Cluny ***Een machtig klooster en paarden in Bourgondië
In de late middeleeuwen stond hier het grootste klooster van de wereld met een kerk groter dan de Sint Pieter in Rome. Na de Franse revolutie waren de monniken verdwenen en werd het complex dertig jaar een steengroeve waardoor meer dan zestig procent is verdwenen.
Gelukkig staat er nog genoeg om te kunnen genieten van een bezoek aan het stadje en dat moet je zeker doen als je in de buurt bent. Als je door de gezellige straatjes loopt of op een terrasje zit dan komt vanzelf de vraag naar boven waarom juist hier in de tweede helft van de middeleeuwen het centrum van de Christelijk wereld werd. Althans zo werkt het bij mij.
Er is geen kort antwoord op deze vraag en in Frankrijk al hebben historici boekenkasten vol geschreven om alle aspecten van Cluny te belichten. Dat ga ik hier niet doen. Van alle geschiedenis is de middeleeuwse geschiedenis waarschijnlijk de moeilijkste en daarbij zou het een ingewikkeld en lang verhaal opleveren waarin ik ook nog eens veel fouten zou maken want ik ben geen mediëvist. Dat is niet de bedoeling van deze site. Toch moet ik hier iets overschrijven anders is een bezoek aan Cluny een stuk minder. Ik ben dus lekker los gegaan en volgt nu een korte geschiedenis van Cluny.
Religieus centrum
Daarbij ga ik een aantal dingen aanstippen waarom juist Cluny in de twaalfde eeuw tot het belangrijkste religieuze instituut in West-Europa uitgroeide dat zelfs de Paus in de schaduw zette. De diepere oorzaken hiervan liggen in de wederopstanding en de daar aan gekoppelde veranderingen in Europa gedurende de elfde en twaalfde eeuw. Door historici ook wel de Renaissance van de twaalfde eeuw genoemd.
Om dit te begrijpen is het goed om te beseffen dat Europa in de tiende eeuw zich in één van de diepste crisis in haar bestaan bevond. De centrale macht die was ontstaan door Karel de Grote rond 800 was zo goed als weggevallen waardoor lokale heren de dienst uitmaakte. Lokale heer zijn is leuk, maar een heer van een land is veel leuker en als je die ambitie niet had, dan had je buurman deze wel. Hierdoor waren deze heren bijna continue in gevecht met elkaar waardoor de handel zo goed als stil viel en de landbouwproductie laag was. Daar kwam nog eens bij dat Europa nogal last had van aanvallen en plundertochten vanuit Scandinavië en Noord-Afrika.
Door deze ontwikkelingen was de bevolking geslonken en hoewel er hier en daar een stad of een gebied het redelijk deed waren grote delen bijna of gedeeltelijk ontvolkt. Langzaam maar zeker kwam Europa uit dit dal. De invallen werden minder, de lokale heren maakten minder ruzie en dankzij nieuwe landbouwtechnieken begon de bevolking weer te groeien. Hierdoor konden meer mensen worden gevoed en bloeide de handel en cultuur op.
Direct onder de Paus
Cluny wist zich op deze golf van welvaart te ontwikkelen. De abdij werd aan het einde van de tiende eeuw door Willem I van Aquitanië gesticht. Een abdij stichten was voor edelen in die tijd helemaal in want daarmee liet je het opperwezen zien hoe vroom je wel niet was. Maar in tegenstelling tot vele andere kloosters in Frankrijk zou Cluny niet vallen onder de lokale heer maar direct rapporteren aan de Paus in Rome. Toen de abdij groeide was het voor de lokale heren dan ook niet mogelijk om de rijkdom van de monniken af te romen zoals dat bij andere abdijen wel het geval was.
Dit voordeel gold ook voor de abdijen die vanuit Cluny werden gesticht en zo ontstond een netwerk van abdijen en priorijen die allemaal onder de bescherming stonden van de abt van het moederklooster. Dit was een uniek netwerk van onafhankelijke kloosters waarin kennis, kapitaal en producten werden uitgewisseld. Bovendien werd Cluny ook nog eens gesteund door de Franse koning die in die tijd zijn centrale macht probeerde te vergroten ten koste van de lokale edelen. Cluny was voor hem een aangename bondgenoot.
Tot slot had Cluny weinig last van de eigen beschermheer want de Paus was in een hevige strijd gewikkeld met de Duitse Keizer. En zo kon een klein klooster in de zuiden van Bourgondië zich ontwikkelen als een voorname speler in de politiek van West-Europa.
Romaanse bouwkunst
De macht van Cluny was gebaseerd op religie maar strekte zich verder uit in de economie, kennis, politiek en cultuur. Vandaag de dag is dit nog goed te zien in de bouwkunst en in het bijzonder de Romaanse architectuur. Deze vorm van bouwen werd door Cluny omarmd, verbeterd en verspreid. De Romaanse kerken en kloosters in West-Europa die er nu nog staan zijn voor een groot deel gebouwd of minstens beïnvloed door de abdij van Cluny.
Zoals een klooster betaamt heeft Cluny ook minder materiële invloed gehad en ook daarvan merken we nu de invloed. Vanaf het einde van tiende eeuw omarmde het klooster de godsvredebeweging dat het geweld tussen de lokale heren probeerde in te dammen. Daarmee was het één van de eerste Christelijke vredesbewegingen.
Het meest succesvolle instrument daarvoor was de pelgrimage dat aan drie kanten voordeel bracht. Ten eerste was het een straf die de kerk kon geven. Ten tweede was het niet toegestaan om pelgrims te beroven, ontvoeren of te vermoorden. Deed je dit wel dan had je aan de hemelpoort iets uit te leggen. Tot slot bleek een pelgrimsoord een ware goudmijn.
De meest bekende van deze pelgrimstochten is die naar Santiago de Compostella die nog altijd door veel mensen wordt gelopen. Het klooster van Cluny exploiteerde op de verschillende routes naar Noord-Spanje een lint van kleinere heiligdommen waardoor er een constante hoeveelheid geld naar Bourgondië stroomde. Bovendien was de route zo populair dat de gehele route als een soort van corridor van vrede functioneerde waar de hele samenleving van profiteerde.
Abdijkerk
De moeder van al deze kerken stond vanzelfsprekend in Cluny zelf. De abdijkerk was tot de bouw van de nieuwe Sint Pieter in Rome in de zestiende eeuw de grootste basiliek van West-Europa. De binnenkant was bijna 188 meter lang, het had driehonderd ramen en zeven torens waarvan de hoogste 62 meter hoog was. En dat was alleen de kerk zelf, daarnaast stond nog een klooster.
Het hele complex moet in de elfde en twaalfde eeuw een overweldigende indruk hebben gemaakt. Helaas is van deze glorie vandaag niet heel erg veel over. Hoewel het klooster na de veertiende eeuw geen hoofdrol meer speelde als politiek centrum bleef het een belangrijke abdij en bleven de gebouwen in gebruik.
Franse revolutie maakt einde aan het klooster
Daar kwam een einde aan na de Franse Revolutie. De revolutionairen zagen de Katholieke kerk als verlengstuk van de koning én dat was in die tijd geen pré. De eigendommen van de kerk werden genationaliseerd en zo ook het klooster van Cluny.
De monniken verdwenen en het complex werd verkocht aan een steenhandelaar uit Mâcon. Deze zag het complex als een steengroeve en dertig jaar later was er niet heel erg veel meer van over. Van de enorme kerk stonden nog twee torens maar van het klooster had kennelijk slechtere stenen want dat stond er voor een groot deel nog.
De kerk, waarvan er nu nog twee torens staan, was trouwens niet de eerste maar de derde die hier stond. Het succes van het klooster in de elfde en twaalfde eeuw zorgde ervoor dat er geld was voor een nieuwe kerk waarbij het oude exemplaar steeds het veld moest ruimen.
Bij het bezoek van de abdij viel het mij ook op dat er wordt gesproken over Cluny I, II en III. Ik dacht even dat we hier te maken hadden met een koning maar het slaat dus op de kerken die hier hebben gestaan waarbij de III de laatste is.
Naam architect
Deze laatste kerk moet één van de mooiste gebouwen van West-Europa zijn geweest. Hij is gebouwd onder leiding van de abt Hugo van Semur. Bijzonder is dat we de naam van de architect weten; Hézelon van Luik. Van de meeste kerken, kloosters en kathedralen uit de middeleeuwen weten we niet wie de bouwmeester is maar van Cluny dus wel.
Hézelon was geboren in Zwitserland en was een kanunnik in Luik waar hij wiskunde en architectuur doceerde. Later werd hij monnik in Cluny waar hij samen met de abt een nieuwe kerk bouwde. Denk nu niet aan een arme sloeber die dankzij de kerk de sociale ladder heeft beklommen want de man was van voorname afkomst. Hij was een neef van de graaf van Luxemburg en familie van de Paus die weer van Bourgondische afkomst was.
Van de kerk is dus niet veel meer van over maar er staat nog genoeg om Cluny te bezoeken en een indruk te krijgen van het klooster die hier ooit stond dat veel invloed heeft gehad op onze cultuur.
Lekker rondwandelen
De eerste stap bij een bezoek aan Cluny is om rustig de tijd te nemen om door het stadje zelf rond te lopen. Het klooster was zo groot dat het tot de negentiende eeuw de gehele stad omvatte. Als je door de straatjes en over de pleinen loopt dan is goed te zien dat veel van de gebouwen van het klooster er nog staan en ook gewoon worden gebruikt.
Het Office du Tourisme vind je in een voormalig kloostergebouw en verschillende andere worden gebruikt van als kunstgalerij. Tijdens ons bezoek was hier erg mooie dingen te zien. Dus als je van kunst houdt loop dan gerust eens binnen.
Museum
Op het grote plein bevindt zich de ingang van het klooster maar ga eerst even kijken naar de plek waar de enorme kerk stond. De kerk stond vlak naast het plein en deze wordt goed aangegeven door borden en zelfs een kleine maquette. Als je daar staat zie je pas hoe groot de kerk is geweest en dat deze de stad en het landschap domineerde.
De ingang van het museum bevindt zich in een gebouw met een prachtige voorgevel. Binnen bevindt zich de museumwinkel met de bekende prullaria aangevuld met boeken over de middeleeuwen en het kloosterleven. Eenmaal door de kassa wordt je trakteert op een prachtige presentatie waarin de ontwikkeling van de gebouwen visueel wordt vertelt. De presentatie is van een hoog niveau en het is zeker de moeite waard om deze te bekijken.
En daarmee is het audiovisuele geweld nog niet klaar. Even verder in een kleine bioscoop aan de rand waar ooit het kloosterhof was, is een langere presentatie waarin de geschiedenis van Cluny wordt verteld. Ook deze presentatie is bijzonder smaakvol en bovendien in 3D.
Tijdens ons bezoek was het extreem warm, de thermometer van de auto ging makkelijk over de 40 graden , en daarom was het heerlijk om in de gekoelde bioscoop te zitten. Toen de film klaar was verwachtte ik een museum met middeleeuwse kunst maar die bleek er niet te zijn.
Naar buiten dus en daar sta je plots naast de overblijfselen van de kerk. Dit omvat zuidelijke deel van het transept; het deel van de kerk dat dwars staat op het schip en waaronder het altaar zich bevindt. Van het geheel staan nog twee torens.
Doordat de kerk voor een deel geen muren meer heeft, de stenen zijn in andere gebouwen gebruikt, geeft de plek je een beetje een apocalyptisch gevoel. Bijna alsof je in een oorlogsgebied bent waar heel nare dingen zijn gebeurd. Maar dat is hier niet zo, al zou je het afbreken van een architectonisch meesterwerk uit de Middeleeuwen natuurlijk wel zo kunnen zien.
Als je zo half onder de torens staat besef je pas hoe groot de kerk moet zijn geweest.
Naast de kerk staat een vrij groot gebouw uit de achttiende eeuw waar de monniken vroeger woonden en werkten. Nu wordt het gebruikt als school maar die was bij ons bezoek niet aan.
De gangen hier zijn indrukwekkend lang met aan beide kant deuren van kamers. Als je hier loopt weet je eigenlijk niet wat je met het gebouw moet. Hier en daar zijn zalen open en er zijn indrukwekkende trappen waar je niet omhoog mag maar over het algemeen zien de gangen er niet heel verzorgd uit. Het is er een beetje vies, er hangen veel spinrag en het verf vond het voor een groot deel wel welletjes om op de kozijnen te blijven te zitten.
Het is er een beetje een zooitje waardoor wij samen met de andere toeristen een beetje verdwaald rond liepen. Tot onze verbazing bleek in het midden van één van de gangen twee deuren toegang te bieden tot redelijke moderne en nette toiletten. Dit was een vreemde ervaring.
Interessant is de kloostergang met een aardige zonnewijzer. Dit is de plek waar de tweede kerk stond maar die is afgebroken toen de grote kerk van Cluny III werd gebouwd.
Graanschuur
Interessanter is wat er aan het einde van de deze gangen is; de tuin en de buitenkant van het gebouw. De tuin is groot en wordt gedomineerd door een lange laan die het klooster verbind met de openbare weg. De grote bomen geven een fijne schaduw als je naar de graanschuur wandelt.
Misschien is ‘graanschuur’ niet helemaal het juiste woord maar het gebouw uit de dertiende eeuw is daar in eerste instantie wel voor neergezet en heeft deze functie ook lang uitgevoerd. Duidelijk is dat in twaalfde eeuw aan de bouw en de versiering van een gebouw waar je je graan bewaard veel meer aandacht werd besteed dan we nu doen.
Het is namelijk een fraai gebouw met twee verdiepingen. De trap naar de eerste verdieping beheerst de voorgevel en dus loop je die als eerste op. Binnen tref je een grote ruimte dat duidelijk wordt gebruikt als presentatieruimte gezien de stoelen en het podium. De houten dakconstructie is bijzonder fraai net als de zuilen die als decor op het toneel staan.
Zuilen met kapitelen
De zuilen zijn prachtig versiert met Romaanse kapitelen zoals we die ook vinden in Vézelay, Autun en vele andere kerken in Frankrijk. Bij het schrijven van dit artikel kwam ik er achter dat dit de oudste voorbeelden zijn van deze zuilen en dat alle andere zo beroemde kapitelen op deze zijn geïnspireerd. Hier is het dus begonnen met de Romaanse kapitelen.
De benedenverdieping werd gebruikt voor het opslaan van het graan en dat is eigenlijk nog steeds duidelijk. Hoewel de sfeer eigenlijk best goed is, is het ook een beetje saai. Al zijn de kruisgewelven wel erg mooi. Het hart van menig bouwkundige zal er harder van gaan kloppen.
Terwijl we terug liepen naar de uitgang vroegen we ons af waar de grote kerk zou zijn gebleven, in de letterlijke zin van het woord. Als de kerk is gebruikt als steengroeve, dan moeten er nu bouwwerken staan van dat materiaal wat ooit een kerk was.
Terwijl we naar de parkeerplaats liepen besloten we even te gaan kijken naar de paardenwedstrijd die op dat moment werd verreden. Het betrof een Concours Hippique en dat ik wel eens gezien met commentaar van Hans Eijsvogel maar nooit in het echt. De wedstrijd werd gehouden op een veld vlak voor het dorp. De springende paarden met op de achtergrond het middeleeuwse stadje vormde een prachtig plaatje en bovendien was de entree gratis.
Dat in Cluny paardenwedstrijden worden gehouden is geen toeval want hier bevindt zich de Franse nationale stoeterij. Deze is door Napoleon I opgericht aan het begin van de negentiende eeuw. Hoeveel hij oorspronkelijk een artillerie officier was had hij natuurlijk ook soldaten ter paard nodig en Cluny was een perfecte plek om deze te fokken.
Video van Cluny
E-Magazine Bourgondië
In bezit een ereader of tablet? Download dan het E-Magazine over Bourgondië. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.
Evenementen in Cluny
Kaart van Cluny en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!