
Capdenac-le-Haut Dorp hoog boven de Lot ***
Het dorp gaat nu door het leven als Capdenac-le-Haut maar dat is een toevoeging om verschil te maken met Capdenac-le-Gare, dat beneden aan de andere kant van de rivier ligt. Deze kleine stad is veel minder oud en beschikt zoals de naam al doet vermoeden over een treinstation dat het knooppunt vormt tussen vijf spoorlijnen naar Cahors, Toulouse, Brive, Aurillac en Rodez. Het staat in de treinwereld bekend als de ster van Capdenac maar dat is meer een verhaal voor Railaway.
De rivier De Lot vormt hier de grens van het departement en daarom ligt het dorp in het departement de Lot en het stadje in de Aveyron. Vanaf Capdenac-le-Haut heb je een prachtig uitzicht op het stadje en het treincomplex is van boven leuk om te bekijken.
- Romeinse bron
- Donjon met middeleeuwse tuin

Uitzicht op het dal van de Lot en Capdenac-de-Gare. Het is wel duidelijk waarom het laag gelegen stadje zo genoemd is.
De rol van Capdenac in de geschiedenis is lang onderwerp van discussie geweest. Dat er hier in de prehistorie al mensen woonden is duidelijk want daar zijn resten van gevonden. Maar hier zou Uxellodunum hebben gelegen, een Gallische bolwerk in de tijd van de Romeinse verovering. Dit dorp zou dankzij haar strategische ligging de laatste verzetshaard zijn geweest tegen de veroveringsdrift van Ceasar. Omdat de Galliërs in Frankrijk worden beschouwd als de voorouders van de natie, wat redelijke onzin is natuurlijk, zou dit een belangrijke plek voor Frankrijk zijn.
Julius Ceasar
De beroemde Romein besteedt uitgebreid aandacht aan het beleg in zijn beroemde boek Commentarii de bello Gallico (De Gallische oorlog). Het zal niemand verbazen dat de Romeinen korte metten met de opstand maken en dat Ceasar hierbij een hoofdrol speelt. Hoewel de opstand eigenlijk al onder controle is snelt de veldheer vanuit het noorden te hulp, snijdt de waterafvoer van de Galliers af waarna deze zich overgaven.

De trappen naar de Romeinse waterbron. Deze zou door Ceasar voor het eerst zijn gebruikt maar daar is helaas geen bewijs voor.
Om er zeker van te zijn dat ze niet meer de wapens zouden opnemen tegen Rome worden de handen van alle mannen afgehakt. Hiermee laat Ceasar zien dat hij niet alleen heel slim is en dat hij hard optreedt tegen de vijanden van Rome.
Romeinse bron
Helaas voor Capdenac bleek na uitgebreid archeologische onderzoek dat de beroemde Gallische burcht verder in het westen bij de Dordogne heeft gelegen. Hier dus niet maar dat wil nog niet zeggen dat hier in de late oudheid niet bewoond was. Eén van de attracties van het dorp is een Romeinse bron in de steile rots boven de rivier de Lot.
Maar verder zijn er niet heel veel zaken die herinneren aan de oudheid. Dankzij de strategische ligging is de plek voortdurend bewoond geweest waardoor er weinig over is van de Romeinse tijd. Het zijn het de middeleeuwen die het aanzien van het dorp bepalen en dat is helemaal niet erg.
Tijdens ons bezoek op een late middag in juli was het niet druk. Naast een schoolklas met jonge pubers stonden er een paar auto’s en een camper op de parkeerplaats. Terwijl de tieners verveeld in de speeltuin hingen liepen wij het dorp in.
Twee kleine poorten
Bij de entree van het dorp werd onze aandacht direct getrokken door twee poorten aan onze linker hand. De grote donjon aan de rechterzijde viel ons in eerste instantie niet eens op. De eerste poort moet een onderdeel zijn geweest van de verdedigingsmuur want het staat compleet los van alles. Toch loont het wel de moeite om er even door te lopen, je hebt hier namelijk voor het eerst het prachtige uitzicht op de rivier en het dal.
Mooie straatjes en steegjes
Achter de tweede poort begint een fijn mooi straatje met oude huizen en die zijn we ook maar ingelopen. Uiteindelijk kwamen we terecht op een groot terras waar opnieuw kan worden genoten van het prachtige uitzicht op de rivier en het dal.
Maar hier is nog iets bijzonders te zien want onder het terras bevindt zich een waterbron die al door de Romeinen werd gebruikt. Het heeft de naam dat Julius Ceasar de bron als eerste gebruikte maar omdat er geen bronnen zijn die deze claim ondersteunen lijkt dat toch wat ver gezocht.
Om de bron te bekijken moet je een steile trap nemen die je naar beneden voert. Ik had wel zin om deze bron te zien maar helaas was hij gesloten. Meestal komt dat omdat we tijdens lunch een dorp bezoeken, we zijn toch Nederlanders, maar dit keer waren we daar keurig in de namiddag.
Enigszins teleurgesteld liepen we het dorp weer in waar we enigszins verdwaalden in de leuke straatjes. Nu is het ook niet heel moeilijk want het dorp is niet zo heel groot en we stonden plots op het plein met de donjon.

Het donjon was onderdeel van de vesting dat in de middeleeuwen maar liefst elf keer is belegerd.
Elf belegeringen
De Donjon is het meest opvallende onderdeel van de burcht die een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van het dorp. Vanwege zijn strategische ligging, het ligt precies op de enige weg tussen de Quercy en het zuiden, is het dorp meer dan eens onderdeel van strijd geweest.
Capdenac is maar liefst elf keer belegerd. In de achtste eeuw veroverde Pepijn de Korte, vreemd genoeg de vader van Karel de Grote, de vesting al. In de dertiende eeuw tijdens de kruistochten tegen de Katharen werd het twee keer veroverd door Simon van Montfort. Een eeuw laten waren het de Engelsen die tijdens de Honderdjarige Oorlog het dorp belegerden. Tot slot was het dorp tijdens de godsdienstoorlogen in de zestiende eeuw een belangrijk protestant bolwerk.
Bij het donjon bleek een middeleeuwse tuin te zijn is het is best leuk om deze even te bekijken. Er staan allerlei planten en kruiden keurig in perkjes. De picknicktafel maakt het een ideale plek om even wat te nuttigen dat ook werd gedaan door een Frans gezinnetje. We hebben ze maar verder niet gestoord.
Video van Capdenac-le-Haut
Beelden van Capdenac-le-Haut












E-Magazine
Evenementen in Capdenac-le-Haut
Kaart van Capdenac-le-Haut en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Capdenac-le-Haut
De mooiste dorpen in de Lot-et-Garonne
De Lot-et-Garonne is een heerlijke streek die ligt in de regio Nouvelle-Aquitaine in het zuidwesten van Frankrijk. Van de twee prachtige rivieren die het departement zijn naam geven is De Lot misschien wel de mooiste. Hier kan je prima wandelen, fietsen kanoën of gewoon lekker toeren. In het glooiende landschap liggen prachtige stadjes en de […]
Villereal: Bastide dorp bij de Lot **
Bastide

De kerk staat niet aan het centrale plein en had naast het dienen van het opperwezen ook dienst als bolwerk.
Een bastide dorp herken je aan een centraal gelegen vierkant plein dat is omringd door huizen die meestal een arcade galerij hebben. Opvallend genoeg staat de kerk bij deze dorpen niet aan het centrale plein maar in de buurt daarvan. In de meeste Franse dorpen, en ook in andere landen, is de kerk het centrale punt waar een dorp of stad omheen is gebouwd.
In een bastide dorp dus niet en ook in Villarèal staat de kerk een beetje aan de zijkant. Hij heeft dan nog wel een eigen pleintje. De kerk is robuust gebouwd en heeft schietgaten en kantelen om de inwoners van het dorp een veilige plek te geven als er onrust was in de omgeving.
Bastide dorpen in de Lot
Bastide dorpen vind je alleen in het zuidwesten van Frankrijk en zijn allemaal aan het einde van de middeleeuwen gesticht, Villerèal in 1267. Dit werd gedaan door plaatselijke machthebbers die zo hun greep op de streek wilde verstreken en de lokale economie te stimuleren. De dorpen liggen meestal op een heuvel en hebben een strak stratenplan rondom een vierkant centraal plein. In het midden van het plein werd een pin geslagen die als middelpunt van het dorp gold. Rondom het plein werden gelijke percelen gemaakt waar de eerste huizen werden gebouwd vaak met een arcade gallerij. Oorspronkelijk waren alle huizen even groot maar dat is nu niet meer het geval.
Onrust was er in het verleden in de buurt van Villarèal genoeg. Het dorp dat aan het eind van de dertiende eeuw werd gesticht lag gedurende de veertiende eeuw jaar in de vuurlinie van het grootste conflict van de late middeleeuwen in Europa.
Honderdjarige oorlog
Tijdens de Honderdjarige oorlog streden de Engelse en Franse koning om de Franse troon. Halverwege dit conflict hadden de Engelsen bijna geheel West-Frankrijk in handen waarbij de Dordogne en de Lot gedurende een groot deel van de oorlog het belangrijkste strijdtoneel vormde.
Een oorlog zorgt ook nu nog voor een stevige bende, maar in de veertiende eeuw maakten de legers ook een potje van. Logistiek was nog niet uitgevonden en soldaten moesten maar zien hoe ze aan voedsel kwamen.
De legers trokken als een soort sprinkhanenplaag door Frankrijk en de omgeving van de Lot werd dan ook vaak geplunderd. Een versterkte kerk zoals die in Villerèal was een moeilijk te nemen vesting en bood onderdak voor de plaatselijke bevolking.
Ambacht en handel
Om ambachtslieden en handelaren aan te trekken voor de nieuwe bastide steden werden de inwoners van deze nieuwe dorpen voor een bepaalde periode vrijgesteld van belastingen of kregen andere privileges. Een succesvolle strategie aangezien er nog aardig wat van deze dorpen bewaard zijn gebleven.
Maar de kerk was niet enige verdediging van het dorp. Een zeven meter brede gracht zorgde ervoor dat Villerèal ondanks het ontbreken van muren goed te verdedigen was. De gracht bevond zich te hoogte van de achterkant van de kant en is in de achttiende eeuw gedempt.
Het is hier niet altijd ellende geweest want nadat het conflict was opgelost, Frankrijk wist uiteindelijk de Engelsen bijna compleet te verjagen, kende de streek een bloeiperiode. De vruchtbare grond was perfect voor fruitteelt, de handel groeide snel en in de dorpen werden vestigden ambachtslieden zich.
Houten markthal
Uit deze periode is ook de markthal op het centrale plein van Villerèal en die staat er nog steeds. Het is een indrukwekkende houten constructie die bijna het hele plein overkapt. In het midden heeft het bouwsel zelfs een verdieping en dat maakt het uniek.

De markthal is een prachtige houten constructie en heeft zelfs een verdieping.
Helaas voor ons hebben ze dit in het dorp nog niet helemaal door want je kan nog gewoon je auto parkeren op het plein. Het is natuurlijk hartstikke handig om je auto midden in het dorp kwijt te kunnen als je het wilt bezoeken maar al dat blik maakt het er natuurlijk niet mooier op. Misschien dat hier aan wordt gedaan nu ze een Plus Beaux Village zijn.
Cardaillac: kasteeldorp in de Lot **
De hangende heiligdommen van Rocamadour ****

Uitzicht vanaf Rocamadour met op de voorgrond een toren van complex met heiligdommen die hangen over het dal.
Wonderen, mirakels en heiligdommen
Qua eten zit je dus wel goed zit in Rocamadour, maar dat geldt ook voor het geestelijk welzijn. Rocamodour beschikt namelijk over een enorme hoeveelheid heiligdommen waar niet minder dan 170 mirakels zijn gebeurd. En om het in verhouding te zetten; Amsterdam moet het doen met slechts één, maar die stad lag na de zestiende eeuw natuurlijk in reformatorisch gebied en daar zijn mirakels en wonderen uiterst zeldzaam over het algemeen. Evengoed is de hoeveelheid mirakels die Rocamadour op zijn grondgebied heeft mogen verwelkomen enorm.
Hoe dit allemaal zo gekomen is, is een lang en soms wonderlijk verhaal. Het begon in de twaalfde eeuw toen er bij een kapel van de heilige maagd een lichaam werd gevonden dat nog compleet in tact was. Het werd bij het altaar gelegd waarna het zijn ongeschonden staat behield.
In die tijd werd hier direct de hand van het Opperwezen gezien en het duurde niet lang voordat er pelgrimstochten werden georganiseerd. Eerst trok het heiligdom mensen uit de omgeving maar al snel kwamen ze uit andere delen van Frankrijk en later uit heel West-Europa. Maar daar bleef het niet bij. Er gebeurde met enige regelmaat een wonder bij één van de heiligdommen wat weer meer pelgrims trok. En zo groeide Rocamadour uit tot één van de populairste pelgrimsbestemmingen in Frankrijk. Dat het op de route naar Santiago de Compestela ligt was een bijkomende voordeel want dat combineert lekker als je als pelgrim toch op pad bent.
Saint Amadour
Klein probleem was dat het nooit helemaal duidelijk werd van wie de stoffelijke resten precies waren. Dat is nooit helemaal opgehelderd maar het moet in ieder geval een iemand zijn geweest die een vroom leven heeft geleid, dat was wel duidelijk. Volgens sommige was hij een plaatselijke kluizenaar die met zijn blote handen een kapel voor de heilige maagd uit de rotsen heeft gehakt, andere verhalen gaan ervan uit dat hij een huisvriend was van de heilige familie. Wie het ook geweest is, hij ging de geschiedenis in als de heilige Amadour en dan begrijp je ook de naam van het stadje; de rots van Amadour. Naast dit lichaam bevindt zich in Rocamadour een zwarte madonna die in de loop van eeuwen verantwoordelijk werd gehouden voor tientallen mirakels. Waar dit beeldje precies vandaan komt is ook onduidelijk, maar dat maakt eigenlijk niet zo veel uit.

De Chapelle Notre Dame is half uit de rots gehakt en dat kan je binnen goed zien.
Pelgrimstocht
In de veertiende eeuw, de eeuw van de Honderdjarige oorlog, beleefde Rocamadour zijn hoogtepunt. Het stadje ontving volgens de bronnen maar liefst 30.000 pelgrims per dag die allemaal aanspraak dachten te maken op een volledig aflaat ofwel een directe toegang tot de hemel zonder dat er naar je zonden werd gevraagd, een aanlokkelijke prijs natuurlijk. Dat zijn wel heel veel mensen als je bedenkt dat Parijs toen grofweg 100.000 inwoners had. Hoe dan ook, het was hier toen al druk.
Maar die kreeg je niet zomaar, daar moest je wel wat voor doen. Nadat de pelgrim eerst de mis bij een vertrekpunt had bijgewoond vertrok hij in speciale kleren naar Rocamadour. Eenmaal aangekomen in het stadje trokken de pelgrims op een hemd na hun kleren uit om vervolgens op blote knieën de 223 treden tellende trap naar de kerk met de heiligdommen te bereiken. Om het nog allemaal wat zwaarder te maken kreeg de pelgrim zware ijzeren kettingen omgehangen.
Puur afzien en het lijkt allemaal een beetje bizar om deze tocht te ondernemen maar ook wij doen nu nog steeds dit soort dingen. Denk maar eens aan de Elfstedentocht, ook een vrijwillige zware onderneming waar elke deelnemer in groot aanzien staat. Alleen het religieuze tintje is eraf al zijn er ook overeenkomsten. Zo kreeg de pelgrim na het aanbidden van één van de heiligdommen als aandenken een loden medaille genaamd ‘La Sportelle’. Dat doet toch denken aan het elfstedenkruisje.
Economische voorspoed
De faam van de heiligdommen legde het stadje geen windeieren. Door de stroom pelgrims floreerde de handel en dankzij de giften van rijke edelen puilde de kerken uit van de religieuze schatten. Al die rijkdom bracht direct ook een nadeel; anderen wilden het ook hebben. Het stadje is verschillende keren compleet geplunderd maar wist altijd weer uit de ellende te herrijzen. Tijdens de godsdienstoorlogen van de zestiende eeuw ging het echt goed mis.

Op de trappen die de pelgrims op blote knieën beklommen groeien stalagmieten.
De Hugenoten plunderden Rocamadour en gooiden de stoffelijke resten van de heilige Amadour op het vuur. Een beetje heilige laat zich daardoor natuurlijk niet kisten en volgens de verhalen weigerde het lijk dan ook te branden. De leider van de Hugenoten heeft tenslotte het heiligdom maar met een hamer vernietigd.
Revolutie
Zonder deze relikwie daalde de populariteit van het pelgrimsoord en was het niet meer één van de religieuze topattracties in Europa. De Franse Revolutie leek Rocamadour uiteindelijk de genadeklap geven. Zoals zoveel kerken en andere religieuze gebouwen in Frankrijk gingen de revolutionairen ook hier behoorlijk te keer en vernielden de boel. Toch bleek ook de revolutionairen het stadje niet de knock-out te kunnen geven want in de negentiende eeuw probeerde de Bisschop van Cahors met succes Rocamadour op de pelgrimskaart te zetten, al zou het niet meer zo druk worden als voorheen.
Toch zou Racamadour nog veel meer mensen dan ooit verwelkomen. Dat gebeurde in de twintigste eeuw voordat toen het massatoerisme het stadje ontdekte. Dit keer bezochten de mensen niet uit religieuze motieven het stadje, maar uit interesse en gewoon voor de leuk. En beter nog voor de plaatselijke bevolking, ze kwamen met een gevulde portemonnee. In het begin kwamen ze met de trein, Rocamadour heeft een eigen station, en later massaal met de auto. En terecht want de stad ligt fantastisch mooi en heeft zoals je hier hebt gelezen een prachtige geschiedenis.
L’Hospitalet

Uitzicht op Rocamadour vanaf L’Hospitalet
Wij bezochten Rocamadour op een mooie dag in mei. Op zich was dat ook al een wonder want het had de dagen daarvoor enorm geregend. In het onverwachte warme voorjaarzonnetje troffen we het stadje dat langzaam uit de winterslaap ontwaakte. Samen met een handvol andere toeristen stopte we eerst bij het gehucht L’Hospitalet. Hier heb je een prachtig uitzicht op het Cité Religieuse en is dan ook een echte aanrader. Naast het uitzicht vind je hier nog een aardig Romaans kerkje en een grot.
Vanaf het gehucht L’Hospitalet heb je een prachtig uitzicht op Rocamadour.
Je kan de auto bij L’Hospitalet achterlaten en naar Rocamadour wandelen. Dat is een prachtige wandeling maar wel redelijk ver en je moet ook weer terug. Wellicht is het verstandiger om de auto te parkeren bij de parkeerplaats in het dal. Het autovrije centrum bereik je door het beklimmen van een flink aantal trappen en krijg je direct een idee wat de pelgrims moesten ondergaan. Voor minder validen en ouders met kinderen is er ook een treintje vanaf de parkeerplaats maar die reed nog niet in de eerste week van mei.
Gezellige sfeer

De straatjes van Rocamadour zijn gezellig en druk
Het centrum van Racamadour heeft gezellige straatjes en mooie steegjes. De leuke sfeer wordt wel enigszins gedrukt door de grote hoeveelheid winkeltjes die zich vooral richten op de toeristen maar daar kijk je wel doorheen. Er staan prachtige middeleeuwse huizen en een mooie poorten uit die zelfde tijd.
De straatjes leiden je vanzelf naar de trappen richting de kerkjes. Natuurlijk moet je dat bekijken maar als je doorloopt en de Porte Hogon doorgaat kom je in het wijkje Le Coustalou waar mooie vakwerkhuisje staan. Bovenaan de trappen moet je de poort van het bisschoppelijk paleis door om een pleintje te bereiken waar maar liefst zeven kerken en kapellen staan. De belangrijkste is de Chapelle Notre Dame die is te bereiken met een trap. Deze kapel is voor de helft uit de rots gehakt en dit zou het werk zijn van een kluizenaar. Helaas werd de originele kapel aan het einde van veertiende eeuw verwoest door een vallende rots waarna er een nieuw exemplaar in gotische stijl werd neergezet.
De Chapelle Notre Dame geldt als de heiligste plek van Racamadour en het kapelletje staat helemaal vol om met spullen om de heilige maagd te aanbidden. Belangrijkste stuk is het zwarte Mariabeeld. Zwarte Madonna’s zijn zeldzaam in West-Europa, ik heb alleen die in Puy-an-Valley mogen zien. Het beeldje stamt uit de twaalfde eeuw en stelt een nogal strenge Maria voor met haar kind op schoot. Neem even de tijd om het oude voorwerp goed te bekijken want het heeft echt een unieke schoonheid.
Loubressac: het rustige deel van de Dordogne ***

Het dorp ligt mooi hoog op een rots boven de Dordogne.
De verhuizing naar boven vond plaats in de veertiende eeuw. Frankrijk werd toen geteisterd door de Honderdjarige oorlog met Engeland en de streek rond Loubressac ligt lag midden in de frontlijn. Om zich te beschermen tegen de plunderende soldaten werd er op de rots boven het dorp een vesting gebouwd waar als snel de hele bevolking een veilig heenkomen zocht.
Dal van de Dordogne en Bave
Een triest verhaal natuurlijk maar Loubressac ligt nu wel erg mooi en heb je vanuit het dorp een prachtig uitzicht op het dal van de Dordogne vlakbij de plek waar de Bave uitmondt. Het landschap rondom de rivier is niet zo ruw als verder stroomafwaarts, het is veel evenwichtiger en rustiger. Saai is het allerminst want bij mooi weer zie je aan de ene kant de torens de kastelen van Castelnau en Montal liggen en aan de andere kant die van het stadje Saint-Céré met daarachter de uitlopers van het Central Massif.
De vesting in Loubressac zelf is nog altijd te herkennen en staat fier op de punt van een rots dat over het dal uitkijkt. Niet meer als militair bolwerk want, het kreeg in de zeventiende eeuw een flinke opknapbeurt, maar als prachtig landhuis dat helaas niet voor het publiek toegankelijk is. Dat mag de pret natuurlijk niet drukken want het dorp barst van de mooie huizen en straatjes. Deze zijn toegankelijk via een grote poort waarachter de intimiteit van een vestingstadje voelbaar is.
Natuursteen
De huizen en gebouwen van Loubressac zijn gebouwd van licht natuursteen waardoor het karakter van het dorp licht en open is. Wij bezochten Loubressac eind april en dan is het dorp nog niet helemaal wakker uit zijn winterslaap. De straatjes waren uitgestorven, lang niet alle winkels waren open en de bewoners keken ons met een verbaasde blik aan. Op een pleintje kwamen we een groepje Amerikanen tegen die ons voor Fransen hielden en bovendien verantwoordelijk voor het feit dat ze geen restaurant konden vinden om hun honger te stillen. Ze bleken die nacht in Frankrijk te zijn aangekomen en voor het laatst in het vliegtuig te hebben gegeten. Gelukkig bleek op het pleintje een klein café net open te gaan waarna de Amerikanen met zich op de lunchkaart stortten.
Het kerkje van Loubressac in de moeite waard om te bekijken. Het is gebouwd in de veertiende eeuw en twee eeuwen later nog eens vergroot. Het is opgetrokken in de Romaanse stijl zoals zoveel kerken in de Quercy. Binnen is met name het koor indrukwekkend met zijn blauwe plafond.
Eten en drinken

Eén van de schilderachtige straatjes in Loubressac.
De streek rond de Dordogne is bekend om zijn fijne keuken en hoewel wij in Loubressac niet hebben gegeten, denk ik dat je hier heerlijk kan eten. Saffraan en truffels zijn hier de plaatselijke delicatesse, en dat is natuurlijk geen straf.
Het dorp ligt perfect als uitvalsbasis om de interessante omgeving te verkennen. Bij de VVV (alleen open in de zomer) zijn meerdere wandeltochten te krijgen, onder andere naar het mooie rustige Autoire, dat hier om de hoek ligt. Maar ook Carrenac en Curemonte liggen niet ver en kunnen met de auto makkelijk worden bezocht. Naast deze ‘Plus beaux villages’ ligt in het zuiden het mooie en interessante Rocamadour en in het westen de prachtige grotten van Padirac. Genoeg te doen dus en het dorp heeft meerdere hotels, verschillende gîtes en twee campings. Omdat het dorp maar een tiental kilometer van de snelweg A20 ligt, is het ook ideaal als overnachting als je op doorreis bent.
Het landschap en de grotten langs de Dordogne en de Lot
De toeristen, die sinds halverwege de vorige eeuw in steeds grotere aantallen de Dordogne en de Lot bezoeken, zijn niet de eerste die worden aangetrokken door dit land van melk en honing. Wie de eerste mensen zijn geweest die hier neerstreken, is niet met zekerheid te zeggen. Tegenwoordig zijn de geleerden het er wel over […]
Pujols: de intieme kleine wereld van een vestingsdorp ***
Pujols lag midden in de frontlinie van deze oorlog en werd belegerd door de kruisridders om vervolgens geplunderd te worden. Door de strategische ligging werd de burcht in de dertiende eeuw hersteld en overleefde het de Honderdjarige Oorlog tegen Engeland. Veel huizen in het dorp stammen nog uit die tijd.

De ingang tot het dorp is een mooie poort.
De ingang van het dorp ligt echt fenomenaal boven op de berg waardoor je een prachtig uitzicht hebt over het dal. Hoewel de weg er loopt besloten wij daar te picknicken en van het uitzicht te genieten. Als je niet langs de weg wilt zitten en je het uitzicht wel gezien hebt, zijn er in het dorp zelf ook genoeg plekjes om van je stokbrood te genieten.

De straatjes in Pujols staan vol met bloemen.
De vijftiende eeuwse poort is tevens de klokkentoren van het kerkje dat er vlak naast staat. Dit kerkje is opgedragen aan de ons welbekende Sint Nicolaas. Eenmaal door de poort proef je direct de sfeer van een ommuurde vesting, de intimiteit van een kleine wereld. De straatjes zijn voor een oud dorp vrij breed en bebouwd met prachtige huisjes. De inwoners van het dorpje zijn zich hier ook van bewust en doen hun best om de straatjes goed te onderhouden en vol te zetten met bloemen. Dat komt de sfeer ten goede en het is heerlijk om door de kleine straatjes te slenteren.
Kerkje Saint Foy

Naast het kerkje is een charmant terras met lavendel en mooi uitzicht.
Naast de kapel van Sinterklaas bij de entree van het dorp, heeft Pujols nog een kerkje. Deze staat aan de andere kant van de berg. Het voormalig kerkhof is open voor publiek. Dit is een charmante plek met lavendel en een prachtig uitzicht over het dal achter het dorpje. Het kerkje zelf is opgedragen aan de heilige Foy, die we kennen uit Conques maar die oorspronkelijk uit deze omgeving kwam. Het verhaal van deze plaatselijke heilige vind je bij het artikel over Conques op deze site. De kerk is gebouwd in de zestiende eeuw en heeft binnen mooie fresco’s uit die tijd. Helaas was het kerkje niet open toen wij het dorpje bezochten. De groene gids leert ons dat het pas na drie uur ’s middags zijn deuren opent voor het publiek.
Van de voormalige vesting zijn nog een aantal zaken terug te vinden in het dorp. De meest opvallende is het kasteel dat zich aan de oostkant bevindt. Tevens zijn er nog resten van de oude muur te ontdekken, waarvan een vervallen poort het mooist is. Helaas is het kasteel niet te bezichtigen maar dat mag de pret niet drukken.
Markt
Op zondagochtend is het markt in Pujols en dat is altijd een leuk moment om zo’n ‘Plus Beaux Village’ te bezoeken. Bij ons bezoek waren de dorpelingen druk met een soort van kunstmarkt. Het zal je ook niet verbazen dat ook in Pujols de nodige kunstenaars wonen die op hun waren aan het verkopen waren. De hele zomer is er trouwens wel iets te doen, van brocante tot een feest van de kleuren. Klinkt goed allemaal en ik krijg terwijl ik dit schrijf onmiddellijk zin om naar Frankrijk te gaan.
Ook voor het eten zit je wel goed in dit dorp. Pujols heeft verschillende restaurantjes en de streek staat bekend om zijn fruit, in het bijzonder pruimen. Die kan je in alle soorten en maten en op veel verschillende manieren in het dorp nuttigen. Bij een rondrit in de streek troffen we zelfs een pruimen-museum aan!
In de omgeving
Op nog geen drie kilometer ligt Villeneuve-sur-Lot. Een voormalige vestingstad met een streng stratenpatroon en leuke pleintjes en straatjes. Fraai is ook het dorp Casseneuil langs de Lot. Eén van onze gidsen sprak over het ‘Venetië aan de Lot’. Dat is een beetje overdreven maar het is een mooi dorp.
Omdat het plots hard begon te regenen nadat we Pujols hadden bezocht, zijn wij met de kinderen naar de grot van Lastournelles gegaan. Een mooie grot met een beetje verouderde entree inclusief vervallen midget-golf en andere roestige attracties in de speeltuin. Daar hou ik wel van.
Heb je een tablet of een e-reader en ga je binnenkort naar Frankrijk? Download dan eens één van onze reisgidsen in e-book formaat, ze zijn kosteloos.
Autoire: mooi dorp met een prachtige waterval ****
Autoire ligt vlak bij de Lot, een zeer geliefde streek bij Nederlandse en Britse vakantiegangers. Ondanks dat het dorp een ‘Plus Beaux Village’ is, is het er niet druk. In mei tenminste, het kan anders zijn in de zomer, maar ik heb het idee dat het niet heel erg toeristisch is.
Dat is natuurlijk prima, want zo kan je beter van het dorp genieten. Hierdoor heb je het idee dat jij het dorpje zelf hebt gevonden, zodat je het in je gedachten kunt claimen. Dat is natuurlijk onzin, maar wel een leuk gevoel.

Autoire was een geliefde plek om de zomer door te brengen. De zeven kastelen van het dorp zijn zomerverblijven van de rijken.
De geschiedenis van Autoire gaat terug naar de elfde eeuw. Tijdens de Honderdjarige Oorlog was de streek het toneel van veel gevechten en ook dit dorp ontkwam hier uiteindelijk niet aan. Het werd verwoest door de Engelsen. Ook tijdens de godsdienstoorlogen in de zestiende eeuw werd Autoire niet gespaard.

De waterval ten zuiden Autoire.
Naast het kerkje vind je een fijn restaurant met een goed terras en een prachtig uitzicht. Een prima plek om je na een stevige wandeling aan de rosé te laven. Je kan hier ook Malakoff bestellen; een zoete lekkernij die genoemd is naar de slag. Het verhaal gaat dat de kok van de generaal dit gerecht voor het eerst tijdens de Krimoorlog heeft gemaakt.
Eén van de attracties die Autoire het bezoeken waard maakt, is de hoge waterval. Deze bevindt zich niet in het dorp maar net ten zuiden daarvan. Er zijn twee manieren om deze waterval te bezoeken, beide zijn niet aan te raden voor mensen die slecht ter been zijn of met kleine kinderen (jonger dan 4 jaar).
Als je niet al te veel tijd hebt, kan je het beste het pad boven de waterval volgen. Daarvoor rij je met de auto het dorp uit in zuidelijke richting. Na een kilometer kom je dan in een kloof en is er aan de linkerkant een parkeerplaats. Deze is een beetje verstopt achter een hoge rots, dus rij niet te hard anders mis je hem en moet je keren. Het wandelpad begint aan de overkant van de weg. Het tweede gedeelte van het pad is behoorlijk stijl en leidt naar een plateau met een schitterend uitzicht over het dorp en het keteldal. Het is even klimmen, maar het uitzicht is de moeite waard.

De vallei waar het dorp ligt met daarachter het keteldal.
Hieronder een video, van Nederlanders, die ik gevonden heb over de wandeling naar de waterval.Als je meer tijd hebt, dan is het wandelpad vanuit het dorp ook de moeite waard. Ook hier geldt dat het laatste stuk behoorlijk klauteren is en dus niet geschikt voor mensen die slecht ter been zijn of met zeer jonge kinderen. Hou er ook rekening mee dat je door het vallende water behoorlijk nat kan worden, wat bij mooi weer natuurlijk niet erg is. Neem vanaf de zuidelijke parkeerplaats de weg langs het kasteeltje waarna je het bos in wandelt. Je loopt nu naast een beekje en die volg je totdat je de waterval tegenkomt. Een mooie tocht en na afloop kan je met een gerust hart op het terras een versnapering nuttigen.
De omgeving
In de omgeving van Autoire is genoeg te zien en te beleven. Het bedevaartsoord Rocamadour is een absolute aanrader, al kan het in de vakantie behoorlijk druk zijn. Ook Saint Cirque-Lapopie is niet heel ver weg. Liefhebbers van grotten kunnen in deze streek ook hun hart ophalen. De meest indrukwekkend is ongetwijfeld de Gouffre de Padirac.
Lauzerte: mooi plein, lekker eten ***
Centrale plein
De rijkdom van toen is nog goed te zien aan de huizen die aan het centrale plein liggen. Het plein is uitgevoerd met een gallerij van bogen zoals je veel ziet in deze streek. Bij ons bezoek in juli was er op het plein een podium voor het jaarlijkse feest. Hoewel ik dol ben op dit soort feesten was het wel jammer.

Het centrale plein heeft rondom een bogengallerij zoals je veel ziet in deze streek.
Op het plein vind je wat terrasjes en leuke winkeltjes waar allerlei kunstzinnige zaken worden aangeboden want, net zoals bij veel dorpjes in deze omgeving, er zijn veel kunstenaars in het dorp. Je moet zelf maar kijken of er iets tussen zit. Vreemd was wel dat in één van deze winkeltjes mijn vraag, ik weet niet meer waarover, in het Nederlands werd beantwoord. Dat heeft altijd iets jammerlijks, ze zouden Nederlanders die in Frankrijk wonen moeten verbieden Nederlands te spreken tegen toeristen!

De gezellige straatjes in Lauzerte hebben genoeg schilderachtige hoekjes.
Rondom het plein barst het van de gezellige straatjes waar je heerlijk kan verdwalen. Loop je naar het zuiden dan kom je uiteindelijk op een groot terras waar je een schitterend uitzicht hebt over de landerijen rondom het dorpje. Vlak onder dit terras vind je de Jardin de Pèlerin, een tuin die in het teken staat van de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella.

Jardin de Pèlerin
De tuin staat vol met bordjes met liedjes die tijdens deze tocht werden gezongen en natuurlijk allerlei bijzondere planten. Het is echt de moeite waard om daar even te kijken, zeker op een warme dag is de schaduwrijke tuin een prima plek om een stokbroodje met een stukje kaas te nuttigen.
Eten
Over eten gesproken, Lauzerte ligt in de streek van de foie gras, iets wat zeer lekker is maar dat je eigenlijk niet mag eten. Daarnaast kent de streek zijn eigen wijn AOC maar ook een AOC voor meloenen. Tijdens de tocht naar het plaatsje kom je langs uitgebreide boomgaarden met allerlei soorten vruchten. Even stoppen dus om perziken, abrikozen of een meloen voor de lunch aan te schaffen.
In de omgeving
Omdat Lauzerte net niet in het toeristische gebied van de Lot en de Dordogne ligt, sta je hier niet in de file met Nederlandse auto’s. Toch kan het hier in de zomer wel druk zijn. De Lot en de Dordogne bieden genoeg vertier om hier lekker een weekje vakantie te vieren.
Festiviteiten in Lauzerte
Zoals een goed Frans dorp betaamt, heeft Lauzerte in de zomer voldoende feesten en evenementen. In april is er een bloemenfeest. In de zomermaanden (juni, juli, augustus en september) zijn er talloze exposities waar het eerder genoemde plaatselijke kunstenaarsgilde zijn waar aanprijst. Natuurlijk ontbreekt ook een antiekmarkt niet op de agenda.