Tag Archief van: Drie sterren

Autoire ****
Mooi dorp met een prachtige waterval

Het dorp Autoire ligt in het westen in Frankrijk in de buurt van de rivieren de Lot en de Dordogne. Het heeft alles wat je van een Frans dorp mag verwachten; mooie huizen, een kerkje, een restaurantje en een monument voor de gesneuvelde soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. Maar Autoire heeft nog iets meer want het ligt prachtig tussen de rotsen en heeft als bonus een prachtige waterval. Het is even lopen vanuit het dorp, maar het is de moeite waard!

Wij zijn twee keer in Autoire geweest, beide keren in de eerste week van mei. De eerste keer regende het behoorlijk, was het rond het vriespunt en hebben wij het dorp niet goed bekeken.

Het enige restaurant in het dorp dat open was, bleek iets te chique voor drie kleine kinderen. Het was gewoon te koud voor een wandeling en we zijn maar een grot gaan bezoeken. De tweede keer was het prachtig weer en hebben we heerlijk gewandeld in het dorp en de omgeving. Autoire is goed voor vier sterren.

Autoire

Rating:

4 van 5 sterren (?)

Zeker zien:

- Waterval
- Pleintje bij kerk
- Wandeling naar waterval

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps

Autoire ligt vlak bij de Lot, een zeer geliefde streek bij Nederlandse en Britse vakantiegangers. Ondanks dat het dorp een ‘Plus Beaux Village’ is, is het er niet druk. In mei tenminste, het kan anders zijn in de zomer, maar ik heb het idee dat het niet heel erg toeristisch is.

Dat is natuurlijk prima, want zo kan je beter van het dorp genieten. Hierdoor heb je het idee dat jij het dorpje zelf hebt gevonden, zodat je het in je gedachten kunt claimen. Dat is natuurlijk onzin, maar wel een leuk gevoel.

autoire-plus-beaux-village-lot-kasteel

Autoire was een geliefde plek om de zomer door te brengen. De zeven kastelen van het dorp zijn zomerverblijven van de rijken.

De geschiedenis van Autoire gaat terug naar de elfde eeuw. Tijdens de Honderdjarige Oorlog was de streek het toneel van veel gevechten en ook dit dorp ontkwam hier uiteindelijk niet aan. Het werd verwoest door de Engelsen. Ook tijdens de godsdienstoorlogen in de zestiende eeuw werd Autoire niet gespaard.

De zeven kastelen zijn de getuigen van een ander verhaal. Autoire was namelijk zeer geliefd als zomerverblijf voor de rijken uit het nabij gelegen Saint Cere. Gezien de ligging van het dorpje aan de rand van een keteldal in een mooie vallei, is dat ook niet zo vreemd. Autoire komt in de negentiende eeuw nogmaals in de geschiedenisboeken terecht omdat de Franse Generaal die de slag om Malakoff tijdens de Krimoorlog won,  in dit dorpje werd geboren. Het schijnt dat de familie nog altijd in één van de kastelen woont.
autoire-plus-beaux-village-waterval

De waterval ten zuiden Autoire.

Naast het kerkje vind je een fijn restaurant met een goed terras en een prachtig uitzicht. Een prima plek om je na een stevige wandeling aan de rosé te laven. Je kan hier ook Malakoff bestellen; een zoete lekkernij die genoemd is naar de slag. Het verhaal gaat dat de kok van de generaal dit gerecht voor het eerst tijdens de Krimoorlog heeft gemaakt.

Eén van de attracties die Autoire het bezoeken waard maakt, is de hoge waterval. Deze bevindt zich niet in het dorp maar net ten zuiden daarvan. Er zijn twee manieren om deze waterval te bezoeken, beide zijn niet aan te raden voor mensen die slecht ter been zijn of met kleine kinderen (jonger dan 4 jaar).

Als je niet al te veel tijd hebt, kan je het beste het pad boven de waterval volgen. Daarvoor rij je met de auto het dorp uit in zuidelijke richting. Na een kilometer kom je dan in een kloof en is er aan de linkerkant een parkeerplaats. Deze is een beetje verstopt achter een hoge rots, dus rij niet te hard anders mis je hem en moet je keren. Het wandelpad begint aan de overkant van de weg. Het tweede gedeelte van het pad is behoorlijk stijl en leidt naar een plateau met een schitterend uitzicht over het dorp en het keteldal. Het is even klimmen, maar het uitzicht is de moeite waard.

autoire-plus-beaux-village-lot-vallei

De vallei waar het dorp ligt met daarachter het keteldal.

Hieronder een video, van Nederlanders, die ik gevonden heb over de wandeling naar de waterval.Als je meer tijd hebt, dan is het wandelpad vanuit het dorp ook de moeite waard. Ook hier geldt dat het laatste stuk behoorlijk klauteren is en dus niet geschikt voor mensen die slecht ter been zijn of met zeer jonge kinderen. Hou er ook rekening mee dat je door het vallende water behoorlijk nat kan worden, wat bij mooi weer natuurlijk niet erg is. Neem vanaf de zuidelijke parkeerplaats de weg langs het kasteeltje waarna je het bos in wandelt. Je loopt nu naast een beekje en die volg je totdat je de waterval tegenkomt. Een mooie tocht en na afloop kan je met een gerust hart op het terras een versnapering nuttigen.

De omgeving

In de omgeving van Autoire is genoeg te zien en te beleven. Het bedevaartsoord Rocamadour is een absolute aanrader, al kan het in de vakantie behoorlijk druk zijn. Ook Saint Cirque-Lapopie is niet heel ver weg. Liefhebbers van grotten kunnen in deze streek ook hun hart ophalen. De meest indrukwekkend is ongetwijfeld de Gouffre de Padirac.

Video van Autoire


E-Magazine

In bezit een ereader of tablet? Download dan één van de E-Magazine. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.

Evenementen in Autoire

Juli
Feest van de patroonheilige met vuurwerkshow

Kaart van Autoire en omgeving


Les plus beaux villages de France
weergeven op een grotere kaart

Yèvre-le-Châtel: heerlijk slaperig dorp onder de rook van Parijs ***

Y-C3-A8vre-le-Ch-C3-A2tel-loiret-centre-graan

Yèvre-le-Châtel ligt tussen een gele zee van graanvelden.

Hoewel de gele zee van graan overweldigend is als je erdoorheen rijdt, is het ook zeker saai. Voordat je Yèvre-le-Châtel bereikt, rij je kilometers door de glooiende graanvelden en vraag je je toch af hoe het mogelijk is dat er hier ergens een mooi en interessant dorp is. En dan blijkt het toch zo te zijn.

Gallische weg

Het dorp is voor een groot deel gebouwd op de plek waar ooit een burcht heeft gestaan. Dit was een flinke burcht en die staan meestal op een strategische plek. Zo ook deze ten zuiden van Parijs; hij is gebouwd op de plek waar een oude Gallische weg de rivier La Rimarde kruist. Deze rivier vormde de natuurlijke grens tussen twee Keltische stammen; de Sénons en de Carnutes. De Romeinen bouwden als eerste in Yèvre-le-Châtel een versterking.

In de middeleeuwen werd rond het jaar 1000 een houten fort gebouwd. Het Romeinse exemplaar was toen blijkbaar verdwenen. In de elfde eeuw kwam het dorp in handen van de koning van Frankrijk, waarna het rond 1200 door Philippe II Augustus werd versterkt tot de huidige vorm. De burcht vormde een strategische basis voor de koning van Frankrijk die zijn handen vol had aan de adel, om deze een beetje in toom te houden. Het kasteel lag echter nooit in de vuurlinie.

Dat was wel anders twee eeuwen later tijdens de Honderdjarige Oorlog met Engeland. Yèvre-le-Châtel lag toen midden in het strijdgewoel. De Engelsen bedreigden het dorp vanuit het nabije Pithiviers, maar een klein garnizoen soldaten hield moedig stand totdat Jeanne d’Arc het kasteel ontzette tijdens haar mars naar Orléans. Zo kwam het dorp toch nog als voetnoot  in de Franse geschiedenis terecht. Pas in de zeventiende eeuw werd het garnizoen naar Pithiviers overgeplaatst, waarmee het dorp zijn militaire betekenis verloor. Yèvre-le-Châtel bleef echter wel een plaats van belang omdat er nog recht werd gesproken.

Y-C3-A8vre-le-Ch-C3-A2tel-loiret-centre-kasteel-poort

De poort gezien vanaf de donjon.

Het kasteel raakt in de negentiende eeuw in verval, totdat een groep vrijwilligers het in de jaren dertig van de twintigste eeuw opknapt en het toegankelijk maakt voor het publiek. Ondertussen hadden de bewoners bezit genomen van de gebouwen en maakten de verdedigingswerken onderdeel uit van het dorp. Eigenlijk is alleen nog de donjon, het binnenste gedeelte van het fort, niet bebouwd. Door het slechte onderhoud van de gebouwen, was het geheel wel tot een ruïne vervallen. De donjon is te bezichtigen. Het is best een klimpartij maar met kinderen is het gewoon een leuke attractie, inclusief donkere kerkers.

Ruïne kerk

Een tweede ruïne bevindt zich aan de andere kant van het dorp. Daar werd in de dertiende eeuw door de dorpelingen een eigen kerk gebouwd, de Saint Lubin. De reden hiervoor was dat de bestaande kerk onder invloed van de monniken van het klooster van Saint Benoît sur Loire stond. Kennelijk boterde het niet met de plaatselijke bevolking die besloot een eigen kerk te bouwen.

Y-C3-A8vre-le-Ch-C3-A2tel-loiret-centre-kerk-ruine

De Saint Lubin in Yèvre-le-Châtel is nooit afgebouwd maar heeft ooit een dak op het koor gehad.

Het bouwen van de Saint Lubin bleek toch lastig. Door geldgebrek werd het gotische bouwwerk nooit voltooid en kreeg uiteindelijk alleen het koor een dak. Deze bleek echter van belazerde kwaliteit, want het hele ding stortte in de veertiende eeuw tijdens de oorlog met Engeland in elkaar. In de zeventiende eeuw werd nog een poging gedaan om de kerk te voltooien, maar ook die strandde wegens geldgebrek. Je zou bijna geloven dat monniken uit St. Benoît hun invloed bij het opperwezen hebben gebruikt om te voorkomen dat de kerk ooit voltooid zou worden.

Nu staat er nog een prachtige ruïne van een kerk die het bezoeken meer dan waard is. Het deed mij een beetje denken aan de kloosterruïnes in Engeland, zoals Fountains Abbey in Yorkshire. Alleen heeft deze kerk nooit echt bestaan. Het is werkelijk bijzonder om er rond te lopen.

Het dorp

Hoewel het dorp behoort tot ‘Les Plus Beaux Villages de France’, is het niet echt een toeristische trekpleister. Het heeft rustige straatjes en je komt zo hier en daar wat plukjes dagtoeristen tegen, hoofdzakelijk Fransen. Dit geeft het dorp een heerlijke sfeer en als het weer mooi is, zijn er voldoende mooie plekjes om te picknicken. Neem dan wel zelf brood mee, want er is geen bakker in het dorp. Er is eventueel wel een restaurant en een Salon de thé waar ook kunst wordt getoond. Want zoals alle mooie dorpjes in Frankrijk heeft Yèvre-le-Châtel ook een aantal kunstenaars als inwoner.

Y-C3-A8vre-le-Ch-C3-A2tel-loiret-centre-kasteel-kerk

Het kerkje van het dorpje gezien vanaf een toren van de burcht.

Picknicken kan je ook in de prachtige vallei van het riviertje La Rimarde. Er zijn twee mooie wandelroutes. Je krijgt een beschrijving als je het kasteel bezoekt, in het Nederlands nog wel. Al is het foldertje wel met de Franse slag vertaald. Maar dat vinden wij niet erg.<

In de omgeving

In de omgeving is genoeg te doen. Je kan natuurlijk naar Parijs, het is maar een uurtje rijden met de auto en dertig kilometer ten zuiden van het mooie dorpje loopt de Loire, waar Saint Benoît sur Loire met zijn klooster echt de moeite waard is. Stop onderweg dan ook even bij Germigny-des-Prés. Daar staat een Karolingisch kerkje dat is gebouwd door de raadsheer van Karel de Grote. Karolingische kerkjes zie je niet elke dag, al is dit exemplaar wel iets té gerestaureerd. Het lijkt wel alsof hij net is opgeleverd. Toch een beetje jammer, want een oud kerkje met wat mos op het dak geeft toch een authentiek gevoel.

Een stukje stroomopwaarts vind je Briare waar in de negentiende eeuw een aquaduct over de Loire is gebouwd. Daar kan je de bootjes hoog over de Loire zien varen, erg leuk!

Ga je stroomafwaarts dan kom je Orléans tegen. Tot slot ligt er in het noordwesten Fontainebleau, het koninklijke paleis met prachtige tuinen dat zich kan meten met Versailles.

Collonges la Rouge: rood dorp met kasteeltjes en heerlijk eten ***

In de zestiende eeuw ontwikkelde het mooie dorp zich tot een soort vakantieplaats. De toenemende bestuurlijke elite van de burggraaf vond het een prima plek om ’s zomers te verblijven. Dit ging gepaard met een toenemende bouwlust, waarvan de mooie huizen en de kleine kastelen die in het dorpje te vinden zijn getuigen.

Collonges-la-Rouge-doorkijkje-restaurant

Het mooie dorpje heeft genoeg mooie straatjes met fijne terrassen.

Een mooi voorbeeld hiervan is Castel de Vassinhac. Dit kasteeltje is gebouwd aan het einde van de zestiende eeuw door de toenmalige heer van het dorp. Het kasteel heeft mooie peperbustorentjes en is bedoeld als paleis. De schietgaten in de torens zijn dus niet voor de verdediging maar vooral voor de sier. Naast dit kasteel zijn er nog veel meer mooie panden in het dorpje te bewonderen.

Van de oorspronkelijke kerk uit de achtste eeuw is niets meer over. De huidige kerk stamt uit de elfde en twaalfde eeuw en is in de zestiende eeuw versterkt. Kennelijk was dat nodig in die tijd. Wij bezochten het dorp op een mooie zonnige dag in mei. Bij het benaderen van de kerk vielen er twee dingen direct op: de plompe Romaanse bouw van met name de kloeke klokkentoren én het tympaan boven de hoofdingang.

Collonges-la-Rouge-kerk-tympaan

Tympaan van Eglise Saint Pierre in Collonges la Rouge.

Dit tympaan is zeer eenvoudig van opzet en een goed voorbeeld van de Romaanse kunst in deze streek. Het heeft niet de dynamiek van dat in de Adbijkerk in Vézelay, maar wel een bepaalde schoonheid in zijn eenvoud. De geleerden zijn er niet helemaal over eens wat het precies voorstelt, maar de centrale figuur in het midden is Jezus. Wat verwacht je anders? Er is twijfel of de Heer nu opstijgt naar de hemel of dat hij juist terugkomt. Wie het weet mag het zeggen!

Bij het wandelen door het dorp zijn hier en daar nog overblijfselen te zien van de muur die de priorij heeft beschermd tegen allerlei gevaren van buitenaf. Zo zijn er nog een aantal poorten te vinden en hier en daar nog een toren. Samen met de mooie huizen geven de muren het dorp een uiterst intieme en charmante uitstraling. In de straatjes zijn hier en daar wat winkeltjes en een galerie te vinden.

Eten en drinken

Bij mooi weer, en dat heb je nog wel eens in deze streek, heeft Collonges la Rouge genoeg terrasjes waar de innerlijke mens goed aan zijn trekken kan komen. Waar ik altijd heel blij van word, zijn de restaurantjes met een terras dat niet direct aan de openbare weg ligt. Je loopt dan langs een muur waarachter zachte eetgeluiden te horen zijn. Soms gaan deze gepaard met de lekkerste geuren en als je voorbij bent gelopen en je werpt een blik naar achteren dan ontdek je net een inkijkje waar je de mensen achter de dampende schalen ziet genieten. Prachtig!
Collonges-la-Rouge-doorkijkjeEn reken maar dat het de moeite waard is wat er op tafel staat. Het dorp ligt in een streek met een zeer goede keuken. Een hoofdrol speelt hier de gans, met het door de Fransen zo geliefde foie gras, dat je eigenlijk niet mag eten wegens de zeer dieronvriendelijke productie, maar wat o zo lekker is.

Ganzenbord

De rol die de gans in dit gebied speelt, komt erg leuk tot uiting bij La Grange aux Oies, een reusachtige versie van het spel ganzenbord tussen notenbomen. Bij de ingang krijg je een dobbelsteen en wordt aan de hand van het spel de functie en geschiedenis van de gans in de streek uitgelegd. Het laatste vakje, nummer 63, bestaat uit een schuur waar heerlijke streekgerechten staan te wachten om te proeven. Erg leuk om met kinderen te doen.

Dankzij zijn ligging is Collonges la Rouge prima te bezoeken als je op doortocht bent. Als je niet zo ver meer hoeft op de A20 en je een uurtje kan missen, dan is het geknipt voor een tussenstop. Dat geeft een ultieme ‘weg langs de snelweg’ gevoel en veel beter dan zo’n dichtbevolkte aire.

Domme: mooi dorp met kerk, kasteel en grot aan de Dordogne ***

Domme-dordogne-terras-II

Domme heeft een prachtig terras dat hoog boven de Dordogne uitsteekt, een prima plek voor een kleine lunch.

De grot zelf is de moeite waard, niet groot maar wel mooi met veel stalagmieten en -tieten. De gids is charmant en spreekt ook Engels, al moet je haar daar zo nu en dan wel aan herinneren. Ach, Frans is ook goed natuurlijk.

Leuk is het bordje aan het begin van de grot dat aangeeft dat onhandelbare kinderen niet welkom zijn. Minder leuk is dat bij de uitgang van de grot wel een lift is, maar dat deze het niet doet. Je moet dus zelf naar boven klimmen op de trappen. Zeker te doen, maar ik had wel wat te doen met de oude Engelse dame in de groep. Later zagen we haar door het dorpje lopen, ze heeft het dus gehaald!

Het dorpje zelf is authentiek en heeft mooie uitkijkplekken over de Dordogne. Er is bij de uitgang van de grot een kleine speelplaats. Een perfecte plek om de kinderen te laten spelen en zelf lekker een stokbroodje met kaas te nuttigen. Deze haal je bij de bakker op het centrale plein, dus voordat je de grot in gaat.

Op het plein bevindt zich ook een museum, maar daar zijn we niet in geweest. De hoofdstraat begint ook vanaf het plein en barst van de winkeltjes met plaatselijke producten, toeristische prullaria en leuke kunstige objecten.

Dat doet het altijd goed bij de Nederlandse toeristen en de plaatselijke bevolking pikt zo ook een graantje mee.

Tot slot heeft Domme natuurlijk een burcht. Best een mooie, die al half tot een ruïne vervallen is. Wie een nieuw kasteel wil zien moet maar naar de Efteling. Het kasteel is wel compleet met een gevang waar de Tempelier ridders hun namen in de muren hebben gekrast. Dat geeft het geheel toch een historische dimensie.

In de omgeving

In de buurt van de Dordogne rijgen ze de mooie dorpen achter elkaar. Een paar kilometer stroomafwaarts vind je bijvoorbeeld al La Roque Gageac.

Domme-dordogne-ingang-grot

De ingang van de grot ligt midden in het dorp op het centrale plein.

Iets oostelijker ligt Sarlat, een van de mooiste steden van Frankrijk. Maar ook de Lot is niet ver weg en daar ligt Saint Cirq Lapopie, volgens de Fransen zelf het mooiste dorp van hun land. En wie na het bezoek van de grot in Domme de smaak te pakken heeft, kan zijn hart ophalen in deze streek. Vooral Gouffre de Padirac is een absolute aanrader!

Lauzerte: mooi plein, lekker eten ***

Centrale plein

De rijkdom van toen is nog goed te zien aan de huizen die aan het centrale plein liggen. Het plein is uitgevoerd met een gallerij van bogen zoals je veel ziet in deze streek. Bij ons bezoek in juli was er op het plein een podium voor het jaarlijkse feest. Hoewel ik dol ben op dit soort feesten was het wel jammer.

Lauzerte-tarn-et-garonne-plein

Het centrale plein heeft rondom een bogengallerij zoals je veel ziet in deze streek.

Op het plein vind je wat terrasjes en leuke winkeltjes waar allerlei kunstzinnige zaken worden aangeboden want, net zoals bij veel dorpjes in deze omgeving, er zijn veel kunstenaars in het dorp. Je moet zelf maar kijken of er iets tussen zit. Vreemd was wel dat in één van deze winkeltjes mijn vraag, ik weet niet meer waarover, in het Nederlands werd beantwoord. Dat heeft altijd iets jammerlijks, ze zouden Nederlanders die in Frankrijk wonen moeten verbieden Nederlands te spreken tegen toeristen!

Lauzerte-tarn-et-garonne-straatje-deur-bloemen1

De gezellige straatjes in Lauzerte hebben genoeg schilderachtige hoekjes.

Rondom het plein barst het van de gezellige straatjes waar je heerlijk kan verdwalen. Loop je naar het zuiden dan kom je uiteindelijk op een groot terras waar je een schitterend uitzicht hebt over de landerijen rondom het dorpje. Vlak onder dit terras vind je de Jardin de Pèlerin, een tuin die in het teken staat van de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella.

Lauzerte tarn et garonne Lot tuin Jardin du pelerin

Jardin de Pèlerin

De tuin staat vol met bordjes met liedjes die tijdens deze tocht werden gezongen en natuurlijk allerlei bijzondere planten. Het is echt de moeite waard om daar even te kijken, zeker op een warme dag is de schaduwrijke tuin een prima plek om een stokbroodje met een stukje kaas te nuttigen.

Eten

Over eten gesproken, Lauzerte ligt in de streek van de foie gras, iets wat zeer lekker is maar dat je eigenlijk niet mag eten. Daarnaast kent de streek zijn eigen wijn AOC maar ook een AOC voor meloenen. Tijdens de tocht naar het plaatsje kom je langs uitgebreide boomgaarden met allerlei soorten vruchten. Even stoppen dus om perziken, abrikozen of een meloen voor de lunch aan te schaffen.

In de omgeving

Omdat Lauzerte net niet in het toeristische gebied van de Lot en de Dordogne ligt, sta je hier niet in de file met Nederlandse auto’s. Toch kan het hier in de zomer wel druk zijn. De Lot en de Dordogne bieden genoeg vertier om hier lekker een weekje vakantie te vieren.

Festiviteiten in Lauzerte
Zoals een goed Frans dorp betaamt, heeft Lauzerte in de zomer voldoende feesten en evenementen. In april is er een bloemenfeest. In de zomermaanden (juni, juli, augustus en september) zijn er talloze exposities waar het eerder genoemde plaatselijke kunstenaarsgilde zijn waar aanprijst. Natuurlijk ontbreekt ook een antiekmarkt niet op de agenda.

Lautrec: pastel, knoflook en klompen ***

lautrec-tarn-dorp

Vanaf de heuvel ‘Calvaire de la Salette’ heb je een prachtig uitzicht op het dorp en de omgeving.

Bij ons bezoek parkeerden wij de auto aan de westelijke kant van de heuvel, eigenlijk nog net buiten het dorp. Je kan ook om de heuvel rijden en een parkeerplekje in het centrum zoeken, dan hoef je niet te lopen. Vanaf hier loopt een mooi pad rondom de heuvel langs de molen omhoog. Aan de andere kant van de heuvel loopt er een pad naar beneden het dorpje in. Als je deze route neemt, hou er dan rekening mee dat je bij terugkeer de heuvel weer moet beklimmen.

Knoflookfeest

Hoewel we in midden augustus Lautrec bezochten, was het niet overdreven druk. Dat schijnt in de eerste week van deze zomermaand anders te zijn. Dan wordt namelijk het knoflookfeest gevierd. Specialiteit van het dorp is de roze knoflook en het is ook het enige dorp in Frankrijk waar deze soort wordt verbouwd. En zoals bekend zijn Fransen dol op dit kruid. De roze variant is beroemd om zijn unieke smaak en om het feit dat het zeer lang houdbaar is. In de zomer kan je de knoflook niet ontgaan, want al kilometers voordat je het dorp binnenrijdt dringt de geur de auto binnen. Het geeft wel een bepaalde sfeer.

Begin augustus wordt de knoflook geoogst en daar bouwen de inwoners van Lautrec een feestje omheen. Een onderdeel van het feest is het maken van beelden van knoflook. Dat klinkt wel spannend en het is jammer dat we het gemist hebben.

Pastel

lautrec-tarn-winkeltje-pastel-straatje

Pastelwinkeltje in Lautrec met de plaatselijke specialiteit.

Naast knoflook is het dorp ook bekend om de pastel. Dit plantje bevat een blauw pigment en dat is een zeer kostbaar goedje. Pastel was tot de introductie van indigo in Europa zo’n beetje de enige manier om iets blauw te maken. Het plantje wordt in de omgeving van Lautrec verbouwd en verwerkt tot pigment in het dorp. Er zijn nog enkele winkeltjes die dit dure stofje verkopen. Hoewel ik niet echt een goede tekenaar ben, kreeg ik bij een bezoek aan zo’n winkeltje wel de neiging het te kopen. Ik kon mij echter bedwingen.

Het dorp staat vol met vakwerkhuizen waaraan het opvalt dat de eerste verdieping overhangt ten opzichte van de begane grond. Ik weet niet precies waarom dit is, maar meestal heeft het iets te maken met belastingen. Lautrec heeft nauwe straatjes en intieme kleine pleintjes waar soms een bistro of restaurant te vinden is.

De centrale markt is bijzonder aardig. Op warme dagen vind je er genoeg schaduw om van de mooie huizen te genieten. Midden op het plein staat een fontein waar kinderen heerlijk een tijdje kunnen spelen, terwijl je zelf de gevels bestudeert, of geniet van een glas koele witte wijn.

Wat een wandeling door Lautrec bijzonder maakt, is het ‘Circuit des cartes postales’. Oude ansichtkaarten hangen her en der in het plaatsje en vertellen zo de geschiedenis van Lautrec.

Je hebt een dorp in Frankrijk niet bezocht als je niet de kerk hebt bezocht. In Lautrec vind je de Collégiale St-Rémy met een strakke buitenkant en een mooi interieur.

Overal in het dorp hangen oude ansichtkaarten waardoor je kan zien hoe het dorp er vroeger uitzag.

Vlak achter de kerk staat het klompenmuseum. Voor veel buitenlanders wellicht een aantrekkelijk attractie, maar als je zoals wij zo’n beetje naast de Zaanse Schans woont, loop je hier snel voorbij.

Wel zijn we nog even langs de middeleeuwse vestingmuren gelopen. Daarna hebben wij het pas gerestaureerde Porte de la Caussade bewonderd en het voormalige klooster, waarin nu het Office de Tourisme is gevestigd. Het zag er allemaal goed en mooi uit, maar door het warme weer sloeg de dorst toe.

In de omgeving

Albi is de trekpleister in de omgeving. De kathedraal is ronduit indrukwekkend. De buitenkant is gebouwd als een burcht. De binnenkant is zeer kleurrijk, zoals alle kerken in de middeleeuwen. Ook het museum van Toulouse Lautrec is een aanrader. In het zuiden ligt Castres met daarachter de Montagne Noir.

Auvillar: kunstenaarsdorp met prachtig plein ***

Auvillar-plein-schilder

Toch ligt het dorp mooi en zijn de laatste kilometers naar Auvillar de moeite waard. Na een korte klim kom je in het dorp aan. Een goede plek om de auto te parkeren is bij de kerk. Dan kan je die direct bekijken en je loopt zo naar het centrale plein.

Het is aan te raden om even de kerk in te lopen. Het gebouw is afgelopen eeuwen niet helemaal ongeschonden doorgekomen. De halve ruïne is daarom juist interessant om te bekijken

Maar het centrale plein is echt de juweel van dit mooie dorpje. Hier staat een fraaie ronde markthal. Hij is niet groot maar de vorm maakt hem uniek en de verhoudingen zijn zeer fraai.

Het plein is een beetje langwerpig compleet met een arcaden en een mooie boom in het midden. Bij ons bezoek was daar een mevrouw druk bezig een schilderij te produceren want zoals zo veel dorpen in Frankrijk zijn ook hier kunstenaars actief. En deze schilder was niet slecht.

Omdat het warm was besloten wij de schaduw van de parasol van het terras op te zoeken en onder genot van een ijsje onze vakantie-ervaringen uit te wissen met onze vrienden. Daarna vertrokken we naar onze gîte in Les Landes. Die bleek wel mooi en luxe was maar in een enorm saaie omgeving stond en ook dat is best uniek in Frankrijk.