Tag Archief van: Vijf sterren

Mont Saint-Michel *****
Topattractie van Normandië

De Mont Saint-Michiel is samen met de Eiffeltoren de bekendste 'landmark' van Frankrijk. En dat is terecht want het kleine eiland voor de kust tussen Normandië en Bretagne is betoverend mooi en is in veel opzichten uniek. De abdij boven op de enige berg van het eiland kent een lange geschiedenis en een enorme hoeveelheid zalen, vertrekken en gangen. Je bent er echter nooit alleen, want hier komen na Parijs de meeste toeristen van Frankrijk.

In de jaren negentig van de vorige eeuw bezocht ik de Mont Saint-Michel voor het eerst. Ook toen stond het al bekend om de drukte en daarom besloten we pas aan het einde van de middag richting het eiland te gaan. De auto parkeerde je nog op de dijk en liep je het laatste stukje, dat in ons geval ook zo was vanwege het tijdstip.

Kwam je midden op de dag, dan stond je auto kilometers ver en met als gevolg een fijne doch eetlust opwekkende wandeling. Ik kan mij nog goed de weg naar de dijk herinneren want die was aan beide kanten compleet volgebouwd met restaurants, hotels, winkels en allerlei kermisattracties. Het was één groot feest dat totaal niet paste bij een bezoek aan een abdij.

Mont Saint-Michel

Rating:

5 van 5 sterren (?)

Zeker zien:

- Abdij
- Grande Rue
- Kloostertuinen

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps
Mont Saint Michel vesting wad slip

Door de aanleg van een dam in de twintigste eeuw staat het eiland bijna altijd in een zee van dikke slip. Door het slopen van de dam, de aanleg van een brug en het omleggen van een riviertje is het de bedoeling dat het eiland weer vaker door water wordt omringd.

Geen eiland meer

Kennelijk is dat besef ook bij de Fransen de afgelopen jaren gegroeid. Daarbij speelde nog een ander probleem waardoor dit UNESCO monument zijn unieke karakter kwijt zou raken; de dijk naar het eiland zorgde er mede voor dat de zee rondom de Mont Saint Michel verzandde waardoor het water zich alleen bij springtij zich liet zien. De Mont Saint Michel was op de meeste dagen geen eiland meer en zou bij niets doen zou het over een jaar of vijftig helemaal zijn ‘vast gegroeid’ aan het land.

Na vijftien jaar studie en planning staken de Fransen in 2003 de handen uit de mouwen. Eerst werd er een nieuwe fraaie brug gebouwd van hout en beton. Daarna werd de dijk gesloopt en een begin gemaakt met het halen van een deel van het slib in de baai. Dit doen ze slim want door de monding van een riviertje om te leggen zal het slib vanzelf worden afgevoerd. Met dit laatste waren ze tijdens ons bezoek nog bezig.

Bij deze hele verbouwing is er ook nagedacht over de toegankelijkheid en het beheren van massa’s toeristen die elke dag de Mont Saint Michel bezoeken.

Pendelbussen naar de Mont Saint Michel staan te wachten op het parkeerterrein

Het busstation bij het parkeerterrein waar elke vijf minuten een bus vertrekt. De bussen zijn net als een trein voorzien van twee ‘voorkanten’ zodat ze niet hoeven te keren.

En dat hebben ze goed gedaan. Er werd besloten dat de nieuwe brug alleen toegankelijk is voor voetgangers en pendelbussen, volgens de bordjes komen zelfs fietsers er niet op. De pendelbussen rijden elke vijf minuten vanaf een enorm parkeerterrein dat een kilometer of drie in landinwaarts ligt. Je betaalt voor je parkeerplaats waarna je de ‘gratis’bus neemt naar het eiland. Het hele systeem loopt zeer soepel en je staat binnen een kwartier na aankomst voor de poort van de Mont Saint Michel.

De toeristische attractie zelf is bijna tachtig meter hoog en ongeveer 195 meter in omtrek. Het grootste deel van het eiland wordt ingenomen door de abdij zich uitstrekt over verschillende niveaus. Volgens mij is het het enige klooster van Frankrijk dat zich over meerdere verdiepingen uitstrekt en één van de weinige kerken die boven elkaar zijn gebouwd. Het hele complex is in honderden jaren gebouwd en is architectonisch zeer interessant.

Drukte ontwijken

De abdij is op twee manieren te bereiken, via de hoofdpoort loop je door het dorpje naar boven via de Grande Rue. Deze naam is wel een beetje ambitieus want het is nogal krap, maar wel mooi. Dit is duidelijk de populaire route en als het druk is, en dat is het vaak, kan je hier over de hoofden lopen. Wil je de meute ontwijken, dan ga voor de hoofdpoort linksaf en loop je langs de rotsen naar een kleine ingang. Deze geeft toegang tot steil dat eindigt voor de ingang van het klooster.

Toeristen in de Grande Rue op de Mont Saint Michel

De nauwe straatjes van Le Mont kunnen behoorlijk druk zijn.

Wij bezochten het klooster begin mei en omdat de Fransen in die tijd nogal wat vrije dagen hebben, Frankrijk is kampioen vrije dagen, was het behoorlijk druk voor de kassa en stond er een wachtrij van ongeveer dertig minuten. Omdat je toch in een mooie omgeving staat is dat niet zo heel erg, je moet jezelf op zo’n moment vermaken. Dat lukte niet iedereen want vlak voor ons stond een Nederlands gezin met drie kinderen. De lange rij bleek voor dit stel een ware test voor hun huwelijk en dat bleek daar maar net tegen bestand. In het begin was het gekibbel wel vermakelijk maar met de kassa in zicht was de pret verdrongen door plaatsvervangende schaamte en had ik de neiging om mijn diensten als mediator aan te bieden.

Bezoek abdij

Eenmaal binnen in het klooster kom je na het beklimmen van een wederom steile trap kom je op een soort van overloop met aan de linkerkant een prachtig uitzicht op het dorpje beneden. Het verhaal gaat dat na de Franse Revolutie toen de abdij dienst deed als strafinrichting, een gevangene hier naar beneden is gesprongen. De naam van het plein herinnert nog aan deze gebeurtenis.

Hierna kom je op het plein voor de ingang van de eerste kerk. Dit is een bijzondere plek en ik vond het één van hoogtepunten van ons bezoek. Aan de ene kant staat de kerk en aan de andere kant heb je een wijds uitzicht over het wad. Wie hoogtevrees heeft, zoals de auteur van dit artikel, moet wel even slikken bij de rand van het terras want het is een behoorlijke hoogte.

Vikingen

Het plein voor de ingang van de kerk op de Mont Saint Michel

Het plein voor de ingang van de kerk is bijzonder door de verhoudingen en het uitzicht op de baai.

Het portaal van de kerk doet een beetje Italiaans aan maar het interieur is dat allerminst. Het schip is typische Romaans terwijl het koor juist Gotisch is. Deze bende van stijlen is voor ons bijzonder aantrekkelijk te meer omdat het hele bouwwerk met uitzonderlijk vakmanschap is gebouwd. Het plafond is compleet van hout en heeft een vorm van een omgekeerd schip. Dit zie je wel meer in Normandische kerken en is een verwijzing naar de Vikingen die meesters waren in het bouwen van houten boten. De Vikingen, die na de tiende eeuw de dienst uitmaakten in Normandië en later ook in Engeland, waren trouwens grote sponsoren van de kerk en hebben ook bij de bouw van de Mont Saint Michel een grote rol gespeeld.

Eenmaal binnen vergeet je al snel dat je zo hoog zit en dat alle bouwmaterialen omhoog zijn gesleept. Een enorme prestatie van die Middeleeuwers waar een groot rad verder in het complex nog aan herinnert. De kerk is op een oudere kerk gebouwd die nu als crypte dienst doet. Daar kom je later maar eerst moet je door de kloostergang die tot één van de fraaiste van Frankrijk hoort. Vanuit het hof heb je een prachtig uitzicht op de toren van de kerk waar Sint Michel op de punt staat.

De kloostergang staat op zijn beurt weer op een complex van zalen en galerijen waar je via trappetjes en gangetjes doorheen wordt geleid. Deze tocht lijkt oneindig en de ene mooie ruimte wordt afgewisseld door de andere waardoor je hier snel de draad kwijt raakt. Indrukwekkend is het oude Karolingische kerkje waarop de huidige kerk is gebouwd. Het is nu de crypte die in de elfde eeuw flink is verbouwd door er enorme dikke zuilen te plaatsen die de kerk dragen.

Kloostertuin

Kloostergang van de Mont Saint Michel in Normandië, Frankrijk

De schitterende kloostergang heeft net als veel gebouwen op de Mont Saint Michel een houten plafond. Deze doet denken aan een omgekeerde boot.

Uiteindelijk eindigt het bezoek in het kloostertuin waar je een beetje kan bijkomen. Dit is niet de slechtste plek om even uit te rusten omdat zo’n beetje iedereen direct naar de uitgang doorloopt om zich in de drukt op de Grande Rue te storten is het juist hier betrekkelijk rustig. Eenmaal buiten leidt de drukke hoofdstraat je terug naar de hoofdpoort waar je de bus terug kan nemen naar het parkeerterrein.

Ondanks de drukte is deze straat wel de moeite waard om even goed te bekijken. Er is hier zowaar nog een museum te vinden in het huis van Bertrand du Guesclin, de held van de Fransen uit de Honderdjarige Oorlog en in drie boeken van Thea Beckman die ik mij jeugd eindeloos heb gelezen. Tijdens zijn vele veldtochten tegen de Engelsen woonde zijn vrouw in Mont Saint Michel dat nooit in handen van de vijand zou komen. Wij zijn hier niet naar binnen gegaan omdat we gewoon weg te moe waren. Wat we ook gemist hebben is een wandeling over de vestingmuren, wat jammer is want dat schijnt de moeite waard te zijn.

Moet je er nu heen?

Wadlopers bij de Mont Saint Michel in Normandië, Frankrijk

Het wad rondom de Mont Saint Michel leent zich uitstekend voor wandel- en paardentochten.

De Mont Saint Michel staat in de groene gids aangemerkt als ‘de reis waard’ maar is hij dat ook? Het is zeker bijzondere plek maar het is er wel heel erg druk. Zelfs in de meivakantie was het in de nauwe straatjes bijna niet te doen om als gezin bij elkaar te blijven. Je zou er goed aan doen om kinderen onder de acht met een GPS chip uit te rusten om ze weer terug te vinden. De hoeveelheid mensen maakt het moeilijk, maar niet onmogelijk om de schoonheid van de Mont Saint Michel te zien. Eigenlijk is het allermooiste van deze topattractie het silhouette van het eiland en die zie je alleen van een afstand, als je er eenmaal bent zie je die niet meer.

Om terug te komen op de vraag of je de Mont Saint Michel moet bezoek; het eiland is zeker een bezoek waard maar als je in de buurt bent zou ik ’s avonds eens een bezoekje brengen. Na een uur of vijf beginnen de meeste toeristen te vertrekken en dan kan je nog net het klooster bezoeken want de kassa is tot 18.00 uur open. Daarna kan je lekker wat gaan eten in één van de restaurants om vervolgens de zonsondergang te bekijken op één van de vele terrassen.

Ondanks de drukte hoort de Mont Saint Michel absoluut op de bucketlist van elke Frankrijkganger. Gaan dus!

Video van Mont Saint-Michel

Beelden van Mont Saint-Michel

E-Magazine Cotentin

In bezit een ereader of tablet? Download dan het E-Magazine over de Cotentin. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.


Downloaden doe je hier >>

Kaart van Mont Saint-Michel en omgeving


Les plus beaux villages de France
weergeven op een grotere kaart

Fort Hackenberg: het grootste fort van de Maginotlinie *****

Geschiedenis Fort Hackenberg

Geschutskoepel van het fort Hackenberg in Lotharingen, Frankrijk

Eén van de gepantserde koepels in het fort Hackenberg met uitzicht op Luxemburg en Duitsland.

Dit waren hoofdzakelijk mannen in de leeftijd tussen 18 en 45 jaar waarmee feitelijk een complete mannelijke generatie was verdwenen. In veel dorpen en steden was hierdoor geen huwbare man meer te vinden en er zijn zelfs streken die actief in het buitenland naar mannen zochten om zo de huwelijksmarkt weer een beetje in evenwicht te brengen. Zo probeerde de streek rond de rivier De Lot Nederlandse mannen te lokken met aantrekkelijke subsidies.

Om een nieuwe slachtpartij te voorkomen besloot Frankrijk langs de Duitse grens een serie bunkers en forten te bouwen om een aanval van Duitsland te kunnen afslaan. Het ambitieuze plan had tot doel om van Frankrijk één groot fort te maken. Naast de grens met Duitsland werden ook in het zuiden langs de grens met Italië fortificaties gebouwd. Hoewel Italië in de Eerste Wereldoorlog zich uiteindelijk aansloot bij Frankrijk en Engeland, werd het blijkbaar toch als een onbetrouwbaar volk gezien. Deze argwaan bleek in 1940 ook terecht, al verklaarde Italië Frankrijk pas de oorlog pas toen de Duitsers het klusje al geklaard hadden.

Tot slot omvatte het plan ook versterkingen langs de Belgische grens om een Duitse aanval via de Ardennen tegen te houden. Helaas is van dit gedeelte van het plan vanwege geldgebrek weinig terecht gekomen. Dat de Duitsers in 1940 net als in 1914 juist deze route namen en binnen zes weken Frankrijk versloegen maakte de rest van het plan achteraf nutteloos. Dit lag niet aan de Hackenberg want het regiment dat hier was gelegerd is het laatste die zich overgaf.

Het fort Hackenberg is de grootste van de Maginotlinie en bevindt zich twintig kilometer ten oosten van Thionville, de eerste stad in Frankrijk nadat je hebt getankt in Luxemburg en niet ver van het Plus Beaux Village Rodemack. Het complex is prima bereikbaar via de D918 en dan de D60 richting Vackering. De weg loopt door een prachtig glooiend landschap waardoor je afvraagt waarom je deze streek altijd links laat liggen op weg naar het zuiden.

De ingang van het fort de Hackenberg in de Maginotlinie, Frankrijk

De huidige ingang werd vroeger gebruikt door treinen die goederen en munitie aanvoerden.

Om een beetje in oorlogstemming te komen staat er bij de oprit een Amerikaanse tank geparkeerd. Dat kwam mij historisch niet correct over want wat doet een Amerikaanse tank bij een Franse bunker die is gebouwd om Duitsers tegen te houden? Ik bleek niet voldoende geïnformeerd want de enige keer dat dit complex echt in de vuurlinie lag was in 1944 toen de Amerikanen de Duitsers eruit hebben gejaagd. Daarbij hebben ze eerst de boel beschoten met tanks, type M10 Tank Destroyer. Deze machine is gemaakt om andere tanks te vernietigen en de aanval maakte ook geen indruk op de Duisters waarna het de Amerikanen tenslotte met zwaarder geschut toch lukten om de boel te veroveren.

Treinspoor

De ingang van de bunker bevindt zich in een berg. Van het hele complex is weinig te zien want die is in de hoogste heuvel van de omgeving gebouwd en dat is best verstandig voor een militair gebouw. Op het parkeerplaatsje verzamelen zich de toeristen die wachten op de rondleiding die in het Frans, Engels en Duits worden gegeven. Hierbij wordt rekening gehouden met de verhoudingen uit de eerste helft van de vorige eeuw want de Franse en Engelse rondleiding gaan gezamenlijk, de Duitstalige mogen pas twintig minuten later de bunker in. De ingang ademt de sympathieke sfeer van vrijwilligers. De koffie komt uit een apparaat dat je thuis tien jaar geleden al hebt weggegooid en je kan er een oud croissantje kopen. Het smaakt prima.

De toegang tot het museum is één van de twee originele ingangen en nog geheel intact. Twee grote stalen deuren sluiten een poort waar een complete trein doorheen kan. Eenmaal binnen sta je in een brede tunnel waar de bevoorradingstrein werd gelost en de munitie en andere voorraden op het smalspoortreintje werden geladen. De tunnel doet nu dienst als opslagruimte voor oorlogsvoertuigen. Deze blijken afkomstig uit het Franse leger dat onlangs wegens bezuinigingen een aantal depots heeft moeten ontruimen. ‘Of wij interesse hadden’, vertelt de vrijwilliger, ‘Nou, dat hadden we wel want het was een waar walhalla met allerlei voertuigen van zowel Gallieerden als Duitse makelij.’

Een Renault TFS tank uit de Eerste Wereldoorlog

Een Renault TFS tank uit de eerste wereldoorlog. Dit was de eerste Franse tank met radio waardoor de inzittende niet meer met postduiven hoefde te communiceren.

Mijn jongetjeshart slaat op dat moment over want er staat veel dat ik onmiddellijk herken uit mijn jeugd waarin ik graag plastic tankjes van Italeri, Tamiya of Revell in elkaar mocht lijmen. Dat eindigde altijd in een teleurstelling want het resultaat was meestal een scheef voertuigje met overal klodders lijm en vingerafdrukken in de verf. Ik had er het geduld gewoon niet voor. Onze buurjongens waren er veel beter in en gebruikte mijn mislukkelingen als kapotgeschoten voertuigen in een prachtig diorama’s.

Ik haal mijn hart op en bewonder de oude voertuigen waar mijn vrouw werkelijk niets van snapt. In een nis ontdek ik een Bren Carrier en neem ik de tijd om deze te bekijken. Bijzonder is een Franse tank uit de Eerste Wereldoorlog. Een tank is misschien wel een beetje veel gezegd want veel meer dan een gepantserde brommer op houten blokjes is het niet. Het is een wonder dat die Fransen die oorlog hebben gewonnen.

Franse keuken

In de verte klinkt in de tunnel enorme herrie die wordt gemaakt door de elektrische trein die ons later naar één van de verre uithoeken van het complex zal brengen. Dat moet het hoogtepunt van het bezoek worden maar wij bezoeken eerst de verblijven van de officieren en soldaten. In totaal was er in fort Hackenberg plaats voor 1.200 manschappen die over de veiligheid van de republiek waakten. Dat deden ze redelijk in stijl want de onderkomens zien er comfortabel uit, zeker als je dit vergelijkt met loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Zoals je verwacht bij Fransen zijn ook de keukens dik in orde en nog in uitstekende staat. Even de pannen wassen en je kan er zo koken voor duizend man.

Eén van de generatoren in Ouvrage Hackenberg

De elektriciteit van het hele complex werd verzorgd door vier grote generatoren. Eén daarvan doet het nog, inclusief een zeer trotse machinist.

Het complex is ontworpen met het idee dat het zonder bevoorrading zeker drie maanden kan uithouden. Om dit mogelijk te maken zijn er veel ruimtes om voorraden te stallen, maar ook een ziekenhuis met een operatietafel die nog helemaal in oude staat is inclusief alle apparatuur. Het is alsof je in een tijdcapsule bent gestapt en in 1940 bent uitgestapt.

Om niet afhankelijk te zijn van elektriciteit van buiten staan er vier grote generatoren. En nog altijd zorgt één van deze generatoren voor de stroom in het complex. De machine doet stampend zijn werk waarnaast een gepensioneerde vrijwilliger trots staat te glunderen. Ik stel hem de vraag of de machine nog origineel is waarna hij een heel verhaal begint te vertellen. Door het lawaai van de generator versta ik er niets van maar begrijp dat het allemaal nog is zoals het gebouwd is. Hierna begint hij aan allerlei handels te trekken en begint het apparaat nog meer herrie te maken. De man kijkt nog trotser dan eerst en ik vind het prachtig.

Door dit oponthoud ben ik wel mijn groep kwijt geraakt en moet ik mijn best doen om ze weer terug te vinden in de vele gangen en kamers. De machinist roept mij nog iets na, maar dat versta ik niet. Even bekruipt mij het idee dat ik ben verdwaald in dit ondergrondse labyrint maar na tien minuten trek een deur open en vind ik de mijn groep terug in de wapenkamer.

Een uiterst correcte naam voor deze ruimte want hier vind je genoeg geweren, pistolen en mitrailleurs om de regering van een Caribisch eiland in een paar uur omver te werpen. Daarnaast nog een uitgebreide collectie helmen, petten en uniformen. Helaas kan ik dit moois niet allemaal bekijken want in de verte zie ik mijn groep de kamer verlaten en moet ik flink doorstappen om ze in te halen.

Treintje in Ouvrage Hackenberg in Frankrijk

Het treintje in de bunker maakt een enorm lawaai en brengt je naar een geschutskoepel.

Na de wapenkamer komen we weer in de treintunnel waar we moeten wachten. Na een paar minuten draait een treintje met veel lawaai de hoek om en kunnen we instappen. De rit is lawaaiig, oncomfortabel, historisch verantwoord en erg leuk. Na twee kilometer pure pret mogen we uitstappen en beklimmen we een lange wenteltrap, de minder valide mogen met de munitielift.

Geschutskoepel

Boven staan we in een ronde kamer met een enorme machine in het midden. Deze opstelling dient om het 135 millimeter geschut die zich vlak boven de kamer in een draaiende koepel bevindt in een razend tempo van munitie te voorzien. Dat dit mechanisme goed werkt kunnen de Amerikanen die de Hackenberg in 1944 benaderde over meepraten. Zij kregen in 90 seconden maar liefst 99 granaten om hun oren en moesten tijdelijk de aftocht blazen.

Verbazingwekkend genoeg werkt het hele mechanisme nog. De vrijwilligers laten dit maar al te graag zien waarbij alleen het afschieten van de granaten ontbreekt. Dat laatste vinden mijn zoon en ik jammer, maar wel begrijpelijk. Na deze demonstratie van militaire technologie uit de jaren dertig gaan we door een deur en staan we ineens in het prachtige landschap van Lotharingen. De gids legt uit dat de plaats van het fort uitstekend gekozen want wat voor ons een prachtig uitzicht is over het landschap, is voor een militair een uitstekende strategische plek waar je de grens met Duitsland en Luxemburg goed in de gaten kan houden.

Schade aan het beton van het fort Hackenberg in Frankrijk

De schade die de Amerikaanse kanonnen in 1944 de bunker toebrachten is nog duidelijk te zien.

Op deze plek is buiten de bunker is goed te zien met welk geweld de Amerikanen met een 155 millimeter geschut de Duitsers onder vuur namen. Een deel van de betonnen muren zijn compleet weggeschoten. Na een kwartiertje genoten te hebben van het uitzicht begint de binnenste van de bunker plotseling heftig te brommen waarna de koepel omhoog komt zodat het geschut zichtbaar wordt. Even daarna begint de koepel te draaien en is het ons duidelijke dat de Duitse rondleiding is inmiddels in de kamer onder ons aangekomen en een demonstratie krijgt van het nog werkende oorlogstuig. Ook buiten is het indrukwekkend om te zien het duurste defensie project van Frankrijk van voor 1940 in werking te zien. Toch jammer dat het niet veel kon doen tegen de Wehrmacht.

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog behield het hele complex zijn militaire functie. Nu niet om de Duitsers tegen te houden maar om een Russische aanval tegen te houden. Die zouden tenslotte ook uit het oosten komen. Toen Frankrijk besloot een Atoombom te bouwen werden de dure forten door het Franse leger afgestoten waardoor de Hackenberg in 1970 zijn verdedigingsfunctie verloor. Tot 1975 deden de gangen en tunnels dienst als opslagruimte waarna de lokale bevolking rondleidingen begonnen te organiseren. Hieruit ontstond de l’Association Amfort Veckring en die nog altijd zorgt draagt voor de rondleidingen. Alleen in het weekend van 14.00 to 17.00 uur. Als je in de buurt bent ga dan zeker even kijken.

Oradour-sur-Glane-tweede-wereldoorlog-dorp-verwoest

Oradour-sur-Glane: dorp als monument van de waanzin *****

Straat met ruïnes en trambaan in Oradour-sur-Glane in Frankrijk

Het dorpje is een indrukwekkend monument van de waanzin van de oorlog.

Wat vond er plaats in Oradour-sur-Glane? Het dorp zou nooit in de geschiedenisboeken zijn gekomen als de 2de SS pantserdivisie ‘Das Reich’ niet op zaterdagochtend 10 juni 1944 het dorpje omsingelde en alle aan- en afvoerwegen afsloot. De Duitsers kwamen uit het zuiden en gingen richting Normandië om de Amerikanen en de Britten te bestrijden.

Bij Montauban had het uitgerust van de inspanningen van het oostelijk front en was het aangevuld met nieuwe rekruten uit Roemenië, Hongarije en, opvallend genoeg, ook uit de Elzas.  Deze laatste werden door de Duitsers niet gezien als Fransen, maar als volkduitsers en hadden in 1940 een Duits paspoort gekregen.

Race naar Normandië

De tocht naar het Normandië was niet zonder gevaar. De divisie startte bij Montauban en de route leidde door de Dordogne en de Limousin. Nu een aangename rit over de A20 maar in het voorjaar van 1944 was het een haardvuur van verzet. Het Franse verzet, of althans dat gedeelte dat naar Londen luisterde, had de opdracht gekregen om de tankdivisie zo lang mogelijk op te houden want  het geallieerde leger in Normandië was net geland en nog zeer kwetsbaar. Een goed uitgeruste en getrainde tankdivisie had in principe genoeg slagkracht om ze terug de zee in te jagen.

In Tulle waren de bezetters al compleet verjaagd en de Duitse divisie kreeg dan ook de opdracht om deze stad te heroveren. Dat laatste was niet nodig want de stad was al ontruimd door het verzet voordat de Duitsers arriveerden. Dit gebaar stond echter een bloedige vergeldingsactie van de SS divisie niet in de weg. De SS ging er helemaal los en tijdens een orgie van geweld werden honderden mannen opgeknoopt.

Weer op weg naar het Normandië kwam één van de SS generaals in handen van het verzet waarna de divisie een klopjacht op poten zette. Toen dit niet snel tot succes leidde, omcirkelde de leiding van de divisie op de kaart een dorpje even ten westen van Limoges; Oradour sur Glane.

Bloedbad

Op zaterdag 10 juni 1944 naderden de mannen van de SS het dorp. Het was een zonnige dag en in Oradour stonden de mannen te wachten voor de distributie van de tabak toen de eerste SS-ers het dorpsplein opreden. Daarna ging het allemaal heel snel en volgens een draaiboek dat werd gebruikt bij het vernietigen van dorpen in Rusland.

Alle inwoners werden verzameld, waarna de mannen van de vrouwen werden gescheiden. Niet veel later werden de mannelijke inwoners doodgeschoten. De vrouwen en kinderen werden vervolgens in de kerk opgesloten, die werd opgeblazen, en de rest van het dorp werd verwoest. In een paar uur werd een compleet dorp met koelbloedige efficiëntie verwoest. 642 mensen vonden die dag de dood, slechts zes dorpelingen wisten te ontsnappen.

Herinneringscentrum

Het dorp is na de oorlog een kilometer verder opnieuw gebouwd. Wij bezochten het dorp op een warme dag in augustus. In 1999 is er een ondergronds herinneringscentrum gebouwd met een enorme parkeerplaats. Deze was opvallend rustig toen wij onze auto parkeerden want, zoals het goede Nederlanders betaamt, arriveerden wij rond de middagpauze en dan zitten de Fransen te eten.

Het centrum was gelukkig open en zo konden wij naar binnen om kaartjes te kopen. Het gebouw ligt voor een groot gedeelte onder de grond en is enorm. Het bovengrondse deel is opgetrokken uit cortenstaal en doet zeer modern aan. Omdat de ingang aan de andere kant van de weg ligt dan het verwoeste dorp, stoort het niet. Het is misschien niet heel mooi, maar het is zeker indrukwekkend.

Binnen is het donker en wordt aan de hand van foto’s, films en ander audiovisueel materiaal de geschiedenis van het dorp en de Tweede Wereldoorlog verteld. Een prima tentoonstelling in een moderne omgeving, niets mis mee. Om het dorp te bereiken, loop je door een enorme betonnen tunnel die onder de weg D3 doorloopt. Ook dit is indrukwekkend en het geeft je het idee dat je door de tijd terugloopt. Zo zal de architect het ook bedoeld hebben, denk ik.

Verwoest huis emet autowrak in Oradour-sur-Glane in Frankrijk

Een wrak van een auto in een verwoest huis.

Eenmaal uit de tunnel sta je direct tussen de verwoestingen. Als er iets bestaat als historische sensatie die je kan voelen, dan is het hier. Ik heb dat op meerdere plekken gevoeld zoals Carcassonne, de loopgraven in Noord-Frankrijk en in Sachenshausen. Natuurlijk weet je dat hier iets heel droevigs is gebeurd en dat het vooral iets is dat je zelf voorstelt en iets wat in je hoofd afspeelt. Maar dat neemt niet weg dat het toch een zeer sterk en bijzonder gevoel is.

Het dorp is redelijk groot en het is inderdaad zo dat je het gevoel krijgt dat de bewoners plots zijn verdwenen. Wat natuurlijk ook zo is. De auto van de dokter staat nog midden op een plein, de naaimachines in de winkel en in de garage staan auto’s. Je wordt er heel droef van. De meeste gevels staan nog rechtop, maar de rest van de huizen zijn compleet verwoest.

Ook de tramrails en bovenleidingen zijn nog intact. Deze tref je vlakbij het kerkje, daar waar de vrouwen en kinderen de dood vonden. Indrukwekkend is ook de begraafplaats.

Nadat ik een beetje van de droefheid die dit monument uitstraalt was bekomen, merkte ik op dat deze ruïne nog op een hele andere manier interessant is. Het dorp vertelt namelijk niet alleen het verhaal van de 10de juni in 1944, het is tevens een tijdscapsule. Met een andere blik zie je ook hoe een dorp in de eerste helft van de twintigste eeuw eruitzag. Er zijn bijna geen auto’s en die er wel zijn, zijn heel erg klein. Opvallend is ook de hoeveelheid naaimachines die in veel huizen staan en ook de grote hoeveelheid waterpompen in de straat is niet meer van deze tijd.

Verwoeste garage in Oradour-sur-Glane in Frankrijk

De garage in Oradour, wat er van over is tenminste.

Toch blijven de gebeurtenissen in de oorlog een hoofdrol spelen als je door de straatjes van Oradour loopt. Het is een zeer bijzondere plek die, als je er gevoelig voor bent, je nooit zal vergeten.

Schuldigen

Ook al is het al meer dan een halve eeuw geleden, de geschiedenis van Oradour is nog niet helemaal voorbij. Eén van de grote onbeantwoorde vragen blijft waarom de SS dit bloedbad heeft aangericht. Dat is nog altijd niet duidelijk. De SS divisie heeft lang in het oosten gevochten. In Rusland was het uitmoorden van een dorp voor de Duitsers routinewerk. Je zou kunnen zeggen dat deze manier van oorlogvoeren een soort van gewoonte was geworden. Maar dat verklaart nog niet waarom de SS juist Oradour uitkoos. Het dorp stond niet bekend als een bolwerk van verzet.

Maar wellicht komt er toch een antwoord op deze vraag want de Duitse justitie maakte bekend dat ze een man hebben opgespoord die bij het bloedbad aanwezig zou zijn geweest. Hij zou wellicht iets kunnen zeggen over de motieven van de moordpartij. Helaas werd deze rechtszaak wegens gebrek aan bewijs in december 2014 niet doorgezet. Het blijft dus voorlopig een raadsel waarom juist dit dorp werd uitgemoord.

Tot slot was Oradour sur Glane niet het enige dorp dat op 10 juni 1944 werd verwoest. In Griekenland viel de SS het dorp Distomo aan waarbij meer dan tweehonderd burgers de dood vonden. Een bizar toeval.

Saint Bertrand de Comminges: dorp met kathedraal en Romeinse opgravingen *****

In de eerste eeuw groeide de stad tot minstens 10.000 inwoners. Sommige bronnen spreken zelfs over meer dan 30.000 zielen. Hoe dan ook gaat het hier om best veel mensen en de stad zou nooit meer inwoners hebben dan in die tijd. Ook in het Romeinse Rijk was dit een stad met een serieuze omvang met regionale functies, zowel economisch als bestuurlijk. De stad was daarom ook uitgerust met openbare gebouwen zoals een theater, een forum, een marktplaats en natuurlijk een badhuis.

Romeinse opgravingen

theater-saint-bertand-de-comminges-dorp-frankrijk-plus-beaux-villages

De tribunes van het Romeinse theater zijn tegen een berg gebouwd waar 5.000 toeschouwers een voorstelling konden bijwonen.

Romeinse gebouwen

Een groot aantal van deze gebouwen zijn de afgelopen eeuw opgegraven en nu te bewonderen. Vooral het theater, dat tegen een berg is gebouwd, is nog goed te herkennen. De afmetingen zijn redelijk groot en vanaf deze plek zijn de overblijfselen van de rest van de Romeinse stad goed te zien. Daardoor krijg je er een goed beeld van hoe groot de stad in de eerste eeuw moet zijn geweest, veel groter dan het huidige dorp.

Het theater is de eerste attractie die je tegenkomt als je vanaf de parkeerplaats naar het dorp wandelt. Er rijdt ook een pendelbusje in de vorm van een toeristisch treintje, maar wij wilden de berg waarop het dorp ligt zelf beklimmen. Bovendien wil je in zo’n busje natuurlijk ook niet gezien worden.

kathedraal-saint-bertand-de-comminges-dorp-frankrijk-plus-beaux-villages

De kathedraal is voor een groot deel Romaans en heeft een kloeke toren.

Na de ineenstorting van het Romeinse Rijk ging het snel bergafwaarts met de stad. In de vijfde eeuw waren het eerst de Vandalen die het hadden gemunt op de nederzetting, waarna ruim een eeuw later de Bourgondiërs het karwei af maakten en de stad compleet van de kaart veegden. Daarmee leek het verhaal van de stad ten einde.

Bouw kathedraal

Ruim vijf eeuwen zou hier niemand wonen, totdat in 1089 een ridder van de graaf van Toulouse werd benoemd tot bisschop van dit dorp. Ik heb niet kunnen achterhalen of dit een misselijke grap was om de betreffende ridder te pesten want hij werd feitelijk bisschop van een ruïne. Deze Bertrand L’Isle-Jourdain liet zich echter niet kisten en liet een kathedraal bouwen naar Romaans model. Daar liet hij het niet bij, want geen kathedraal is compleet zonder een klooster. Het moge duidelijk zijn dat het dorp naar hem is vernoemd toen hij het eenmaal tot heilige had geschopt.

Kennelijk was men in die tijd niet vergeten dat op deze plek een belangrijke Romeinse stad had gestaan want het was gebruikelijk om een bisschopszetel te vestigen in een voormalig Romeins bestuurscentrum. De katholieke kerkprovincies zijn ook nu nog bijna dezelfde als de oude Romeinse provincies. In dit geval is het wel opmerkelijk dat er werd gekozen voor een stad waar al eeuwen niemand woonde.

Pelgrims

De keuze om de zetel van de nieuwe bisschop juist hier te vestigen had nog een andere reden. De stad lag namelijk op één van de pelgrimsroutes naar Santiago de Compostella. En die was in de Middeleeuwen uiterst populair. De oude Romeinse weg vanuit Narbonne naar het westen van Spanje was de Route du Soleil van de elfde eeuw en liep pal langs de nieuwe kathedraal. Dit gaf de bisschop niet alleen prestige en macht maar de duizenden pelgrims gaven ook een economische basis voor de nieuwe nederzetting.

Bertrand koos als plek voor zijn kathedraal de top van de heuvel die boven de Romeinse stad uitkeek. Hierdoor waren de gebouwen niet alleen makkelijk te verdedigen maar tevens was de kerk voor de naderende pelgrims al van kilometers afstand te zien. Het werd al snel een pleisterplaats waar je veilig kon overnachten. Saint Bertrand de Comminges was eigenlijk een grote aire op de weg naar het belangrijkste heiligdom van West-Europa. Je vraagt je af hoe Hazeldonk er over tien eeuwen uit zal zien.

Het moet in de straatjes van het dorp in die tijd een drukte van belang zijn geweest met herbergen, eethuisjes en ander vertier. Als je nu door het dorp loopt, heb je maar weinig fantasie nodig om je dit voor te stellen.

Houten toren

De toren van de kathedraal van Saint Bertrand de Comminges in Frankrijk

De klokkentoren van de kathedraal heeft een houten dak.

De kathedraal zelf is een interessant gebouw. Het pleintje voor de kerk, dat door de zware toren wordt gedomineerd, is gezellig druk. De top van de toren is van hout, waardoor het de indruk geeft van een vestingstoren zoals je die in Carcassonne ook wel ziet. Vroeger werden wel meer kerktorens van hout gemaakt, maar door de kwetsbaarheid van het materiaal voor de bliksem, zijn deze bijna allemaal vervangen door een stenen exemplaar. Waarom deze kerktoren nog van hout is, weet ik niet. Aan de voet van de Pyreneeën kan het flink onweren, iets waar we over mee kunnen praten. Het lijkt mij sterk dat de torenspits door de eeuwen heen nooit is geraakt door de bliksem of het opperwezen zou persoonlijk moeten waken over deze kerk. Dat is natuurlijk niet uitgesloten.

De kerk vormt overigens nog steeds een onderdeel van de eerder genoemde pelgrimsroute. Steeds meer mensen lopen deze route in zijn geheel of gedeeltelijk en sta niet raar op te kijken als je pelgrims tegen het lijf loopt. Deze zijn te herkennen aan een wandelstok en een schelp aan hun rugtas.

Boven de deur is er een fraai timpaan met als thema de aanbidding van de wijzen. Binnen valt je als eerste een enorm orgel op. Gezien de vele aanplakbiljetten van een concert die in het dorp hingen toen wij er waren, wordt deze kennelijk ook regelmatig gebruikt.

Via Facebook liet Laird Evert G. Davelaar, een organist, weten dat het orgel inderdaad best bijzonder is. Het is een indrukwekkend instrument met 40 stemmen, voor een kerk van deze omvang is dat fors. Zelfs een Bourdon 32 voet. Gezien de dispositie zal het ongetwijfeld indrukwekkend klinken. Oud is het orgel echter niet. Orgelmaker Swiderski bouwde het in 1981, weliswaar in de oude, 17e eeuwse orgelkas, zodat het uiterlijk hetzelfde bleef. Het verbaast mij daarom niet, dat er regelmatig concerten in de kerk zijn. Jean Pierre Swiderski is als orgelmaker gevestigd in Parijs. Naast nieuwbouw restaureert hij ook oude Franse orgels.

kerk-pelgrim-saint-bertand-de-comminges-dorp-frankrijk-plus-beaux-villages

Zo nu en dan kom je nog een pelgrim tegen. Ze zijn te herkennen aan de houten staf met daaraan een schelp gebonden.

Fraai is het houtsnijwerk van de koorbanken in het midden van de kerk. De vensters in het koor vertellen verhalen uit het Nieuwe en Oude testament. Iets wat je toch wel verwacht in een kerk. Bijzonder aardig is de crypte waar je afbeeldingen uit het Roelandslied kunt ontdekken. Deze middeleeuwse superheld stierf in de Pyreneeën toen hij de aftocht van het leger van Karel de Grote dekte tegen de Moren of ander knoflooketend volk. Dat moet hier toch vlakbij gebeurd zijn.

Klooster

Tegen de zuidkant van de kerk is het klooster gebouwd. Vooral de kloostergang is bijzonder omdat het aan één kant open is, waardoor je een prachtig uitzicht hebt op de besneeuwde bergen.

Zoals bij veel dorpjes in het zuiden van Frankrijk het geval is, zijn ook in Saint Bertrand de Comminges de afgelopen eeuw veel kunstenaars neergestreken. Er zijn dan ook veel ateliers en galeries in de gezellige straatjes te vinden met zeker geen onaardige kunst.

Na ons bezoek aan het dorpje, besloten we een late lunch te nuttigen op de picknickplaats die even voor het dorp ligt. Daar wachtte ons nog een mooie verrassing, want naast een prachtig uitzicht op het dorp, staat er midden in het veld nog een grote kerk. Bij nadere bestudering bleek dit de Basilique Saint-Just de Valcabrère te zijn. Een gebouw uit de elfde eeuw dat is opgebouwd met restanten van oude Romeinse huizen. Ik had er nooit van gehoord, maar het staat daar wel heel mooi te wezen. Even stoppen daar en als je eten bij hebt is het een perfecte plek voor een picknick.

Saint-Bertrand-de-Comminges

Het stadje vanaf een afstand. | Foto: Michael Kroese

Larressingle: Carcasonne in het klein *****

 

Larressingle-beaux-village-armagnac-plein

Larressingle heeft een kleine burcht met een kerk binnen de muren.

Nadat Fransen de Engelsen hadden verslagen verloor de burcht zijn functie. In de daarop volgende eeuwen raakte het plaatsje in verval. De sterke stenen muren werden door de dorpelingen gebruikt als steengroeve om hun eigen huizen te bouwen. En net als zoveel andere dorpen in Frankrijk werd het mooie dorp in de twintigste eeuw hersteld.

Larressingle-beaux-village-armagnac-plein-winkeltje

Pleintje voor het museum in Larressingle.

Larressingle-beaux-village-armagnac-plein-poort

Een kleine poort met een toren vormt de ingang tot het dorp.

Het dorp herbergt een kasteel en een oude kerk. Hierin staat een interessant beeld van Saint-Sigismond. De beeldhouwer wist kennelijk niet precies hoe deze heilige er uitzag en heeft daarom maar een andere Franse held genomen als model; Vercingetorix. Het kerkje heeft door zijn dikke muren en kleine raampjes een aparte sfeer.

Naast het kasteel en de kerk omvat Larressingle niet heel veel huizen. In één van deze huizen is een museum ingericht waar aan de hand van kostuums de geschiedenis van het dorp wordt uitgelegd. De kleine straatjes en steegjes zijn mooi en wij vonden zelfs een heel klein openlucht theater achterin het dorp. Helaas was er geen voorstelling.

Vlak buiten het Middeleeuwse dorp is er een soort van Middeleeuws attractieparkje gebouwd. Hier kan je kennismaken met de oorlogsvoering uit de veertiende eeuw compleet met ridders, blijde, katapulten en belegeringstorens. Toen wij er waren was hij net dicht, maar het zag er leuk uit voor zowel volwassenen als kinderen.

Larressingle ligt midden in de Armagnac en kenners weten dan dat hier een lekkere drank wordt geproduceerd. Het dorp ligt tussen de druivenranken in waar de edele drank van wordt gemaakt. In de directe omgeving van Larressingle zijn voldoende plekken om Armagnac te proeven en aan te schaffen.

In de omgeving
Naast nog twee ‘Beaux Villages’ in de direct omgeving van Larressingle waaronder Fourcès, kwamen wij nog een bijzonder aardig historisch monument in vorm van een Romeinse Villa tegen. In Frankrijk noemen ze dat altijd een Gallo-Romeinse opgraving, maar het is natuurlijk gewoon Romeins. De villa ligt in Seviac in de richting van Montreal.

Conques: schatkamer van de pelgrims *****

conques-Aveyron-abdijkerk

De grote abdijkerk Foy beheerst het aanzicht van het dorp.

Plannen maken

En zoals alle relieken hebben die van de heilige Foy een mooi verhaal over hoe deze in Conques terecht zijn gekomen. De overblijfselen van het heilige meisje werden na haar dood beheerd door een klooster in Agen, de stad waar ze is gestorven. Vanwege een niet meer te achterhalen reden ontstond er in het klooster van Conques een enorme cultus rond haar persoon en daarmee ook de wens om de relieken te bezitten. Maar dat ging natuurlijk niet zomaar. Er werd een  plan bedacht.

Het bleek een plan van een onvervalste rooftocht die niet zou misstaan in Hollywoord productie. Er zou eerst een monnik naar de abdij in Agen gaan om  het vertrouwen te winnen van de plaatselijke geestelijke om daarna de kostbaarheden mee te nemen naar Conques. En zo is het gegaan. Een monnik vertrok naar Agen, wist daar na tien jaar toewijding de functie van reliekbeheerder te verwerven, waarna hij de relieken stal en naar Conques bracht.

Kennelijk was de heilige zelf hier erg content mee, want amper aangekomen in Conques verdubbelde het aantal wonderen en mirakelen rondom de overblijfselen van haar. Wat maar weer een bewijs was dat het voor iedereen beter was zo.

conques-Aveyron-abdijkerk-interieur

Het interieur van de abdijkerk is indrukwekkend hoog voor een romaans gebouw.

Unieke schatkamer

Om de belangrijke kerkelijke positie te behouden en verder uit te breiden, moest de abdij de pelgrims natuurlijk wel iets te bieden hebben. Naast een fraaie kerk en abdij behoren de kerkschatten van Conques tot de mooiste van West-Europa die door het optreden van de inwoners bewaard zijn gebleven. Zowel tijdens de godsdienstoorlogen als tijdens de Franse Revolutie hebben de bewoners de relieken en hun schatten verstopt zodat ze nu nog bestaan.

Hierdoor vind je in de schatkamer van Conques een unieke kijk op de middeleeuwse ambachtskunst. Hoogtepunt van de collectie is een gouden beeld van de heilige Foy (Fides) waarvan een afbeelding stond in het handboek Middeleeuwen op de Universiteit. Helaas was de schatkamer dicht toen wij op een donderdagmiddag aan het begin van mei Conques bezochten. We moeten dus nog eens terug en dat is niet heel erg.

Tympaan

Gelukkig was die middag in mei de kerk zelf wel open. We kwamen zelfs enkele echte pelgrims tegen, inclusief staf. Het hoogtepunt van de kerk is ongetwijfeld het beeldhouwwerk boven de hoofdingang dat het laatste oordeel voorstelt. De tympaan is een prachtig gaaf voorbeeld van Romaanse religieuze kunst en staat op het zelfde niveau als die van Vézelay en Autun. Neem even rustig de tijd om het eens goed te bekijken. Als je goed kijkt, ontdek je dat de figuren buitengewoon mooi zijn gemaakt en veel van hen een enorme expressie op hun gezicht hebben. Het is zonder twijfel gemaakt door iemand die uitermate goed zijn vak verstond.

conques-Aveyron-abdijkerk-foy-tympaan-laatste-oordeel

Het tympaan boven de hoofingang is bijzonder gaaf en stelt het laatste oordeel voor.

Omdat Conques op een redelijk steile helling is gebouwd, vormen de straatjes eigenlijk een soort terrassen. Dit geeft een leuk effect omdat je, als je over een straat loopt die hoger ligt, op het dak kijkt van de bebouwing van een straat lager. Zo ook bij de kerk. Als je de kerk vanaf de grote parkeerplaats nadert, kijk je op de ‘eerste verdieping’ van het koor aan.

Bij ons bezoek hebben we uitgebreid koffie gedronken in een tentje vlak naast de kerk. Een prima restaurant met een goede kaart. Vervolgens hebben we lekker gewandeld en van het uitzicht genoten.

Het dorp diende als voorbeeld voor de film ‘Beauty and the Beast‘ van Disney uit 2017. Hoewel er voor deze film niet in de dorp is gefilmd zijn de huizen, de straatjes en de pleintjes wel gebruikt om de wereld van de film te creëren. Wie hier zoekt naar het kasteel in de film komt dus bedrogen uit want die staat hier niet.

Feesten en partijen

Wij waren in mei in Conques en toen was het erg rustig in het dorp. Dat is in de zomer wel anders. In juli en augustus is er een festival met klassieke muziek. In oktober is het echt feest en is er een processie in de straten van het dorp.

Het dorp Gordes in de Provence, Frankrijk. Credits: Atout France/Robert Palomba

Gordes: droomdorp in de Provence *****

Gordes-vaucluse-provence-vaucluse-rue-de-leglise

De doorkijkjes in het dorp zijn soms adembenemend.

Het dorp is al meer dan eens het decor geweest van een film. De bekendste is wel ‘A good year‘. Een mooi gemaakte film die je het best kan kijken op een regenachtige zondagmiddag. Je voelt je dan direct een stukje beter.

De mooiste route om Gordes te benaderen is vanaf het zuiden. Neem de D2 en sla af op de D15. Vanaf deze bochtige weg laat het plaatsje zich af en toe zien en zal je als chauffeur je niet moeten laten afleiden door het uitzicht.

Het laatste stukje naar het dorp maakt de weg een lange slinger waardoor je een prachtig uitzicht hebt op het dorp. In het dorp rij je direct een plein op met het kasteel. Aangezien het nogal druk kan zijn, moet je de auto iets verder in het dorp kwijt zien te raken. Moeilijk is dat niet want er zijn parkeerplaatsen genoeg, wel allemaal betaald trouwens.

Naast filmploegen zijn er in Gordes ook in de loop van de tijd tal van kunstenaars neergestreken. Als je door de straatjes loopt dan kom je veel winkeltjes tegen waar kunst en kunstzinnige zaken worden aangeboden. Als je goed zoekt en je niet gek laten maken door je vakantiegevoel kan je hier ook echt iets moois vinden.

Eten kan je in Gordes ook prima. Er zijn genoeg restaurantjes te vinden en in een steegje tegenover het kasteel vind je een redelijk goede bakker. De prijzen zijn heel toeristisch, maar ach.

Om de drukte een beetje te ontvluchten, loop je via de kerk naar beneden. De nauwe straatjes zijn soms best stijl, maar het is de moeite waard om even naar beneden te lopen, want daar wacht een mooi uitzicht op het dal. Wie doorloopt komt zelfs een klein openluchttheater tegen.

Kerkje

De kerk is somber van buiten maar verrassend kleurrijk van binnen. Het is voor een 21ste-eeuwer even wennen, maar in de middeleeuwen zagen alle kerken er van binnen erg kleurrijk uit. Het idee van schoonheid van witte beelden en stenen is typisch iets van deze tijd. In de middeleeuwen was een kerkbezoek één groot feest voor de ogen. Te meer omdat kleuren in het dagelijks leven niet veel voorkwamen. Het was gewoon te duur.

Kasteel

Gordes-vaucluse-provence-dorp-straat

Gordes heeft gezellige straatjes met leuke winkeltjes.

Het op het centrale plein gelegen kasteel stamt uit de zestiende eeuw. In de twintigste eeuw werd het bewoond door de kunstenaar Victor Vasarely. Maar voor een overzicht van zijn werk kan je beter doorrijden naar Aix en Provence en het Foundation Vasarely bezoeken. Nu vind je er een museum met werken van de Vlaamse kunstenaar Pol Mara. Moderne kunst in een zestiende eeuws kasteel, het kan en het klopt ook allemaal in Gordes.

Village des Bories

Onderaan de berg ligt de Village des Bories, een negentiende eeuws dorp waar de woningen zijn opgetrokken in een stijl die werd gebruikt rond 5.000 v Chr. Het geeft een goed idee hoe de mensen in de Provence leefden in de prehistorie.

In de omgeving

In de Vaucluse verveel je je nooit. Wie in Gordes is, mag zichzelf niet een bezoek aan de Abdij van Sénanque ontzeggen.  Dit cisterzienzer klooster is nog altijd in gebruik en ligt in een prachtige kloof vol met lavendelvelden. Iets verder ligt de Gorges de la Nesque. Niet zo enorm als de Gordes de Verdon, maar als je toch in de buurt bent, zeker het omrijden waard.

Gordes-vaucluse-provence-terras

Als je een beetje doorloopt kom je zelfs in Gordes in de zomer nog mooie stille hoekjes tegen

Vézelay: de parel van de Morvan *****

Vezelay-kerk

In de winter is de toeristische trekpleister in de Morvan in ruste.

Santiago de Compostella

Direct bij de ingang van het dorp vind je op de grond een gouden schelp. Dit is het begin van de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella. Dit was in de middeleeuwen een uiterst populaire tocht die ook tegenwoordig nog veel wordt gelopen. Lijkt mij interessant om dit ook eens te doen, voor als we tijd hebben.

In het dorp zelf word je vanzelf door de hoofdstraat naar de Romaanse Basiliek geleid. In de zomer is dit een drukke straat met tal van winkeltjes, restaurantjes en kunstgaleries. Want naast bedevaartsoord, is Vézelay ook de woonplaats van kunstenaars. En hoewel het geen enorme wandeling is naar de abdijkerk, de weg ernaartoe is soms gemeen stijl. Zeker in de zomer is het dan prettig om te weten dat er altijd een terras met een koel glas rosé binnen handbereik is.

Vezelay-kerkplein

De abdijkerk ligt aan een bescheiden plein boven op de heuvel.

Wie de klim heeft volbracht komt op een prachtig pleintje voor de abdijkerk. De kerk is oud en heeft een bewogen geschiedenis. Iedereen met een beetje kunsthistorische blik ziet dat het voorste gedeelte van de kerk, het schip, het oudst is. Het is gebouwd in de elfde eeuw. Na een brand in de dertiende eeuw is de kerk opnieuw opgebouwd en is het gotisch koor toegevoegd.

Religieus gezien ligt het hoogtepunt onder het altaar. Daar bevinden zich de resten van Maria Magdalena, een onderarm of zoiets. Ook voor atheïsten en andere heidenen die niet geloven in het vereren van lichamen is het toch een aanrader om even een kijkje te nemen in de crypte. De ruimte is nauw, krap, indrukwekkend en je hebt het gevoel dat je zo de middeleeuwen binnen loopt.

Kunsthistorisch gezien vind je het hoogtepunt in het portaal boven de hoofdingang. Het tympaan geldt als één van de mooiste Romaanse werken in Frankrijk, en wellicht van de wereld. Het is prachtig! Neem dus even de tijd om het goed te bekijken. In het midden zit Jezus met om hem heen de 12 apostelen. Het stelt het moment voor dat de Heer aan zijn metgezellen vertelt dat ze zijn woord over de wereld moeten verspreiden. De bijbel hebben ze dan ook in de hand en de apostelen worden omringd door allerlei rare volkeren die nog niet zijn bekeerd. Daarboven zijn de 12 maanden van het jaar uitgebeeld in de vorm van werkende lieden, elke maand kende in de twaalfde eeuw zo zijn eigen werkzaamheden.

Neem even de tijd om het op je in te laten werken en dan zal je opvallen dat de figuren een zekere dynamiek en beweging hebben. Dat is voor die tijd redelijk bijzonder, de meeste afbeeldingen waren statisch en formeel.

Geschiedenis

Vézelay kende in haar lange tijd van bestaan een bewogen geschiedenis en zeker in de middeleeuwen was het een komen en gaan van celebrities. Zo riep Bernard van Clairvaux in 1145 hier op tot de Tweede kruistocht. Na heel wat politiek geharrewar pakten

Vezelay-kerk-tympaan

Het tympaan in het voorportaal in de abdijkerk geldt als één van de hoogtepunten van de Romaanse kunst.

de koningen van Frankrijk en Engeland en de Duitse Keizer het kruis op en vertrokken onafhankelijk van elkaar naar het heilige land. Het werd geen succes.

Vézelay was een dikke eeuw later het startpunt voor de Derde Kruistocht. In het dorp verzamelden zich de Franse en de Engelse koning. Dit zijn wellicht de bekendste middeleeuwse koningen: Philips II Augustus en Richard Leeuwenhart. Ook deze tocht werd niet echt een succes, al was het wel spannend.

Andere middeleeuwse supersterren die Vézelay bezochten, waren Thomas Beckett die zich in de twaalfde eeuw hier verstopte voor de Engelse koning. Al mocht dat niet baten. Ook Eleonora van Aquitanië bezocht Vézelay. Eleonora geldt als de vleesgeworden hoofse liefde, beschermvrouwe van dichters en zangers maar ze bezat ook een uitstekend politiek instinct. Zij was zowel getrouwd met de Engelse als Franse koning.

Wij hebben twee drie keer Vézelay bezocht. In 2007 waren wij er in augustus en in 2013 in februari. De verschillen zijn enorm. Je kan je in de zomer niet voorstellen hoe koud het er kan zijn en ’s zomers is het onwaarschijnlijk hoe rustig het hier is in de winter.