Tag Archief van: Vier sterren

Monpazier ****
Het mooiste vestingstadje van de Périgord

Monpazier ligt in de mooie streek tussen de Dordogne en de Lot en is de mooiste bastide dorpen in de Périgord. Een blik op de plattegrond van het dorp doet helemaal niet denken aan een middeleeuws dorp. Waar je organische opgebouwde nederzetting verwacht met nauwe straatjes en kronkelige steegjes heersen in Monpazier strakke lijnen en uniformiteit die meer doen denken aan een Romeinse legerplaats. Eigenaardig is ook dat het dorp helemaal niet door Fransen is gesticht maar door een Engelse koning.

De geschiedenis van Monpazier gaat terug naar de dertiende eeuw. In deze tijd was Frankrijk weliswaar het grootste en economisch het sterkste land van West-Europa, de situatie van het land was niet echt best. De Engelse koning Edward I vond dat hij ook de Franse koning was,  waar hij juridisch ook een punt had, en begon een oorlog waarbij hij grote delen van Frankrijk in handen kreeg.

Monpazier

Rating:

4 van 5 sterren (?)

Zeker zien:

- Kerk
- Plein

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps

De machtsbasis bevond zich in het zuidwesten van Frankrijk met Bordeaux als belangrijkste stad. Om dit gebied te verdedigen stichtte Edward een aantal kastelen en versterkte dorpen. In Monpazier is dat volgens een strak plan uitgevoerd. Het dorp heeft een rechthoekige plattegrond van 400 bij 220 meter.

Alle huizen even groot

De straten lopen evenwijdig aan de lange zijde en worden gekruist door vier dwarsstraten. Het hele dorp bestaat uit rechthoekige blokken waar alle huizen oorspronkelijk even groot waren. Bij het wandelen door het dorp geeft deze strakke indeling toch een vreemd gevoel. Deze strengheid hoort niet bij een Franse dorpje. Ik had dat gevoel ook bij het nieuwe gedeelte van Carcassonne en Villefranche de Conflent.

Voor de veiligheid waren tussen de huizen brandgangen zodat vuur moeilijker over kan springen. Deze brandgangen zijn nog goed te zien op het centrale plein. De Place des Cornières is bijzonder aardig en wordt omringt door huizen die tussen de middeleeuwen en de zeventiende eeuw zijn gebouwd. De arcades onder de huizen zie je meer in de het zuidwesten van Frankrijk en geeft een plein een eigen charme. Midden op het plein is een houten markthal te bewonderen. Vlakbij het plein staat de kerk die in de dertiende eeuw is gebouwd en daarna nog een aantal keren is verbouwd.

Tot slot is een bezoekje aan de Office du Tourisme nog de moeite waard. Hier is een kleine tentoonstelling over de geschiedenis van de Bastides ingericht , inclusief schaalmodellen en archeologische vondsten.

Video van Monpazier

Beelden van Monpazier

E-Magazine Dordogne & Lot

In bezit een ereader of tablet? Download dan het E-Magazine over de Dordogne & Lot. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.


Downloaden doe je hier >>

Evenementen in Monpazier

Derde zondag van mei
Bloemenfestival
Tweede weekend van juni
Brocante
Eerste zondag van juli
Rommelmarkt
Laatste zaterdag van juli
Middeleeuws feest met theater
Vierde zondag van juli
Boekenfestival
Juli en augustus
Festivals en feesten
Tweede weekend augustus
Brocante
Eerste donderdag van augustus
Internationale wielerwedstrijd
Derde zondag van september
Dag van de ambachten

Kaart van Monpazier en omgeving


Les plus beaux villages de France
weergeven op een grotere kaart

Belcastel: dorp met kasteel aan de Aveyron ****

Een man rust uit in de schaduw tijdens een warme dag in Belcastel in Franrkijk

Belcastel is (nog) niet helemaal overspoeld door toeristen. Hier zit een oude inwoner in de schaduw uit te rusten vlakbij de oude brug.

Gevolg was dat wij als echte Nederlanders rond de lunch de parkeerplaats van Belcastel opdraaiden. Er zijn daar twee grote parkeerplaatsen. Of beter gezegd; er is één in het dorp en één een kilometertje stroomafwaarts langs de rivier. Wij kwamen de laatste als eerste tegen en besloten hier te parkeren en een stukje te lopen.

De dag ervoor waren we uit Bretagne gereden en zo voldoende gezeten en een stukje lopen was daarom wel een aangenaam vooruitzicht. Ondanks de warmte, het liep tegen de veertig graden, was het een fijne wandeling. Nadat we een hoge brug over hadden gestoken volgden we een schaduwrijk pad naar het dorp.

Belcastel ligt op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela en die was in de middeleeuwen ongekend populair. Jaarlijks gingen duizenden gelovigen te voet of te paard dwars door Frankrijk naar Noord-Spanje om het graf van Jacobus te bezoeken. Het was een drukke boel langs de wegen en de steden en dorpen op de route vaarden daar wel bij. Zo ook Belcastel dat één van de pleisterplaatsen was.

Het dorp Belcastel in het zuiden van Frankrijk

Uitzicht op Belcastel vanaf de andere oever van de rivier

De laatste jaren wordt de pelgrimsroute weer populairder en we stonden dan ook niet raar te kijken dat we al op het pad naar het dorp de eerste pelgrim tegenkwamen. Het bracht ons direct een beetje middeleeuwse sfeer. Helaas werd die vrijwel direct teniet gedaan door het felle lawaai van crossmotoren en geluid van een speaker van het type die ook bij de finish van de Tour de France hoort. Het bleek één van de activiteiten van het lokale dorpsfeest dat net was opgestart.

Dorpsfeest

Natuurlijk is dat wel een beetje jammer maar het ergens ook wel gemoedelijk. Zeker toen ik tussen de bomen door aan de andere kant van de rivier de Fransen druk bezig zag met het dekken van enorme tafels terwijl een ander clubje de wijn aan het keuren waren. Het zou zeker een leuk feest worden waar het dorp het hele jaar naar had uitgekeken en dat mag ik graag zien. Wie ben ik als toerist om mij daar aan te ergeren, al hou ik echt niet van het geluid van crossmotoren.

Bovendien was het dorpsfeest niet in het oude deel van het dorp waardoor het geluid eigenlijk helemaal weg was toen we op de oude brug van Belcastel stonden. Het wandeltochtje was niet alleen fijn maar gaf ons ook één van de mooiste aankomsten op een ‘Plus Beaux Village de France’. De bomen verdwijnen vrij plots waarna het pad een draai maakt en dan heb je vrij uitzicht op het dorp en dat voelt alsof je een ansichtkaart inloopt.

Ik zal dit moois proberen te beschrijven maar ik neem aan dat je al de foto’s bij dit artikel hebt bekeken. Voor je ligt de oude brug met daarachter het dorp dat zich uitstrekt over de vrij steile helling met daarboven het kasteel. Alle huizen zijn gebouwd van hetzelfde plaatselijke natuursteen en dat geeft het complete plaatje een heerlijke rust.

De Aveyron stroomt vrolijk onder de brug door waar aan één kant een strandje bevindt en andere kant een parkeerplaats met daar achter de gemeentelijke camping. Dit is zonder twijfel de camping met één van de mooiste uitzichten in Frankrijk.

Pont ancien

De brug zelf is mooi exemplaar en bij het schrijven van dit artikel kwam ik erachter dat het net als het kasteel de status heeft van ‘Monument historique’ heeft. Het is ook een fraaie brug waar je eigenlijk alleen als voetganger of fietser overheen zou moeten gaan. Hij is best hoog en op het hoogste punt staat een groot stenen kruis. De hoogte van brug zegt iets over hoe hoog het water van de rivier kan komen.

Eenmaal over de burg willen we natuurlijk richting het kasteel en dat betekent klimmen. Deze begint bij een grappig poortje aan de boulevard langs de rivier waarna je al snel tussen de huizen terecht komt in een heerlijk straatje. De huizen staan dicht op elkaar want de ruimte op de helling is schaars, zeker horizontale grond.

Een mooie tuin in het dorp Belcastel in het zuiden van Frankrijk

Een mooie tuin met verschillende leuk sculpturen. Op de achtergrond is nog net de rivier en een klein stukje van de gemeente camping te zien.

Hierom heeft elk huis minstens één terras, zowel in de letterlijke zin van het woord met stoeltjes en een tafel maar soms ook als een tuintje. Halverwege is er zelfs een wat grotere tuin die qua indeling middeleeuws aandoet maar de ijzeren sculpturen duidelijk van onze tijd zijn. Ik vond het wel een goede combinatie.

De klim is goed te doen maar toch zo intensief dat je zo nu en dan vergeet even om te kijken om naar het panorama te genieten. Het uitzicht op de rivier en de moeite waard om zo nu en dan even stil te staan.

Kasteel Belcastel

Eenmaal boven loop je vanzelf naar het kasteel. Het oudste deel is gebouwd in de elfde eeuw en kreeg in de loop van de vijftiende eeuw zijn definitieve vorm. Het kasteel is voor een groot deel een ruïne maar dat past eigenlijk wel een mooi in het plaatje. Bijzonder is zijn de twee kapellen die boven elkaar geplaatst zijn, iets wat ik alleen ken van de Sainte Chapelle in Parijs en het kasteel van Châteaudun bij de Loire. Binnen zijn verder harnassen en ander wapentuig te bewonderen.

Helaas was de toren van het kasteel tijdens ons bezoek versierd door een kunstenaar. Nu heb ik niets tegen kunst maar dit was wel een beetje jammer. Er was een stukje kunst gemaakt tegen de toren aan wat nog het meest leek op het product van een neusbui van een enorme reus die in de kloof had gestaan. Ik vond het niet mooi en het deed mij helemaal niets.

Vanwege de warmte besloten we nadat weer waren afgedaald om een koel drankje te nemen naast de brug en dat smaakte uitstekend. Daarna hebben we nog even naar de kerk, of eigenlijk meer een kapel, dat iets hoger staat bezocht.

Om de toer helemaal compleet te maken zijn we langs een oude ruïne gelopen die een kilometer verder langs de Aveyron staat. Dit bouwval, Fort de Lourdou genaamd, staat boven een grot en schijnt uit de vijfde eeuw te stammen. Dat is flink ouder dan het kasteel in het dorp en dat is ook te zien. De toestand van het geheel is zorgwekkend en ik ben echt bang dat het binnenkort helemaal uit elkaar valt. Het is gewoon openbaar gebied en je loopt er zo in maar het is goed uitkijken waar je gaat staan. Ik zou hier geen kleine kinderen loslaten.

Dat wil nog niet zeggen dat het mooi is, in tegendeel. Je hebt een mooi uitzicht over de rivier en de wandeling naar de ruïne is ook heel aangenaam.

Najac: koninklijk kasteel in de Aveyron ****

Huis met gallerij in Najac aan de Aveyron in FrankrijkWij reden vanaf het oosten het dorp in en daar is ook een mooie grote parkeerplaats. Dit is een uitstekende plek als startpunt voor een heerlijke wandeling door het dorp maar wij reden door en vonden uiteindelijk een plekje langs de doorlopende weg ergens onder het kasteel. Ook mooi maar de grote parkeerplaats was beter geweest want die route is veel mooier. We zijn gewoon maar heen en weer gelopen en dat kan ook maar is toch minder optimaal qua beleving.

Als je vanaf de grote parkeerplaats (zie kaart hierboven) het dorp in loopt dan kom je eerst op een langwerpig plein met prachtige huizen. Aan één kant zijn de gebouwen uitgevoerd met arcaden en hier is de Office du Tourisme ook te vinden. Verder zijn er wat winkeltjes en een terras maar het is niet echt spectaculair. Dat begint zodra je aan het einde van het plein komt.

Panorama
Want zodra je de fontein voorbij bent ontvouwd voor je een prachtig panorama. De straat loopt vanaf hier naar beneden en daarachter doemt op een heuvel het kasteel van Najac op. Het is echt een prachtig plaatje dat uitnodigt om verder te wandelen.

Het straatje met prachtige huizen volgt de kam van de berg en loopt behoorlijk steil naar beneden. Daarna gaat het weer omhoog en kom je in het gebied waar geen auto’s meer mogen komen. Hier staat het gemeentehuis, de bibliotheek en een aardige fontein uit de veertiende eeuw. Verder lijken de huizen hier verlaten maar ik denk dat dit van het dorp in de komende jaren met het toenemen van het toerisme wel zal veranderen. Hopelijk worden de rolkoffers hier nog even geweerd maar ik vrees het ergste.

De straat is hier mooi recht maar dat duurt niet lang want na een paar honderd meter gaat hij slingeren en dat betekent klimmen. Ik vond dit het mooiste deel van het dorp omdat de straatjes hier alle kanten oplopen, er terrassen zijn met nog meer mooie panorama’s en de mooie huizen rijk zijn aan details. Ondertussen duikt het kasteel steeds vaker tussen de gebouwen op.

Keuze

Het kasteel van NajacHier loop je ook tegen een kruising aan waar je moet kiezen voor de kerk of het kasteel. Een mooie filosofische keuze natuurlijk maar wat je ook kiest, uiteindelijk komen de wegen weer samen. De route naar het kasteel is echter wel een stuk steiler maar daar staat tegenover dat het uitzicht mooier is.

Wij kozen om linksaf richting de kerk te lopen. Het straatje maakt een bocht waarna je door een poort loopt en het gevoel krijgt dat je het dorp uitloopt. Dat is eigenlijk ook zo maar verderop is er nog een wijk en daar staat de kerk. De weg tussen deze twee wijken is aangenaam langs de weg staan enorme planten waar de cicaden vrolijk geluid aan het maken waren.
De entree van de wijk met de kerk is weer een poort die nog net een tikkeltje mooier is dan de poort de we eerder passeerden. De straatjes zijn hier smal en de huizen hoog tot je het pleintje aan de zijkant van de kerk oploopt. Naast de kerk is hier ook een terras te vinden en hoewel het augustus was en dus hoogseizoen, was het hier toch vrij rustig.

De kerk is van een redelijk formaat en van het type Romaanse met hier en daar een gotish versiering. Binnen is het aangenaam en er zijn flink wat kerkschatten uitgestald waar een groot zilveren kruis de aandacht vraagt. De kerk is door de inwoners van Najac gebouwd toen ze zich tijdens de kruistocht tegen de Albigenzen allemaal tot de versie van het Christendom van de Paus bekeerden.

Telefoonpaniek

Op de terugweg namen we de weg langs het kasteel en die is ook de moeite waard. Het is een beetje klimmen maar je hebt een prachtig uitzicht over het dal van de Aveyron waar als bonus ook nog eens een treintje doorheen kronkelt.

Toen mijn dochter besloot om een foto te maken van al dit moois bleek ze haar telefoon in de kerk te hebben laten liggen. Ik zag de blinde paniek in haar ogen bij het idee dat ze nog twee weken vakantie zou moeten doorbrengen zonder telefoon. Voor een tiener is dit een bijna ondragelijke gedachte. Met gestrekte draf dus terug waar de levenslijn van de puber geduldig op een bank lag te wachten.

Eerlijke mensen

Terug bij het kasteel was het treintje natuurlijk verdwenen. Maar gerustgesteld door de vondst van de telefoon hebben we evengoed genoten van het uitzicht terwijl we de scenario’s bespraken hoe het anders had kunnen aflopen. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat de er toch nog genoeg eerlijke mensen zijn.

Het kasteel zelf is voor een deel ingestort en dat komt niet door een zware strijd met ridders en katapulten maar omdat het kasteel in de negentiende eeuw als steengroeve werd gebruikt. Niet echt een fraaie geschiedenis maar het maakt de ruïne er niet minder mooi van.

Luchtfoto van de abdij van Fontenay in Bourgondie Atout France/Daniel Philippe

Abdij van Fontenay: de schoonheid van verhoudingen en natuur ****

Luchtfoto van de abdij van Fontenay in Bourgondie Atout France/Daniel Philippe

De abdij vanaf boven gezien. Helemaal boven is de poort, in het midden het koosterhof met aan de linkerkant de kerk, rechts staat de smederij.

Het klooster staat op een prachtige plek midden in de bossen in een kleine vallei bovenop een beekje met forellen. Deze plek is niet toevallig gekozen en al helemaal niet omdat het er zo mooi is. Of beter nog omdat wij het er nu zo mooi vinden want de wildernis was voor een gemiddelde middeleeuwer vooral eng.

Waarom dan wel? De abdij is niet meer in gebruik, er wonen geen monniken meer, maar was ooit een onderdeel van de Cisterciënzer orde. Deze orde is in de elfde eeuw gesticht en heeft zijn oorsprong in de behoefte van de gelovigen om net zo te leven als Jezus Christus. Nu had je daar in die tijd tal voor manieren voor en één daarvan was om al je bezittingen los te laten en je in de natuur af te zonderen. Een mens is toch gewoon een sociaal dier en helemaal alleen heeft ook zijn praktische nadelen, zeker duizend jaar geleden. Oplossing was om met elkaar de afzondering te zoeken en zo ontstonden al in de vroege middeleeuwen groepen kluizenaars die gezamenlijk een vroom leven nastreefden.

Cisterciënzer orde

Kloosters bestonden in de elfde eeuw al en de meeste daarvan volgden de code van de heilige Benedictus. Deze man had in de vijfde eeuw een aantal regels opgesteld waar monniken naar moesten leven. Het bleek een doorslaand succes. Ondanks dat de Benedictijnen geen persoonlijk bezit mochten hebben werden de kloosters in Europa door giften enorm rijk en machtig. Daarbij was orde over heel Europa verspreid en vormde zo een goed georganiseerd netwerk. Het belangrijkste en grootste klooster stond in Cluny en de baas van deze tent, de abt, was in de elfde eeuw zo rijk en machtig dat de hij zelfs de Paus naar de kroon stak.

De abdijkerk van Fontenay

De Cisterciënzers bouwden hun kloosters midden in de natuur om ver zo ver mogelijk van de wereldlijke verleidingen te blijven.

Dit gaf naast allerlei politieke kwesties ook een geloofscrisis. Onder de gelovigen en monniken leefden steeds meer het gevoel dat het leven in deze kloosters toch niet helemaal leek op die van Jezus Christus. De stichting van de Cisterciënzer orde moet in het licht van deze ontwikkeling worden gezien. Daarbij was de Paus maar al te bereidwillig om een nieuwe kloosterorde een kans te geven. Als het niet was om de gelovigen dichter bij Jezus te brengen dan was het wel om de machtige en goed georganiseerde Benedictijnen een hak te zetten.

De nieuwe kloosterorde was zeer streng in de leer en de bedoeling was dat de leden zouden leven in armoede zoals Jezus en zijn gevolg dat ook hadden gedaan. Het dagelijks leven bestond uit bidden, bidden, studeren en heel slecht eten. Dit zou vandaag een matig populair concept zijn, maar in de elfde eeuw was het een hit. In een kleine eeuw ontpopte de Cisterciënzer orde zich als de mystieke leiders van het volk en waren er meer dan driehonderd vestigingen, hoofdzakelijk in Frankrijk en Italië.

Plaats van het klooster

Bij het bouwen van een nieuw filiaal van deze franchise werd er gekozen voor een plek ver weg van de bewoonde wereld. Mocht je dus een klooster bezoeken, of een ruïne daarvan, die in ’the middle of nowhere’ staat, dan kan je er donder op zeggen dat het er één is van de Cisterciënzerorde. Voor ons klinkt dit buitengewoon aantrekkelijk; terug naar de natuur, weg van het drukke leven om zo weer helemaal Zen worden. Zo zag de gemiddelde middeleeuwer het echter niet. De natuur was woest, gevaarlijk en vol met enge geesten en demonen. In de natuur wonen deed je in die tijd echt niet voor je lol.

Terug naar Fontenay. Het complex staat midden in de natuur en dat maakt het voor ons prachtig. Er heerst rust, als je de horde toeristen tenminste ontloopt. Met de hiervoor gegeven informatie in je achterhoofd kan je voorstellen hoe hier negen eeuwen geleden een groepje in habijten geklede mannen in de regen met blote handen het klooster hebben opgebouwd terwijl op de achtergrond het gehuil van grote groepen hongerige wolven te horen was. Om maar even een romantisch beeld op te roepen.

Of het echt zo is gegaan is zeer de vraag maar het resultaat mag er wezen. Het complex is geheel ommuurd en de ingang stamt uit de vijftiende eeuw. Het poortgebouw bevat tevens een kleine kapel en een bakkerij. Hier is een tentoonstelling waar de geschiedenis van het complex wordt verteld. Dit is uiterst smaakvol gedaan en het is ook een aanrader om hier even rond te lopen. Bij het verlaten van het poortgebouw kom je in de wereld van het klooster die niet doet denken aan de natuur buiten. De keurig onderhouden tuin, die veel later is aangelegd, vormt een soort van binnenplaats je voor je het klooster en de kerk hebt, aan de rechterkant een grote smederij en aan de andere kant een fraaie duiventil. Opvallend is dat de tuin vrij veel water aanwezig is. Dat is altijd zo geweest want het klooster is op een moerassig stuk grond gebouwd waar verschillende beekjes stroomde. De naam heeft ook iets met het water te maken. Voor de smederij is zelfs een waterval met daaronder een groot bassin. De waterkracht werd gebruikt in de smidse.

Smederij

De smederij is historisch interessant. Het geeft een goed beeld hoe in de pre-industriële samenleving zaken werden geproduceerd en het vertelt tevens het verhaal over hoe een klooster van de Cisterciënzer orde werd gerund. De monniken zelf mochten volgens de regels geen wereldlijke arbeid verrichtten. Zij hielden zich alleen bezig met de zielenheil van henzelf en die van de rest van de gemeenschap. De orde was echter zo populair dat ook niet geestelijke zich aansloten. Dit was aantrekkelijk omdat het klooster in principe niet werd aangevallen door allerlei geboefte en roofridders en het dus redelijk veilig was. Bijkomend voordeel was dat deze lekenbroeders bij het laatste oordeel natuurlijk een streepje voor hadden bij het opperwezen. Er zijn ook bronnen die melden dat de kloosters een wat agressievere manier van personeelswerving er op na hielden en waarbij complete dorpen onder dwang ter werk werden gesteld. Ze zullen niet de enige zijn geweest in die tijd.

De smederij bij het klooster van Fontenay met daarnaast een waterval

De smederij met daarvoor het grote bassin met een kunstmatige waterval.

Resultaat was dat de Cisterciënzerskloosters voor een groot deel selfsupporting werden. Het voedsel werd in de directe omgeving verbouwd of uit de natuur geoogst, er liep wat vee rond en gecombineerd met de betrekkelijke veiligheid ontstonden er midden in de natuur welvarende gemeenschappen. Omdat er in de directe nabijheid van Fontenay een ijzermijn is en er tevens genoeg waterkracht aanwezig is ligt het voor de hand hier iets mee te doen. En dat hebben de monniken ook gedaan. De smederij is fors en binnen hebben een aantal technische scholen een mechanisme nagebouwd waarmee met enorme hamers het ijzer kan worden bewerkt. Dit alles natuurlijk aangedreven door het stromende water. In de zomer worden hier dagelijks demonstraties gegeven.

Sobere schoonheid

Abdij kerk van Fontenay, Bourgondië

Het interieur van de kerk heeft prachtige afmetingen, mooie vormen en een uitstekende akoestiek. In de video hieronder wordt één van mijn favoriete muziekstukken hier gespeeld, al had het tempo wel iets hoger gemogen.

Allemaal heel leuk maar het meest interessant van het complex is toch de kerk met daaraan vast de slaapruimte en het kloosterhof. De kerk is zowel van binnen als van buiten uiterst sober ingericht. Hier geen druk beeldhouwwerk zoals we die kennen van de grote kathedralen in het Noorden van Frankrijk. Hier heersen pure vormen en juiste verhoudingen. En hoe! Het meest indrukwekkend is de kerk waar de afstanden in de ruimte helemaal goed zijn waardoor er een soort rust ontstaat en de kerk veel groter lijkt. Tel daarbij de uitzonderlijke goede akoestiek bij op en je staat versteld dat dit gebouw in de diepe middeleeuwen is gemaakt. Om de ruimte te ervaren heb ik hier een tijdje stil gestaan en dat zouden meer mensen moeten doen, vooral hedendaagse architecten.

Naast de kerk is er een kloosterhof en op de eerste verdieping de gemeenschappelijke slaapruimte. Deze laatste heeft een indrukwekkend houten plafond uit de vijftiende eeuw. Als je even de tijd neemt om het plafond te bekijken herken je een omgekeerd schip. Een mooi detail is dat de timmerlieden zelfs de mastvoet in het plafond hebben verwerkt. Ondanks dat het dormitorium weinig versieringen heeft is het net als het kerk van ongekende schoonheid. Ook hier zijn de verhoudingen perfect en het licht van twee kanten maakt het helemaal compleet.

Vanuit de slaapruimte kijk je op het kloosterhof en ook hier zijn de vormen en verhoudingen weer goed. Een verdieping lager is er een ook een aardige ruimte, de kapittelzaal met daarachter de werkzaal van de monniken. In deze ruimte, het scriptorium, kopieerden de monniken de manuscripten en verwerkte deze tot de beroemde boeken met hun prachtige handschriften die een vermogen waard zijn. Natuurlijk waren dit christelijke geschriften maar ook het werk van heidense auteurs zoals Plato en Aristoteles werden in de kloosters van West-Europa eeuwenlang keer op keer overschreven. Een zeer belangrijk deel van de kennis van ideeën uit de oudheid die wij nu kennen zijn in ruimtes als deze bewaard gebleven. Met dit in je achterhoofd is dit een bijzondere plek, zeker als je weet dat dit monnikenwerk werd gedaan zonder verwarming. Alleen de inkt werd verwarmd en dat gebeurde in de ruimte vlak naast het scriptorium. Verder mocht alleen in de bakkerij worden gestookt.

Slaapruimte in het klooster van Fontenay

Het plafond in het dormitorium is gemaakt van hout en heeft de vorm van een scheepsromp, compleet met mastvoet.

Kloosterhof

Het kloosterhof is zeker een bezoekje waard. In Fontenay is hij precies zoals je die in een klooster van de Cisterciënzerorde verwacht; vredig en rustig. Ook hier gaat de schoonheid om de verhoudingen en eenvoudige vormen maar hebben de kapitelen van de zuilen wel een versiering waarvan geen enkele het zelfde is.

De directe omgeving van het klooster nodigt uit voor een wandeling. Het pad dat langs het complex loopt is goed voor een aardige wandeling en als je op zoek bent een leuke plek voor een picknick dan kan je het best het beekje volgen vanaf de parkeerplaats. Het beekje splits zich verderop en is zelfs iets van een bron in de rotsen. Een perfecte plek om na een bezoek aan het klooster onder het genot van een stuk Epoisses, brood en een flesje eens over het leven te praten. De kinderen vermaken zich ondertussen met het water in de stroompjes. Wat een plek!

Pointe du Hoc in Normadië

De landingsstranden van D-Day: Utah en Omaha beach ****

Het museum bij de duinen bij Utah Beach waar de Amerikanen landden tijdens D-Day.

De toegang tot Utah Beach met links het federale monument en op de achtergrond het museum.

De Amerikanen bestormden op 6 juni 1944 twee stranden; Utah- en Omaha Beach. Hoewel de locaties niet zo heel ver van elkaar liggen, was het verschil tussen deze twee stranden tijdens D-Day groot. Cijfers zeggen in dit geval veel; op Utah sneuvelden tweehonderd soldaten, terwijl op Omaha ruim drieduizend Amerikanen de dood vonden, waarvan tweeduizend in de eerste twee uur.

Verschillen tussen Omaha en Utah

Deze enorme verschillen hebben twee oorzaken. Ten eerste waren de Duitse verdedigers op Omaha Beach talrijker, gemotiveerder en beter getraind. De Duitsers hadden gewoon niet gerekend op een landing op Utah Beach, terwijl op Omaha wel rekening werd gehouden met een amfibische aanval. Daarbij wisten de Duitsers natuurlijk niet dat ze Omaha Beach aan het verdedigen waren, want dat was de code naam die door de Amerikanen aan het strand was gegeven bij de invasie.

De tweede reden die het verschil verklaart tussen deze stranden is vandaag nog makkelijk te zien, dat is namelijk het strand zelf en de duinen daar achter. Utah Beach is een groot strand dat wordt afgesloten door een vrij dunne strook lage duinen. Omaha Beach heeft veel hogere duinen inclusief dertig meter hoge kliffen waar de Duitsers vanaf bunkers de aanstormende soldaten konden goed bestoken.

Deze verschillen spelen ook nu nog altijd een grote rol. Door het drama dat zich afspeelde op Omaha heeft het altijd meer aandacht getrokken. De militaire erebegraafplaats bevindt zich ook hier waardoor het meer toeristen trekt en ook herdenkingen met presidenten, koningen en andere staatshoofden worden vrijwel altijd hier gehouden.

Utah Beach

Een Sherman tank voor het museum bij Utah Beach.

Een Amerikaanse Sherman tank voor het museum bij Utah Beach

Wij hebben beide stranden bezocht. Omdat we vlakbij Utah een gîte hadden bezochten wij op een namiddag dit strand, we hadden nog even zin iets te doen voor het avondeten. Hierdoor was het museum bij het strand al gesloten. Helaas, want volgens de bekende groene gids is het Musée du Débarquement twee sterren waard en het beste museum over D-Day. Dat hebben wij dus niet bezocht want in de week dat we op het schiereiland Cotentin verbleven zijn we niet meer op Utah geweest. Dat gebeurd wel vaker; als je heel dicht bij een toeristische attractie ‘woont’, ga je er niet heen.

In het museum wordt het verhaal verteld van D-Day aan de hand van allerlei voorwerpen en voertuigen. In het mooie moderne gebouw staan onder andere een B-26 bommenwerper en een DUWK, dat is een soort grote jeep die ook kan varen. Deze laatste heeft bij de bevoorrading van de troepen na de landing nog lang een rol gespeeld.

Buiten het museum staat een tank, een stuk geschut en kunstwerk in vorm van een boom. In de directe omgeving op de rand van de duinrand staan een aantal monumenten; Eén voor de Amerikaanse Marine, één voor de vierde infanteriedivisie die hier is geland en één voor de 90ste infanteriedivisie. Die laatste is gemaakt van graniet uit Flossenbürg waar deze eenheid in 1945 het concentratiekamp bevrijdde.

Maar veruit de grootste is een enorme zuil van natuursteen; dit is het federale monument dat door de Amerikaanse regering is neergezet. De zuil staat op grond dat door Frankrijk in leen is gegeven aan de Verenigde Staten en is dus juridisch een stukje Amerika. Dat geldt trouwens ook voor de grote erebegraafplaats bij Ohama Beach. Voor onze kinderen was dit extra leuk want ze kunnen nu tegen hun vriendjes zeggen dat ze in Amerika zijn geweest.

Het monument voor de Amerikaanse marine bij Utah Beach in Normandië.

Het monument voor de Amerikaanse marine op Utah Beach

De duinen zijn hier uiterst smal en je staat dus zo op het strand. Toen wij er waren was het eb en dan is het strand behoorlijk breed. Het doet een beetje denken aan de stranden in Nederland als je tenminste niet naar het oosten kijkt want daar zie je kliffen en die heb je niet in Nederland. Wij waren er in mei en het was zonnig met een stevige wind maar ik denk dat je ’s zomers je prima kan vermaken op dit strand. Dan moet je wel oppassen voor de oesterbanken want die worden hier langs de kust gekweekt.

Omaha Beach

Omaha Beach ligt ten oosten van Utah vlakbij de mooie stad Bayeux en is in alle opzichte groter. Je merkt dit al als je over de wegen rijdt achter het strand. Hier is het drukker, er zijn meer musea, meer activiteiten zoals jeeptochten en bunker safari’s, het landschap is mooier en er zijn hier vooral meer toeristen.

Omaha Beach in Normandië waar de Amerikanen op 6 juni 1944 aan land gingen.

Uitzicht op Omaha Beach vanaf de militaire ere-begraafplaats.

Het verhaal van 6 juni 1944 is ook veel dramatischer dan dat van Utah Beach. Dit strand was door de hoge duinen en dertig meter hoger kliffen veel beter te verdedigen tegen een amfibische aanval en dat hebben de Duitsers ook gedaan. De Amerikaanse soldaten werden in de eerste uren van de aanval massaal neergemaaid waardoor de commandanten even dachten dat de aanval op het vijf kilometer lange strand niet zou lukken. Uiteindelijk werd het veroverd tegen een hoge prijs; er sneuvelden ruim drieduizend Amerikanen, voornamelijk in de eerste twee uur.

Ondanks deze verliezen werd de hele invasie door de legerleiding als een succes gezien. Er werd van te voren rekening gehouden met veel meer slachtoffers. De eerste dag verliep dus over het algemeen soepeltjes maar het zou nog negen weken duren voordat de Geallieerden zouden uitbreken uit Normandië. Tijdens deze Slag om Normandië maakte het Duitse leger briljant gebruik van het landschap dat dankzij de diep liggende wegen en hoge heggen goed te verdedigen was. In deze strijd verloren 100.000 het leven en dat zijn cijfers die doen denken aan de strijd in Oost-Europa.

Al deze mannen liggen voor een groot deel in de Normandische grond. In juni 1944 werd in de Amerikaanse sector een begraafplaats ingericht bij Saint Laurent. Vlak na de oorlog werden de gesneuvelden herbegraven op het een terrein dat nu bekend is als het ‘Normandy American Cemetery and Memorial‘. De begraafplaats omvat veertig hectare en heeft een prachtig uitzicht over Omaha Beach. Voor wie ‘Saving Private Rayn’ heeft gezien, dit is de plek waar de eerste en laatste scene is opgenomen.

Graf op de Amerikaanse militaire erebegraafplaats bij Omaha Beach in Normandië Frankrijk.

De graven hebben marmeren kruizen en Davidsterren.

In totaal liggen hier bijna tienduizend Amerikanen die zijn gesneuveld bij de bevrijding van West-Europa. Vreemd genoeg ligt er ook één Amerikaan die in tijdens de Eerste Wereldoorlog is gesneuveld. Hier kwam ik pas achter bij het schrijven van dit artikel en ik heb ook nog niet kunnen achterhalen waarom deze soldaat hier is begraven. Vreemd is het wel want naar mij weten is hier niet gevochten in ’14-’18.

Het hele terrein wordt onderhouden door de Amerikaanse regering en op een één of andere manier merk je dat zodra je binnenkomt. De gazon ligt er perfect bij, de bomen vers gesnoeid en de parkeerplaats is enorm. Bij de ingang is een in 2007 een nieuw informatie centrum geopend waarin aan het verhaal van D-Day en Omaha Beach wordt verteld. Direct bij binnenkomst wordt het helemaal duidelijk dat je op Amerikaans grondgebied bent, want iedereen wordt compleet onderzocht inclusief scanner voor de handbagage. Zulke veiligheidsmaatregelen zijn we alleen tegengekomen in Winsor Castle, maar daar woont de koningin van Engeland die moet worden beschermd.

De begraafplaats zelf ligt wat verder van het parkeerterrein en die bereik je door een breed voetpad te volgen. Als je niet weet wat er hier in 1944 heeft afgespeeld is het werkelijk een prachtige wandeling met aan je linkerkant uitzicht over de zee. Hier loopt een ander smaller pad naar beneden naar het strand. Wij hebben dit pad niet gevolgd maar het zag er zeker aanlokkelijk uit. Halverwege is bovendien een oriëntatiepunt met informatie over de landing.

Monument op de Amerikaanse militaite ere begraafplaats bij Omaha Beach in Normandië Frankrijk.

Het centrale monument op het Militaire ereveld met vijver doet een beetje denken aan de Mall in Washington DC.

Het veld met de graven is indrukwekkend. De enorme hoeveelheid marmeren witte kruizen zijn op zo’n manier neergezet dat ze altijd een lijn vormen. Naast kruizen staan er ook graven met Davidsterren voor de Joodse gesneuvelden. Toen wij er waren was het redelijk druk en ik heb het idee dat er altijd wel mensen zijn. Groepjes Amerikanen zoeken naar een graf van hun voorouder of begeleiden hun geëmotioneerde opa en maken selfies bij de monumenten. Hoewel plechtig kan ik de stemming op de begraafplaats niet echt droevig noemen. Uiteindelijk zijn we toch maar bevrijdt van een duivels regime en daar mogen toch nog altijd een beetje blij mee zijn.

Naast de graven staan er een paar gebouwen. De grootste is gebouwd rondom een beeld van een soort overwinningsgod. Nikè dacht ik eerst, maar later kwam ik er achter dat het beeld de Amerikaanse jeugd dat zich uit de golven herrijst. Daar was ik toch niet opgekomen. Het beeld is wel aardig, maar niet uniek.

Interessanter zijn de muren van het monumenten met twee mooie landkaarten. De ene laat de aanval op Normandië zien, de andere de bevrijding van West-Europa compleet met pijltjes, vliegtuigjes en bootjes. Ik hou daar wel van en kan er zo een half uur naar kijken. Hier krijg ik echter de kans niet toe want mijn gezinsleden hadden daar het geduld niet voor. Daarbij werd het gerestaureerd toen wij er waren, maar het was niettemin goed te zien.

Voor het centrale monument staan twee hoge vlaggenmasten met jawel, een Amerikaanse vlag. Wij hadden in een boekje gelezen dat deze om 16.30 worden gestreken waarbij de ‘Last Post’ wordt gespeeld. Dat bleek niet het geval, dat gebeurd namelijk om 17.30. Niet echt iets om je appelcider warm voor te

Overzichtskaart van de Geallieerde aanval op West-Europa op het monument van de Amerikaanse erebegraafplaats bij Omaha Beach in Normandië.

De enorme stenen overzichtskaart van de aanval op West-Europa.

laten worden, maar als je rond die tijd op het terrein bent is het wel leuk om even te kijken.

Pointe du Hoc

Een andere plek die wij hebben bezocht ligt iets verder naar het westen en heet Point du Hoc. Eigenlijk ligt deze plek niet op Omaha, maar het is heel dichtbij. Dit is de plek waar zich tijdens de aanval een ongelooflijke verhaal afspeelde dat ook een grote rol speelde in de film ‘The Longest Day’.

Om de kust te verdedigen hadden de Duitsers hier zes grote stukken geschut opgesteld. Opvallend detail is dat deze kanonnen van Franse makelij waren. Ik weet het niet zeker maar ze zullen wel buit gemaakt zijn tijdens het voorjaar van 1940 toen het Franse leger in de pan werd gehakt door de Wehrmacht. Hoe dan ook de stukken hadden een groot bereik en vormde een directe bedreiging voor de troepen op Utah en Omaha Beach.

De Geallieerden hadden dit natuurlijk wel door en hebben in de weken voor 6 juni 1944 de boel met vliegtuigen aangevallen. De bommen die hier zijn gevallen waren geen kattepis want nu nog zijn de bomkraters goed te zien.

Het was echter niet helemaal duidelijk of dit grondig was gebeurd en daarom werd Pointe du Hoc op D-Day aangevallen door de Rangers, een speciale eenheid van het Amerikaanse leger die nog altijd bestaat. Dat dit een hachelijke onderneming zou worden was te voren wel duidelijk, de kanonnen waren opgesteld in een goed verdedigd bunkercomplex boven een dertig meter hoge klif die door aanvallers moesten worden beklommen.

Om zeven uur landden de Rangers op het strand en begonnen ze met hun klim. Hiervoor hadden ze smalle ladders en speciaal voor deze missie ontwikkelde haken die vanaf landingsvaartuigen door mortieren werden afgeschoten. Het idee was dat de haken zich zouden vastklemmen bovenaan de klif waarna de soldaten met de touwen die aan de haken waren verbonden omhoog konden klimmen.

Beklimmen van de klif

Schapen bij bunkers bij Pointe du Hoc in Normandië Frankrijk.

Schapen houden het gras in de bomkraters kort.

Deze hele operatie was uitvoerig geoefend in Engeland waardoor de mortieren precies waren afgesteld op de hoogte van kliffen. Deze oefeningen waren gedaan met droge touwen en helaas waren die op de dag van de aanval door de ruige zee nat geworden en dus veel zwaarder. Hierdoor kwamen de haken niet hoog genoeg.

Dit nadeel voor de Amerikanen werd gecompenseerd door de beschietingen door schepen vlak door de aanval. Deze was niet zo precies en kreeg de kliffen de volle laag waardoor deze half instortten. Door dit geologische vandalisme lag er een laag puin onder de klif en dit maakte het eerste deel van de klimtocht een stuk makkelijker. De eerste Amerikanen meldden zich binnen vijf minuten na de landing al boven. Als je daar boven staat is dat een ongelooflijke prestatie, te meer omdat de Duitse soldaten tijdens de beklimming boven hun hoofden handgranaten stonden te gooien en hun geweren leegschoten.

Toch was dit nog maar het begin van de ellende voor de Amerikanen. De verdedigers verzetten zich heftig en het duurde uren voordat ze de bunkers hadden veroverd. Dit was het moment dat ze er achter kwamen dat de kanonnen er niet meer stonden want de Duitsers hadden deze een paar honderd meter landinwaarts verplaatst na de luchtbombardementen.

Omdat ze er toch waren en niets meer te doen hadden werd het geschut door een handvol soldaten onschadelijk gemaakt zonder dat de Duitsers dit door hadden. De Duisters waren behoorlijk boos dat de Amerikanen hun spullen kapot hadden gemaakt en zetten een heftige tegenaanval in. Na twee dagen hard vechten werden de Rangers uiteindelijk ontzet door troepen die op Omaha Beach waren geland.

Na de gevechten was er geen aandacht voor het terrein, er waren even andere dingen die prioriteit hadden, zodat het er na de oorlog nog net zo lag als vlak na de slag. Om het verhaal van de aanval levend te houden werd er besloten het zo te houden en er een monument van te maken. En zo is het eigenlijk nu nog.

Na zeventig jaar is er wel wat gras gegroeid, dat bij ons bezoek door schapen in toom werd gehouden, maar de schade van de bommen en granaten zijn nog zeer aanwezig in het landschap. Dit tot groot plezier van onze kinderen want je kan namelijk heel leuk hard door de kraters rennen.

Ook de gevolgen van de beschietingen vanaf de schepen zijn nog goed te zien. Onderaan de kliffen ligt nog veel puin. Dat trouwens moeilijk te zien want je mag niet dicht bij de rand komen, die volgens de waarschuwingsborden instabiel is.

Naast de bomkraters zijn er op Pointe du Hoc nog een groot deel van de bunkers te zien waar informatieborden zijn geplaatst die het verhaal van de plek vertellen. Op de uiterste punt van de klif staat nog een bunker waarop een monument is gebouwd en waar je een geweldig uitzicht hebt over de kust. Naast een boeiende geschiedenis heeft dit deel van Normandië namelijk ook prachtige landschappen.

Sainte Mere Eglise: het beroemdste Franse dorp in Amerika ****

Sainte Mere Egilse nomandie kerk parachutist john steele

Het kerkje in Sainte Mere Eglise. Op de toren hangt een pop met een parachute als gedenkteken voor John Steele.

Hij werd in zijn voet geraakt en hield zich twee uur dood. Uiteindelijk werd hij door een Duitse soldaat van de toren gehaald hoewel hij die niet kon horen omdat hij al die tijd vlak naast de beierde klok had gehangen. Nu hangt er een pop aan de kerk om dit verhaal levend te houden. De film werd hier opgenomen, precies op de plek waar het gebeurd is.

Dé Amerikaanse held heeft dus niet in zijn eentje het halve Duitse leger verslagen of zoiets, maar iemand die heeft een slachting overleefd door zich dood te houden om vervolgens gevangen te worden genomen. Het is een typerend verhaal hoe het de Amerikanen op 6 juni 1944 is vergaan.  Terwijl de Britten en Canadezen vijftig kilometer verderop redelijk makkelijk de kust bestormden, kreeg het Amerikaanse leger het behoorlijk voor hun kiezen. Op één van de twee stranden, Omaha beach, liep de aanval bijna vast en hielden de commandanten er serieus rekening mee dat ze zich moesten terugtrekken. Uiteindelijk kwam het goed, al vielen er veel doden. Op het andere Amerikaanse strand, Utah Beach, verliep de aanval goed en werd het Duitse verzet binnen een paar uur gebroken.

Luchtlandingen

In deze sector lagen de problemen meer landinwaarts. Om de troepen die vanaf het strand zouden arriveren te beschermen tegen een Duitse tegenaanval werden in de nacht voor de aanval meer dan 23.000 luchtlandingstroepen boven Cotentin gedropt. Terwijl de Britse parachutisten precies op de plek landden waar ze zouden moeten landden en binnen een paar uur hun doelen bereikten, raakten de Amerikanen compleet verspreid over een groot gebied rondom Sainte Mere Eglise.

Sainte Mere Egilse nomandie kerk glas in lood

De glas in lood ramen zijn gemaakt na de oorlog en stellen de gevechten in het dorp voor.

In de film ‘The Longest Day’ en het tweede deel van de serie ‘Band of Brothers‘ wordt een goed beeld gegeven van de chaos van die nacht. Veel parachutisten verloren bij hun sprong hun uitrusting zodat sommige Europa begonnen te bevrijden met enkel een dolk. Wat een helden!

Een aantal van de parachutisten hadden de pech precies te landen op het dorpsplein waar de hele bevolking aanwezig was voor het blussen van een brand. Helaas waren daar ook veel Duitse soldaten aanwezig en die begonnen met prijsschieten op de neerkomende Amerikanen.

Ondanks de chaos wisten veel Amerikanen zich te organiseren en de aanval op het dorp te openen. De chaos die de Amerikanen er in  de eerste uren van maakten had als voordeel dat de Duitsers niet goed begrepen wat er gebeurde.

De kleine groepjes Amerikanen die van alle kanten aanvielen gaf de Duitse commandanten het idee dat ze met een veel groter leger te maken hadden. Hierdoor werd de verdediging niet goed georganiseerd waarvan de Amerikanen weer van profiteerden.

Ondanks een aantal puike staaltjes van krijgsmanskunst lukten het de parachutisten niet om Saint Mere Eglise vast in handen te krijgen. Dat lukte pas toen de tanks die op Utah Beach, zo’n 8 kilometer verderop, waren geland en op het toneel verschenen en daarmee was de slag om Saint Mere Eglise beslist.

Hechte band

De gebeurtenissen in de nacht van 6 juni 1944 heeft het dorp voorgoed veranderd. De bloedige strijd tegen de Duitsers zorgde voor een hechte band tussen de bevolking en de Amerikaanse soldaten, te meer omdat na de strijd in het dorp een veldhospitaal werd ingericht waar de gewonden van de Slag om Normandië, die tot augustus 1944 zou duren, werden verzorgd. Tevens werd er vlakbij het dorp binnen twee dagen na de invasie een klein vliegveld ingericht waar jachtvliegtuigen werden gestationeerd. Saint Mere Eglise kreeg zo een belangrijke rol in dit verhaal.

Na de oorlog werden in en rondom Sainte Mere Eglise op tal van plekken gedenktekens en monumenten opgericht. In 1961 werd op het dorpsplein opnames gemaakt voor de film ‘The Longest Day’. Mede door het succes van deze film werd Saint Mere Eglise bij het grote publiek in Amerika bekend. Het dorp werd zo het symbool voor Amerikaanse strijd tegen de Duitsers en daarmee een soort bedevaartsoord voor toeristen die zijn geïnteresseerd in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. En dat is het eigenlijk nu nog. Sainte Mere Eglise is tevens het vaste decor voor de herdenkingen van D-Day die eens in de zoveel jaar worden gehouden.

Wij bezochten het dorpje in Normandië in het begin van mei en toen was het al vrij druk met toeristen. Naast de gebruikelijke Fransen en Nederlanders troffen we hier veel Britten en Amerikanen aan. Alles in het dorp staat in het teken van de luchtlanding en dat is eigenlijk erg leuk. Zelfs de kerk ontkomt er niet aan. Deze was tijdens de gevechten behoorlijk beschadigd geraakt en moest dus na de oorlog worden gerestaureerd. In de kerk is een monument te vinden en een aantal bijzondere glas-in-lood ramen die de gebeurtenissen visualiseren.

Musée Airborne

Eén van de dingen die je niet mag overslaan is het Musée Airborne waarvan de ingang aan het kerkplein grenst. Je kan het niet missen. Je moet wel betalen om binnen te komen, maar de prijs is niet heel hoog en het is het waard. De interessante collectie omvat allerlei spullen die tijdens de landing werden gebruikt. Het museum omvat drie paviljoens waarvan er twee de vorm hebben van een parachute. Mooi of niet, het is ieder geval opvallend en passend. Het eerste gebouw herbergt een replica van een zweefvliegtuig waarmee de Amerikanen zijn geland in de buurt van het dorp.

Sainte Mere Egilse museum airborne waco zweefvliegtuig glider

In het museum is een replica van een Waco zweefvliegtuig te bewonderen zoals die werd gebruikt bij de luchtlandingen tijdens D-Day.

Het tweede gebouw is groter en daar vind je een C-47, ofwel een DC-3. Naast de vliegtuigen wordt het verhaal vertelt aan de hand van allerlei voorwerpen. Zo kan je er veel wapens bewonderen, maar leuker nog zijn de allerhande voorwerpen die de parachutisten bij zich hadden. Elke soldaat had onder andere een stapeltje geldbiljetten bij zich, een slof sigaretten maar ook een setje condooms. Ze waren dus ook voorbereid op een treffen met de Franse vrouwen.

‘Ervaar de landing’

Het derde gebouw is geopend in 2014 en daarin wordt op een hele andere manier de geschiedenis verteld. Hier ligt de nadruk op de ervaring en wordt je als bezoeker meegenomen in het avontuur van de Amerikanen. Bij binnenkomst stap je in een ‘vliegtuig’ en loop je als het ware door het verhaal heen. Door middel van geluids- en lichteffecten maak je het hele gevecht mee. Ik ben eigenlijk nooit voorstander van deze manier van tentoonstellen omdat het snel lullig overkomt. Maar hier was het anders en kon ik mij  goed inbeelden hoe het is geweest om boven bezet Frankrijk te worden gedropt. Knap gedaan door die Fransen.

Hoewel dit gebouw achteraan staat, zou ik iedereen aanraden om als eerste dit deel van het museum te bezoeken. Dan zit je direct goed in het verhaal en dat maakt de twee andere paviljoens interessanter.

Monumenten en gedenktekens

Sainte Mere Egilse parachutist iron mike la fiere

Het standbeeld ‘Iron Mike’ op de plek langs de rivier de Meredet waar de 82ste luchtlandingsdivisie slag leverde.

Als je alles wilt zien in Sainte Mere Eglise dan ben je wel meer dan een dag kwijt. Wij zaten in een gîte in Orglandes, twee dorpen verder en hebben veel in het gebied rondgereden. Het landschap is trouwens erg geschikt voor de fiets, maar die hadden wij niet bij ons. Langs elke weg of straat kom je wel een gedenkteken tegen. Het zijn er zoveel dat het niet te doen is om bij allemaal te stoppen, al zal de echte liefhebber dit wel doen.

Toch hebben we dat veel gedaan en twee hebben indruk gemaakt. De eerste kwamen we toevallig tegen en die bleek op de plek te staan waar een lange scene uit het tweede deel van ‘Band of Brothers‘ zich afspeelt. Met slechts een paar man wisten de Amerikanen een flink aantal Duitse kanonnen uit te schakelen die de landingstroepen op Utah beach aan het beschieten waren. Deze aanval geldt als een klassiek voorbeeld en is nog altijd vaste kost op de Amerikaanse Militaire academie.

Een ander monument die ik indrukwekkend vond staat bij een brug over het riviertje de Merderet langs de D15. Deze brug was de enige westelijke toegang tot Sainte Mere Eglise en vormde het doel van een Duitse tegenaanval. Dit gevecht staat bekend als de slag om La Feire en heeft drie dagen geduurd. Er staat nu een groot beeld van een Amerikaanse parachutist die ‘Iron Mike’ is gedoopt. Deze plek is al vaak het decor geweest van herdenkingen waarbij niet zelden de veteranen nog een keer uit een vliegtuig sprongen.

In Orglandes, voor een week ‘ons dorp’, is een grote oorlogsbegraafplaats. Niet van de geallieerden, maar van de Duitsers. Die liggen hier natuurlijk ook. Daar zijn we natuurlijk ook even gaan kijken en dat was indrukwekkend. Er liggen daar meer dan 10.000 Duitsers en al ben ik blij dat de Amerikanen en de Britten West-Europa hebben bevrijd, zijn dit natuurlijk ook 10.000 persoonlijke drama’s.

Straatje in het dorp Flavigny sur Ozerain in Bourgondië

Flavigny-sur-Ozerain: Bourgondisch dorp met een Karolingische verrassing ****

Flavigny-sur-Ozerain poort Bourgondie cotedor Frankrijk dorp

De zuidelijke poort van Flavigny sur Ozerain

Wij bezochten het dorp op doorreis naar huis vlak na de kerst. Het had net geregend, het was koud en een gure wind maakte de kleine straatjes onveilig. Later die dag zouden we bijna stranden in een hevige sneeuwstorm in de Ardennen. Het was kortom niet een ideale dag voor het bezichtigen van een dorp, maar we waren er nu eenmaal.

Het dorp lag er verlaten bij. De grote parkeerplaats voor het dorp verraadt dat hier in het seizoen druk is, maar wij troffen lege straten met gesloten winkels en een slapende poes voor een raam. Hoewel het weemoedig klinkt hou ik er wel van. Verlaten plekken waarvan je weet dat het op een ander moment heel druk is geeft je een bepaald intiem gevoel, alsof je erbij hoort. Zo waren we ooit bij de watervallen van Coo waar zo weinig mensen waren dat ze de waterval maar uit hadden gezet.

Vesting

Ondanks het weer was het bezoek aan Flavigny sur Ozerain meer dan de moeite waard. Het dorp ligt op een plateau op het kruispunt van verschillende riviertjes en heeft aan drie kanten steile rotsen. Het is dus prima te verdedigen en Flavigny was in de Middeleeuwen dan ook een solide vesting. De verdedigingswerken staan er voor een groot deel nog en dat maakt het aantrekkelijk voor de hedendaagse toerist.

Flavigny-sur-Ozerain kerk Bourgondie cotedor Frankrijk dorp

Het pleintje met het kerkje dat bekend is uit de film Chocolat.

De entree van het dorp maakt je direct blij. Vanaf de parkeerplaats loop je een beetje omhoog en je doet er goed aan niet direct het dorp in te lopen maar linksaf te slaan. Dit brengt je naar één van de poorten van het dorp, die deel uitmaakt van de eerder genoemde verdedigingswerken. Eenmaal door de nauwe poort loop je door een mooie straat met fraaie herenhuizen. De straat loopt iets omhoog en leidt je naar de achterkant van de kerk. Dit is één van de kerken die hier ooit hebben gestaan want het dorp heeft een grote religieuze geschiedenis.

Dit exemplaar stamt uit de dertiende eeuw op de plek waar al een oudere kerk stond. Het gebouw is in de vijftiende en zestiende eeuw grondig verbouwd en helaas was hij gesloten bij ons bezoek. Dat is best jammer want binnen deze kerk zijn een interessante dingen te zien. Zo zijn er een twee interessante beelden waaronder een Engel van de Annunciatie. Tevens zijn er koorstoelen met bijzonder aardig houtsnijwerk te vinden.

Na de kerk liepen we weer naar beneden door een leuk buurtje die duidelijk herkenbaar zijn uit de eerder genoemde film Chocolat. Je verwacht toch een beetje Johnny Depp tegen het lijf te lopen. Niet de hele film is hier trouwens opgenomen. De scenes bij de rivier werden gefilmd bij La Roque Gageac aan de Dordogne, ook een ‘Plus Beaux Village’. Het buurtje eindigt bij de Porte du Val. Vanaf hier kan je de Promenade du Remparts volgen die, zoals de naam al verraadt, je langs de vestingmuren voert.

Flavigny-sur-OzerainPorte du Val Bourgondie cotedor Frankrijk dorp

De Porte du Val staat aan de westelijke kant van het dorp en heeft prachtige ronde torens.

Zoals ik al eerder meldde heeft Flavigny sur Ozerain een lange religieuze geschiedenis. In de achtste eeuw werd hier een abdij gesticht. Voor wie zijn middeleeuwse geschiedenis niet precies op zijn netvlies heeft; in de achtste eeuw leefde Karel de Grote. Het was een tijd waar West-Europa zich begon te herstellen van de driehonderd jaar chaos na de val van het Romeinse Rijk.

Wij zouden Europa in die tijd niet meer herkennen. Frankrijk was bijna geheel bedekt met bos, er waren bijna geen wegen en mensen woonden alleen langs rivieren in kleine geruchten. Steden waren er (bijna) niet meer.

Er woonde hier toen zo weinig mensen dat zelfs ziektes als de pest hier niets te zoeken hadden. Het is dan ook niet vreemd dat gebouwen uit de achtste eeuw uiterst zeldzaam. Het Valkhof in Nijmegen, de Dom in Aken en de rotskapel in Puy-en-Valay zijn enkele voorbeelden.

Gebouwen uit de achtste en negende eeuw zijn dus altijd bijzonder. Mocht je een bord zien met het woord ‘Carolingienne’ moet je er altijd gaan kijken. Om de verwachtingen maar even te temperen; het zijn altijd kleine gebouwen. De Dom in Aken was het grootste gebouw uit die tijd en is zeker indrukwekkend maar hij past toch al snel drie keer in een beetje Gotische kathedraal.

Hoewel klein zijn het gebouwen met een hele eigen sfeer en karakter, heel anders dan de Romaanse en Gotische kerken die je in Frankrijk veel vindt. Het zijn materiële overblijfselen van een cultuur die we niet zo goed kennen.

Karolingische apsis ingang Flavigny-sur-Ozerain Bourgondie cotedor Frankrijk dorp

De ingang tot de apsis ligt een beetje verscholen onder deze oude kerk.

De benedictijnenabdij uit de achtste eeuw in Flavigny sur Ozerain groeide in de Middeleeuwen uit tot een groot complex met verschillende gebouwen en een basiliek ter ere van Petrus. Een aantal van deze gebouwen staan er nog maar daar wonen nu geen monniken of nonnen meer want de achttiende eeuw werd hier een fabriek van anijssnoepjes gevestigd.

Ik vermoed dat dit het resultaat was van de Franse Revolutie. De snoepjes worden hier nog steeds gemaakt en dat is natuurlijk wel weer lollig. De blog Van Franse Bodem heeft een leuk artikel geschreven over de geschiedenis over dit lekkernij.

Karolingische apsis

De gebouwen zijn in de loop van tijd verbouwd maar één is iets bijzonders te vinden. Daar bevindt zich namelijk de apsis van de abdijkerk uit 758. Toen was Karel de Grote nog maar een klein kereltje.

Tijdens ons bezoek was hier helemaal niemand en ik moest echt de ingang zoeken want die bevindt zich in een hoekje van een soort binnenpleintje van de snoepfabriek.

Eenmaal gevonden werd het mij duidelijk dat de Fransen hier nog niet helemaal klaar zijn. De archeologen zijn hier nog lekker bezig. Vlak voor de eigenlijke ingang bevindt zich een zeer interessant werkplaats waar allerlei beelden en kapitelen worden gerestaureerd. Deze was helaas dicht, de restaurateurs zaten blijkbaar nog met hun familie onder de kerstboom.

Normaal is het mogelijk om hier een rondleiding (gratis!) te krijgen maar ik moest mij zelf maar bedienen. Ik was inmiddels alleen want mijn familie was naar de auto gegaan om Franse koekjes te eten.

De apsis zelf is openbaar gebied en ik kon dus zo naar binnen lopen. Een beetje onzeker liep ik de donkere ruimte binnen. Na twee stappen werd plots het licht ontstoken en begon op de achtergrond een gregoriaans muziekje te spelen. Dat was even schrikken waarna ik toch zeer blij was met bewegingsmelders uit de eenentwintigste eeuw.

Het muziekje is wat overdreven, maar de verlichting in de apsis is werkelijk subliem. Hierdoor kan je namelijk het Karolingische bouwsel uitermate goed bekijken en vind je makkelijk je weg door het doolhofje van gangen en kleine zaaltjes vol met pilaren met prachtige kapitelen.

Het was een prachtige ervaring en ik kan iedereen aanraden om vlak na kerst even langs dit dorp te rijden. Dan heb je al dit moois helemaal voor je alleen.

Terug in de buiten lucht had ik een paar tellen nodig om weer helemaal terug in onze tijd te keren. Op de parkeerplaats vond ik mijn gezin terug en zette wij koers terug naar Nederland, een geweldige belevenis rijker.

Cirque de Navacelles: dorp in keteldal ****

De reden voor deze rust ligt waarschijnlijk in het feit dat het gebied niet heel toegankelijk is. De weg door de Gorges is op sommige plekke erg smal en net breed genoeg voor één auto en dat zorgt bij tegemoetkomend verkeer voor lastige situaties. Gelukkig is er bijna geen verkeer en heb je er niet zo veel last van. Al had ik het aan stok met een Parijzenaar die mij geen voorrang wilde geven.

Rivier de Vis in Zuid Frankrijk

De rivier de Vis heeft heerlijk helder water. Het is wel heel koud, ook op een snikhete zomerdag is het even schrikken als je erin stapt.

De mooiste plek in de kloof is ongetwijfeld de Cirque de Navacelles. Dit is een indrukwekkend dal van driehonderd meter diep dat in drie fases is ontstaan. Drie miljoen jaar geleden lag hier een gletsjer die een onderdeel was van de ijskap die op het Centraal Massief lag. Nadat de gletsjer zich had teruggetrokken bleef er een keteldal over zoals die bijvoorbeeld ook in de Cantal te vinden zijn.

Rivier

In de tweede fase werd het dal een onderdeel van de loop van de rivier de Vis. Een prachtige naam voor een watertje natuurlijk. Het water van de rivier liep eerst door soort haarspeldbocht in het dal. In het midden ontstond zo een schiereiland dat aan drie kanten door de rivier werd ingesloten. Ongeveer tienduizend jaar geleden veranderde de situatie toen het water besloot niet meer de bocht te gebruiken maar gewoon rechtdoor te gaan. Zo ontstond er een eiland in de rivier dat na verloop van tijd geen eiland meer was toen de rivier verder uitsleet, dieper werd en de oorspronkelijke bocht niet meer door het water werd gebruikt. De oorspronkelijke loop van de Vis droogte op en liet slip achter.

Het resultaat van dit hele proces is een bijzonder fraai dal van ruim driehonderd meter diep met op de bodem Navacelles. Dit dorpje ligt op het voormalige eiland met aan de ene kant de rivier aan de andere drie kanten een brede strook gras waar vroeger het water liep. Vanaf boven is het al een vreemd gezicht, maar eenmaal beneden is het een bizar gezicht, zeker met de enorme rotswanden op de achtergrond.

Woestijn

Ruïne in Cirque de Navacelles

Ruïne in Cirque de Navacelles

De Cirque de Navacelles is op twee manieren te bereiken; vanaf het zuiden over de D130 vanuit Saint Maurice Navacelles en vanaf het noorden over de D713 over het kalkplateau van Blandas. Die laatste route kunnen wij aanraden. Tijdens ons bezoek was het behoorlijk warm en deed het plateau aan als een rotswoestijn zodat je het idee hebt dat je in de opnames van Breaking Bad rijdt. Het passeren van een oude camper maakte het plaatje compleet.

Na een paar scherpe bochten sta je ineens voor een de afgrond van de kloof en dat geeft een onvergetelijk uitzicht. Het is dan ook aan te raden om hier even te parkeren en te genieten van het ‘Les Belvédères de Blandas. De parkeerplaats staat goed aangegeven voordat de kloof kan zien. Nadat je hebt genoten van het uitzicht kan je kiezen om de D713 te volgen en zo rustig in het dal af te zakken. Dat is prima, maar er is ook een andere route die je via een flink aantal haarspeldbochten in één keer naar het dorp brengt. Bij mooi weer is deze weg zeker aan te raden, bij slecht weer zou ik de andere weg kiezen.

Eenmaal op de bodem van het dal parkeer je je de auto, of motor, op de grasvlakte van de voormalige rivierbedding. Het dorpje zelf ligt aan je rechterhand en is zeer compact als een burcht gebouwd. De rivier ligt iets buiten de kern en produceert voordurend het heerlijke geluid van stomend water. Ik kreeg bij het verlaten van de auto direct een gevoel dat dit een bijzondere plek is. Nu zijn er wel mythische verhalen dat dit dal de hoefafdruk zou zijn van een enorm paard, maar dat lijkt toch wel erg onwaarschijnlijk.

Cirque-de-Navacelles-frankrijk-cevennen

Het dorpje is omringd door een grasveld waar oorspronkelijk de rivier liep.

Het gevoel heeft te maken van de ruimte en het decor van deze plek. De wanden van het dal zijn erg hoog en vormen als het ware een gigantisch stadion rondom Navacelles. De rivier zorgt ervoor dat het groener en koeler is in vergelijking met de droge woestenij in de omgeving en tot slot geeft je de grasvlakte van de voormalige rivierloop je het gevoel dat je in een park staat.

Zwemmen in de Vis

Het water van de rivier trekt onmiddellijk en je loopt vanzelf richting het water. Hier wachtte ons nog een aantal verrassingen. Ten eerste is er een uitgebreid botanische tuin waar je heerlijk kan wandelen. Ten tweede bleek de rivier een populaire zwembestemming te zijn. Vlak naast het dorp zijn een aantal kleine watervallen en stroomversnellingen en die volgens de Fransen veilig genoeg zijn om er te zwemmen.

Zwemmen in de rivier de Vis in Cirque de Navacelles

Bij warm weer is het heerlijk zwemmen in het koele water van de rivier de Vis.

Genoeg waterpret dus maar helaas niet voor ons want wij hadden onze zwemspullen niet bij ons al hadden we hier ons zeker een halve dag vermaakt in het water. Voor ons was het lunchtijd en hebben ons stokbrood met Rustique en Jambon de Bayonne in de schaduw langs het water op een prachtige plek opgegeten.

Cirque de Navacelles is een unieke plek waar je als je je zwemspullen bij je hebt prima een dag kan vermaken. Langs de rivier zijn tal van wandelroutes uitgezet waar wij helaas geen tijd meer voor hadden. Een bezoek aan het dal kan je trouwens prima combineren met het Tempeliersdorp  La Couvertoirade of Saint-Guilhem-le-Désert die dicht in de buurt liggen.

Het gebied is tegenwoordig goed te bereiken via de A75 via Millau en het is goed te doen als dagje vanaf de kust bij Montpellier. Het is weer wat anders dan op het strand liggen of als de winkels in Montpellier lopen.

De hangende heiligdommen van Rocamadour ****

Kasteel bij de heiligdommen van Racomadour

Uitzicht vanaf Rocamadour met op de voorgrond een toren van complex met heiligdommen die hangen over het dal.

Wonderen, mirakels en heiligdommen

Qua eten zit je dus wel goed zit in Rocamadour, maar dat geldt ook voor het geestelijk welzijn. Rocamodour beschikt namelijk over een enorme hoeveelheid heiligdommen waar niet minder dan 170 mirakels zijn gebeurd. En om het in verhouding te zetten; Amsterdam moet het doen met slechts één, maar die stad lag na de zestiende eeuw natuurlijk in reformatorisch gebied en daar zijn mirakels en wonderen uiterst zeldzaam over het algemeen. Evengoed is de hoeveelheid mirakels die Rocamadour op zijn grondgebied heeft mogen verwelkomen enorm.

Hoe dit allemaal zo gekomen is, is een lang en soms wonderlijk verhaal. Het begon in de twaalfde eeuw toen er bij een kapel van de heilige maagd een lichaam werd gevonden dat nog compleet in tact was. Het werd bij het altaar gelegd waarna het zijn ongeschonden staat behield.

In die tijd werd hier direct de hand van het Opperwezen gezien en het duurde niet lang voordat er pelgrimstochten werden georganiseerd. Eerst trok het heiligdom mensen uit de omgeving maar al snel kwamen ze uit andere delen van Frankrijk en later uit heel West-Europa. Maar daar bleef het niet bij. Er gebeurde met enige regelmaat een wonder bij één van de heiligdommen wat weer meer pelgrims trok. En zo groeide Rocamadour uit tot één van de populairste pelgrimsbestemmingen in Frankrijk. Dat het op de route naar Santiago de Compestela ligt was een bijkomende voordeel want dat combineert lekker als je als pelgrim toch op pad bent.

Saint Amadour

Klein probleem was dat het nooit helemaal duidelijk werd van wie de stoffelijke resten precies waren. Dat is nooit helemaal opgehelderd maar het moet in ieder geval een iemand zijn geweest die een vroom leven heeft geleid, dat was wel duidelijk. Volgens sommige was hij een plaatselijke kluizenaar die met zijn blote handen een kapel voor de heilige maagd uit de rotsen heeft gehakt, andere verhalen gaan ervan uit dat hij een huisvriend was van de heilige familie. Wie het ook geweest is, hij ging de geschiedenis in als de heilige Amadour en dan begrijp je ook de naam van het stadje; de rots van Amadour. Naast dit lichaam bevindt zich in Rocamadour een zwarte madonna die in de loop van eeuwen verantwoordelijk werd gehouden voor tientallen mirakels. Waar dit beeldje precies vandaan komt is ook onduidelijk, maar dat maakt eigenlijk niet zo veel uit.

De Chapelle Notre Dame is half uit de rots gehakt en dat kan je binnen goed zien.

De Chapelle Notre Dame is half uit de rots gehakt en dat kan je binnen goed zien.

Pelgrimstocht

In de veertiende eeuw, de eeuw van de Honderdjarige oorlog, beleefde Rocamadour zijn hoogtepunt. Het stadje ontving volgens de bronnen maar liefst 30.000 pelgrims per dag die allemaal aanspraak dachten te maken op een volledig aflaat ofwel een directe toegang tot de hemel zonder dat er naar je zonden werd gevraagd, een aanlokkelijke prijs natuurlijk. Dat zijn wel heel veel mensen als je bedenkt dat Parijs toen grofweg 100.000 inwoners had. Hoe dan ook, het was hier toen al druk.

Maar die kreeg je niet zomaar, daar moest je wel wat voor doen. Nadat de pelgrim eerst de mis bij een vertrekpunt had bijgewoond vertrok hij in speciale kleren naar Rocamadour. Eenmaal aangekomen in het stadje trokken de pelgrims op een hemd na hun kleren uit om vervolgens op blote knieën de 223 treden tellende trap naar de kerk met de heiligdommen te bereiken. Om het nog allemaal wat zwaarder te maken kreeg de pelgrim zware ijzeren kettingen omgehangen.

Puur afzien en het lijkt allemaal een beetje bizar om deze tocht te ondernemen maar ook wij doen nu nog steeds dit soort dingen. Denk maar eens aan de Elfstedentocht, ook een vrijwillige zware onderneming waar elke deelnemer in groot aanzien staat. Alleen het religieuze tintje is eraf al zijn er ook overeenkomsten. Zo kreeg de pelgrim na het aanbidden van één van de heiligdommen als aandenken een loden medaille genaamd ‘La Sportelle’. Dat doet toch denken aan het elfstedenkruisje.

Economische voorspoed

De faam van de heiligdommen legde het stadje geen windeieren. Door de stroom pelgrims floreerde de handel en dankzij de giften van rijke edelen puilde de kerken uit van de religieuze schatten. Al die rijkdom bracht direct ook een nadeel; anderen wilden het ook hebben. Het stadje is verschillende keren compleet geplunderd maar wist altijd weer uit de ellende te herrijzen. Tijdens de godsdienstoorlogen van de zestiende eeuw ging het echt goed mis.

Stalagmieten op de trap van de kerk in Rocamadour

Op de trappen die de pelgrims op blote knieën beklommen groeien stalagmieten.

De Hugenoten plunderden Rocamadour en gooiden de stoffelijke resten van de heilige Amadour op het vuur. Een beetje heilige laat zich daardoor natuurlijk niet kisten en volgens de verhalen weigerde het lijk dan ook te branden. De leider van de Hugenoten heeft tenslotte het heiligdom maar met een hamer vernietigd.

Revolutie

Zonder deze relikwie daalde de populariteit van het pelgrimsoord en was het niet meer één van de religieuze topattracties in Europa. De Franse Revolutie leek Rocamadour uiteindelijk de genadeklap geven. Zoals zoveel kerken en andere religieuze gebouwen in Frankrijk gingen de revolutionairen ook hier behoorlijk te keer en vernielden de boel. Toch bleek ook de revolutionairen het stadje niet de knock-out te kunnen geven want in de negentiende eeuw probeerde de Bisschop van Cahors met succes Rocamadour op de pelgrimskaart te zetten, al zou het niet meer zo druk worden als voorheen.

Toch zou Racamadour nog veel meer mensen dan ooit verwelkomen. Dat gebeurde in de twintigste eeuw voordat toen het massatoerisme het stadje ontdekte. Dit keer bezochten de mensen niet uit religieuze motieven het stadje, maar uit interesse en gewoon voor de leuk. En beter nog voor de plaatselijke bevolking, ze kwamen met een gevulde portemonnee. In het begin kwamen ze met de trein, Rocamadour heeft een eigen station, en later massaal met de auto. En terecht want de stad ligt fantastisch mooi en heeft zoals je hier hebt gelezen een prachtige geschiedenis.

L’Hospitalet

Uitzicht op Rocamadour vanaf L’Hospitalet

Uitzicht op Rocamadour vanaf L’Hospitalet

Wij bezochten Rocamadour op een mooie dag in mei. Op zich was dat ook al een wonder want het had de dagen daarvoor enorm geregend. In het onverwachte warme voorjaarzonnetje troffen we het stadje dat langzaam uit de winterslaap ontwaakte. Samen met een handvol andere toeristen stopte we eerst bij het gehucht L’Hospitalet. Hier heb je een prachtig uitzicht op het Cité Religieuse en is dan ook een echte aanrader. Naast het uitzicht vind je hier nog een aardig Romaans kerkje en een grot.

Vanaf het gehucht L’Hospitalet heb je een prachtig uitzicht op Rocamadour.

Je kan de auto bij L’Hospitalet achterlaten en naar Rocamadour wandelen. Dat is een prachtige wandeling maar wel redelijk ver en je moet ook weer terug. Wellicht is het verstandiger om de auto te parkeren bij de parkeerplaats in het dal. Het autovrije centrum bereik je door het beklimmen van een flink aantal trappen en krijg je direct een idee wat de pelgrims moesten ondergaan. Voor minder validen en ouders met kinderen is er ook een treintje vanaf de parkeerplaats maar die reed nog niet in de eerste week van mei.

Gezellige sfeer

Rocamadour hoofdstraat met poort frankrijk

De straatjes van Rocamadour zijn gezellig en druk

Het centrum van Racamadour heeft gezellige straatjes en mooie steegjes. De leuke sfeer wordt wel enigszins gedrukt door de grote hoeveelheid winkeltjes die zich vooral richten op de toeristen maar daar kijk je wel doorheen. Er staan prachtige middeleeuwse huizen en een mooie poorten uit die zelfde tijd.

De straatjes leiden je vanzelf naar de trappen richting de kerkjes. Natuurlijk moet je dat bekijken maar als je doorloopt en de Porte Hogon doorgaat kom je in het wijkje Le Coustalou waar mooie vakwerkhuisje staan. Bovenaan de trappen moet je de poort van het bisschoppelijk paleis door om een pleintje te bereiken waar maar liefst zeven kerken en kapellen staan. De belangrijkste is de Chapelle Notre Dame die is te bereiken met een trap. Deze kapel is voor de helft uit de rots gehakt en dit zou het werk zijn van een kluizenaar. Helaas werd de originele kapel aan het einde van veertiende eeuw verwoest door een vallende rots waarna er een nieuw exemplaar in gotische stijl werd neergezet.

De Chapelle Notre Dame geldt als de heiligste plek van Racamadour en het kapelletje staat helemaal vol om met spullen om de heilige maagd te aanbidden. Belangrijkste stuk is het zwarte Mariabeeld. Zwarte Madonna’s zijn zeldzaam in West-Europa, ik heb alleen die in Puy-an-Valley mogen zien. Het beeldje stamt uit de twaalfde eeuw en stelt een nogal strenge Maria voor met haar kind op schoot. Neem even de tijd om het oude voorwerp goed te bekijken want het heeft echt een unieke schoonheid.

Pont du Gard: indrukwekkend Romeins bouwwerk in de Provence ****

Van de culturen uit de oudheid gelden de Romeinen als de beste organisatoren en ingenieurs. De Pont du Gard laat deze twee eigenschappen heel goed zien want als een bouwwerk na tweeduizend jaar nog in goede conditie is, dan kan je wel spreken van kwaliteit. Helemaal als je bedenkt dat het niet is gemaakt voor de sier, maar om te functioneren. Utiliteitsbouw uit de oudheid dat verrassend snel is neergezet.

Pont du Gard over de rivier de Gardon in Frankrijk

Het aquaduct vormt een prachtige eenheid met het landschap.

Het huidige Nîmes, dat in de Romeinse tijd als Nemausus door het leven ging, was zo’n grote stad. Het telde in de eerste eeuw voor Christus tussen de 20.000 en 25.000 inwoners en later zelfs het  dubbele. Om de stad van voldoende water te voorzien werd er een kanaal van bijna vijftig kilometer aangelegd vanaf de bron Source d’Eure. Het begin van het kanaal is trouwens nog te bezichtigen, maar wij zijn er niet geweest.

Het kanaal zelf moet een meesterlijk stukje ingenieurswerk zijn geweest. Het water begon zijn weg op 71,5 meter boven zeeniveau en kwam in Nîmes aan op een hoogte van zestig meter. Snelle rekenaars weten dat het gemiddeld verval slechts 24 centimeter per kilometer was, precies genoeg om het water rustig kabbelend aan te laten komen. Om tot dit resultaat te komen moesten de Romeinen het water door bergen en dalen laten lopen. En dat deden ze.

Tunnels en aquaducten

Grote delen van het kanaal liepen door tunnels en er werden verschillende aquaducten gebouwd om het water over dalen te transporteren. De Pont du Gard was de grootste van het traject en zelfs de hoogste van het hele rijk. Aardig detail is dat het hele kanaal was afgesloten met een dak, dat vonden ze wel zo fris toen. Het hele project werd in minder dan dertien jaar gebouwd en was in 52 na Christus klaar. Bijna tweeduizend jaar later duurde de aanleg van de HSL in Nederland bijna even lang. Natuurlijk is die langer, technisch lastiger en kon geen gebruik worden gemaakt van slaven, maar toch laat het zien hoe goed er toen gepland en gebouwd werd.

De Pont du Gard is dus slechts een klein onderdeel van een veel groter project. Hiervan zijn nu nog meer resten te vinden zoals de eerder genoemde inlaat bij de bron, een aantal tunnels en het bassin in Nîmes waar het kanaal eindigde. Vanuit deze waterbak werd het water via kleinere kanalen verdeelt over de stad. Het kanaal bracht 35.000 kubieke meter water per dag naar de stad en daarmee van je 14 Olympische zwembaden vullen.

Even genoeg getallen en cijfers, al ontkom je daar niet aan bij een verhaal over dit bouwwerk. De Pont du Gard is een populaire attractie en het kan ’s zomers een drukke bedoeling zijn. Hierop zijn de Fransen echter prima op voorbereid. Aan beide kanten van de rivier zijn een grote parkeerplaatsen waar je de auto kwijt kan. De linkeroever is de beste want dan loop je direct bij de expositieruimte binnen. Deze hadden wij eerst links laten liggen want ik wil altijd direct naar de ‘real thing’. Op de terugweg zijn we daar toch even binnengelopen en de tentoonstelling bleek interessant. Helaas was de spanningsboog van onze kinderen niet lang genoeg om het helemaal goed te bekijken.

Bogen

Binnen het aquaduct van de Pont du Gard

Het water liep door een overdekt kanaal op de bovenste verdieping

Het aquaduct zelf in indrukwekkend. Het is 49 meter hoog en heeft drie etages die worden gedragen door rijen met bogen die naar boven kleiner worden. De bogen zijn gemaakt van enorme blokken kalksteen die uit een plaatselijke steengroeve zo’n 700 meter verderop werden gehaald. Opvallend detail is dat er nauwelijks beton of cement is gebruikt. De blokken zijn zo uitgehakt dat ze perfect in elkaar passen, de zwaartekracht zorgt ervoor dat het geheel op zijn plek blijft. De blokken werden genummerd en op sommige zijn aanwijzingen zoals ‘Deze kant linksvoor’ te vinden. Maar dan in het Latijn natuurlijk; ‘fronte sinistra’.

De blokken werden omhoog gehesen door kranen die werden aangedreven door grote trendmolens. Dit soort werktuigen werden tot het einde van de negentiende eeuw nog in West Europa gebruikt om grote blokken steen op te takelen. Het water stroomde op het hoogste niveau op de brug dat geheel overdekt is. Je kan deze verdieping bezoeken onder leiding van een gids.

Het kanaal is zo gemaakt dat het water zo min mogelijk weerstand ondervond. In tegenstelling tot de bogen is de bodem van de waterweg gemaakt van beton dat was bedekt met tegels. De wanden waren gemetseld en ingesmeerd met een mengsel van gebluste kalk, olijfolie, varkensvet en het sap van onrijpe vijgen. Dit zorgde voor een glad oppervlak dat weinig onderhoud nodig had.

Pont du Gard is een Romeins aquaduct in de Provence, Frankrijk

De weg op de onderste galerij is in de achttiende eeuw toegevoegd.

Na de derde eeuw werd het hele watersysteem steeds minder onderhouden waardoor het langzaam maar zeker in verval raakte. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de politieke instabiele situatie waarin het Rijk zich bevond. Terwijl het land door invallen van allerlei stammen werd aangevallen, werd het watersysteem op zijn beurt aangevallen door planten en vuil. Langzaam maar zeker vulde het kanaal zich met een laag vuil. In de twintigste eeuw wisten geleerden door deze laag te analyseren te bewijzen dat het hele systeem waarschijnlijk tot de negende eeuw Nîmes van water te voorzien.

De kwaliteit van het werk van de Romeinse bouwers was echter zo goed dat het hele gevaarte gedurende de volgende eeuwen gewoon is blijven staan. Toch is de Pont du Gard niet helemaal meer zoals het oorspronkelijk is gebouwd. Ten eerste verdieping telt nog maar 35 bogen, dat waren er oorspronkelijk 47. Maar er is ook wat bijgekomen want de brug op de eerste verdieping is er in de achttiende eeuw aangebouwd. De weg die hier loopt was tot het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw nog in gebruik en kon je er met de auto overheen rijden. Het is zelfs een doorgaande weg geweest en was een belangrijke regionale verbinding.

Uitzicht over de rivier Gardon vanaf de Pont du Gard

Uitzicht vanaf de brug over de rivier de Gardon, rechts een podium voor een concert.

Nu kan je er lekker over wandelen en dankzij de burg kan je de Pont du Gard heel goed bekijken. Maar het best kan je het bouwwerk bekijken van een afstandje als de zon aan het begin van de avond er een beetje onderdoor schijnt. Het afsluiten van verkeer en de bouw van het informatiecentrum heeft er voor gezorgd dat het Romeinse monument een populaire toeristenbestemming is geworden. In 2001 bezochten in totaal 1,2 miljoen mensen de Pont du Gard.

Wie na een bezoek aan de brug nog energie over heeft, kan een flinke wandeltocht maken langs het tracé van het kanaal. Kaas, stockbrood en wijn mee voor een picknick in de vrije natuur met een goede dosis geschiedenis op de achtergrond, er zijn slechtere dingen in het leven.Door de unieke combinatie van oude techniek en natuurschoon maakt de Pont du Gard ook een prachtige achtergrond voor allerlei concerten. Met name in de zomermaanden worden hier veel muziekvoorstellingen gegeven van redelijk goede artiesten. Toen wij het aquaduct bezochten was er die avond ook een optreden en werd de soundcheck uitgevoerd. Lijkt mij een prima plek om van een goed concert te genieten.