Château de Gavaudun **Kasteel tussen Dordogne en Lot
Het land tussen de Dordogne en de Lot wordt letterlijk al sinds mensenheugenis bewoond. Dat is ook niet zo raar want het is hier goed wonen, nu maar ook al in de prehistorie. Het land is vruchtbaar, er is voldoende water en het klimaat is mild. En dat is eigenlijk nu nog zo.
Op de grens tussen vlakte van de Lot en de vallei van de Dordogne ligt een smalle vallei van de rivier de Lède. Waar we nu een mooie plek zien om te wonen of te wandelen was het in de middeleeuwen een strategische plek waar iedereen langs moest om van het ene gebied naar het andere te komen.
Kasteel bouwen
In de elfde eeuw werd er op het kalkplateau dat boven het smalle gedeelte van de vallei ligt, voor het eerst een kasteel gebouwd. Van dit originele gebouw is slechts de kerker over maar met de bouw begint een roerige tijd voor de streek. Het kasteel is dus net op tijd gebouwd of misschien was het wel zo dat de burcht juist de ellende veroorzaakt.
In de twaalfde eeuw vestigen zich een bende roofridders in het kasteel die zich later transformeerde naar een heuse religieuze sekte. Zo ging dat in die tijd. Twee eeuwen later lag het kasteel in het midden van de strijdtoneel tijdens de Honderdjarige oorlog. Veel van de heren kozen de kant van Koning van Engeland maar de heer van Gavaudun bleef Frankrijk trouw. Met succes want vanaf dit kasteel werd het nabij gelegen Monflanquin op de Engelsen veroverd.
Godsdienstoorlogen
Weer twee eeuwen later woedde er een burgeroorlog in Frankrijk. Deze strijd staat bekend om als de godsdienstoorlogen en wederom werd deze uitgevochten in de buurt van Gavaudun. Daarna werd het rustig en kon het kasteel zo prachtig vervallen zoals dat alleen in Frankrijk kan met de huidige ruïne als resultaat.
Rustig
Bij ons bezoek in het augustus, hoogseizoen dus, was het opmerkelijk rustig in het kasteel. De dag daarvoor hadden we nog de Dordogne bezocht en daar was het een drukte van belang. Hier stonden drie andere auto’s waardoor we even dachten dat het kasteel was gesloten maar het was gewoon open.
Naast het kasteel zijn er nog een aantal gebouwen waarvan het gemeentehuis best groot is voor de paar huizen die er staan. Het kasteel is trouwens niet de enige attractie hier, er zijn hier een paar fraaie wandelroutes uitgezet en je kan hier klimmen op een steile wand aan de andere kant van het riviertje.
Wij besloten om eerst maar het kasteel te bezoeken. Nadat ik mijn hoofd had gestoten omdat de ingang van het gebouw van de kassa toch net iets lager was dan ik had ingeschat stond ik tollend vier kaartjes te bestellen. Mijn Frans moet daarbij een Duits accent hebben gehad want ik kreeg de Duitse variant van de speurtocht mee. Die hadden we niet nodig maar het is leuk voor jonge kinderen als er een speurtocht is.
Steile entree
De entree van van het kasteel is uniek. Geen klassieke slotgracht met een ophaalbrug maar een zeer steile trap. Die laatste stond er vroeger niet dus de ridders moesten met gevolg via een (touw) ladder naar boven. Bij gevaar werd de ladder opgetrokken waardoor je een goed verdedigbare ingang overhoudt. Ik heb zoiets nooit zoiets gezien en vraag mij af wat de ridders met hun paarden deden in die tijd.
Ondanks dat het een kleine klim is zou ik mensen die minder ter goed ter voet zijn een bezoek aan dit kasteel niet aanbevelen.
Eenmaal boven zei je pas hoe smal het hele kasteel is; op sommige punten was er slechts een meter of zes tussen de muren. Op de toren in het oostelijke deel en een paar kleine gebouwen na staat er niets meer met een dak erop. De buitenmuren staan er nog wel allemaal. Niet op de originele hoogte maar ze zijn gelukkig hoog genoeg om niet naar beneden te vallen en gelijk je toch een idee te geven hoe het kasteel eruit gezien moet hebben in zijn glorie dagen.
Uitzicht
Omdat je vrij hoog staat is het uitzicht over de kleine vallei erg mooi. Hoewel ik niet zo heel erg van hoogtes hou moet ik altijd even recht naar beneden kijken. Dat viel niet tegen en je kan je voorstellen hoe de kasteelbewoners zich vrij veilig voelden bij een belegering.
Het enige huisje dat nog in tact is heeft helaas geen vloer meer. Als je je hoofd door de deur steekt kijk je in een diepte die ooit diende als wateropslagplaats. Nu heeft het een mooie echo en aangezien de enige andere bezoekers, een Belgische gezin, aan de andere kant van het kasteel waren, hebben we ongegeneerd flink hard gezongen. Het was een mooie echo.
Naast de echo, het uitzicht zijn er op verschillende plekken opdrachten te vinden van de eerder genoemde speurtocht. Maar de grootste attractie is de donjon die helemaal aan de oostelijke kant ligt.
De toren
De toren is flink en in allerlei opzichten best interessant. Het bouwwerk heeft vijf etages, steekt 25 meter boven de rest van het kasteel uit en heeft op sommige plekken erg dikke muren. Ook de vorm is opvallend; aan de kant van het kasteel twee hoeken terwijl de buitenkant rond is.
De toren schreeuwt om beklommen te worden dat hebben we dan ook gedaan. Dat is goed te doen. De eerste verdieping bereik je door een buitentrap en omvat een aantal kamers. Dan begint de pret want voor de tweede verdieping moet je vrij nauwe trap op gevolgd door een krappe wenteltrap. Voor mensen met claustrofobie niet echt een aanrader.
Tot slot is er nog een kleine ijzeren wenteltrap die je helemaal bovenop de toren brengt. Op de top is alles netjes afgezet zodat jij, of het nageslacht, niet per ongeluk naar beneden kan vallen. De weg naar beneden is misschien nog net iets lastiger dan omhoog, al wordt het nooit echt eng.
Wandelroutes
Chateau de Gavaudun is ook een uitstekend startpunt voor een fijne wandeltocht. Er zijn verschillende routes uitgezet die, zoals overal in Frankrijk, uitstekend zijn aangegeven. Fiche-GavaudunStAvit-2014 kan je de wandeling downloaden. Ben je bekend met een GPX file; download hier de rondwandeling naar Saint-Avit.
Video van Château de Gavaudun
Beelden van Château de Gavaudun
E-Magazine Dordogne & Lot
In bezit een ereader of tablet? Download dan het E-Magazine over de Dordogne & Lot. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.
Evenementen in Château de Gavaudun
Kaart van Château de Gavaudun en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Château de Gavaudun
Beynac-et-Cazenac: levende ansichtkaart langs de Dordogne ***
We hebben veel dorpjes bezocht maar Beynac-et-Cazenac hebben wij eigenlijk niet goed bekeken want we zijn er alleen doorheen gereden én langs gevaren met een kano. We zijn er dus wel geweest maar we hebben het dorp niet goed bezocht. Daarom geef ik dit dorp ook geen sterren want ik kan het niet goed beoordelen al had ik wel de indruk dat het heel bijzonder is. Maar om het goed te kunnen beoordelen moet moet ik er nog een keer heen en dat lijkt mij geen straf.
Prehistorie
De Dordogne is één van de plekken in West-Europa die al aan de einde van de ijstijd door mensen werd bewoond. Langs de oever van de rivier is er ook veel gevonden van deze vroege bewoners waarbij Lascaux de bekendste is. Ook in de buurt van Beynac-et-Cazenac zijn resten gevonden die wijzen op al een lange bebouwing. Ze hebben hier een archeologische park gebouwd waarin wordt uitgelegd hoe de mensen hier leefden tussen grofweg de laatste ijstijd en de komst van de Kelten, die wij kennen als Galliërs. Het park is in de zomer elke dag open en ze spreken er Engels. Na het hoogseizoen moet je een afspraak maken.
De andere publiekstrekker is natuurlijk het kasteel. Om daar te komen loop je door het dorpje waar je via een steil straatje de burcht bereikt. Het verdedigingswerk is op 150 meter hoge rots boven de Dordogne gebouwd en heeft in de tweede helft van de middeleeuwen een flink aantal belegeringen doorstaan waarbij de aanvallers werden bestookt met stenen.
Richard Leeuwenhart
Dit was niet altijd succesvol. Zo veroverde de beroemde Engelse koning Richard Leeuwenhart in de twaalfde eeuw het kasteel. Dat is geen schande want hij was een getalenteerd militair. Een eeuw later werd het kasteel van Beynac-et-Cazenac door het kruisridders uit het noorden veroverd op de Albigenzen waarbij behoorlijk wat bloed vloeide.
Naast de militaire functie heeft het kasteel ook een bestuurlijke functie gehad. Zo vergaderden de baronnen van de Perigord er en woonde één van hen hier. Na de Franse Revolutie waren er echter weinig edelen over in Frankrijk en werd het kasteel verlaten en raakte het in verval.
Restauratie kasteel
In tweede helft van de twintigste eeuw werd het gekocht door een particulier die het langzaam maar zeker heeft gerestaureerd zodat wij er nu van kunnen genieten. Het heeft interessante vertrekken waarvan er een aantal alleen zijn aangelicht met olielampen zoals dat ook in de middeleeuwen gebeurde. Tot slot is er het uitzicht over de rivier en de rotsen van de Domme en kan je bij helder weer drie andere kastelen zien.
In en rond het dorp is veel te doen. Zoals ik al eerder schreef is een kanotocht over de Dordogne echt een must. Al is er geen opstap plek in Beynac-et-Cazenac, daarvoor moet je westelijker wezen. Verwacht niet een tocht op wild water want de rivier is hier kalm en rustig. Wie echt iets bijzonders wil doen kan een ballontocht maken boven het dorp maar dat is wel redelijk prijzig.
Monpazier: het mooiste vestingstadje van de Périgord ****
De machtsbasis bevond zich in het zuidwesten van Frankrijk met Bordeaux als belangrijkste stad. Om dit gebied te verdedigen stichtte Edward een aantal kastelen en versterkte dorpen. In Monpazier is dat volgens een strak plan uitgevoerd. Het dorp heeft een rechthoekige plattegrond van 400 bij 220 meter.
Alle huizen even groot
De straten lopen evenwijdig aan de lange zijde en worden gekruist door vier dwarsstraten. Het hele dorp bestaat uit rechthoekige blokken waar alle huizen oorspronkelijk even groot waren. Bij het wandelen door het dorp geeft deze strakke indeling toch een vreemd gevoel. Deze strengheid hoort niet bij een Franse dorpje. Ik had dat gevoel ook bij het nieuwe gedeelte van Carcassonne en Villefranche de Conflent.
Voor de veiligheid waren tussen de huizen brandgangen zodat vuur moeilijker over kan springen. Deze brandgangen zijn nog goed te zien op het centrale plein. De Place des Cornières is bijzonder aardig en wordt omringt door huizen die tussen de middeleeuwen en de zeventiende eeuw zijn gebouwd. De arcades onder de huizen zie je meer in de het zuidwesten van Frankrijk en geeft een plein een eigen charme. Midden op het plein is een houten markthal te bewonderen. Vlakbij het plein staat de kerk die in de dertiende eeuw is gebouwd en daarna nog een aantal keren is verbouwd.
Tot slot is een bezoekje aan de Office du Tourisme nog de moeite waard. Hier is een kleine tentoonstelling over de geschiedenis van de Bastides ingericht , inclusief schaalmodellen en archeologische vondsten.
Saint-Jean-de-Côle: dorp met oude priorij
Ondanks dit geweld is er best nog veel te zien in Saint Jean de Cole. Eén van de meest interessante gebouwen is de kerk van de priorij waarvan alleen het koor nog staat.
Deze is gewijd aan Johannes de Doper en heeft Byzantijnse plattegrond, in Frankrijk is dat redelijk zeldzaam. Ook van gebouwen van priorij staan nog redelijk wat overeind en hebben een aantal mooie renaissance details. Helaas is deze alleen open tijdens de Open Monumentendag.
De oude brug over de rivier de Cole is ook even het bezoeken waard. Deze stamt uit de twaalfde eeuw en ligt prachtig over het water, een mooi plaatje.
Ontdek de mooiste dorpen en leukste plekjes langs de Dordogne in Frankrijk
De Dordogne is een zeer populaire streek in Frankrijk om vakantie te vieren, vooral Nederlanders weten deze streek te waarderen. Het gebied is vernoemd naar de mooie brede rivier die er doorheen stroomt waaraan prachtige steden en dorpjes liggen. De meest bekende is ongetwijfeld Sarlat-la-Canéda met zijn mooie straatjes en gezellige pleintjes met terrassen. Sarlat is dan […]
Belvès: dorp met grotwoningen en oude markt ***
Romeinse tijd
De Romeinen die in de eerste eeuw Gallië veroverden, zagen onmiddellijk de strategische waarde en vestigden hier een legerplaats. Dit gaf de plaats veiligheid maar bovenal welvaart en een goede infrastructuur. De boel moest immers worden bevoorraad en de aansluiting op het netwerk van wegen was goed voor de handel. Helaas is van deze periode niet veel meer terug te vinden in het huidige dorp.
In de Middeleeuwen bleef Bèlves dankzij de strategische ligging een belangrijke nederzetting. Merovingers, Franken en Vikingen brachten allemaal een bezoek aan het dorp waarbij sommige bezoekers de boel niet helemaal achter lieten zoals ze het hadden aangetroffen.
In de elfde eeuw werd er een abdij gebouwd die volgens een legende werd beschermd door zeven edellieden die allemaal een toren lieten bouwen. Het dorp verdiende hierdoor zijn bijnaam ‘De stad met de zeven torens’. Hoewel het nu als een dorp door het leven gaat, was het in die tijd een stad. Deze status is nu nog terug te vinden in het feit dat het dorp de hoofdstad is van het Kanton.
Honderdjarige Oorlog
De late middeleeuwen was een tijd van vallen en opstaan voor Bèlves. In de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk lag het vaak in de frontlinie en was het dorp meer dan eens het toneel van dood en destructie.
Toch kende het ook periodes van rust en welvaart bijvoorbeeld toen Clemens V, die zich als paus in Avignon vestigde, zich opwierp als beschermheer. Deze relatie met de heilige stoel is nog goed te zien in het dorp waar je vaak afbeeldingen en beeldhouwwerk met sleutels en de driedubbele kroon tegenkomt. Ook de plaatselijke ondernemers kiezen vaak een naam die verwijst naar deze paus. Kennelijk verkoopt zo’n heilige naam nog altijd goed.
Na de Honderdjarige oorlog kent de streek rondom de Dordogne een lange tijd van welvaart waarbij de lokale edelen grote kastelen lieten bouwen in Renaissance stijl. Deze bouwgolf ging voor een groot deel voorbij aan Bèlves maar in de directe omgeving is het kasteel van Biron hier een goed voorbeeld van. Evengoed kent het dorp een aantal huizen met Renaissance kenmerken.
Tijdens de godsdienstoorlogen ligt het dorp wederom in het oorlogsgebied en dat laat diepe sporen na. Mede door de hoge belastingen die de koning na deze burgeroorlog heft verarmt de streek en komen de boeren in opstand. Hoewel in het begin succesvol wordt deze boerenopstand (jacquerie) twee keer bloedig neergeslagen.
Bij ons bezoek aan Bèlves regende het pijpenstelen. Dit overkomt ons wel meer in Frankrijk en de Dordogne staat ook bekend om zijn regen. Dit heeft te maken met het Centraal Massief waar de wolken die vanaf de oceaan komen aanwaaien overheen komen. Maar het kan er zeker ook warm zijn. De regen joeg ons direct een brasserie in waar we besloten de bui af te wachten. Hier kwamen er achter dat de grotwoningen onder het marktplein, een perfecte attractie tijdens dit weer, die dag gesloten waren. Resultaat was dat we na dik anderhalf uur wij rennend terugkeerden bij de auto. Het was al laat en er moesten nog boodschappen worden gedaan en zo. Heel jammer want wat ik door de druppels van het dorp zag, was bijzonder mooi.
Mocht je het dorp bezoeken zonder zondvloed neem dan even een kijkje bij de eerste genoemde markthal uit de vijftiende eeuw, het liefst tijdens de markt op zaterdagmorgen. Op één van de zuilen is nog een ijzeren ring te vinden waaraan criminelen werden vastgeketend. De kerk uit dezelfde periode lijkt ook de moeite waard en dat geldt ook voor de grotwoningen onder het marktplein. Maar geniet vooral van een wandeling door de straatjes in het oude centrum en bewonder de prachtige huizen.
Ben in toevallig in augustus in de buurt dan zijn er tal van activiteiten en feesten in Bèlves. Op de eerste zondag is er een middeleeuws festival. Op vijftien augustus wordt er een vliegfestival georganiseerd op het plaatselijke vliegveld en dat is altijd leuk met kinderen.
Loubressac: het rustige deel van de Dordogne ***
De verhuizing naar boven vond plaats in de veertiende eeuw. Frankrijk werd toen geteisterd door de Honderdjarige oorlog met Engeland en de streek rond Loubressac ligt lag midden in de frontlijn. Om zich te beschermen tegen de plunderende soldaten werd er op de rots boven het dorp een vesting gebouwd waar als snel de hele bevolking een veilig heenkomen zocht.
Dal van de Dordogne en Bave
Een triest verhaal natuurlijk maar Loubressac ligt nu wel erg mooi en heb je vanuit het dorp een prachtig uitzicht op het dal van de Dordogne vlakbij de plek waar de Bave uitmondt. Het landschap rondom de rivier is niet zo ruw als verder stroomafwaarts, het is veel evenwichtiger en rustiger. Saai is het allerminst want bij mooi weer zie je aan de ene kant de torens de kastelen van Castelnau en Montal liggen en aan de andere kant die van het stadje Saint-Céré met daarachter de uitlopers van het Central Massif.
De vesting in Loubressac zelf is nog altijd te herkennen en staat fier op de punt van een rots dat over het dal uitkijkt. Niet meer als militair bolwerk want, het kreeg in de zeventiende eeuw een flinke opknapbeurt, maar als prachtig landhuis dat helaas niet voor het publiek toegankelijk is. Dat mag de pret natuurlijk niet drukken want het dorp barst van de mooie huizen en straatjes. Deze zijn toegankelijk via een grote poort waarachter de intimiteit van een vestingstadje voelbaar is.
Natuursteen
De huizen en gebouwen van Loubressac zijn gebouwd van licht natuursteen waardoor het karakter van het dorp licht en open is. Wij bezochten Loubressac eind april en dan is het dorp nog niet helemaal wakker uit zijn winterslaap. De straatjes waren uitgestorven, lang niet alle winkels waren open en de bewoners keken ons met een verbaasde blik aan. Op een pleintje kwamen we een groepje Amerikanen tegen die ons voor Fransen hielden en bovendien verantwoordelijk voor het feit dat ze geen restaurant konden vinden om hun honger te stillen. Ze bleken die nacht in Frankrijk te zijn aangekomen en voor het laatst in het vliegtuig te hebben gegeten. Gelukkig bleek op het pleintje een klein café net open te gaan waarna de Amerikanen met zich op de lunchkaart stortten.
Het kerkje van Loubressac in de moeite waard om te bekijken. Het is gebouwd in de veertiende eeuw en twee eeuwen later nog eens vergroot. Het is opgetrokken in de Romaanse stijl zoals zoveel kerken in de Quercy. Binnen is met name het koor indrukwekkend met zijn blauwe plafond.
Eten en drinken
De streek rond de Dordogne is bekend om zijn fijne keuken en hoewel wij in Loubressac niet hebben gegeten, denk ik dat je hier heerlijk kan eten. Saffraan en truffels zijn hier de plaatselijke delicatesse, en dat is natuurlijk geen straf.
Het dorp ligt perfect als uitvalsbasis om de interessante omgeving te verkennen. Bij de VVV (alleen open in de zomer) zijn meerdere wandeltochten te krijgen, onder andere naar het mooie rustige Autoire, dat hier om de hoek ligt. Maar ook Carrenac en Curemonte liggen niet ver en kunnen met de auto makkelijk worden bezocht. Naast deze ‘Plus beaux villages’ ligt in het zuiden het mooie en interessante Rocamadour en in het westen de prachtige grotten van Padirac. Genoeg te doen dus en het dorp heeft meerdere hotels, verschillende gîtes en twee campings. Omdat het dorp maar een tiental kilometer van de snelweg A20 ligt, is het ook ideaal als overnachting als je op doorreis bent.
Carennac: dorp bij de Dordogne met alles erop en eraan ****
Klooster
Carennac is ontstaan in de elfde eeuw rondom een priorij van de orde van Cluny, die nog steeds, tegen een klein bedrag, te bezoeken is. Helaas is het niet helemaal ongeschonden uit de geschiedenis gekomen. Tijdens de honderdjarige oorlog was deze streek lang het strijdtoneel en ook Carennac is in deze tijd niet aan het geweld ontsnapt. Het klooster werd voor een groot deel verwoest en na deze strijd in de vijftiende eeuw herbouwd en uitgebreid.
Vier eeuwen later moest het klooster het ook tijdens de Franse Revolutie ontgelden en raakte zwaar beschadigd. Toch maakt met name het kloosterhof het dorp de moeite waard om te bezoeken. In de kapittelzaal is nog een mooie grafligging van Jezus te zien waar de emotie van de hoofdrolspelers vanaf spat. Zeker even gaan kijken daar dus.
Kerk Saint Pierre
Naast het klooster herbergt Carennac het mooie Romaanse kerkje Saint Pierre uit de elfde eeuw. Kijk voordat je naar binnen gaat even omhoog, want boven de deur bevindt zich een prachtig timpaan uit de twaalfde eeuw. Het stelt een twaalfde-eeuwse kijk op de eindtijd voor, waarbij Jezus met de bijbel in zijn hand als koning wordt afgebeeld.
De huizen in Carennac zijn opgetrokken uit amberkleurig natuursteen en dat geeft het dorp een aangename sfeer. Ook het Château des Doyens is gebouwd met deze steen. Hier vind je een museum over de omgeving. Door gebrek aan tijd hebben wij het niet bezocht maar zo’n plaatselijk museum is in Frankrijk altijd aardig.
Een andere attractie die wij hebben gemist, zijn de kano’s. Aan het oostkant van het dorp ligt een startpunt en in de zomer is dit een uitstekend vermaak.
In de omgeving van Carennac
In de buurt van Carennac is genoeg te zien en te doen. Op nog geen tien kilometer van het dorp ligt de Gouffre du Padirac. Dat is één van de mooiste grotten van Frankrijk, waar je met een bootje op een ondergrondse rivier kan varen. Iets verder ligt het bekende bedevaartsoord Rocamadour prachtig aan de rivier de Lot.
Mooie dorpen zijn er rondom Carennac genoeg te vinden. Dit land is echt een walhalla voor liefhebbers. Op een steenworp afstand liggen Autoire, Turenne en Loubressac. Iets verder naar het noorden rijden is Colloges-le-Rouge en in het westen liggen Domme en La Rogue-Gageac. Genoeg te zien dus!
Gouffre de Padirac: varen in een grot ****
Het toeristenseizoen was duidelijk nog niet begonnen en daarom konden wij de auto voor de deur parkeren. De grote parkeerplaatsen en het plein voor het entreegebouw verraadden dat dit uitzonderlijk was, hier kan het in het hoogseizoen behoorlijk druk zijn. Het entreegebouw is trouwens wel even de aandacht waard, want dat is bijzonder fraai ontworpen. Er is aan het begin van het terrein een speciale plek voor campers, maar volgens mij mag je daar niet overnachten.
Lift of trappen
Wij wandelden zonder problemen langs de rijen hekjes naar het entreegebouw. Dit is best een aardig gebouwtje, waarin je naast de kassa de onvermijdelijke souvenirwinkel vindt. Nadat de kaartjes waren gekocht, daalden we af naar de grot. Hiervoor is een grote stalen constructie met een lift en trappen, in het gat in de grond geplaatst. De lift is natuurlijk het meest comfortabel, maar de diepte afzakken met de open trap is veel leuker.
Het gat is rond de 75 meter diep en is aan het einde van de negentiende eeuw door Alfred Martel ontdekt, een bekende naam in de speleologie, want deze beste man heeft zo’n beetje de helft van de Franse grotten ontdekt. Dat was niet echt moeilijk omdat het plafond van het enorme gat in de grond, een gouffre genaamd, was ingestort. Het gat is ontstaan door water dat miljoenen jaren de grond heeft weggespoeld. Toch verdient de man respect want hij was de eerste die via een touwladder in het gat afdaalde.
Eenmaal beneden blijkt het gat in de grond nog groter dan vanaf boven. Het water dat de gouffre heeft uitgesleten valt nog steeds, waardoor je op de bodem in een ondergrondse regenbui staat. Hierna leidt de route je via wat trappen naar een brede gang onder de grond, die je naar de bootjes brengt. Naast het pad,dat tevens dienst doet als wachtrij, zoekt flink wat water zijn weg naar de ondergrondse rivier verderop. De gang was begin mei niet in gebruik als wachtrij want er was praktisch niemand en dus liepen wij direct door naar het haventje.
Varen in een grot
De bootjes worden door gondeliers door middel van een flinke boom verplaatst. De bootjes zijn vrij nat omdat het water op allerlei plekken door het plafond druppelt, trek dus niet je driedelig of mantelpakje aan, want die hou je niet droog. Daarbij schommelen de bootjes behoorlijk. Dit wordt tijdens de tocht nog geaccentueerd door de gondelier die nog wel eens grappig wil doen. Dat is natuurlijk leuk en goed voor de sfeer. Het water is ongelooflijk helder en de grot is sfeervol aangelicht en dat maakt het boottochtje een erg leuke ervaring.
Bij aankomst wacht een gids die je meeneemt naar erg mooie en vooral grote zalen. Het hoogtepunt van de excursie is een hoge zaal met een bassin met helder water dat als een spiegel oogt en de Grande Pendeloque: een zeer grote steen van maar liefst 60 meter hoog. Na een klein half uurtje ben je weer terug bij de gondels en begint de terugtocht.
Als je in de buurt bent, dan is de Gouffre de Padirac een echte aanrader. Zeker met kinderen is een bezoek zeker de moeite waard. De grot is erg mooi, maar de afdaling en het tochtje over de rivier zorgen ervoor dat een bezoek je lang zal bijblijven. Het kan er wel druk zijn en het is wellicht een idee om je kaarten alvast online te kopen, want dan hoef je niet in de rij voor de kassa te staan.
Het landschap en de grotten langs de Dordogne en de Lot
De toeristen, die sinds halverwege de vorige eeuw in steeds grotere aantallen de Dordogne en de Lot bezoeken, zijn niet de eerste die worden aangetrokken door dit land van melk en honing. Wie de eerste mensen zijn geweest die hier neerstreken, is niet met zekerheid te zeggen. Tegenwoordig zijn de geleerden het er wel over […]