Tag Archief van: Drie sterren

Chaource ***
Kaas en bijzondere beelden in de kerk

Chaource is een beetje een grensgeval. Alleen de ligging is al een probleem. Het dorp ligt volgens de kaart nog net in de Champagne maar behoort qua cultuur en landschap toch eigenlijk meer bij Bourgondië. Hier vind je geen graan en druivenranken maar grasland en koeien. In Chaource maken ze geen te dure wijn met bubbels, maar kaas. En die is verdomd lekker.

Bij het bezoeken van Chaource verbleven we in een gîte in het zuidelijkste puntje van de Champagne bij Bar-sur-Seine. Een aardige streek waar veel onafhankelijke champagneboeren hun eigen wijn maken.

De tocht naar Chaource leidde ons door een glooiend landschap waar de beroemde wijnranken vrijwel direct uit het zicht verdwenen en plaatsmaakte voor graanvelden die worden afgewisseld met hennepvelden. Hennep is een grondstof voor de kledingindustrie maar het is toch vreemd om velden van honderden meters lang met deze planten te zien. Je denkt toch dat Frankrijk zijn softdrugsbeleid heeft aangepast.

Chaource

Rating:

3 van 5 sterren (?)

Zeker zien:

- Kaas eten
- Kaasmuseum
- Beeldengroep in crypte kerk

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps

Een kilometer of vijf voor Chaource veranderen de akkers in grasvelden met hier en daar een plukje bos. Het is duidelijk dat dit het domein is van koeien en omdat Fransen niet veel melk drinken wordt de witte motor omgezet in kaas. Lekker natuurlijk! En daar is Chaource ook bekend van, het dorp heeft zijn eigen AOP en daar zijn ze trots op.

Kaas

Chaource is een witte romige koeienkaas met een witte schimmel. De kaasjes hebben een kleine diameter en zijn ongeveer een centimeter of acht hoog en moeten in de streek worden gemaakt van melk uit de directe omgeving van het dorp. Omdat de regiogrens bijna door het dorp loopt mag hij ook in Bourgondië worden gemaakt. Qua smaak is de kaas een allemansvriend en doet een beetje denken aan een goede roombrie, alleen dan wel iets eleganter.

Het kaasmuseum in Chaource in de Champagne

Het kaasmuseum ligt aan het kerkplein

Als kaasliefhebber verwacht je in een dorp met een eigen AOP op elke hoek een kaaswinkel waar je de zuivellekkernij kan proeven. Leuke meisjes met kaasplankjes verwelkomen de hongerige toerist bij de gemeentegrens terwijl de jongens van het dorp een centje bijverdienen door verkleed als een enorme kaas over de pleintjes te lopen. Misschien zou dat in Nederland zo zou zijn maar dat is hier anders.

Kaasmuseum

Chaource is bovenal een slaapdorp waar niet heel veel gebeurd. Al zie je hier in vergelijking met andere dorpen nog veel mensen op straat lopen. De kaas wordt gewoon gemaakt in fabriekjes en op slechts één boerderij wordt nog op ambachtelijke wijze kaas gemaakt. De slager op het plein achter de kerk heeft wel een uitgebreid aanbod van de plaatselijke trots. Er is wel een kaasmuseum waar wordt uitgelegd hoe de kaas wordt gemaakt en hoe het recept is ontstaan. Je vindt het museum op het plein aan de voorkant van de kerk.

Het plein voor de kerk is eigenlijk best aardig en het is jammer dat de Fransen die gebruiken als parkeerplaats. Er staan een aantal fraaie vakwerkhuizen. Van dit soort huizen zijn er meer in het dorp, vooral aan de noordkant van de kerk zelf waar ook de overdekte markthal te vinden is. Dit is een staalconstructie uit de tweede helft van de negentiende eeuw en wordt nog steeds gebruikt. Helaas waren wij er niet op maandag, want dan is er markt.

Kerk Saint Bapiste

Naast de kaas heeft het dorp nog een attractie die het bezoek waard is en dat is de kerk. Deze is uitgerust met een prachtig orgel waarop een organist aan het oefenen was toen wij binnenkwamen. Ik heb er niet zoveel verstand van maar het klonk prachtig. Een affiche leerde mij dat gedurende de zomer concerten worden gegeven door organisten uit heel Europa waaronder een Amsterdammer. Kennelijk is dit een dingetje in het dorp. De concerten zijn kosteloos te bezoeken en dat is toch iets om in de gaten te houden als je in de buurt bent.

De kerk, gewijd aan Johannes de Doper, is opgetrokken in de gotische stijl maar heeft geen toren. De kerk heeft een platte voorgevel die niet heel rijkelijk versierd is. Voor beelden moet je binnen zijn want het hele gebouw staat vol met kleine en grote beeldengroepen. Dat maakt een bezoek altijd leuk al is het alleen maar om te ontdekken welke bijbels verhaal wordt uitgebeeld.

Beeldengroep in de crypte van de kerk in Chaource in de Champagne in Frankrijk

In de crypte van de kerk in Chaource staat een waanzinnig mooie beeldengroep.

Voor het topstuk moet je de crypte in. Via een kleine trap naast het altaar kom je in een nauwe ruimte waar direct oog in oog staat met een unieke beeldengroep. Dit heb je in eerste instantie niet door want het is nogal donker daar. Omdat de beelden nogal groot zijn dacht ik even te maken te hebben met medetoeristen. Terwijl mijn ogen langzaam aan het donker begonnen te wennen zag ik dat de levensgrote beelden aan één kant worden verlicht via een klein raampje. Hierdoor ontstond hier een ragfijn spel van licht en schaduw en veranderde de groep toeristen langzaam in een zestiende eeuwse beeldengroep. Als het niet druk is, en dat is vaak hier, is dit een spectaculaire belevenis waar je even de tijd voor moet nemen.

De beeldengroep stelt de graflegging van Christus voor. Het is gemaakt in de zestiende eeuw volgens de Troyes stijl waarvan de belangrijkste beeldhouwer in Chaoucre is geboren. Of hij deze beelden ook heeft gemaakt kon ik niet achterhalen. De beelden zijn beschilderd en zijn uiterst precies gemaakt waardoor de emotie goed zichtbaar is. Het verdriet van de rouwenden spettert van de beelden af en je hoeft dan ook niet lang te kijken om ontroerd te raken. Deze beelden zijn van een waanzinnige kwaliteit en dé reden om dit dorp te bezoeken. Dat je dan ook nog lekker kaas kan eten is daarbij een bonus.

Video van Chaource


E-Magazine

In bezit een ereader of tablet? Download dan één van de E-Magazine. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.

Kaart van Chaource en omgeving


Les plus beaux villages de France
weergeven op een grotere kaart
la-coupole-bunker-v2-raket-lanceerinstallatie-koepel-Helfaut-frankrijk-buiten

La Coupole: lanceerinstallatie voor de Duitse V2-raketten ***

Geschiedenis van de V2

Al voor de Tweede Wereldoorlog was Hitler zeer geïnteresseerd in moderne oorlogsvoering en vernieuwende wapens. Het leger en de luchtmacht kregen alle ruimte voor het ontwikkelen van experimentele wapens en één daarvan was het onderzoek naar raketten met vloeibare brandstof. In het noorden van Duitsland werd een eiland in de Oostzee, Peenemünde, ingericht als onderzoekscentrum waar de raket werd ontwikkeld. De belangrijkste ontwerper, Wernher von Braun, zou na de oorlog in Amerikaanse dienst de Saturnus V raket ontwerpen waarmee de maanlandingen mogelijk werden. De Engelsen kregen lucht van het eiland en bombardeerden het grondig.

De Duitsers besloten het hele rakettenproject onder de grond te brengen en bouwde daarvoor twee enorme ondergrondse complexen. In het oosten van Duitsland werd in een berg een complete fabriek gebouwd waar de raketten werden geproduceerd. Om de raketten te lanceren werd in Noord Frankrijk bij Saint Omers een lanceerbasis gebouwd.

la-coupole-bunker-v2-raket-lanceerinstallatie-koepel-Helfaut-frankrijk-raket

In het museum hangt een originele V2. Slechts een handje vol van deze raketten bestaan nog. In Nederland staat er één in het militair museum in Soesterberg.

De V2 had een praktisch bereik van ongeveer 180 kilometer en om Londen te bereiken moest deze vanaf de Noordzeekust worden gelanceerd. De militairen gaven de voorkeur aan mobiele lanceerinstallaties maar Hitler wilde een grote lanceerbasis. Groot is goed was de gedachte. In de noorden van Frankrijk werd in 1943 bij Watten begonnen met de bouw van enorme bunker. Deze werd echter snel opgemerkt door de Engelsen die vervolgens de boel plat bombardeerden. Deze eerste rakettenbasis, Le Blockhaus genoemd, is er nog steeds en is net als La Coupole een museum.

Om de boel aan het oog van de Engelsen en Amerikanen te onttrekken lieten de Duisters hun oog vallen op een plek bij Wizernes, een paar kilometer verderop. Hier was een heuvel van kalksteen waar je makkelijk tunnels in kan graven. Daarbij lag de plek vlakbij een spoorlijn waarover de raketten die in Duitsland werden gemaakt, konden worden getransporteerd.

Het hele complex was echter zo groot dat de heuvel moest worden versterkt om voldoende bescherming te bieden. Er werd een betonnen koepel gebouwd met een diameter van 71 meter en een dak van vijf meter dik. Dat is nu nog steeds indrukwekkend. De koepelgevangenis in Breda heeft bijvoorbeeld een diameter van 62 meter.

Onder deze koepel zouden de raketten rechtop worden gezet en klaar gemaakt voor lancering. De V2 zou vervolgens rechtop naar buiten worden gereden en gelanceerd waarna het tien minuten later Londen zou bereiken.

Het complex werd in negen maanden gebouwd met behulp van Franse krijgsgevangenen en dwangarbeiders. Maar net als met Le Blockhaus werd ook deze nieuwe bunker ontdekt door de Engelsen waarna er 3.000 ton aan bommen op werd gegooid. Bij deze aanvallen werden twee Tallboys gebuikt, de grootste bom in het Engelse arsenaal die in aangepaste bommenwerpers werden vervoerd en een explosie veroorzaakte die werd vergeleken met een aardbeving.

De constructie was echter van de bekende Duitse kwaliteit en doorstond deze aanvallen. Een indrukwekkend prestatie maar de directe omgeving was echter zo verwoest dat het complex onbruikbaar was en zo werd hier nooit een raket afgevuurd. Uiteindelijk werden de V2’s afgevuurd van de mobiele lanceerinstallaties onder andere vanuit Wassenaar. Het belangrijkste doel was Londen maar ook het net bevrijde Antwerpen kreeg te maken met de raket. Minder bekend is dat ook Maastricht werd bestookt door de V2.

Het museum La Coupole

Na de oorlog werd het complex vergeten en hoewel in de koude oorlog het Engelse en Franse leger hebben gekeken of het nog kon worden gebruikt verviel het snel. In de jaren negentig werd het ingericht als museum en in 2005 werd het opnieuw ingericht.

la-coupole-bunker-v2-raket-lanceerinstallatie-koepel-Helfaut-frankrijk-ingang

De ingang van het bunkercomplex La Coupole.

Duidelijk is dat het museum voldoende budget had om er iets van te maken. Op de plek waar de raketten zouden worden gelanceerd parkeer je nu je auto naast het nieuwe entreegebouw. Bij de balie krijgt iedereen een koptelefoon waar een klein kastje onder hangt dat reageert op zendertjes die her en der in het museum hangen. Zodra je in de buurt van zo’n zender komt wordt de relevante informatie voorgelezen. Dus geen gedoe met een zwaar apparaat met knopjes waar je cijfers moet invoeren en onhandig tegen je oor moet houden.

En er is meer goed nieuws voor de meeste Nederlanders want de koptelefoon leest ook in het Nederlands voor. Alle informatie in het museum wordt trouwens standaard in het Nederlands aangeboden en dat maakt het toegankelijk voor kinderen. Alleen de medewerkers spreken geen Nederlands, al doen de plaatsnamen in dit deel van Frankrijk wel Nederlands aan.

Sinds de laatste verbouwing is La Coupole uitgerust met een twee grote filmzalen waar 3D films worden vertoond. Dat is natuurlijk leuk maar toen wij er waren werden er films getoond over planeten en dieren in de oceanen. Ongetwijfeld spectaculair maar niet iets waarvoor ik naar deze plek kom. Omdat we voor deze films extra moesten betalen hebben we ze ook niet bekeken. 3D bioscopen hebben we ook in Nederland.

Het museum zelf bevindt zich volledig onder de grond, daar is ook ruimte genoeg met al de tunnels die in de oorlog zijn uitgehakt. De bunker kom je ook binnen in één van deze tunnels waarop dwars weer kleinere doodlopende tunnels zijn gebouwd. Oorspronkelijk waren deze zijtunnels bedoeld om de de veertien meter hoge V2 raketten op te slaan maar die staan er nu natuurlijk niet meer.

Eerste Wereldoorlog

Vreemd genoeg begint de museum met het verhaal over de Eerste Wereldoorlog. Het front in de oorlog tussen 1914 en 1918 lag niet heel ver weg van deze plek maar daar gaat het verhaal dat hier wordt vertelt niet over. De luchtoorlog, het leven in de loopgraven inclusief een levensgroot diorama, het gebruik van tanks, het gifgas, alles wordt hier uitgebreid verteld. Nu kan je de Tweede Wereldoorlog niet begrijpen zonder de eerste versie en voor Frankrijk had deze ook meer impact, maar het is niet helemaal duidelijk wat het precies de exacte link is met deze plek. Iets verder in de tunnel staat nog een oude generator die bij de bouw al dienst deed, dat zijn de dingen die je wilt zien. Maar juist over dit object wordt niet echt goed verteld wat de bedoeling ervan is geweest, jammer.

la-coupole-bunker-v2-raket-lanceerinstallatie-koepel-Helfaut-frankrijk-loopgraven

De eerste tunnel is ingericht om de geschiedenis van de Eerste en Tweede wereldoorlog te vertellen. Hier zie je hoe de loopgraven tijdens de Eerste Wereldoorlog eruit zagen.

Na deze verrassende opening loop je dieper La Coupole in en daarbij is duidelijk te zien hoe de tunnels zijn uitgehakt. De muren zijn zeer onregelmatig en als even goed kijkt zie je overal de gaten van de beitels nog. Om de koepel te bereiken neem je de lift waarbij het mij opviel dat die is gemaakt door Tyssenkrup; er zijn dingen waar Duitsers gewoon goed in zijn.

Atoombom

Eenmaal boven zie je direct een V2 hangen. Het blijkt een originele versie en dat is mooi. Die zie je niet zo veel meer tegenwoordig. Verder zijn op deze verdieping twee filmzaaltjes waar je als bijna vanzelf heen loopt. Gewapend met de koptelefoon blijkt de film het verhaal te vertellen over de regio in de Tweede Wereldoorlog. Zo weet ik nu dat de twee leiders van de Fransen, De Gaulle en Petain, allebei uit deze regio kwamen en dat dit gedeelte van Frankrijk bij België hoorde.

Allemaal interessant maar het gaat niet over dit complex. Na de film wordt je geacht om de onderste verdieping te bezoeken en daar begint het eindelijk over de de V2 en de V1. Van beide wapens hangt er een exemplaar en dat is redelijk uniek. Met behulp van onder andere infographics wordt uitstekend uitgelegd hoe de raketten werkten. Interessant zijn de grafieken over de kosten van de projecten en het rendement. Hieruit blijkt dat Duitsland beter had kunnen investeren in grote bommenwerpers zoals Engeland dat deed. Voor ons is het natuurlijk beter dat Hitler meer van raketten hield.

Dit gedeelte is echter niet groot en voordat je het weet sta je voor een model van een Saturnus V of een Ariane raket of een replica van de eerste atoombom. Daarna volgt een heel stuk over concentratiekampen en toen waren ze mij helemaal kwijt. Een beetje in de war besloot ik weer op de bovenste verdieping te gaan kijken en daar vond ik een model van het hele complex zoals het ooit bedoeld was. Dat vind ik naast de V2 zelf eigenlijk het meest interessant omdat ik hiervan een goed beeld kreeg over hoe het hier ooit was.

la-coupole-bunker-v2-raket-lanceerinstallatie-koepel-Helfaut-frankrijk-model

Op de bovenste verdieping staat een mooi model van het complex op basis van de originele bouwtekeningen.

Deze plek is historisch buitengewoon interessant en het is zonder twijfel een perfecte plek om een boeiend verhaal te vertellen. Het museum is ook prachtig opgezet en de verhalen die worden verteld zijn compleet, goed opgezet en met veel informatie. De informatieborden zijn groot, duidelijk, allemaal in vier talen uitgevoerd en goed ontworpen met eigen icoontjes en alles. Het mocht wat kosten.

Probleem is dat het museum te veel verhalen vertelt waardoor de lijn in het hele museum niet duidelijk meer is. Waar gaat dit museum nu eigenlijk over?

Misschien weet ik wel iets te veel over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en is het wel interessant voor iemand die het hele verhaal niet kent maar voor mij was het bezoek aan La Coupole toch een beetje teleurstelling. In mijn ogen staat het verhaal over het complex zelf te veel op de achtergrond en dat is jammer. Misschien had ik toch de film over de monsters in de diepe oceaan moet kijken.

Moet je er nu heen? Toch wel. Het is een indrukwekkend complex en het museum is uitstekend ingericht met prachtige foto’s en uitgebreide informatie. Het is alleen niet een museum over de bunker en dat laatste is toch wel het meest indrukwekkende onderdeel van de collectie.

Estaing: dorp op de route naar Saintiago in de Aveyron

Zwembad met uitzicht

Estaing was het eindstation van de dag want rond een uur of één was het kwik boven de veertig graden gestegen en gingen we op zoek naar een zwembad. Gelukkig ging het gemeentelijke zwembad van Estaing na een uurtje open. Niet groot maar waarschijnlijk niet druk en dat was dus prima op dit moment.

Straatje in Estaing in de Aveyron, Frankrijk

Als je in de straatjes loopt heb je meer het idee in een stadje te lopen dan een dorp.

Ik ben dol op gemeentelijke zwembaden in Frankrijk. Het zijn er veel, zijn redelijk goed onderhouden, vaak niet te druk, er zijn weinig toeristen en het kost bijna niets om binnen te komen. Als gezin zijn we altijd tussen de 6 en 10 euro kwijt en dat is prima om even af te koelen. Daarbij krijg je vaak gratis een goede vormgeving bij want voor veel zwembaden is de architect echt even gaan zitten en als je dat zie je direct. Zeker de zwembaden uit de jaren vijftig en zestig zijn soms echte pareltjes.

Ook de plek van een openbaar zwembad is vaak bijzonder en het zwembad in Estaing is geen uitzondering. Het ligt namelijk precies tegenover het kasteel en je hebt dan ook een prachtig uitzicht tijdens het zwemmen.

De oude priorij kerk in Estaing, Aveyron Frankrijk

De oude priorijkerk waar de relieken van de plaatselijke heilige liggen.

Maar voordat we in het water sprongen hebben we ons prima vermaakt in het dorp. Hoewel het midden in het hoogseizoen was konden we de auto gewoon op de boulevard naast de rivier parkeren. Deze streek lijkt nog niet ontdekt te zijn door de hordes toeristen en het is te hopen dat dat nog even zo blijft. Al bleek dat even later niet het geval.

De straat die vanaf de rivier loopt voelt helemaal niet aan als een dorp. Je hebt het idee dat je hier door een stadje loopt en dat is ook eigenlijk het geval. Estaing heeft nu zo rond de zeshonderd inwoners maar dit getal is eeuwen veel hoger geweest en zeker in deze streek kan je dan wel spreken over een stadje.

Hoewel het stadje op een strategische staat, heeft het nooit militaire betekenis gehad. De welvaart kwam voor een deel omdat Estaing een regionale bestuursfunctie had maar de grootste inkomsten bron waren altijd de pelgrims. Omdat je hier op weg naar Conques de Lot kon oversteken werd het de eerste pleisterplaats vanaf Le Puy dat één van de meest populaire startplaatsen was.

Middeleeuwse brug

De brug die de pelgrims namen is er nog steeds. Het huidige exemplaar werd in 1490, dus nog net in de middeleeuwen, gebouwd en wordt nog steeds gebruikt. Bij aankomst zagen we er een grote vrachtwagen rijden en hoewel het er een beetje raar uitziet kan de brug het kennelijk goed hebben.

Omdat in de veertiende eeuw de stad de relieken van Saint Fleuret op de kop tikte, werd zelf ook een plegrimsplaats. De relieken worden bewaard in een eigenaardig kerkje tegenover de ingang van het kasteel.

Karakteristiek plek

Het pleintje in het centrum is één van de meest karakteristiek plekken van het dorp omdat zowel de kerk als het kasteel hoger liggen. Om bij de ingang van de kerk te komen moet je eerst een flinke trap beklimmen. Vanwege de warmte en omdat de trap in de volle zon lag stond ik bovenaan toch een beetje naar adem te happen. Om dit te maskeren besloot ik dat het beeld dat voor de ingang van de kerk staat eens goed te inspecteren.

Dit bleek een gouden greep want wat het is een interessant stukje beeldhouwwerk. Zo leuk dat terwijl ik het bekeek onderaan de trap een bus met toeristen was geleegd. De meute stond voordat ik het door had om mij heen en werden er druk selfies geschoten. Gezellig hoor maar het verstoorde mijn kunstgenot behoorlijk. Ik had die ene toeristische bus die hier per week stopte getroffen.

Half geïrriteerd vluchtte ik de schaduw van de kerk binnen waar ik werd getrakteerd op een barokke altaar vol met zuiltjes en andere gouden elementen. Genoeg details om even goed te bekijken al was ik bang dat de toeristische horde mij snel zou volgen. Maar dat gebeurde niet, het bleef stil in het kerkje. Enigszins nieuwsgierig ging ik buiten kijken waar geen toerist, behalve mijzelf, meer was te bekennen.

Een bericht op mijn telefoon wees mij erop dat mijn gezinsleden hadden ontdekt dat het zwembad binnen tien minuten zou openen. Waar ik bleef. Ik trof ze op een terras naast het rivier waarna we naar het zwembad liepen. Daar kwamen we erachter dat juist die middag er zwemles was en aangezien wij al konden zwemmen besloten we een paar dorpen verder te gaan zwemmen.

Kasteel

Straatje in Estaing

Het kasteel heb ik niet van binnen gezien maar je kunt het wel bezoeken. Het bouwwerk was in het begin van deze eeuw nog onderdeel van een flinke politieke rel. Bij wie het rijtje Franse presidenten goed in het hoofd zit, was al onmiddellijk een belletje gaan rinkelen bij de naam Estaing.

Begin jaren tachtig had Frankrijk een president Valéry Giscard d’Estaing genaamd. Misschien wel de president met de mooiste naam al zijn de meeste mensen hem al lang vergeten maar hier niet.

Het kasteel werd namelijk 2005 verkocht aan hem en zijn broer en dit was goed voor een behoorlijke nationale beroering. Het kasteel had jaren lang dienst gedaan als school, bejaardenhuis en créche en werd zonder het te koop had gestaan verkocht.

De verkopende partij klaagde over de lage prijs. En daar zat wel wat in want een heel kasteel voor iets meer dan vijf ton is inderdaad een koopje. Helemaal als je bijna het zelfde bedrag aan subsidie krijgt om het op te knappen. Zo gaan die dingen soms in Frankrijk.

Saint-Robert: dorp op de grens van Perigord, Limousin en Quercy ***

Kerk

Het koor van de kerk in Saint Robert in de Limousin in Frankrijk is rond

Het koor van de kerk heeft een opvallende rond koor | Foto: Stijn Koenen

Het aanzicht van de kerk vanaf het parkeerterrein is klassiek genoeg, een toren met twee zijbeuken, maar eenmaal binnen blijkt het schip rond van vorm en omgeven door pilaren te zijn, een detail dat het interieur speelser maakt dan de strenge façade. Er is een fraai houtgesneden Christusfiguur uit de dertiende eeuw te bewonderen, maar de voornaamste reden om St. Robert te bezoeken ligt buiten.

Aan de zuidkant van de kerk bevind zich een getrapte tuin die eindigt boven de stadswal en vrij uitzicht heeft op de vallei richting Brive en op een markante tegenoverliggende heuvel het stadje Ayen. Vanaf deze kant bied de kerk een totaal ander en mooier aanzicht. Kijkend richting het oosten zien we delen van de stadswal met op de hoek het indrukwekkende dak van het Chateau d’Aragon

Stadspaleisjes

Wandelend richting het oosten dalen we een steegje af met aan beide zijden huizen opgetrokken in de kenmerkende gele zandsteen, en al snel worden de huizen groter en voornamer met links en rechts stadspaleisjes waaronder dat van de schrijver van “jules et Jim”, dat later verfilmd is door Truffaut. Net buiten de stadspoort aan de rechterkant het chateau d’Aragon, een idyllisch  kasteeltje uit de veertiende eeuw.

Op het plein bij de kerk vind u nog een bakker, een kruideniertje en een restaurant, en het begin van een wandeling van 7 km, die ook per fiets is te doen, mits voldoende getraind. De omgeving is betoverend mooi. Uitgebreide bossen worden afgewisseld met een open heuvel-landschap waar het overal aanwezige water een hoofdrol opeist. Op de riviertjes kan je bovendien uitstekend kanoën.

Het vlakbij gelegen Ayen en vooral Ayen-bas zijn ook een bezoekje waard, met in Ayen-bas een chateau en een abdij uit de twaalfde eeuw. Nemen we de eerder genoemde weg richting de Dordogne dan zijn we al snel bij chateau Hautefort, een oorspronkelijk middeleeuwse burcht die in de zeventiende eeuw is verbouwd tot pronk kasteel met indrukwekkende tuinen. Het kasteel heeft tevens een befaamde collectie meubels uit de zeventiende en achttiende eeuw.

La Grave la Meije: uitzicht op de gletsjers van Écrins ***

Kabelbaan

Na meer dan twee uur reden we dan eindelijk La Grave binnen. Dit bleek een populaire plek te zijn want het hele dorp stond vol met auto’s maar uiteindelijk vonden we aan de andere kant van het dorp toch nog een plekje. Het is dus aan te raden om niet te laat naar Le Grave te gaan want een parkeerplaatsen zijn dan schaars.

De attractie van het dorp is ongetwijfeld de lift naar de gletsjer en dat bleek het onderwerp van een aardig dispuut te zijn binnen ons gezin. De kabelbaan is namelijk niet erg groot en een aantal leden van onze familie vonden het gewoon te eng om er in te gaan. Na een lange discussie besloten we niet naar boven te gaan en daar waren weer andere leden van het gezin niet mee eens. Misschien dat we er nog maar eens naar toe moeten.

Het dorp

Hoewel het dorp vol stond met auto’s waren er niet veel mensen in het dorp te vinden. Hier en daar liep een Fransman die irritant steeds irritant in mijn beeld verscheen op het moment dat ik een foto maakte, maar verder was het veel te rustig voor al die auto’s. Niet zo gek natuurlijk omdat La Grave een beginpunt is voor veel wandelaars.

Het dorp is best aardig en achter de kerk is een klein kerkhof met graven van mensen die in de bergen zijn omgekomen, een waarschuwing dat deze mooie omgeving zeer gevaarlijk kan zijn.

Vanaf de kerk heb je een prachtig uitzicht over het dorp en het dal met aan de andere kant de gletsjer van La Meije, de hoogste berg van het Massif de Écrins. Deze reus heeft maar liefst drie toppen waarvan de hoogste net iets lager is dan vierduizend meter. Bij helder weer is het uitzicht vanaf de kerk het meest indrukwekkende van het hele dorp.

Gargilesse-Dampierre: bijzonder dorp met kasteel in de Limousin ***

De poort van het kasteel in Gargilesse-Dampierre een dorpje in de Limosuin Frankrijk

De poort van het kasteel heeft twee prachtige robuuste torens.

Deze tocht is best aardig overigens want het landschap is hier licht glooiend en heerlijk om in te rijden. Ons gezin vond het ook wel prima en is ook wel gewend aan het bezoeken van een dorpje.

Omdat het een zaterdag was, was het best druk in het dorp. We hadden dan ook moeite om een parkeerplek te vinden. Die vonden we aan de andere kant van Gargilesse-Dampierre en reden dus al eerst door het dorp en dat is altijd wel een beetje jammer. Ik zie een dorp de eerste keer liever te voet.

Kasteel

Ons doel was het kasteel en daarvoor moesten we eerst door het dorp met zijn gezellige en vriendelijke straatjes. Het kasteel ligt een beetje boven het dorp en heeft een heerlijke poort, precies zoals je van een kasteel verwacht. De twee kloeke torens die de toegang begeleiden lijken gebouwd voor de eeuwigheid en ook de gevel met zijn schietgaten zijn helemaal goed. Maar het juweel van het dorp ligt daarachter, onder de kerk die oorspronkelijk bij het kasteel hoorde.

De romaanse kerk heeft een aantal vreemde kenmerken. Zo is heeft het naar verhouding een kort schip en is het koor zevenhoekig en dat zie je bijna niet in Frankrijk. Binnen vind je meer dan honderd verschillende kapitelen die Bijbelse voorstelling laten zien. Nu is mijn bijbelkennis niet heel goed maar het is altijd leuk om het een beetje te testen. Ik kwam niet zo heel ver dit keer.

Onder het altaar bevindt zich de crypte en daar kan je mooiste schat uit dit dorp vinden. Bijna alle wanden zijn namelijk versiert met fresco’s uit de dertiende eeuw die er nog uitstekend uitzien. Dit gebeurde al wel vaker in die tijd maar in de loop der eeuwen zijn bijna allemaal vernietigd, uit elkaar gevallen of verbleekt. Een Fresco, een schildering waarbij de verf op natte kalk wordt aangebracht, is nu eenmaal heel kwetsbaar.

Hier zijn ze dus nog erg gaaf, tot op een zekere hoogte tenminste. Hier kan je uitstekende de figuren zien en niet half, maar helemaal. Hoewel we niet heel veel tijd hadden heb ik hier toch een tijdje gestaan om de tekeningen op mij in te laten werken. Zo vaak heb je niet de mogelijkheid om het werk van dertiende-eeuwers zo direct te bekijken. Hier kan het en je hoeft alleen maar naar binnen te lopen. Zeker even naar de kerk als je er bent!

Een fresco in het kerkje van Gargilesse-Dampierre in de Limousin

De fresco’s in de crypte van de kerk zijn nog zeer gaaf en stammen uit de dertiende eeuw.

Hoewel de schilders rond 1250 zich waarschijnlijk geen kunstenaars hebben gevoeld, schilderen werd gezien als een ambacht, waren zij wel de eersten die in het dorp kunst maakten en daarmee begonnen ze, onbewust waarschijnlijk, een lange traditie die nu altijd nog voortduurt.

Al was er een lange pauze in deze traditie. Pas aan het einde van de negentiende eeuw trokken de kunstenaars massaal uit de grote steden als Parijs om zich te laten inspireren door de natuur en de eenvoudige leven op het platteland. Deze beweging, die is ingezet door de impressionisten zoals Monet, Renoir, Degas en Cézanne, zou nooit meer ophouden en tot vandaag zoeken kunstenaars inspiratie op het Franse platteland.

Ook in Gargilesse-Dampierre streken er verschillende kunstenaars neer. De bekendste daarvan is ongetwijfeld Serge Delaveau die hier woonde en werkte. In het plaatselijk museum hangt een flink aantal werken van hem en het is een aanrader om daar even naar binnen te lopen, de toegang is gratis.

Bloedbad

In de Tweede Wereldoorlog is het dorp het decor van een dramatisch verhaal. In de Limousin was het Franse verzet behoorlijk goed georganiseerd. Bij het Franse verzet moet ik altijd direct denken aan ‘Allo, Allo’ maar hier ging het toch wel wat serieuzer aan toe.

Deze Maquis maakte het de Duitsers behoorlijk lastig met guerrillatactieken en dat was de bezetter een doorn in het oog. In juli 1944 weet het Duitse leger een groepje in te sluiten in dit dorp en maakt korte metten met ze. Dit gebeuren gaat de geschiedenisboeken in als de Slachting van Gargilesse-Dampierre.

Semur-en-Brionnais-bourgondie-kasteel-paarden-dorp-1000

Semur-en-Brionnais: Bourgondisch dorp met een rijk verleden ***

Kasteel van Semur-en-Brionnais in Bourgondië, Frankrijk

Kasteel van Semur-en-Brionnais was in de middeleeuwen het bestuurlijke centrum van de streek.

Bij binnenkomst van het dorp hadden we een kasteel gezien en we besloten die kant op te lopen. Nadat we een paar straatjes te hebben doorkruist stonden we op het aardige plein voor het kasteel en wisten dat we goed zaten. Hoewel er een weg loopt over het plein zag het er heel gezellig uit. Er was een terras ingericht met verschillende plastic tafels waar een groot gezelschap en een stel Amerikanen zaten te lunchen. Vanaf het restaurant dat zich tegenover het kasteel bevindt, liep een vrouw met grote schalen goed ruikend voedsel druk heen en weer. Ik werd helemaal blij van dit tafereel.

Hoofdstad van de Brionnais

Semur en Brionnais was ooit de hoofdstad van de streek en vanaf hier regeerde een baron. Om de boel een beetje aanzien te geven deed hij dat vanuit een kasteel waarvan het Donjon uit de negende eeuw stamt en er voor een groot deel nog staat. Wellicht was het in die tijd een dergelijk optrekje ook handig om de vijanden van je af te houden. De twee ronde torens zijn minder oud, zij dateren uit de achttiende eeuw en dienden als gevangenis.

De bekendste inwoner van Semur is geboren in het Donjon, ene Heilige Hugo. Als zoon van de baron maakte hij carrière in de kerk en werd uiteindelijk abt van het grote klooster van Cluny en daarmee één van de machtigste mannen van West-Europa. Zijn zus deed het ook niet slecht want die trouwde met de hertog van Bourgondië, in die tijd al één van de machtigste mannen van Frankrijk.

Cluny

In Cluny stond het grootste klooster van Europa die honderden andere abdijen aanstuurde. Onder Hugo beleefde de orde van Cluny zijn hoogtepunt van zijn macht. De man stond zestig jaar aan het hoofd van de orde, was de peetvader van de Keizer en selecteerde de Paus uit zijn staf. Tot slot liet hij in Cluny de grootste kerk van West-Europa bouwen.

Kerk van Semur en Brionnais in Bourgondië, Frankrijk

De kerk Saint Hilaire heeft een eenvoudig vormen. De bogen in de toren hebben een mooie diepte werking.

Cluny is niet ver weg en ook in Samur is de invloed van de eens zo grote orde nog duidelijk te zien. Het kerkje Saint Hilaire staat een tweehonderd meter van het kasteel en is een prachtige voorbeeld van een Romaanse architectuur zoals Cluny het mooi vond. Vanaf het kasteel loop je door een steegje dat uitkomt op nog een plein met aan één kant hoge platanen. Aangezien het nogal warm was hebben we in de schaduw van deze bomen wat gegeten. Stokbrood met heerlijke ham en kaas en een goede melon stond er op het menu. Tijdens onze picknick kwam er ineens een hele colonne paarden uit een steegje die ging picknicken op het veld voor het kasteel.

Romaans

Na onze lunch hebben we de kerk eens goed bekeken. Het gaat hier om een Romaans exemplaar met redelijk eenvoudige wat gedrongen vormen. Dat kan ik wel waarderen. Het koor heeft een ronde kranskapel en op de vliering staat een kloeke achthoekige toren waarvan de bogen opvallen omdat die diepte geven. De vorm van de kerk is dan eenvoudig, dat wil nog niet zeggen dat het gebouw saai is. Op verschillende plekken zijn er allerlei versieringen aangebracht. Zo zijn er onder de daklijst allerlei gebeeldhouwde figuren te zien en als je goed kijkt zijn er meer van dit soort details te ontdekken.

Boven de west ingang is boven één van de deuren een tympaan met het laatste oordeel te zien. In het midden zit Jezus als rechter met de evangelisten om hem heen. Daaronder wordt de mensheid beoordeelt met aan de rechterkant de hel waar duidelijk een duivel is te zien. Het is een aardig tafereel en zeker de moeite waard om even te bekijken. De figuren zijn vrij grof en hebben niet de dynamiek zoals in bijvoorbeeld Conques. Binnen in de kerk valt het balkon onder het hoofdingang direct op. Deze wordt gedragen door een merkwaardige uitbouw die in een punt uitloopt, die doet denken aan een cornetto.

 

Belastingskantoor

Kamer in het oude belastingkantoor van Semur en Brionnais waar de gehate gebelle moest worden betaald

Kamer in het oude belastingkantoor van Semur en Brionnais waar de gehate gebelle moest worden betaald

Eenmaal uit de kerk lopen we terug naar het kasteel. In het eerder genoemde steegje staat aan de linkerkant een opvallend gebouw dat open blijkt te zijn. Er is niemand en achterin vind ik een enigszins versierde kamer met een grote lange bak. Een boord aan de muur leert dat ik mij in een belastingkantoor bevind en dat hier de gabelle werd geheven. Ergens in mijn achterhoofd wordt een verbinding gelegd met kennis uit de geschiedenisles op de middelbare school en zie ik in gedachte mijn leraar Vermeulen een enorm schema op het schoolbord tekenen. Alle stukjes vallen samen en ik weet het weer!

De gabelle was de belasting op zout dat meer dan eens tot opstanden heeft geleid. Zout was voor de uitvinding van het conservenblik een duur goedje omdat het één van de weinige manieren was om vlees goed te houden. De Franse koning bezat het monopolie en spekte daarmee de staatskas. Hier was het Franse volk niet blij mee, te meer omdat de adel en de kerk deze niet hoefde te betalen.

De bekende opstand kostte de koning letterlijk zijn hoofd en gaf Europa zijn huidige politieke vorm en onze huidige vrijheid; de gabelle was één van de oorzaken van de Franse Revolutie. Dit geeft deze vreemd versierde kamer in Bourgondië een historische waarde. Er zullen ongetwijfeld meer van dit soort gebouwen zijn in Frankrijk, maar die ken ik niet.

Rodemack: het kleine Carcassonne in Lotharingen ***

De middeleeuwse tuin met de verdedigingsmuur in Rodemack Frankrijk

De middeleeuwse tuin ligt direct onder de muren en zijn een bezoek waard.

Daarmee is het dorpje de perfecte plek voor de eerste lange stop op weg naar zuidelijk gelegen plaatsen. Het ligt maar een paar kilometer vanaf de snelweg en als je nog wil tanken in Luxemburg tijdens de grote vakantiedrukte dan kost het niet zo gek veel meer tijd. Om Rodemack te bereiken rij je namelijk via Luxemburg waar je vlak voor de grens verschillende tankstations zijn.

Nu heb je die wel meer daar, maar het verschil is die daar erg rustig is, zeker als het vergelijkt met die langs de snelweg. Het tanken kost je dus geen tijd en vervolgens rij je zo Frankrijk in. Het tweede dorp dat je tegenkomt is Rodemack waar je lekker rustig een kop koffie kan drinken of een kleine lunch nuttigen. Wel even in Luxemburg een stokbroodje scoren want een Boulangerie hebben ze niet in Rodemack.

Muren Rodemack

Het dorp ligt in een glooiend landschap en doemt ineens voor je op. Het is bijna geheel ommuurd en heeft een prachtige poort met twee dikke ronde torens ernaast. Wij bezochten Rodemack op de terugweg na een weekje in Bourgondië en helaas was de burcht in zijn geheel ingepakt met stijgers. Het is natuurlijk een goede zaak dat het Franse culturele erfgoed goed wordt onderhouden, maar voor ons was het wel jammer want we konden het allemaal niet goed zien.

De muren die er nu staan stammen uit de dertiende en veertiende eeuw. Dat is aardig oud, maar Rodemack is veel ouder. In bronnen uit het einde van de negende eeuw wordt het dorp al genoemd. Rond 910 komt het in handen van de abten van Sint Willibrord waarmee het onder invloed komt van de Karolingische cultuur dat zijn centrum had rond de Maas. Rodemack krijgt een kerk en daar omheen ontwikkelt zich het dorp. De eerste muren worden in de dertiende eeuw opgetrokken die in de loop van de eeuwen steeds worden versterkt en uitgebreid. De poort met de karakteristieke torens worden in de veertiende eeuw door de bewoners zelf gebouwd.

Ondanks zijn strategische belangrijke ligging heeft Rodemack een redelijk rustige geschiedenis; er is nooit echt hard om gevochten. Het behoorde tot 1796 Luxemburg waarna het een eeuw lang geregeld van land wisselde. Eerst was het een deel van Frankrijk, toen werd het Duitsland, daarna weer Frankrijk, vervolgens weer Duitsland en tot slot sinds 1944 weer Frankrijk. Het was een heel gedoe.

Gerberoy: dorp met de tuin van een impressionist ***

Hij deed dit om de kleuren en het licht te bestuderen en dit vast te leggen op doek. Net als Monet deed in Giverny. Na een uitstapje naar het symbolisme keerde Henri tijdens zijn verblijf in Gerberoy terug naar het impressionisme.

De tuin van Le Sidaner is te bezoeken en dat is ook de belangrijkste attractie in het dorp. Daarnaast is het natuurlijk heerlijk om in het kleine gehucht lekker rond te wandelen en de mooie huizen uit de vijftiende en zestiende eeuw. Loop dan ook even naar kerkje uit de vijftiende eeuw waar je fraaie koorbanken en wandtapijten kan bewonderen. Tot slot is er in de voormalige school een klein museum te vinden over de geschiedenis van het dorp compleet archeologische vondsten en schilderwerken.

Wij bezochten dit dorp in de maart en het was bijzonder koud. ’s Nachts vroor het meer dan 15 graden en een harde oostelijke wind zorgde er voor dat het ook overdag geen pretje buiten was. Mij maakte het niet uit want ook in Siberische toestanden vindt ik het leuk om een ‘Plus Beaux Village’ te bezoeken. Mijn gezinsleden dachten daar anders over en besloten na tien minuten terug te gaan naar de auto.

Office du Tourisme

Gelukkig was er geen wolkje aan de lucht waardoor Gerberoy door een prachtig laag maar helder licht werd beschenen. Helaas was alles gesloten, op de Office du Tourisme na waar twee dames bezig waren een stagiaire in te werken.

huizen-straatje-poort kerk gerberoy-frankrijk

De straat die je brengt bij de kerk heeft een poort.

Kennelijk was die laatste er wel klaar mee want ze sprong direct op mij af om te vragen naar wat ik zocht. Mijn antwoord in mijn gebrekkige Frans beviel haar zichtbaar waarna ze direct overschakelde naar Engels met een elegante Franse tongval. Dit was het sein voor de andere dames om de stagiaire haar gang te laten gaan waarna ze een geanimeerd gesprek met elkaar begonnen.

De stagiaire vertelde dat het dorp normaal gesproken veel te bieden had maar dat op deze winterdag alles gesloten was. Ik nam wat foldertjes mee en besloot naar de kerk te lopen.

Poort

Deze staat op een heuvel midden in het dorp en om daar te komen loop je eerst door heerlijke straatjes en moet je door een nauwe poort. Deze is behoorlijk smal waar net een nog een auto door kan rijden. Hier kwam ik proefondervindelijk achter op het moment dat ik de poort stond te bekijken en een auto mij daar passeerde.

Het kerkje is de moeite waard maar helaas gesloten bij temperaturen onder nul. Jammer want zelfs in een kerk had ik mij een beetje kunnen opwarmen. Ik besloot door de rue du château uit te lopen al is er weinig kasteel te ontdekken hier. Wel aardige huizen waarvan er één wordt verbouwd.

Tuin

Het koepeltje in de tuin van Henri le Sidaner in Gerberoy

Het koepeltje in de tuin van Henri le Sidaner

Om de hoek verandert de straat in een enorme greppel met aan de ene kant een muur met daarop het dorp en aan de andere kant een begroeide wal. Op die eerste verschijnt een bouwsel met zuiltjes en een koepeltje met een beeld. Dit is de beroemde tuin van le Sidaner. Nog een hoekje om en je staat voor een kleine poort dat de ingang is van de tuin.

Door de wal aan de andere kant van de greppel te beklimmen krijg ik een aardig beeld van de tuin. Het is geen Versailles natuurlijk maar het ziet er zelfs in het midden  in de winter zeer aardig uit. De tuin bestaat uit verschillende ‘kamers’ waarbij speels gebruikt wordt gemaakt van de niveauverschillen. Het is zeker een reden om hier in de lente of zomer eens terug te komen.

Ik hou rechts aan en kom na een korte afdaling bij een lagere straat. Hier wordt het duidelijk waar het kasteel heeft gestaan. Er is een hoge muur met heuse kantelen met daaronder een grote vijver waar een paar eendjes verbaasd op het ijs staan.

De straat brengt mij terug naar de Office du Toerisme waarbij ik nog een goed uitziend restaurant tegenkom. Ik lust wel wat en sta op het punt de familie te bellen maar ook dit etablissement is gesloten. Vijf minuten later stap ik in de auto en rijden we naar Beauvais waar we naast de kathedraal een café vinden en lunchen. Ik wil zeker nog een keer terug naar Gerberoy, maar dan wel in warmere tijden.

Flamingo's in de Camargue, Provence, Frankrijk

Camargue: uniek landschap aan het einde van Frankrijk ***

Stieren in de Camargue in Frankrijk, copyright Atout France/Pascal GrØboval

De wilde stieren in de Camargue zijn niet echt wild, maar lopen in het voorjaar wel los door het gebied.

Zo lag het bekende plaatsje Stes Maries de la Mer nog niet zo heel lang geleden een paar kilometer van de kust terwijl het nu toch echt aan de zee ligt. Qua naam is het natuurlijk nu wel correct. Door het aanleggen van dijken is dit natuurlijke proces nu gestopt al zijn er plekken waar het slib er voor zorgt dat er land bijkomt.

De Camargue staat bekend om haar dieren en planten. De waterrijke vlakte heeft door de vele overstromingen in het verleden een zoute bodem waardoor er alleen planten groeien die hier tegen kunnen, denk aan zeekraal, lamsoor en riet. Allemaal lage begroeiing, bomen zie je hier amper. In het water barst het van het leven zoals zoals paling, snoekbaarzen, brasems en karpers. Deze beesten trekken weer vogels aan zoals de zilver- en blauwe reiger en aalscholvers. Als Hollander komt het je allemaal bekend voor; het zijn planten en dieren die wij in onze delta van de Rijn en Maas in de duinen ook tegenkomen. Met één uitzondering en dat is de Flamingo. Dit elegante maar toch gekke dier staat hier met honderden tegelijk schelpdieren te eten. Het was voor ons een mooie ervaring om zoveel van deze roze vogels in het wild te zien. De kinderen waren niet echt onder de indruk want, zo vertelden ze, die hadden ze een paar weken eerder ook al in Artis gezien. Iets wat niet te ontkennen viel.

Rondrit Camargue

Om de Camargue een beetje te kunnen zien heb je minstens een dag nodig. Wij reden het gebied in vanaf Arles op de D570 reden richting Stes Maries de la Mer. Dit is in de zomer een redelijk drukke weg en het geeft je niet echt een goed idee van het gebied. Je kan deze weg volgen helemaal naar het dorpje aan de zee maar je kan beter de D85a nemen want dan rij je langs de meren en met een beetje mazzel spot je daar direct je eerste flamingo.

Flamingo's in de Camargue, Provence, Frankrijk

Flamingo’s zijn mooie maar toch ook wel rare vogels. De Camargue barst ervan en het is bijzonder om in het wild te zien.

Stes Maries de la Mer is een interessant dorp maar niet het onderwerp van dit artikel. Het heeft een eigen sfeer met een leuk centrum een aardig haventje. Wij besloten om hier het strand op te zoeken. Deze is van het type zand en niet al te druk, prima voor ons. Nu zijn we niet echt strandmensen maar zwemmen in de Middellandse Zee is altijd leuk, vooral voor kinderen. We hebben ons daar prima vermaakt en behoorlijk verbrand.

Vanaf Stes Maries de la Mer zijn een aantal lange wandeltochten door het moerasgebied uitgezet en het is ook een uitstekende plek om op de fiets te stappen. Daar kozen wij niet voor maar besloten een autotocht te maken. Wij reden terug over de D570 en sloegen bij de oude burcht van Albaron linksaf de D37 op die door het hart van de Camargue loopt. Je kan hierna afslaan naar Méjanes waar in het seizoen stierenvechten worden georganiseerd, maar dat is niet iets wat ons aantrekt.

Het landschap is hier plat met veel water met lage beplanting en hier en daar een boom. Naast flamingo’s staat de Camargue ook bekend om zijn wilde paarden en loslopende stieren. Dat dacht ik tenminste, maar dat blijkt helemaal niet waar. Er zijn zeker wel paarden en die lopen ook los rond, maar helemaal wild zijn ze niet. De paarden zijn een apart ras die bekend zijn om hun wendbaarheid en uithoudingsvermogen. Het ras is uniek en de Franse staat zorgt ervoor dat het in stand blijft. Ik ben geen paardenliefhebber maar ik kan mij voorstellen dat een rit door het gebied op de rug van een paard een uitstekende belevenis is. De stieren hebben wij niet gezien want die lopen alleen in de lente rond.

Paarden in de Camargue, Provence, Frankrijk

Ik kan niet paardrijden en heb ook niet de ambitie, maar een tocht door de Camargue lijkt mij een prachtige ervaring.

Na een kilometer of wat verschijnt het Etang de Vaccarès aan je rechterkant, het grootste meer van het gebied. Als je nog geen flamingo’s hebt gezien, dan kan je hier je hart ophalen want hier staan ze bij bosjes. Langs de weg zijn voldoende parkeermogelijkheden om de dieren en de rest van de natuur te inspecteren.

Plage de Beauduc

Eenmaal het grote meer voorbij doe je er goed aan om rechtsaf richting Plage de Beauduc te gaan. Het zandstrand is hier extra breed en ruim zeven kilometer lang en is zeer geliefd bij kiteservers en strandzeilers. Tot 2005 was het een vrijbuitertsplek met een compleet dorp van zelfgemaakte huizen, kunstenaars en leuke feesten. Helaas is dat er niet meer want de overheid vond het wel welletjes.

Wij reden richting het oosten waar je aan je rechterhand bij Salin de Giraud enorme zoutbergen ziet. Hier wordt het bekende Fleur du Sel du Camargue gemaakt. Door zeewater in enorme bassins te laten verdampen blijft het zout over. Dat gooien de Fransen niet alleen op hun voedsel, maar het zout wordt ook verwerkt in de industrie. Die komen we tegen als we de Rhône met een pontje hebben overgestoken want daar rijden we plots in een industriegebied, een vreemd contrast met de ruige natuur waar we de hele dag zijn geweest.

De Camargue is een uniek gebied en die door de groene gids met drie sterren wordt aangeprezen en meer kan je niet krijgen. Als ik eerlijk ben dan vind ik dat een beetje overdreven want ik was eigenlijk niet heel erg onder de indruk. De flamingo’s zijn zeker indrukwekkend en Ste Maries de la Mer is aantrekkelijk en interessant en je hebt hier ook prachtige stranden. Maar het deed mij een beetje aan thuis denken.

Ik woon namelijk ook in de delta van een rivier, of zelfs rivieren. Die is dan wel meer gecultiveerd en er heerst een ander klimaat, maar het landschap, de planten en veel dieren die in de Camargue zijn te vinden kom ik hier in de duinen ook tegen, op de flamingo’s na dan. Misschien heeft het ook wel met hoge verwachtingen te maken, maar ik had een bijzondere ervaring verwacht. Als je in de buurt bent is de Camargue zeker een dagje waard, maar omrijden zou ik niet aanraden. Zeker als je zelf in een rivierdelta woont.