne naar het westen van Spanje was de Route du Soleil van de elfde eeuw en liep pal langs de nieuwe kathedraal. Dit gaf de bisschop niet alleen prestige en macht maar de duizenden pelgrims gaven ook een economische basis voor de nieuwe nederzetting.

Bertrand koos als plek voor zijn kathedraal de top van de heuvel die boven de Romeinse stad uitkeek. Hierdoor waren de gebouwen niet alleen makkelijk te verdedigen maar tevens was de kerk voor de naderende pelgrims al van kilometers afstand te zien. Het werd al snel een pleisterplaats waar je veilig kon overnachten. Saint Bertrand de Comminges was eigenlijk een grote aire op de weg naar het belangrijkste heiligdom van West-Europa. Je vraagt je af hoe Hazeldonk er over tien eeuwen uit zal zien.

Het moet in de straatjes van het dorp in die tijd een drukte van belang zijn geweest met herbergen, eethuisjes en ander vertier. Als je nu door het dorp loopt, heb je maar weinig fantasie nodig om je dit voor te stellen.

Houten toren

De toren van de kathedraal van Saint Bertrand de Comminges in Frankrijk

De klokkentoren van de kathedraal heeft een houten dak.

De kathedraal zelf is een interessant gebouw. Het pleintje voor de kerk, dat door de zware toren wordt gedomineerd, is gezellig druk. De top van de toren is van hout, waardoor het de indruk geeft van een vestingstoren zoals je die in Carcassonne ook wel ziet. Vroeger werden wel meer kerktorens van hout gemaakt, maar door de kwetsbaarheid van het materiaal voor de bliksem, zijn deze bijna allemaal vervangen door een stenen exemplaar. Waarom deze kerktoren nog van hout is, weet ik niet. Aan de voet van de Pyreneeën kan het flink onweren, iets waar we over mee kunnen praten. Het lijkt mij sterk dat de torenspits door de eeuwen heen nooit is geraakt door de bliksem of het opperwezen zou persoonlijk moeten waken over deze kerk. Dat is natuurlijk niet uitgesloten.

De kerk vormt overigens nog steeds een onderdeel van de eerder genoemde pelgrimsroute. Steeds meer mensen lopen deze route in zijn geheel of gedeeltelijk en sta niet raar op te kijken als je pelgrims tegen het lijf loopt. Deze zijn te herkennen aan een wandelstok en een schelp aan hun rugtas.

Boven de deur is er een fraai timpaan met als thema de aanbidding van de wijzen. Binnen valt je als eerste een enorm orgel op. Gezien de vele aanplakbiljetten van een concert die in het dorp hingen toen wij er waren, wordt deze kennelijk ook regelmatig gebruikt.

Via Facebook liet Laird Evert G. Davelaar, een organist, weten dat het orgel inderdaad best bijzonder is. Het is een indrukwekkend instrument met 40 stemmen, voor een kerk van deze omvang is dat fors. Zelfs een Bourdon 32 voet. Gezien de dispositie zal het ongetwijfeld indrukwekkend klinken. Oud is het orgel echter niet. Orgelmaker Swiderski bouwde het in 1981, weliswaar in de oude, 17e eeuwse orgelkas, zodat het uiterlijk hetzelfde bleef. Het verbaast mij daarom niet, dat er regelmatig concerten in de kerk zijn. Jean Pierre Swiderski is als orgelmaker gevestigd in Parijs. Naast nieuwbouw restaureert hij ook oude Franse orgels.

kerk-pelgrim-saint-bertand-de-comminges-dorp-frankrijk-plus-beaux-villages

Zo nu en dan kom je nog een pelgrim tegen. Ze zijn te herkennen aan de houten staf met daaraan een schelp gebonden.

Fraai is het houtsnijwerk van de koorbanken in het midden van de kerk. De vensters in het koor vertellen verhalen uit het Nieuwe en Oude testament. Iets wat je toch wel verwacht in een kerk. Bijzonder aardig is de crypte waar je afbeeldingen uit het Roelandslied kunt ontdekken. Deze middeleeuwse superheld stierf in de Pyreneeën toen hij de aftocht van het leger van Karel de Grote dekte tegen de Moren of ander knoflooketend volk. Dat moet hier toch vlakbij gebeurd zijn.

Klooster

Tegen de zuidkant van de kerk is het klooster gebouwd. Vooral de kloostergang is bijzonder omdat het aan één kant open is, waardoor je een prachtig uitzicht hebt op de besneeuwde bergen.

Zoals bij veel dorpjes in het zuiden van Frankrijk het geval is, zijn ook in Saint Bertrand de Comminges de afgelopen eeuw veel kunstenaars neergestreken. Er zijn dan ook veel ateliers en galeries in de gezellige straatjes te vinden met zeker geen onaardige kunst.

Na ons bezoek aan het dorpje, besloten we een late lunch te nuttigen op de picknickplaats die even voor het dorp ligt. Daar wachtte ons nog een mooie verrassing, want naast een prachtig uitzicht op het dorp, staat er midden in het veld nog een grote kerk. Bij nadere bestudering bleek dit de Basilique Saint-Just de Valcabrère te zijn. Een gebouw uit de elfde eeuw dat is opgebouwd met restanten van oude Romeinse huizen. Ik had er nooit van gehoord, maar het staat daar wel heel mooi te wezen. Even stoppen daar en als je eten bij hebt is het een perfecte plek voor een picknick.

Saint-Bertrand-de-Comminges

Het stadje vanaf een afstand. | Foto: Michael Kroese

Lauzerte: mooi plein, lekker eten ***

Centrale plein

De rijkdom van toen is nog goed te zien aan de huizen die aan het centrale plein liggen. Het plein is uitgevoerd met een gallerij van bogen zoals je veel ziet in deze streek. Bij ons bezoek in juli was er op het plein een podium voor het jaarlijkse feest. Hoewel ik dol ben op dit soort feesten was het wel jammer.

Lauzerte-tarn-et-garonne-plein

Het centrale plein heeft rondom een bogengallerij zoals je veel ziet in deze streek.

Op het plein vind je wat terrasjes en leuke winkeltjes waar allerlei kunstzinnige zaken worden aangeboden want, net zoals bij veel dorpjes in deze omgeving, er zijn veel kunstenaars in het dorp. Je moet zelf maar kijken of er iets tussen zit. Vreemd was wel dat in één van deze winkeltjes mijn vraag, ik weet niet meer waarover, in het Nederlands werd beantwoord. Dat heeft altijd iets jammerlijks, ze zouden Nederlanders die in Frankrijk wonen moeten verbieden Nederlands te spreken tegen toeristen!

Lauzerte-tarn-et-garonne-straatje-deur-bloemen1

De gezellige straatjes in Lauzerte hebben genoeg schilderachtige hoekjes.

Rondom het plein barst het van de gezellige straatjes waar je heerlijk kan verdwalen. Loop je naar het zuiden dan kom je uiteindelijk op een groot terras waar je een schitterend uitzicht hebt over de landerijen rondom het dorpje. Vlak onder dit terras vind je de Jardin de Pèlerin, een tuin die in het teken staat van de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella.

Lauzerte tarn et garonne Lot tuin Jardin du pelerin

Jardin de Pèlerin

De tuin staat vol met bordjes met liedjes die tijdens deze tocht werden gezongen en natuurlijk allerlei bijzondere planten. Het is echt de moeite waard om daar even te kijken, zeker op een warme dag is de schaduwrijke tuin een prima plek om een stokbroodje met een stukje kaas te nuttigen.

Eten

Over eten gesproken, Lauzerte ligt in de streek van de foie gras, iets wat zeer lekker is maar dat je eigenlijk niet mag eten. Daarnaast kent de streek zijn eigen wijn AOC maar ook een AOC voor meloenen. Tijdens de tocht naar het plaatsje kom je langs uitgebreide boomgaarden met allerlei soorten vruchten. Even stoppen dus om perziken, abrikozen of een meloen voor de lunch aan te schaffen.

In de omgeving

Omdat Lauzerte net niet in het toeristische gebied van de Lot en de Dordogne ligt, sta je hier niet in de file met Nederlandse auto’s. Toch kan het hier in de zomer wel druk zijn. De Lot en de Dordogne bieden genoeg vertier om hier lekker een weekje vakantie te vieren.

Festiviteiten in Lauzerte
Zoals een goed Frans dorp betaamt, heeft Lauzerte in de zomer voldoende feesten en evenementen. In april is er een bloemenfeest. In de zomermaanden (juni, juli, augustus en september) zijn er talloze exposities waar het eerder genoemde plaatselijke kunstenaarsgilde zijn waar aanprijst. Natuurlijk ontbreekt ook een antiekmarkt niet op de agenda.

Conques: schatkamer van de pelgrims *****

conques-Aveyron-abdijkerk

De grote abdijkerk Foy beheerst het aanzicht van het dorp.

Plannen maken

En zoals alle relieken hebben die van de heilige Foy een mooi verhaal over hoe deze in Conques terecht zijn gekomen. De overblijfselen van het heilige meisje werden na haar dood beheerd door een klooster in Agen, de stad waar ze is gestorven. Vanwege een niet meer te achterhalen reden ontstond er in het klooster van Conques een enorme cultus rond haar persoon en daarmee ook de wens om de relieken te bezitten. Maar dat ging natuurlijk niet zomaar. Er werd een  plan bedacht.

Het bleek een plan van een onvervalste rooftocht die niet zou misstaan in Hollywoord productie. Er zou eerst een monnik naar de abdij in Agen gaan om  het vertrouwen te winnen van de plaatselijke geestelijke om daarna de kostbaarheden mee te nemen naar Conques. En zo is het gegaan. Een monnik vertrok naar Agen, wist daar na tien jaar toewijding de functie van reliekbeheerder te verwerven, waarna hij de relieken stal en naar Conques bracht.

Kennelijk was de heilige zelf hier erg content mee, want amper aangekomen in Conques verdubbelde het aantal wonderen en mirakelen rondom de overblijfselen van haar. Wat maar weer een bewijs was dat het voor iedereen beter was zo.

conques-Aveyron-abdijkerk-interieur

Het interieur van de abdijkerk is indrukwekkend hoog voor een romaans gebouw.

Unieke schatkamer

Om de belangrijke kerkelijke positie te behouden en verder uit te breiden, moest de abdij de pelgrims natuurlijk wel iets te bieden hebben. Naast een fraaie kerk en abdij behoren de kerkschatten van Conques tot de mooiste van West-Europa die door het optreden van de inwoners bewaard zijn gebleven. Zowel tijdens de godsdienstoorlogen als tijdens de Franse Revolutie hebben de bewoners de relieken en hun schatten verstopt zodat ze nu nog bestaan.

Hierdoor vind je in de schatkamer van Conques een unieke kijk op de middeleeuwse ambachtskunst. Hoogtepunt van de collectie is een gouden beeld van de heilige Foy (Fides) waarvan een afbeelding stond in het handboek Middeleeuwen op de Universiteit. Helaas was de schatkamer dicht toen wij op een donderdagmiddag aan het begin van mei Conques bezochten. We moeten dus nog eens terug en dat is niet heel erg.

Tympaan

Gelukkig was die middag in mei de kerk zelf wel open. We kwamen zelfs enkele echte pelgrims tegen, inclusief staf. Het hoogtepunt van de kerk is ongetwijfeld het beeldhouwwerk boven de hoofdingang dat het laatste oordeel voorstelt. De tympaan is een prachtig gaaf voorbeeld van Romaanse religieuze kunst en staat op het zelfde niveau als die van Vézelay en Autun. Neem even rustig de tijd om het eens goed te bekijken. Als je goed kijkt, ontdek je dat de figuren buitengewoon mooi zijn gemaakt en veel van hen een enorme expressie op hun gezicht hebben. Het is zonder twijfel gemaakt door iemand die uitermate goed zijn vak verstond.

conques-Aveyron-abdijkerk-foy-tympaan-laatste-oordeel

Het tympaan boven de hoofingang is bijzonder gaaf en stelt het laatste oordeel voor.

Omdat Conques op een redelijk steile helling is gebouwd, vormen de straatjes eigenlijk een soort terrassen. Dit geeft een leuk effect omdat je, als je over een straat loopt die hoger ligt, op het dak kijkt van de bebouwing van een straat lager. Zo ook bij de kerk. Als je de kerk vanaf de grote parkeerplaats nadert, kijk je op de ‘eerste verdieping’ van het koor aan.

Bij ons bezoek hebben we uitgebreid koffie gedronken in een tentje vlak naast de kerk. Een prima restaurant met een goede kaart. Vervolgens hebben we lekker gewandeld en van het uitzicht genoten.

Het dorp diende als voorbeeld voor de film ‘Beauty and the Beast‘ van Disney uit 2017. Hoewel er voor deze film niet in de dorp is gefilmd zijn de huizen, de straatjes en de pleintjes wel gebruikt om de wereld van de film te creëren. Wie hier zoekt naar het kasteel in de film komt dus bedrogen uit want die staat hier niet.

Feesten en partijen

Wij waren in mei in Conques en toen was het erg rustig in het dorp. Dat is in de zomer wel anders. In juli en augustus is er een festival met klassieke muziek. In oktober is het echt feest en is er een processie in de straten van het dorp.